donderdag, juni 30, 2016

de pest aan stofzuigen


Aan stofzuigen heb ik een broertje dood, wat een rot werk! Het ding raast en tiert, en is vaak nog onwillig ook. Dan is er iets met het snoer of blijft ie steken achter een tafelpoot of iets dergelijks. Om maar te zwijgen over de pijn in mijn rug die ik er vaak van krijg, moet je maar niet zo'n kromme houding aannemen wordt me dan verweten. Hoe dan ook, dat is allemaal tot daar aan toe, het ergste is volgens mij nog dat het ding een groot deel van het opgezogen stof er in de vorm van fijn-stof aan de achterkant weer uitblaast. Het is gewoon een smerige vervuiler, een dieselauto is er niets bij, verbieden die handel! Enfin, toen het vanmorgen weer eens zover was, kwam ik op het idee om mijn aversie tegen het zuig-ding eens op een min of meer poëtische wijze te verwoorden. Het stukje dat ik maar 'Hekel aan stofzuigen' heb genoemd gaat als volgt:

Woonkamer, parket en tapijt,
omringd door muren zo wit.
Stofzuiger raast, zuigt, blaast,
in staccato ritme en cadans,
een voortdurende kakofonie.
Klankbord, parket en tapijt,
weerkaatst door muren zo wit.

Woonkamer, parket en tapijt,
omringd door muren nog wit.
Immer raast, zuigt en blaast,
in een werveling van fijnstof,
de stofzuiger, een recalcitrant.
Klankbord, parket en tapijt,
weerkaatst door muren zo grijs.

woensdag, juni 29, 2016

Brazilië, méér dan het uitzicht


Het zijn vaak bijzondere tentoonstellingen in Kunsthal KAdE in Amersfoort. 'Soft Power Arte Brasil' is er ook weer zo een. Wat is dit voor een bijeengeraapt zooitje, was mijn eerste gedachte. Wat heeft dit allemaal te betekenen, hoe moet ik dit zien? Tussen een aantal individuele kunstwerken veel straatbeelden, muren vol met pamfletten, posters, graffiti en schilderingen, en vanwaar de titel 'Soft Power Arte Brasil'? In een toelichting las ik ergens dat de titel 'Soft Power' is ontleend aan een boek van de Amerikaanse politicoloog Joseph S. Nye Jr. (1937). Hij schreef in 2004 het boek ‘Soft Power, the means to success in world politics’. Daarin beschrijft hij de methode als een manier om het denken van mensen te veranderen om je doel te bereiken. Het is een tactiek die indirect en via omwegen een context zo probeert te veranderen dat het momentum verschuift waarbinnen mensen beslissingen nemen. Aha, dat is het, het kwartje was gevallen! Natuurlijk, muren zijn niet weg te denken in het straatbeeld en vormen een dankbare basis voor jan en alleman, de kunstenaar voorop, om een boodschap op uit te dragen.

Tot medio jaren tachtig van de vorige eeuw werd de straat beheerst door het verstikkende militaire bewind dat de macht had. Toen de dictatuur echter verdwenen was, werd de straat heroverd door iedereen. Door kunstenaars en jan en alleman werden de muren spreekbuis middels pamfletten, posters, schilderingen en graffiti. Op een open maar vaak omzichtige manier werden zo allerlei thema's aan de orde gesteld, vandaar de naam 'Soft Power Arte Brasil'. De tentoonstelling in Kunsthal KAdE brengt dus min of meer van binnenuit in kaart wat er momenteel leeft in Brazilië. Zo bezien is de positionering van Brazilië als belangrijke wereldspeler middels grote sportevenementen ook een 'Soft Power' project. Wereldwijd komt Brazilië straks met de Olympische Spelen en Paralympische Spelen in Rio de Janeiro via de tv onze huiskamers binnen. Dat laat echter weinig of niets van het echte leven in Brazilië zien, een gemis dat met de tentoonstelling 'Soft Power Arte Brasil' een beetje wordt gecompenseerd.

dinsdag, juni 28, 2016

...gezond van de koude grond


Aan de rand van Harderwijk, tussen de Groene Zoomweg en de Horloseweg ligt een aardig groentetuintje. Nou ja tuintje, het is een behoorlijke lap grond waarop ze de groenten op uitsluitend biologische wijze kweken. Chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest zijn er uiteraard taboe. De nadruk leggen ze daar op biodiversiteit, gesloten kringlopen en duurzaamheid. Geen monoculturen en geen verwarmde- of gekoelde kassen. Ze houden alles onder controle, van zaadje of pootgoed tot eindproduct. Ze plannen het zo, dat alles in het juiste seizoen kan groeien en kan worden geoogst. Daarnaast is het een prachtig stil gebiedje, dat ligt ingebed tussen een zee van wilde planten en bloemen. Alleen om daar te zijn is al een verademing. Om maar te zwijgen over de maaltijden met al die heerlijke verse groenten en kruiden die we thuis gaan klaar maken!

vrijdag, juni 24, 2016

over een Zwolse Biljartfabriek


In de gemeenschappelijke multifunctionele ontmoetingsruimte, ofwel de Meet & Greet van 'De Biljartfabriek' staat inderdaad een biljart. Een biljart om op te biljarten welteverstaan. Het gebouw heeft zijn naam te danken aan de voormalige eigenaar die biljartproducent was. Gebouw 'De Biljartfabriek' in Zwolle is vernieuwd en aangepast aan de eisen van deze tijd. Het is nu een ondernemende samenwerkplek voor en door professionals met maar één passie: het creëren van een innovatieve en duurzame werk- en leefomgeving. Architecten, ingenieurs, ontwerpers, technici en creatieve strategen werken hier onder één dak. Door elkaar te ontmoeten, te inspireren en door samen te werken, ontstaan dwarsverbindingen die tot innovatie en nieuwe denkrichtingen leiden!

BDG Architecten is één van de participanten in dit vernieuwde gebouw. Ze maken ontwerpen op het snijvlak van architectuur, stedenbouw en landschap. Immers op het raakvlak van de verschillende disciplines zijn de meest inventieve oplossingen te vinden. Middels onderzoekende ontwerpbenaderingen vinden ze innovatieve, duurzame en creatieve antwoorden op allerlei opgaven. Ze zijn continue op zoek naar de toegevoegde waarde van de architectuur en rol als architect. Dat doen ze goed, de mensen voor wie en met wie ze samenwerken nemen ze mee in hun zoektocht, zo bereiken ze het maximale resultaat. Het gerenommeerde bureau bestaat niet voor niets al 75 jaar! Waarvan de laatste 14 jaar onder de bezielende leiding van de huidige eigenaar/directeur en architect Wilco Scheffer.

Gisteren waren we op hun feestje, om zowel het 75 jarig bestaan als het gebruik van het recent vernieuwde kantoor te vieren. Onder de genodigden principalen, projectontwikkelaars, bestuurders en ander volk uit heel het land. Toespraken uiteraard van die en gene, o.a. van oud schaatser Ben van der Burg (1968) over de verworvenheden en perikelen van de digitale wereld waarmee we met z'n allen te maken hebben. Verder konden we onder het genot van een drankje en/of hapje rondlopen met een z.g. VR-bril. Met behulp van onze eigen smartphone konden we zo diverse projecten van BDG Architecten bekijken. Prachtig om een project zo te laten zien, mooie techniek! Rond zes uur hebben we de auto maar weer eens opgezocht. En met de airco op volle toeren, het was buiten nog steeds rond de 30 graden, zijn we huiswaarts gereden. We wensen Wilco en zijn kompanen veel succes op deze reeds al zo succesvol ingeslagen weg!

dagje in mediastad


Mediastad, tuinstad of villadorp wordt de grootste plaats in het Gooi vaak genoemd. En terecht lijkt mij, ik heb Hilversum tijdens mijn NOS periode aardig leren kennen. Je kan deze plaats met al die omroepbedrijven sowieso een mediastad noemen, en vanwege het relatief grote aantal tuinen en villa's lijkt mij de benaming tuinstad of villadorp ook wel oké. Afgelopen woensdag hebben we daar in Museum Hilversum twee, qua opzet vrij matige tentoonstellingen gezien t.w. 'Hilversum #Mediakunst' en 'Weer toekomst'.

De tentoonstelling 'Hilversum #Mediakunst' van de kunstenaars Aldith Hunkar, Anne-Mari Ahola, Anna Visser, Bob Brobbel, Eric Blom, Erik Fliek en Vincent van der Geest stond in het teken van kunst op het snijvlak van beeldende kunst, technologie en video. Ze hadden alle zeven een eigen verhaal over ons en vandaag. Ze reflecteerden met hun veelzijdige werken en installaties op het leven en de omgeving. De thema’s en technieken waren vaak nauw verbonden met de Hilversumse identiteit t.w. wonen in het groen, mediastad met alle bijbehorende actualiteiten en de bijzondere architectuur. Een expositie eigenlijk over de dynamiek in hedendaagse veranderingen.

De op Wereldvluchtelingendag j.l. 20 juni door prinses Beatrix geopende tentoonstelling 'Weer toekomst' was van een geheel andere orde. Een foto-expositie van 'Fotograaf des Vaderlands' Ahmet Polat over de integratie van vluchtelingen door studie en werk. Vluchtelingen die in Nederland zijn, worden vaak neergezet als hulpbehoevende mensen. Soms terecht misschien, maar meestal niet. De expositie 'Weer toekomst' laat middels foto's zien hoe hard vluchtelingen werken aan hun toekomst en proberen volwaardig deel uit te maken van de samenleving waarin ze terecht zijn gekomen. Ze leren de taal, volgen onderwijs en werken hard. Kortom een positief verhaal!


Omdat beide tentoonstellingen ons eerlijk gezegd tegenvielen, hadden we het vrij snel gezien in Museum Hilversum. Het was lekker weer, dus dachten we kom, laten we naar Loosdrecht rijden. Gaan we lunchen aan de Vuntusplas en herinneringen ophalen uit de prehistorie, toen onze relatie nog maagdelijk en pril was. Echter nauwelijks onderweg besloten we te gaan lunchen in brasserie 'Zonnestraal'. Een kijkje bij het gerestaureerde voormalige sanatoriumcomplex uit eind jaren twintig van de vorige eeuw leek ons interessanter bij nader inzien. Een prachtig complex van architect Jan Duiker (1890-1935), in samenwerking met Bernard Bijvoet (1889-1979) en constructeur Jan Gerko Wiebenga (1886-1974), destijds qua ontwerp zijn tijd ver vooruit. Gebouwd in beton met ragfijne raamstijlen en veel glas, een evenwicht in materiaalgebruik, functionaliteit en een heldere compositie in wit en lichtblauw. 'Het nieuwe bouwen', de relatie met de vrije en bosrijke omgeving, geoptimaliseerd in het ontwerp, moest ervoor zorgen dat de tuberculose patiënten weer zo snel mogelijk beter zouden worden. Landgoed 'Zonnestraal' beslaat circa 120 hectare, en ligt in het Loosdrechtse Bos. Het complex is een officiële kandidaat voor de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Behalve congres-, vergader- en evenementen centrum heeft het complex deels ook nog steeds een medische functie. Een mooi complex in een mooi gebied, we hebben daar met veel plezier een tijdje rond gewandeld!

vrijdag, juni 17, 2016

Performances park Sonsbeek


'SONSBEEK '16 transACTION' is de naam van de 11e editie van de internationale hedendaagse kunsttentoonstelling in het Arnhemse park. De tentoonstelling die niet alleen plaats vindt in park Sonsbeek, maar ook in museum Arnhem en op verschillende andere locaties in de stad, is j.l. 3 juni officieel geopend door koning Willem-Alexander. De tentoonstelling is deze keer samengesteld door het Indonesische curatorencollectief 'Ruangrupa' uit Jakarta, dat kunst en maatschappelijke thema’s vanuit een ruimtelijke en persoonlijke invalshoek benadert. De voor 'SONSBEEK '16 transACTION' geselecteerde kunstenaars kenmerken zich door een werkwijze waarin uitwisseling tussen kunstenaars, de stad, bewoners en publiek centraal staat. Het verwachte resultaat is, dat in die interactie een nieuw perspectief ontstaat op maatschappelijke items die ons allemaal aangaan. Een mooi en zinvol uitgangspunt in het huidige tijdsbestek! Wij hebben gisteren tijdens onze wandeling door park Sonsbeek vijf kunstprojecten goed bekeken t.w. 'Bamburst' van Eko Prawoto; 'The happy Camper' van Louie Cordero; 'Bakehouse' van Alphons ter Avest; 'VVest Life' van KunstrePublik en 'The Exchange' van Rob Voerman.

Allemaal bijzondere kunstprojecten in één van de mooiste stadsparken van Nederland. Echter twee projecten sprongen er wat mij betreft uit t.w. 'VVest Life', een stervormige tent (EU parlement) gebouwd van waardeloze reddingsvesten ter duiding van de huidige migratiecrisis in Europa. In de tent hoor je mensen schreeuwen en juichen als voetbalsupporters, maar ze geven commentaar op de crisis en komen met nieuwe ideeën voor de huidige vraagstukken van de westerse samenleving. Bijvoorbeeld hoe benaderen we de integratie? Hoe kunnen we solidair zijn? Hoe kunnen we van elkaar leren? Hoe kunnen we participeren?
'The Exchange' vond ik ook een boeiend project, een bank waarin een waterval functioneert als een symbolische kluis. Er gelden andere regels in het opmerkelijke bankgebouwtje van hout en aluminium, waar economie en ecologie aan elkaar worden verbonden. Volgens de kunstenaar is dat de enige manier om de natuurlijke bronnen in de wereld, en de aarde zelf, te redden!

woensdag, juni 15, 2016

Wilden van een eeuw geleden



Wilden van ongeveer 100 jaar oud hebben we onlangs in Zwolle in museum De Fundatie gezien. Voor jeugdige wilden, nou ja jeugdig, ze zijn inmiddels ook alweer een jaar of 30, moeten we vóór medio oktober nog een keer naar Groningen, naar het Groninger Museum welteverstaan. Ik heb het over de dubbeltentoonstelling Wilden & Nieuwe Wilden, ofwel een tentoonstelling over het Expressionisme uit het begin van de vorige eeuw en het Neo-Expressionisme uit de jaren tachtig van dezelfde eeuw. Nieuwe nogal ‘wilde’ kunst, die veel kunstliefhebbers overrompelde.

Het Expressionisme was feitelijk een vervolg op het meer optische impressionisme, dat door expressionisten tamelijk inhoudsloos en gezapig gevonden werd. Bij expressionisten ging het meer om het weergeven van een gevoelservaring m.a.w. de afbeeldingsfunctie van het impressionisme sloeg over naar een uitdrukkingsfunctie. De expressionisten schilderden een innerlijke beleving van de wereld in prominente vormen en ongekend felle kleuren! 't Was begin vorige eeuw waarschijnlijk wel even wennen voor de kunstliefhebbers. Waren ze amper gewend aan die eigengereide impressionisten, kwamen die eigenwijze expressionisten op de proppen.

Wilden – Expressionisme van ‘Brücke’ & ‘Der Blaue Reiter’ zo heet de tentoonstelling in museum De Fundatie voluit van beide Duitse kunstenaarsgroeperingen. Met hun compromisloze visie hebben kunstenaars als o.m. Ernst Ludwig Kirchner, August Macke, Franz Marc en Max Pechstein het gezicht van de moderne kunst voorgoed veranderd. Ook het thema 'naakt in de kunst’ kwam in de expo aan de orde. Dat kan in vele verschijningsvormen, om maar te noemen, beeld van zondige verleiding of juist symbool voor onschuld. De expressionisten schilderden het naakt echter als toonbeeld van het oorspronkelijke in de mens. Ze wilden terugkeren naar de natuur, ze waren min of meer op zoek naar het paradijs. In de expositie hebben we prachtige voorbeelden gezien met werk van o.a. Max Pechstein, Ernst Ludwig Kirchner en August Macke. Maar ook van Jan Wiegers, Jan Sluijters en Isaac Israëls.

Er was trouwens nog een tentoonstelling te bezichtigen. Eentje waar we gezien de kwantiteit zelfs niet omheen konden. En wel bijna 1000 met de achterkant naar voren ingelijste borduurwerkjes van even zoveel onbekende makers, verdeeld over twee verdiepingen. Rob Scholte in de bocht! Hij wil op deze manier de borduurwerkjes de waardering geven die ze verdienen. Alle werkjes heeft hij in kringloopwinkels en kofferbak-markten voor een habbekrats opgekocht en als gezegd verkeerd ingelijst. Gesigneerd en opgewaardeerd door hemzelf, bedekken ze verder onveranderd en massaal de wanden in het museum. Afzonderlijk gezien hangen er fraaie impressionistisch aandoende exemplaren tussen, maar de massaliteit van al die anonieme kunstnijverheidswerkjes staat me tegen. Wat heeft dit met kunst te maken, waarom doet een gerenommeerd kunstenaar als Rob Scholte dit?

maandag, juni 13, 2016

mooi nostalgisch fietstochtje


Hoewel de huidige Klapperdijk nauwelijks nog kenmerken heeft van de Klapperdijk uit mijn jeugd, is het huis van mijn grootouders, tevens het geboortehuis van mijn moeder, ondanks allerlei verbouwingen in hoofdvorm nog hetzelfde. De markante mansardekap op het huis is intact gebleven, de raampartij in de kopgevel is iets gewijzigd, maar dat prominente uitzicht op de Klapperdijk, richting van het op steenworp afstand liggende Apeldoorns Kanaal, is er nog. Vroeger keek je dan ook nog tegen de voormalige Manenbergerbrug aan en de oude Hervormde Kerk met bijbehorende pastorie.

Uitzicht vanuit het huis van mijn grootouders
Vanuit mijn vroege jeugd heb ik veel en mooie herinneringen aan deze plek. Ik kwam er veel en graag, daarover heb ik in mijn stukje 'Wapenveld' van 4 september 2006 (zie blogarchief) genoeg uit de doeken gedaan. Echter voor deze keer was deze voor mij zo bekende plek, parkeerplaats en vertrekpunt van een mooi nostalgisch fietstochtje die Joke en ik onlangs hebben gedaan. Via de Kerkstraat aan de overkant van het Apeldoorns Kanaal en de Werverweg langs de Evergunne, waarin ik ooit zwemmen heb geleerd, fietsten we naar de Zwarte Kolk en de Werverdijk. Vervolgens fietsten we over de Werverdijk oostwaarts tot aan de afslag Het Oever, even voorbij het oude stoomgemaal 'Pouwel Bakhuis' uit 1920, waar ik vroeger vaak viste met een Wapenveld's vriendje. Via Het Oever, die in het prachtige uiterwaardengebied na enige tijd overging in de Hoenwaardseweg, kwamen we bij de IJssel uit. Fantastisch die IJssel, en stromen als een gek richting het IJsselmeer, wat een land! We hadden koffie bij ons en hebben daar een tijdje in het gras zitten staren naar al dat voorbij ijlende water, fascinerend gewoon. We vervolgden na enige tijd onze tocht over de Hoenwaardseweg, die daar een tijdlang parallel aan de IJssel loopt, richting Hattem. Op een gegeven moment, we waren in feite al onder de rook van Hattem, kwamen we op het Hertog Willem Pad uit dat parallel aan het Apeldoorns Kanaal richting centrum loopt. Via dit pad, dat na een tijdje overging in het Dijkstoelpad, Kerkhofdijk en Kuiperrijpad kwamen we uiteindelijk in Hattem op De Bleek uit. Van daaraf zijn we via de Ridderstraat en de Kruisstraat naar de Markt gefietst, waar we op het terras van 't Zilveren Schaap hebben geluncht. De terugweg ging tot aan het Hertog Willem Pad in omgekeerde volgorde. Daarna heette het Hertog Willem Pad, het Opbroeksepad, dat tot aan de oude Hezenbergersluis eveneens parallel aan het kanaal liep. Prachtig gebied ook weer, we zagen daar IJsvogels bij de vleet. Na de sluis zijn we over de Kanaaldijk terug gefietst naar de Klapperdijk in Wapenveld. We hebben genoten, het was een prachtig tochtje, bekend allemaal, en toch ook nieuw na al die jaren!

zaterdag, juni 11, 2016

een wereldeiland op het droge


Onderzoek Gerrit van der Heide.
Een rondje fietsen langs de buitengrens van Schokland is volgens Bartjens precies 9,18 km. Zeg maar als je het rustig aandoet ongeveer een halfuurtje fietsen. Wij hebben er ongeveer twee uur over gedaan! Maar dat had z'n reden, het was prachtig weer, er was een bankje en we hadden koffie met koek bij ons. Voorts hebben we de diverse informatieborden en overige objecten die we tegenkwamen uitvoerig bestudeerd.

Trouwens als ik de gegevens in nevenstaand onderzoek van archeoloog Gerrit van der Heide interpoleer, dan hadden we er 800 jaar na Christus nog heel wat langer over gedaan. Het huidige Schokland heeft bij een oppervlak van ca. 143 ha een omtrek van 9,18 km, in 800 was het oppervlak 3564 ha, dus praktisch 25 keer zo groot! Met een omtrek van ruim 229 km zouden we er met ons fietstempo dan dik 50 uur over gedaan hebben. Leuk weetwatje, zo blijft Schokland hoe dan ook intrigeren, of het nou over de huidige status of over de geschiedenis van het voormalige eiland gaat.

Neem het interactieve informatiepunt, zo heb ik het althans genoemd. Een bankje, een tafeltje, een informatiebord met tekst en uitleg en allerlei wisselende voorstellingen van Schokland die je zelf te voorschijn kan draaien. En niet te vergeten een afvalbak waarop iemand een sticker heeft geplakt met een gezicht en de tekst: 'Champ 1982 Has a posse'. Opvallend, het heeft uiteraard niets met Schokland te maken, maar het is evengoed een intrigerend verschijnsel daar in 'the middle of nowhere'. 'Dirty street elements' verwacht je gewoonlijk in de stad, niet hier in de vrije natuur. Enfin genoeg hierover, het is nou ook weer niet iets om je echt druk over te maken.

Emmeloord op Schokland.
Even verder, voorbij de drukke N352, die Schokland a.h.w. opdeelt in een Noordelijke en Zuidelijke helft, passeerden we de z.g. Gesteentetuin, welke we links lieten liggen. Die hadden we een tijdje geleden nog bezocht, zie mijn stukje '12e zondag p.m.' van 6 april j.l. Maar verderop, in het noordelijkste puntje van het voormalige eiland, werd het weer interessanter. Daar hebben ze nog in het begin van de vorige eeuw, toen Schokland dus allang ontruimd was, in het havengebied een woning gebouwd voor de lichtwachter. En nog weer later, in 1922 om precies te zijn, een z.g. misthoornhuisje. De gebouwtjes stonden er nu maar verstild bij, een accent uit de schokkende geschiedenis van dit voormalige eiland. Als rijksmonument en werelderfgoed-deel weinig meer dan van cultuurhistorische waarde. Hoewel, de lichtwachterswoning schijnt nog weleens als vergaderruimte te worden gebruikt. Naast de woning staat ook nog een replica van de vroegere vuurtoren, die ze daar in 2007 nog hebben neergezet.

Wat een prachtig gebiedje toch, de stilte in die enorme ruimte onder een alles overkoepelend zwerk, de vogels, de verscheidenheid aan vegetatie, alles. Hoe vaak je hier ook komt, het blijft een beleving van niveau, ook als je beseft hoe het er hier ooit aan toegegaan moet zijn. Het staat volgens ons dan ook volkomen terecht op de werelderfgoedlijst, prachtig! Terug in Middelbuurt, ons vertrekpunt die ochtend, hebben we alvorens weer huiswaarts te keren nog op het zonnige terras van het museumrestaurant aldaar de inwendige mens versterkt.

woensdag, juni 08, 2016

rond het Staverden's prieeltje


Prieel Staverden
De beschrijving van het fraaie prieeltje in kasteelpark Staverden luidt volgens de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed als volgt: Een met gebruikmaking van oude onderdelen herbouwd vroeg 20 eeuws prieel onder tentdak met ongelijke vlakken. Aan de open voorzijde vier gietijzeren zuiltjes, aan de zijkanten velden met sier ijzerwerk. Vloer met gekleurde tegels in patroon gelegd. Waardering prieel behorend tot de historische buitenplaats Staverden van tuinhistorisch belang als karakteristiek, beeldbepalend en functioneel object in de tuin van Kasteel Staverden; van stedenbouwkundige waarde als object die een belangrijke ensemblewaarde heeft binnen de buitenplaats Staverden; van cultuurhistorische waarde als belangrijke onderdelen van de buitenplaats Staverden. Mooi, maar hoe dan ook voor ons bovenal een sfeervol rustpuntje na een mooie wandeling op landgoed Staverden.

vrijdag, juni 03, 2016

een dagje Gooische surprises


In de tentoonstelling 'Buitenbeeld' in het 'Huizer Museum' konden we alle beelden in miniatuur en op foto zien, die buiten in de openbare ruimte van Huizen in het echt ook te zien waren. Mooi, dat bespaarde ons een hoop gesjouw. Een ander pluspunt was, dat we zo ook de verhalen achter de beelden te zien kregen. De visie van de kunstenaars o.a. en de meningen van de omgeving. Verder hebben we daar van alles over de Huizer historie gezien. Over wonen, kleding, ambachten en nog veel meer. We vonden het een leuk museumpje.

In het 'Singer Museum' in Laren hebben we veel Franse modernisten gezien uit de indrukwekkende kunstverzameling, die het Franse echtpaar Lévy vanaf begin vorige eeuw bijeen heeft gebracht. Raoul Dufy, André Derain, Pierre Bonnard, Amedeo Modigliani, Henri Matisse en vele andere kunstenaars uit de periode van het modernisme hebben we gezien. Een prachtige collectie schilderijen die samen een mooi overzicht gaven van een eeuw modernistische schilderkunst in m.n. Frankrijk.

We besloten ons Gooische uitje met een wandelingetje door Laren, één van de mooiere brink- of esdorpen die we kennen in Nederland.

donderdag, juni 02, 2016

hommage aan de waterwereld


Lorelei wordt van de rots verdreven
De ouverture Die Lorelei, Op. 16 van Max Bruch (1838-1920), die we afgelopen zondag in de Grote Kerk in Edam hebben gehoord, zie 'muziek in de Fortuna en meer' van 30 mei j.l. is een gedeelte van de gelijknamige opera gewijd aan een eeuwenoude legende over een nimf op de Lorelei, een rots in de Rijn nabij Koblenz. Ze wist de schippers op de Rijn met haar schoonheid en haar melancholieke zang dusdanig te betoveren, dat ze met hun schepen op de rotsen liepen en vergingen. Toen mannen van het gezag haar daardoor van de rots wilden gooien, heeft een grote golf uit de Rijn haar meegevoerd en hebben ze de nimf nimmer meer gezien. Hoewel men schijnt de kwaadwillende nimf bij de Lorelei nog weleens te horen zingen, de rots heeft in elk geval zijn gevaarlijke betovering behouden. De schipper van de 110 meter lange tanker 'Waldhof' met bijna 2400 ton zwavelzuur aan boord, kan de passage van de Lorelei tenminste niet meer navertellen. De 'Waldhof' raakte bij de Lorelei uit koers en kenterde, waarbij hij het loodje legde. De mythe van de Lorelei is veelvuldig door Duitse dichters en schrijvers bezongen. Het beroemdste gedicht over de Lorelei is van Heinrich Heine. Zijn ballade over de nimf behoort onvervreemdbaar tot het Duitse cultuurgoed. Onzin natuurlijk, maar toch komt het steeds ter sprake: 'Ze heeft weer gezongen'.


Drie Rijndochters bewaken het Rijngoud
In 'Rijndochters' van 2 maart 2013 had ik het over het natte deel uit Wagners opera Das Rheingold, het eerste deel uit Wagner's operacyclus Der Ring des Nibelungen, die destijds in het tot schouwburg omgebouwde scheepsruim van de 'Oriana', een vijf jaar oude rijnaak van 135 meter lang, 14 meter breed en 6 meter hoog, te zien was. Op zes plaatsen tussen Koblenz en Rotterdam werden er in totaal zestien opvoeringen gegeven t.w. in Koblenz, Duisburg, Arnhem, Utrecht, Amsterdam en Rotterdam. Het natte deel uit Das Rheingold kan in het kort als volgt worden samengevat: Het stuk begint met een lang aangehouden bastoon die als het ware het ontstaan van de wereld verbeeldt. Geleidelijk zwelt de muziek aan en wordt de vloed van de Rijn steeds hoorbaarder, het Rijnmotief. Op de bodem van de Rijn bewaken 3 Rijndochters het Rijngoud, hen door Vader Rijn toevertrouwd. Zo worden ze gevonden door de dwerg Alberich, die tevergeefs de liefde van de meisjes tracht te winnen. Dan valt zijn oog op het goud en in hun overmoed verklappen de meisjes het geheim van het goud: degene die de liefde afzweert, vermag uit het goud een ring te smeden en verwerft daarmee heerschappij over de wereld. Alberich zweert daarop de liefde af, steelt het goud en verdwijnt.



Orpheus en Eurydice op, in en onder water
In het verhaal van de opera 'Orfeo ed Euridice' speelt de tegenstelling tussen de boven- en onderwereld een belangrijke rol. De Nederlandse regisseur Jos Thie (1954) maakte deze werelden een paar jaar geleden zichtbaar in de tuin van paleis Soestdijk, door het verhaal op, in en onder het water van de vijver te laten spelen. Het water, de oevers, de bomen en het eiland in de vijver kwamen in de zomerse schemering tot leven en transformeerden deze tot een schitterend decor.
De klassieke mythe van 'Orfeo ed Euridice', in 1762 zo prachtig bewerkt door Christoph Willibald von Gluck (1714-1787), is de ultieme lofzang op de liefde. Als Orfeo treurt om de dood van zijn geliefde Euridice, wordt besloten door de goden dat hij haar uit de onderwereld mag terughalen. Er is echter één voorwaarde: Orfeo mag, als hij haar eenmaal heeft weten te bereiken, op zijn weg terug omhoog niet omkijken naar Euridice, totdat ze in de bovenwereld zijn teruggekeerd… Het liefdesvuur in zijn hart wint het uiteindelijk van zijn hoofd; hij draait zich toch om zodat hij kan zien of ze hem nog wel volgt, en hij ziet zijn geliefde voor eeuwig in de onderwereld verdwijnen.
Meer over 'Orfeo ed Euridice' kan je ook lezen in mijn stukje 'Orpheus' van 3 juni 2011 over een ballet van John Neumeier dat zich afspeelt in de Hamburgische Staatsoper.


Aquasonic, gerommel onder water
In de krant las ik dat 'Aquasonic' één van de spectaculairste en grensverleggendste voorstellingen was van de onlangs afgesloten Operadagen in Rotterdam, ook al was het helemaal geen opera. Wat moet je tegenwoordig al niet doen als muzikant om je in de kijker te spelen. De nieuwste productie van het Deense ensemble 'Between Music' is één van de meest ambitieuze interdisciplinaire projecten van onze tijd, wordt gezegd. Ze hebben met het onderwatergedoe zeker een nieuw geluid gecreëerd in de wereld van muziek. Maar om dat adembenemende gehannes nu spectaculair en grensverleggend te noemen? Het heeft de Deense band bijna tien jaar gekost om hiermee op de proppen te komen. Met speciaal ontwikkelde instrumenten, waaronder een onderwaterviool, een glasharmonica, slagwerk en een rotacorda, een soort draailier met schalbeker, speelden én zongen de bandleden onder water, ieder in zijn of haar eigen watertank. Een uitputtende bezigheid in wetsuit, met daaroverheen operakleding, en dan ook nog steeds naar boven moeten voor een hap adem. Zingen onder water met bubbels in de mond, een vak apart! Maar ze presteren het, microfoons verpakt in condooms registreren haarfijn alle klanken, zelfs het klappertanden van de kou. Een spectaculaire kermis attractie wil ik het nog wel noemen, dat vind ik dan ook gelijk de hoogst haalbare score!