donderdag, november 30, 2017

eerbetoon aan het bruine café


In het verleden, zeg maar in mijn Amsterdamse periode, frequenteerde ik vaak een bruine kroeg met een bezoekje. Samen met studiegenoten, vrienden en collega's kenden we tientallen bruine café's in de binnenstad. Tijdens mijn studietijd kwamen we vaak in café 't Hooischip nabij de Blauwbrug en de Academie van Bouwkunst. Later kwam ik regelmatig in café's als 'de Doffer' in de Runstraat, café 'de Eland', 'de Pieper' en 'van Puffelen' aan de Prinsengracht, café 'de Pels' in de Huidenstraat, café 'de Looier' aan de Looiersgracht, café 'Hoppe' aan het Spui, literair café 'de Engelbewaarder' aan de Kloveniersburgwal, café 'het Gebed' in het Gebed zonder End, café 'Welling' achter het Concertgebouw, café 'Hegeraad' aan de Noordermarkt en nog meer, maar voor nu laat ik het hier maar even bij. Voornamelijk in café 'Hegeraad', een authentiek Jordaans stamkroegje met nog perzische kleedjes op de tafels, komen we met een stel oude vrienden, het z.g. 'Herenleed' clubje, nog vrij regelmatig samen.

Ik kwam eigenlijk tot mijn ontboezemingen over ruim twintig jaar cafébezoek in onze hoofdstad door het boekje 'Volledige vergunning' van Midas Dekkers. Bioloog Dekkers stelt dat de mens eigenlijk een soort holbewoner is. Mensen voelen zich het lekkerst als ze met z'n allen in een gezellig hol zitten, met getemperd licht. We hadden de lamp nog niet uitgevonden of we vonden de schemerlamp uit. Als je wilt weten wat mensen gelukkig maakt, moet je volgens hem kijken naar wat gelukkige mensen doen. Die hebben niet alleen thuis een gezellig holletje gebouwd, maar zitten ook vaker dan gemiddeld in een bruin café, waar ze een soort vrede met het leven hebben ontdekt. Troost is volgens Midas Dekkers de belangrijkste functie van het café, het is een zalfje voor het aardse tranendal waarin wij verkeren.

Ietwat gechargeerde opvattingen van Midas Dekkers, denk ik, maar ik ga daarin toch een heel eind met hem mee. Want wat is er nou mooier dan met vrienden een pikketanisje pikken in een sfeervol bruin café!

dinsdag, november 28, 2017

vissende IJsvogel in onze tuin


Toen ik vanmorgen een poosje uit het raam zat te staren, zag ik ineens een IJsvogel vanuit onze vijver een visje opduiken. Prachtig hoe die dat deed, eerst een stukje omhoog en toen loodrecht omlaag de plomp in, om er vervolgens met een visje in z'n snavel met dezelfde rotgang weer uit te komen. Voordat ie het visje bij de kop nam om door te slikken, werd het eerst een paar keer flink tegen de stenen gemept. Middels allerlei natuurfilms die we nogal eens op tv te zien krijgen, zijn we wel het één en ander gewend, maar live had ik nog nooit een IJsvogel zien foerageren. Best bijzonder om dat dan in je eigen tuintje voor het eerst te beleven!

zaterdag, november 25, 2017

PAVANE in de Catharinakapel.


Kleinkoor 'Pavane' gaf vanmorgen in de Catharinakapel tijdens het koffieconcert weer een mooi staaltje zangkunst weg. Dat het in de smaak viel was aan het publiek, dat in volle getale was komen opdraven, goed te merken. En ook de intermezzo's van de jonge pianist Daniel Snaterse waren prachtig. Koffieconcerten in de Catharinakapel, een gratis inloopfenomeen tijdens de drukke zaterdagmarkt op het Kloosterplein, heel mooi!


Pavane 25-11-'17 from E Veldkamp on Vimeo.

donderdag, november 23, 2017

heupprothesiologies avontuur


Een gewrichtsvervangende heupoperatie kun je eigenlijk nog nauwelijks een avontuur noemen, hoewel geen enkele operatie natuurlijk risicoloos is. In St. Jansdal doen ze er gemiddeld bijna 30 per maand. Gewrichtsvervangende heupoperaties zijn in zekere mate in de loop der jaren min of meer standaardoperaties geworden.

De eerste pogingen het heupgewricht te vervangen en een oplossing te bieden voor de klachten van de patiënt, dateren van rond 1900. Toen werden de eerste gedocumenteerde experimenten gedaan door ene Sir Robert Jones. Hij probeerde het aangedane gewricht te beplakken met een klein laagje goud om het oppervlak te herstellen en het gewricht weer goed in elkaar te laten passen. Het resultaat was praktisch nihil. Vanaf 1923 experimenteerde ene Smith-Peterson met heupprothesen gemaakt van glas. Deze prothesen braken binnen enkele maanden. Desalniettemin waren dit de eerste belangrijke stappen naar de ontwikkeling van de huidige heupprothesen, en werd hierna gezocht naar meer duurzame materialen om heupprothesen van te maken. Verschillende combinaties en materialen werden getest. De eerste echt succesvolle heupprothese was een metaal-op-metaal verbinding en werd ontworpen door dokter McKee. In eerste instantie waren de resultaten zeer goed. Patiënten konden weer goed lopen en er waren relatief weinig problemen met pijn. Het grote probleem was echter dat deze prothesen na verloop van tijd los lieten. Hier werd een z.g. botcement voor ontwikkeld, en dit resulteerde in een ware revolutie in de heupvervanging. De ontwikkeling van de heupprothesen heeft in de loop der tijd een enorme groei doorgemaakt. Er zijn veel veelbelovende nieuwe technieken op de markt. Hechting van de steel van de heupprothese en heupkom zijn verbeterd door het gebruik van verschillende soorten coating in plaats van hechting met cement, zoals het hydroxi-apetiet (een bestanddeel van menselijk bot). Dit bevordert de groei van het eigen bot aan de prothese. Ook andere coatings, zoals poro-coat (kleine bolletjes waarin het bot groeit) zijn zeer succesvol gebleken.

De ontwikkelingen in de heupprothesiogie staan natuurlijk niet stil, en dat is maar goed ook want door de vergrijzing zullen steeds meer mensen klachten gaan ontwikkelen in het bewegings- en ondersteuningsapparaat. Er zouden wel eens gouden tijden kunnen aanbreken voor orthopeden en aanverwante specialismen. Het zij zo, maar voor het zover is wens ik Joke morgen veel liefs en sterkte toe in haar heupprothesiologies avontuur, met natuurlijk een alleszins goed resultaat!

woensdag, november 22, 2017

plein achter de wolkenkrabber


De driehoek achter de Wolkenkrabber. 
Het rustige, in de vorm van een gelijkbenige driehoek gevormde Merwedeplein achter de z.g. Wolkenkrabber, wordt aan de lange zijden begrensd door hoge identieke woonblokken met diepe trapportieken, die uitkomen op stenen buitentrappen. De in de jaren twintig, begin jaren dertig gebouwde woonblokken zijn ontworpen door architect Jan Frederik Staal (A'dam, 1879-1940). Hij sloeg, als architect van de Amsterdamse School, met dit licht, strak en symmetrisch ontworpen project een brug naar de Nieuwe Zakelijkheid in de Nederlandse architectuur. Het immer fraaie Merwedeplein is ook bekend geworden door Anne Frank die daar, voor ze onderdook in het Achterhuis aan de Prinsengracht, op nummer 37 op 2 hoog heeft gewoond van 1933 tot 1942.

In deze architectonische parel van Jan Frederik Staal, waar onze vrienden Hans en Margje al sinds begin jaren zeventig met veel plezier wonen, kwamen we onlangs weer eens samen met een vriendenclubje om te eten en te ouwehoeren over van alles en nog wat. Dat doen we één keer per jaar al zolang ze daar wonen, deze keer waren we met z'n elfen, en allemaal liefhebbers van Bacchus, een hele klus. Maar H en M draaien er hun hand niet voor om, er was meer dan voldoende en het was lekker, maar bovenal weer bijzonder genoeglijk!

dinsdag, november 21, 2017

Tolhuis, centrum van vermaak


'Het Tolhuis' aan de Buiksloterweg in Amsterdam-Noord is ooit gebouwd om tol te heffen van schepen die gebruik maakten van de in 1600 gegraven Buikslotertrekvaart om handel te drijven met dorpen als Nieuwendam en Buiksloot. Toen een paar eeuwen later, begin negentiende eeuw, het Noordhollandsch Kanaal werd geopend, nam de bedrijvigheid daar flink toe en ging 'Het Tolhuis' ook als herberg fungeren. De plek ontwikkelde zich geleidelijk aan tot een centrum van vermaak, en wel in het bijzonder voor de mensen uit het stadsdeel aan de overkant van het IJ.

Een centrum van vermaak is 'Het Tolhuis', dat in de loop der jaren nog diverse veranderingen heeft ondergaan, tot op de dag van heden gebleven. Afgelopen zaterdag hebben we met oude vrienden in deze, in neorenaissance stijl opgetrokken ambiance, welke met de zuid- en westzijde zo prachtig op het IJ is georiënteerd, een leuk verjaardagsfeestje gehad. Lekker gegeten, gedronken, geouwehoerd en gedanst op de meeslepende muziek van 'Les Fleurs du Nord'. Een band met covers en eigen werk, en van alle markten thuis, folk, wereld, pop noem maar op. Goeie zangeres, en een in mijn ogen en oren aan virtuositeit grenzende beheersing van gitaar, cello, viool, accordeon en nog een paar instrumenten, prachtig!

zondag, november 19, 2017

landschap, bron van inspiratie


In de tentoonstelling 'Expedition Nature' in het CODA Museum in Apeldoorn is het landschap voor de kunstenaars de bron van inspiratie. De in diverse disciplines werkzaam zijnde kunstenaars belichten het landschap uiteraard op hun eigen manier. De één benaderd het wetenschappelijk, de ander meer documentair en weer een ander manipuleert er een eind op los.

In een aardig deel van 'Expedition Nature' is werk van Karin Bos (Rijswijk, 1966) te zien. Zij onderzoekt en toont in haar schilderijen a.h.w. de relatie tussen mens en landschap. Sprookjesachtige, maar vooral ook vervreemdende en verontrustende landschappen, niets is wat het lijkt. De verscheidenheid in haar werk gaat alle kanten op, maar als rode draad in haar werk laat ze de machtsverhoudingen in de samenleving zien. Een thema dat we in alle toonaarden trouwens ook veel in de werken van de overige 18 deelnemende kunstenaars van 'Expedition Nature' terugzagen.

Weer een bijzondere tentoonstelling in het mooie CODA Museum!

maandag, november 13, 2017

een Everzwijntje op het menu


Uit de rug van een hele ouwe keiler.
Zaterdagavond hebben we in een leuk restaurantje ergens in het grote donkere bos een everzwijntje gegeten. Niet zo onbescheiden als onze grote vrienden Asterix en Obelix natuurlijk, die draaien hun hand immers niet om voor een zwijntje meer of minder, nee gewoon een stukje van ongeveer 150 gram. Geen stoofvlees in een potje dus, maar een tournedos, want die bevat geen pezen en is van zichzelf al mals. Daar staat de uit de rug van het zwijntje gesneden tournedos immers om bekend. Een 'tournedos van everzwijn in rode wijnsaus met rode kool en gebakken aardappelen' stond op het menu. Het was gezellig druk in het restaurant, alle tafeltjes waren bezet. Ik zag links en rechts mensen smullen van al het goede dat ze hier kregen aangeboden, en verheugde mij erg op wat komen ging. Lang hoefden we gelukkig niet te wachten, het zag er heerlijk uit, precies zoals we ons hadden voorgesteld. Echter het aansnijden gaf me al te denken, en toen ik een hap nam leek het wel of ik op een schoenzool zat te knagen. Beetje overdreven, dat wel, maar toch verre van mals! Gelukkig was ik in goed gezelschap, ik heb mijn etentje dan ook niet laten vergallen door het feit dat ik zeer waarschijnlijk een tournedosje van een hele ouwe keiler zat te verorberen!

zaterdag, november 11, 2017

't gaat om verbeeldingskracht


Onlangs in Kunsthal Kade in Amersfoort 'Vuur' gezien, een overzichtstentoonstelling van het werk van beeldend kunstenaar Maria Roosen (Oisterwijk, 1957). Een bijzondere tentoonstelling, veel borsten, billen, piemels en spermatozoïden, allemaal van glas. Niet pornografisch maar een oeuvre over leven, dood en vruchtbaarheid. Niet zo simpel allemaal, ze doet dan ook sterk een beroep op onze verbeeldingskracht, want daar gaat het per slot van rekening om in het leven. Om het oeuvre van Roosen beter te leren begrijpen, verwijst ze naar 'De rijke bramenplukker', een sprookje van Godfried Bomans (1913-1971) dat hij in 1947 schreef.

De rijke bramenplukker leefde lang geleden diep in het bos, en dacht dat hij de enige mens op aarde was. Op een gegeven dag klopt een reiziger aan de deur voor een overnachting waarvoor hij wil betalen. Als de bramenplukker van de schrik bekomen is, zegt hij dat dat niet hoeft, want hij is al rijk genoeg. Hij vertelt de verbaasde reiziger over zijn velden vol diamanten en parels, over zijn paleis met spiegels en zalen, en grote zuilen, en over plafonds van bewegend mozaïek. Dat wil de reiziger natuurlijk ook allemaal wel hebben, en hij haalt er gelijk nog meer mensen bij. Als ze even later allemaal voor zijn deur staan, vertelt de bramenplukker dat ze geluk hebben, want hij heeft nog nooit zoveel parels gezien als vandaag. Ze keken zich allemaal een slag in de rondte maar zagen niks, ze misten de verbeeldingskracht van de bramenplukker. De parels en diamanten bleken dauwdruppels te zijn, de zuilen bomen, de spiegels meren en het bewegende plafond de sterrenhemel. De mensen werden toen zo giftig dat ze de bramenplukker acuut hebben opgehangen.

Goed, verbeeldingskracht dus, daar gaat het om in het leven. Helemaal mee eens, maar iedereen heeft natuurlijk wel in meer of mindere mate z'n eigen verbeeldingskracht. Ik vond het verhelderend, dat ik met het sprookje van de rijke bramenplukker een beetje op weg geholpen werd om al die frivole en wulpse uitingen over leven, dood en vruchtbaarheid, waarin zij vuur als de verbindende factor ziet, enigszins te kunnen duiden. Dat mijn verbeeldingskracht evengoed toch nog ontoereikend is om het werk van Roosen goed te begrijpen maakt ook eigenlijk niet uit. Wat ik mij wel heel goed kan voorstellen is, dat het werken met glas een boeiend fenomeen is. Dat je met behulp van een stel zwetende glasblazers een mooie tentoonstelling kan samenstellen van jou werk, en er een goed verhaal bij hebt. Hoe dan ook, de kunst van Maria Roosen stemt mij sowieso tot nadenken, en dat is één van de belangrijkste criteria in de kunst!

vrijdag, november 10, 2017

Een prestigieuze dependance.


Een bezoek aan het Louvre, oorspronkelijk een paleis maar nu een van de grootste en meest bezochte musea in de wereld in het centrum van Parijs, is een must voor kunstliefhebbers. Enkele van de bekendste werken in het Louvre zijn o.m. de Mona Lisa en de Venus van Milo. In de drie vleugels van het voormalige paleis worden duizenden kunstwerken en voorwerpen tentoongesteld van de oudheid tot in de 19e eeuw. Het huidige Louvre werd in diverse fases gebouwd, maar oorspronkelijk was het een 12e eeuws fort dat in de 14e eeuw werd verbouwd tot een paleis. De meest recente wijziging van het Louvre is van 1989, toen een centrale entreepartij is toegevoegd in de vorm van een glazen piramide naar een ontwerp van de vermaarde Chinees-Amerikaanse architect I.M. Pei (Guangzhou, 1917). De alom geprezen niet meer weg te denken piramide in het Louvre complex, werd aanvankelijk met gemengde gevoelens bejegend vanwege het grote contrast met de klassieke gevels. Tot zover Louvre Parijs.

Maar wie had ooit kunnen bedenken dat het wereldberoemde museum in Parijs een dependance zou openen op een locatie in het zanderige Arabische Golfstaatje Abu Dhabi, ruim 5000 km ten oosten van Parijs. Het voor de hotemetoten afgelopen dinsdag reeds geopende Louvre Abu Dhabi, in het bijzijn van de Franse president Macron, gaat morgen, zaterdag 11 november a.s. officieel open voor het publiek. Een mooi hagelwit bouwwerk in een lege zandvlakte aan een azuurblauwe zee, waaraan 10 jaar is gewerkt. Een fabuleuze oase vol wereldkunst, die in de kasbah-achtige indeling, overspannen door een bijzonder geperforeerde stalen koepel met een diameter van maar liefst 180 meter, wordt tentoongesteld. Door de bijzondere opbouw van de stalen koepel sijpelt het zonlicht als door een bladerdak van palmtakken in een oase naar binnen, door de Franse architect Jean Nouvel (Fumel, 1945) zelf 'Rain of light' genoemd. Op zich al een kunstwerk van formaat, als het al niet het belangrijkste kunstwerk van het museum is!

Tot op heden heeft een bezoek aan het Arabische Golfstaatje me nooit zo getrokken, maar voor Louvre Abu Dhabi, de prestigieuze dependance van Louvre Parijs, zou ik met alle plezier een keer een uitzondering willen maken!

woensdag, november 08, 2017

Noordzee, dynamische habitat


'De stand van de Noordzee: behoorlijk gewond' las ik onlangs in Sir Edmund, de wekelijkse bijlage van de Volkskrant. Een interessant artikel van Cor Speksnijder over Tinka Murk (Harderwijk, 1959) hoogleraar mariene dierecologie en duiker dat mij intrigeerde. Al van jongs af aan trekken allerlei aspecten in en over de Noordzee mijn aandacht. Zie o.m. mijn stukjes 'varen op zee' van 2 maart 2006, 'Noordzee' van 3 november 2008, 'Klaverbank' van 8 oktober 2011, 'druk op zee' van 29 juli 2012 en 'Zeenatuurgebied Klaverbank!' van 14 mei 2015. En niet in de laatste plaats ben ik geïnteresseerd omdat ik er zo graag op zeil.

Centrale vraagstelling in de oratie die Tinka Murk onlangs hield bij haar inauguratie als hoogleraar mariene dierecologie aan de Wageningen Universiteit was: Hoe valt de wens om de natuur op de Noordzee beter te beschermen te rijmen met de alsmaar toenemende drukte op de Noordzee? Scheepvaart, visserij, olie- en gasboringen, windmolenparken, zandwinning, recreatie en noem maar op, vormen een uitdijende barrière voor de natuur op de Noordzee. Allerlei aspecten passeerden in haar oratie de revue, vervuiling, de bodemgesteldheid, de visstand en de verwachte veranderingen daarin, de invloed van windmolenparken op het zeeleven, de invloed van zandwinning op het ecosysteem en wat eigenlijk de grootste bedreigingen zijn voor de Noordzee.

Problemen te over, niet voor niets noemt Murk de Noordzee 'behoorlijk gewond'. Aan de andere kant klonken er ook positieve geluiden. De bodemgesteldheid veranderd langzaam maar zeker in positieve zin door verbeterde vismethodes. Ook is de Noordzee is de afgelopen decennia schoner geworden, en hebben maatregelen om bepaalde vispopulaties op peil te houden hun vruchten al afgeworpen. Daarentegen trekken andere soorten weg en komen er nieuwe soorten bij, maar dat heeft alles met de opwarming van het klimaat te maken. En in en om die vervelende windmolenparken, waar er steeds meer van komen, tiert het zeeleven welig, vissen vinden er beschutting evenals krabben, kreeften, zeeanemonen en allerlei ongewervelde beestjes. En ook zandwinning levert op termijn meer aanwas van biomassa af op de bodem.

Prachtig, maar we zijn er nog lang niet. De grootste bedreiging die boven al dit moois blijft hangen is volgens Murk een overheidsbeleid waarbij geen grenzen worden gesteld. Onder die eeuwige vermaledijde economische druk wordt er wat bescherming van bepaalde gebieden betreft veel te vaak te veel water bij de wijn gedaan. Veranderingen kunnen we weliswaar niet tegenhouden, de Noordzee heeft altijd veranderingen ondergaan, en dat zal zo blijven. Zevenduizend jaar geleden stond de Noordzee zelfs nog droog en liepen er jagers rond. Maar waar we volgens Murk wel voor kunnen zorgen is dat we bij al ons doen en laten, het ecologisch systeem tijd en ruimte geven om zich te kunnen aanpassen. Om de Noordzee beter te maken is dat wel het minste waar we voor moeten zorgen!

zondag, november 05, 2017

over oude liefde die niet roest


In filmtheater Fraterhuis in Zwolle hebben we gisteren 'Oude Liefde' gezien. Een aardige film van regisseur Nicole van Kilsdonk met in de hoofdrollen Beppie Melissen, Gene Bervoets, Hadewych Minis, Halina Reijn en Eva van der Gucht. Een aardige film, maar ook een film waar volgens mij een beetje teveel in wordt gedramatiseerd, terwijl het verhaal in feite zo simpel is. Fer en Fransje, prachtig gespeeld door Gene Bervoets en Beppie Melissen, waren ooit getrouwd en kregen drie kinderen, Tess (Halina Reijn), Hilde (Eva van der Gucht) en Roland (Leo Alkemade). Maar zoals wel vaker gebeurd in relaties ging het mis en gingen ze uit elkaar. In de jaren daarna hebben beiden een nieuw leven opgebouwd met een nieuwe relatie. Geen verrassend scenario dus, maar de film heeft natuurlijk niet voor niets de titel 'Oude Liefde' meegekregen. Om de twee exen elkaar na vele jaren weer te doen ontmoeten, moest er uiteraard wel iets gebeuren dat hun beiden raakte. Bijvoorbeeld een drama, en dat gebeurde, praktisch aan het begin van de film overleed plotseling Roland, hun enige zoon op zijn veertigste tijdens zijn verjaardagspartijtje. En zo kwam het dat de twee exen elkaar na vele jaren tijdens de uitvaart tegen het lijf liepen.

Een ongemakkelijk weerzien, indrukwekkend gespeeld door beide acteerkanonnen. Oud zeer, maar ook oude liefde en lust stak gaande weg, tot groot ongenoegen van oudste dochter Tess, de kop op tussen beide zestigers. Op zeker moment ontmoeten de exen elkaar ergens op de heide en praten ze over het verlies van hun zoon en hun relatie. Mooie verstilde scènes, waarin het acteertalent van Melissen en Bervoets ten volle tot uiting komt in hun vaak tegenstrijdige emoties. Liefdevol getortel ook, eigenlijk was het zo wel genoeg en zou de film wat mij betreft mogen stoppen. Maar dat zou de film kennelijk tekort maken, er gebeurde dus nog meer. Er werd gefeest en gegeten aan de overvolle keukentafel van moeder Fransje, en er vond en passant een auto ongeluk plaats. En verder deden de mallotige belevenissen van de hyperactieve dochter Hilde in het dierencrematorium nog een nietszeggende duit in het zakje. Daarentegen zag ik maar weinig uitdiepende scènes over hun schoondochter, de lamgeslagen weduwe Maria (Hadewych Minis) en hun kleindochter Myrthe (Claudia Kanne) die haar vader mistte. Maar als gezegd 'Oude Liefde' is een aardige film, maar dat komt wat mij betreft vooral door het prachtige acteerwerk, en wel in het bijzonder van Melissen en Bervoets!

woensdag, november 01, 2017

Herfstweekje in de Westhoek



Altijd maar de Ardennen of de Eiffel, laten we eens een keer naar zee gaan. Zo gezegd, zo gedaan, daarom zaten we deze keer met de hele familie een weekje in Sunparks Oostduinkerke aan Zee. Al sinds de jaren 70 van de vorige eeuw gaan we om de twee jaar gezamenlijk op herfstvakantie naar een locatie die bij toerbeurten door één van ons, deze keer door ondergetekende, is georganiseerd. Een klus die met het stijgen van het aantal deelnemers steeds meer, en vooral ook tijdige inzet vergt. Het in 1977 met 2 cottages voor totaal 16 personen in Gemünd begonnen evenement, is uitgegroeid tot 13 cottages voor totaal 48 personen nu, en uiteraard zo dicht mogelijk bij elkaar. Hoewel zo'n familievakantie natuurlijk in het kader van de ontmoeting staat, laten we elkaar in ons doen en laten vooral ook vrij, we kijken er allemaal steeds weer met plezier naar uit. Ofschoon deze keer mijn oudste dochter in een lichte opwelling van rebellie voorstelde de volgende keer het weekje met z'n allen te reduceren tot een weekendje in een heel mooi kasteel. Algehele opwinding, die vlieger ging niet op, over twee jaar gaan we ijs en weder dienende ook weer gewoon een hele week, basta! Als gezegd, behalve dat iedereen in meer of mindere mate z'n eigen gang ging, werd er natuurlijk ook veel geouwehoerd over van alles en nog wat, vaak met een glaasje op tot diep in de nacht. Er werden spelletjes gedaan, er werd gewandeld en gefietst en er werden allerlei culturele bezienswaardigheden in stad en land onder de loep genomen. Eén van de hoogtepunten is vaak ook een gezamenlijke maaltijd, zo ook deze keer weer. Buiten, op een lange rij aaneen geschoven tafels, vormden de culinaire hoogstandjes die iedereen had klaargemaakt, een lopend buffet dat een sterrenrestaurant niet zou misstaan. Kortom, het was een heerlijke en gezellige apotheose in een mooi herfstweekje in de Vlaamse Westhoek!


De IJzertoren en de dodengang in Diksmuide.
Onderweg naar de IJzertoren en de Dodengang in Diksmuide, twee monumenten in het vlakke Vlaamse land uit de 1e wereldoorlog, moest ik sterk denken aan het schuldige landschap van Armando. Een thema dat door hem veelvuldig is uitgewerkt, hele reeksen schilderijen en tekeningen die hij 'Schuldig landschap' noemde heeft hij sinds de jaren 70 gemaakt.
Een schuldig landschap noemde hij een landschap dat heeft zien gebeuren, want in landschappen, in de schone natuur, vinden vaak de afgrijselijkste opvoeringen plaats. Veldslagen, sluipmoorden, man tegen man, aanleg en onderhoud van kampementen, barakken en plekken ter kwelling van weerloze schepsels. Voornoemd landschap heeft zich daar nooit iets van aangetrokken, is zelfs zo schaamteloos geweest om gewoon door te groeien, het is een schande, ik raak er nooit over uitgesproken. De confrontatie natuur-cultuur is een onbarmhartig gebeuren, dat gaat met pijn gepaard, geloof dat maar. Ja ja, ik weet wel, het is zinloos om de natuur schuldig te noemen, maar kunst is ook zinloos, daarom is kunst zo onontbeerlijk. En gewetenloos, Sinngebung des Sinnlosen, schuldig landschap dus. Jammer dat het je ontgaan is. (Uit: Schoonheid is niet pluis, verzameld proza, Amsterdam, 2003)


De grootste Britse militaire begraafplaats op het vasteland.
Op 31 juli 1917 was het honderd jaar geleden dat de slag om Passendale begon, een slag die precies honderd dagen heeft geduurd. Ik las dat ze de gebeurtenis afgelopen zomer in aanwezigheid van leden van het Britse en Belgische koningshuis hebben herdacht. Een enorme hoeveelheid in de grond gestoken rode hartjes met allerlei opschriften deed hier nog aan denken. Tyne Cot Cemetery is de grootste begraafplaats van de 1e Wereldoorlog in de Westhoek, er liggen 11957 gesneuvelden begraven waarvan er 8369 niet konden worden geïdentificeerd. En op Tyne Cot Memorial, het half cirkelvormige monument voor de vermisten staan nog eens 34.959 namen.
Er hebben zich in die zinloze loopgravenoorlog onvoorstelbare taferelen afgespeeld. Vele duizenden soldaten, tot het einde toe ploeterend en zwoegend in hun loopgraven. Waarom en waarvoor zijn ze eigenlijk gesneuveld? De absurditeit van al die naamloze soldaten die op deze ereplaats begraven liggen versus de niet-naamlozen die hier als vermist staan vermeld op een mooie monumentale muur. Ik probeer me voor te stellen hoe het er hier honderd jaar geleden moet hebben uitgezien. Een stinkend en totaal verwoest landschap, zover het oog reikt. In de verte zie je nu Ieper liggen, maar dat was destijds met de grond gelijk gemaakt, evenals het tot puin geschoten dorp Passendale.


Musée Dunkerque 1940, Duinkerken.
Maar niet alleen de 1e wereldoorlog kwam in ons herfstweekje in deze beladen regio aanbod. In het Franse Musée Dunkerque 1940, gevestigd in de in 1874 gebouwde kazematten ter versterking van de kustverdediging, kregen we ook een inkijkje hoe het hier in het begin van de 2e wereldoorlog aan toe is gegaan. In het voorjaar van 1940 bevond zich een ruim tweehonderdduizend man sterk Brits expeditieleger op het Europese vasteland. Dit leger moest de bondgenoten Frankrijk en België te hulp kunnen schieten zodra dat nodig was. Toen de Duitsers in mei 1940 Frankrijk en België binnenvielen, was die hulp zeer welkom. De Britten boden tegenstand, maar vanwege de snelle opmars van de nazi’s werd men toch teruggedrongen. Vanuit Duits perspectief was Fall Gelb, de codenaam voor de aanval op Frankrijk, een groot succes. Franse grensposities werden in sneltreinvaart onder de voet gelopen en het Britse expeditieleger werd bij Duinkerken, de enige overgebleven geallieerde haven, omsingeld. Dat het Britse leger, samen met een Franse troepenmacht, wist te ontsnappen, was mede te danken aan het veelbesproken Halt-Befehl van Adolf Hitler. Het museum vertelt het ongelooflijke verhaal van de veldslag en de evacuatie van meer dan 330.000 geallieerde soldaten uit de 'hel van Duinkerke', in mei-juni 1940.


Belgische toestanden aan de kust.
Vanaf zee was me al vaker opgevallen hoe anders de Belgische kust is dan de onze. Blijft de bebouwing, en zeker hoogbouw, langs de Nederlandse kust nog beperkt tot een aantal kustplaatsen, hier is het enkel hoogbouw wat je ziet, kilometers hoogbouw die slechts hier en daar wordt onderbroken omdat er toevallig een straat of een haven is. Als je op het strand van Nieuwpoort of Oost Duinkerke loopt en naar de boulevard kijkt, kijk je tegen een massieve hoogbouwwand aan. Zielloze aaneengeregen blokkendozen, appartementen met ramen als holle ogen van waaruit niemand kijkt omdat er praktisch niet wordt gewoond. Een goede reden om tijdens de lange strandwandeling vooral richting zee te kijken, en dat was dan wel weer mooi en rustgevend. Na de wandeling kwam iedereen op de boulevard van Nieuwpoort bijeen in café Dijk 69, waar de kleine Charlotte, met 9 maanden de jongste telg in het gezelschap, en oma Janny, Joke en ondergetekende reeds kwartier hadden gemaakt, voor een hapje en een drankje. 't Was gezellig, je zou er zo uren kunnen blijven zitten pimpelen, maar er stond vandaag nog meer te doen. Op naar de gezamenlijke maaltijd vanavond, en daarvoor moesten we nog wel het één en ander inkopen en klaarmaken. Afrekenen dus en weg wezen, en zo liepen we even later in Nieuwpoort in de Lidl ons boodschappenlijstje af te werken.


Aan de gezamenlijke maaltijd.
Onze cottages lagen t.o.v. elkaar dusdanig gesitueerd, dat het voor ons hele gezelschap a.h.w. een mooi besloten binnenterreintje vormde. En middels een stuk of 7 aan elkaar geschoven buitentafels hadden we een lange tafel gecreëerd die bij een koninklijk galadiner niet zou misstaan. Hoewel het weer gelukkig meewerkte, het was en bleef droog, had het van mij wel iets warmer mogen zijn. Maar ja, je kan uiteraard niet altijd alles hebben. Een mooie lange tafel met allemaal culinaire hoogstandjes, wijn, bier, koffie, fris en last but not least, vrolijke mensen om je heen moet toch voldoende zijn, en dat was het natuurlijk ook. In een rustige, af en toe licht euforische sfeer wisselden moppen en geanimeerde gesprekken zich links en rechts af, voor een handjevol diehards zelfs tot in de kleine uurtjes. Gezelligheid kent geen tijd, is het spreekwoord, en zo is het. Het was achteraf nog wel een aardige toer om alle borden, glazen, vorken, lepels en messen weer in de juiste cottage-hoeveelheden bij elkaar te krijgen, maar ook dat is uiteindelijk gelukt. Hoewel er de andere morgen evengoed toch nog het één en ander viel op te ruimen. Als laatste werden alle tafels weer op locatie gezet door een paar sterke kerels. En toen zag ons binnenterreintje er weer uit alsof er niets was gebeurd. Als gezegd, het was een heerlijk en gezellig hoogtepuntje in een mooi herfstweekje!


In het Flanders Fields Museum in Ieper.
Aan de confrontatie met het oorlogsverleden in West-Vlaanderen valt niet te ontkomen. Overal monumenten en tentoonstellingen die je over de gevechten die hier in het verleden hebben plaats gevonden vertellen. Eén van de belangrijkste poorten naar de 1e Wereldoorlog in West-Vlaanderen is wel het Flanders Fields Museum in Ieper. Precies een eeuw geleden was de streek rond deze stad het decor van een van de meest verwoestende conflicten uit de geschiedenis. Meer dan waar ook werden we in het Flanders Fields Museum geconfronteert met leven en dood tijdens de 1e wereldoorlog in deze streek. Middels pakkende videoprojecties en unieke geluidsfragmenten werden we a.h.w. onder gedompeld in het leven aan het front. Met een z.g. poppy-armband die we bij de entree gekregen hadden, ontdekten we persoonlijke verhalen van 'de kleine man' uit de strijd. En door in te loggen kwamen we daar in contact met de evenmens in de oorlog van een eeuw geleden, bijzonder maar ook bizar. Op een gegeven moment hadden we het een beetje gehad met die 1e wereldoorlog. Genoeg gezien deze week, het was mooi geweest, het leek verdorie wel of we met een schoolproject bezig waren. Evengoed werkten de opgedane indrukken tijdens de terugtocht nog een behoorlijk na. Wat hebben we tot op de dag van heden toch geboft dat wij nu leven!


Ons eigen mooie binnenterreintje.
Terug in ons aardige stulpje hebben we maar weer eens een flesje open getrokken. De week zit er bijna op, morgenvroeg rond 10 uur moeten we ons kotje hebben verlaten. De enigszins gedateerde huisjes waren op enkele minpuntjes na prima. Geen wifi in de huisjes was vooral voor een aantal jongeren onderen ons even balen. Persoonlijk kon het mij niet zoveel schelen, maar toch was ik het wel met ze eens, het is zo van deze tijd. Mijn persoonlijke minpuntje was een slecht matras, maar door de wijn heb ik evengoed nog aardig geslapen. Na het ontbijt de andere morgen moest er even hard worden gewerkt. Koffers inpakken, kijken onder bedden en banken of er niets achterblijft, auto inladen en sleutels inleveren. Handjes en kusjes delen met iedereen, en klaar waren we, rond halfelf reden we weg. Via Goes in Zeeland, waar we een lunchafspraakje hadden met Marjon en Jos om vervolgens samen in de binnenstad hun nieuwe in aanbouw zijnde huis te bekijken, zijn we naar huis gereden. Einde van een gezellig maar toch vooral ook weer leerzaam herfstweekje in de boeiende Vlaamse Westhoek, of met de woorden van Armando te spreken, in een 'Schuldig landschap'.