woensdag, april 29, 2015

onthullende kijk op de wereld


Het levensmotto van Jan Cremer is: Verruim je blik! Daarom heeft hij veel gereist en doet hij dat volgens mij nog regelmatig. Hij heeft vele grote steden en uithoeken van de wereld gezien. Dat doet de fotoexpositie 'Jan Cremer-Unseen eye' in kasteel 'Het Nijenhuis' in ieder geval sterk vermoeden. Foto's genomen in de jaren zestig tot begin jaren tachtig van straattaferelen in steden als o.m. Amsterdam, Parijs, Londen, Berlijn, New York en Hongkong. Maar ook foto's van eindeloze steppes en het noordpoolgebied, van rivieren, berglandschappen, eilanden en weet ik allemaal niet wat nog meer. In plaats van overal notities van te maken, legt hij alles op de gevoelige plaat vast. Veel details ook van straatnamen, etalages, opschriften, reclameborden, uithangborden, aanplakbiljetten enz, enz. Pretenties heeft hij niet met zijn foto's. Hij is het oog dat onopgemerkt waarneemt. Een onzichtbare observator, de titel van de expositie deed zoiets uiteraard al vermoeden.

We hebben daar ook een tijdje naar 'The long white trail' zitten kijken. Een bijzonder fascinerende film die Jan Cremer in 1972 gemaakt heeft tijdens een trip met o.a. eskimo's en sledehonden in het noordpoolgebied.

Boeiend allemaal die foto's van 'all over the world'. Blik verruimend voor Jan Cremer, maar voor wie eigenlijk niet? Dat de kunstenaar er zich door laat inspireren is evident. Dat hebben we trouwens al in de expositie 'Cremer in verf' reeds ervaren. Zie in mijn blogarchief o.a. stukje 'zestig jaar in de schilderkunst' van 24 april 2015.

vrijdag, april 24, 2015

zestig jaar in de schilderkunst


In Zwolle hebben we in museum 'De Fundatie' onlangs de expositie 'Cremer in verf' gezien. Een mooie tentoonstelling over 60 jaar schilderkunst van Jan Cremer (1940). Het is een uitgebreid overzicht, vanaf zijn vroegste periode in de jaren vijftig tot aan nu toe. In de expositie is goed te zien, dat felle kleuren en grote gebaren al die tijd immer de basis vormen van zijn schilderkunst. Zijn schilderij 'La Guerre Japonaise' vind ik wat dat betreft een aardig voorbeeld, een vijfluik uit 1960 van 160 x 560 cm, het wordt tegenwoordig beschouwd als de climax van Cremers vroege periode. Prachtig, maar zijn schilderijen van de zee spreken me nog meer aan. De golven worden door de verflagen niet alleen in kleuren weergegeven, maar vooral ook in dikte. Kijkend naar zo'n schilderij waan je je door de centimeters dikke verflklodders haast fysiek aanwezig op een eindeloos kolkende zee. Fascinerend, in het Groninger Museum had ik enkele zeegezichten van hem al eens eerder gezien, (zie in mijn blogarchief 'museumweekend' van 9 april 2006) maar ze blijven me boeien. Grote, centimeters dikke doeken, een genre waar Cremer in het eerste decennium van 2000 mee begonnen is. Jan Cremer, grensverleggende vechtersbaas met verf, maar ook met de pen! We zullen denk ik nog regelmatig van hem horen, hij is per slot van rekening nog lang geen honderd.

Cover 'Ik Jan Cremer' 1964
In zijn beroemde autobiografie 'Ik Jan Cremer' uit 1964, las ik destijds o.m. dat het leven volgens hem een eenmansguerrilla is. Jan Cremer gedijt bij tegenstand en strijd is kennelijk zijn motto. De commotie die 'Ik Jan Cremer' in ons brave landje veroorzaakte toen het werd uitgebracht, was destijds voor mij sowieso een reden om het te lezen! Jan Cremer is een jongen, die zich vanaf zijn prille jeugd al afzet tegen mensen en instanties die proberen gezag over hem uit te oefenen. Door zijn recalcitrante gedrag komt hij veel in aanraking met het gezag en diverse inrichtingen. Aan de andere kant wordt hij zo snel wereldwijs. Hij gaat al op z'n dertiende met een meisje naar bed, waarna hij de smaak goed te pakken heeft. En op zijn veertiende vertrekt hij in z'n eentje naar Parijs en schilderd hij reeds. Maar hij wordt vrij snel door de gendarmerie opgepakt en op de trein naar huis gezet. De inrichtingen waar hij vervolgens in terecht komt, maken van hem geen beter mens. En ook van de kunstacademie, waar hij een tijdje later op terecht komt, wordt hij na een poosje weer afgegooid. Echter de levenswijze van Jan Cremer slaat hem uiteindelijk overal door heen. Geld heeft hij (nog) niet, maar hij weet zich evengoed steeds te redden middels allerlei baantjes of rijke dames. Maar geleidelijk aan wordt hij een beetje bekend in het kunstwereldje, en begint hij geld te verdienen met zijn schilderijen. Berlijn, Parijs, Marseille, Ibiza, na veel omzwervingen komt hij terug in Nederland, waar zijn naam als een tegendraadse beroemdheid gevestigd is! 'Ik Jan Cremer', er waren mensen die het boek walgelijk en fascistisch vonden, maar desalniettemin is dit boek, zoals Jan Cremer het zelf al aankondigde, een bestseller gebleken en werd het boek het grootste verkoopsucces van uitgeverij De Bezige Bij. 'Ik Jan Cremer' dat uiteindelijk is vertaald in 12 talen en in 30 landen is uitgekomen, deed in 1964 veel stof opwaaien, en heeft destijds in veel gezinnen een generatiekloof blootgelegd. Mede door publiciteitsstunts van Jan Cremer zelf, heeft de heisa rond zijn autobiografie lang stand gehouden.



Schilderen en schrijven zijn voor dubbeltalent Jan Cremer twee verschillende manieren om datgene wat hij om zich heen ziet gebeuren vast te leggen en te verwerken. De ene keer met kwast en verf, de andere keer met pen en papier. Cremer maakt z'n leven lang al veel mee, periodes van vrijwillige opsluiting waarin hij zich vastbijt in zijn werk, wisselt hij af met periodes waarin hij het leven lustig tot zich neemt. Daarnaast doet hij tot op de dag van heden veel inspiratie op tijdens zijn rusteloze zwerftochten, expedities naar vaak barre oorden, waar hij zich overgeeft aan de natuur. Als gezegd, we zullen hopelijk nog regelmatig van hem horen. Trouwens jammer dat de realisatie van het 'Cremer Museum' in Enschede passé is.

dinsdag, april 21, 2015

10e zondag p.m.
.


Afgelopen zondagmiddag zijn we met z'n allen bij A en M geweest in Zwolle. Nou ja met z'n allen, C en G ontbraken jammer genoeg, die konden om begrijpelijke reden niet van de partij zijn. De weergoden waren ons goed gezind, we konden er dus een mooi buitengebeuren van maken. En dat hebben we gedaan ook, maar we zijn begonnen en geëindigd in de prachtige tuin van A en M met thee, koffie of anderszins. Uiteraard hebben we daar ook een fors deel van de middag zitten teuten over dit en dat, en hebben we er met z'n allen, buiten allerlei lekkere versnaperingen om, ook nog een heerlijke maaltijd genoten!

Maar we hebben ook erg genoten van een wandelingetje van ongeveer 4 km om en nabij 'Den Alerdinck'. 't Was effen een kwartiertje rijden, maar toen stonden we dan ook te midden van een prachtig landgoed, met een grote verscheidenheid aan landschapselementen als houtsingels, waterpartijen, fraaie lanen, weilanden en oude boerderijen. Aan havezate 'Den Alerdinck' in Laag Zuthem, een dorp bij Heino in de gemeente Raalte, hebben J en ik trouwens aardige herinneringen. Ooit liepen we elkaar daar tegen het lijf, we hebben elkaar daar ontdekt zal ik maar zeggen. Ik las ergens dat de naam Alerdinck rond 1500 voor het eerst is genoemd. Ze is waarschijnlijk afkomstig van twee boerenerven, t.w. het Groot- en het Klein Alerdinck. De havezate is ruim 200 jaar in handen geweest van het oud adellijke riddergeslacht Van Voorst tot Voorst. Mooi, een stukje geschiedenis, dat geloof ik allemaal zo. Belangrijk is dat het ondanks alle veranderingen in de tijd, een prachtig gebied gebleven is, of mogelijk zelfs wel mooier geworden is!

Het was een gezellig middagje daar in Zwolle en omstreken. Rond een uur of negen waren we weer thuis. De volgende zondag p.m. de elfde dus, zal over 3 à 4 maanden weer door ons worden georganiseerd.

maandag, april 20, 2015

de kolonie van weldadigheden


Vrijdagavond j.l. hebben we op tv weer een aflevering van de 'IJzeren Eeuw' gezien. Deze keer geheel gewijd aan het verhaal van ene Johannes van den Bosch en zijn 'Maatschappij van Weldadigheid' op het Drentse platteland in de negentiende eeuw. Johannes van den Bosch (1780-1844), prominent armoedebestrijder, had kennelijk visionaire inzichten over de invoering van een vooruitstrevend sociaal stelsel en de 'verheffing van paupers uit hun miserabele bestaan'. Het één en ander was voor ons de aanleiding, om daags na de uitzending eens naar Frederiksoord te rijden voor o.m. een bezoekje aan museum 'De Koloniehof'.

Museum 'De Koloniehof'
Bijna 200 jaar geleden, om precies te zijn in 1818, begon het verhaal van de 'Maatschappij van Weldadigheid'. Generaal Johannes van den Bosch kreeg van koning Willem I carte blanche om zijn vooruitstrevende plannen ten uitvoer te brengen. De enorme armoede in Nederland na de Franse overheersing wilde hij bestrijden middels het stichten van landbouwkoloniën. Nieuwe leefgemeenschappen die hun eigen voorzieningen kenden in de vorm van o.a. leerplicht, ziekenfonds en ouderenzorg. De 'Maatschappij van Weldadigheid' liep daarmee ver vooruit op de landelijke ontwikkelingen. Veel van de opgenomen stedelijke paupers wisten zich zo te ontworstelen aan de armoede, en keerden als zodanig kansrijk terug in de reguliere maatschappij.

Museum 'De Koloniehof' brengt het kolonieverleden en zijn bewoningsgeschiedenis op een heldere manier in kaart. Prima, maar wat ons nog meer boeide was de wandeling in de omgeving van het museum. De wandeling door het mooie karakteristieke landschap met zijn vele tientallen monumenten in de vorm van verschillen in bebouwing. Ze vertellen het kolonieverhaal op hun manier. Grappig, hoe idealistisch van opzet ook, verschil moest er wezen! Een boeren koloniehuisje was natuurlijk niet geschikt voor een opzichter of een ambtenaar, laat staan voor een dokter!

Monumenten, sporen van een invloedrijke geschiedenis. We lazen dat het culturele erfgoed van de 'Maatschappij van Weldadigheid' in 2011 op de voorlopige lijs van Werelderfgoed projecten van Unesco is gezet, om zodoende in 2018, het jubileumjaar, de definitieve status te bereiken. Of dit ook gebeuren gaat moeten we nog zien, maar het lijkt mij wel terecht.

donderdag, april 16, 2015

in havenmond de 'flipperkast'


In 'De Reddingboot' een uitgave van de KNRM' waar ik donateur van ben, las ik onlangs een artikel over de Vlielandse haveningang. Ik durf te beweren, dat ik de Vlielandse havenmond in vrijwel alle weersomstandigheden behoorlijk heb leren kennen. Mogelijk niet helemaal als mijn broekzak, maar dat zal wellicht ook niet gebeuren. Het blijft dan ook boeiend om daar iets van andermans ervaring over te lezen. En zeker als dat de ervaringen zijn van de Vlielander reddingbootschipper Wim Molog, die de havenmond daar in die hoedanigheid uiteraard heel wat vaker in en uit gevaren is dan de meeste jachtschippers. In de Vliesloot dwars op de 16 meter brede havenmond loopt meestal een flinke getijdestroom die tot zeker 4 knopen kan oplopen. Als het dan ook nog flink waait, en stroom tegen wind de golven opklopt, is het daar goed opletten geblazen.

Zelf is me daar tot nu toe nog nooit wat overkomen, maar het remmingwerk in de havenmond heeft het, als ik de havenmeesters moet geloven, regelmatig zwaar te verduren. De havenmeesters noemen de de haveningang gekscherend 'de flipperkast'. Al stuiterend komen sommige jachten heel lelijk naar binnen. Ook ervaren schippers die hier al honderden keren naar binnen gekomen zijn kan het zelfs overkomen. Daar moest ik aan denken toen ik met een sleepje, die ik op de Blauwe Slenk, ergens halverwege Harlingen-Vlieland had opgepikt, de Vliesloot opvoer. Een zeiljachtje met motorpech bij windstil weer laat je nou eenmaal niet aan z'n lot over. (Zie in mijn blogarchief 'Vlieland' van 28 juni 2009) Het was afgaand tij, dus we hadden de ebstroom in de Blauwe Slenk en de Vliestroom lekker mee. Maar die kregen we op het laatste stuk in de Vliesloot uiteraard net zo hard tegen.

In eerste instantie was ik van plan om op eigen houtje met mijn sleepje de havenmond in te varen, het was rustig weer dus dat moest kunnen. Maar daar zag ik bij nader inzien toch vanaf. Mijn sleepje, een praktisch stuurloze Dehler Delanta 80 lag nu al regelmatig achter me te gieren als een gek. Het zou straks voor de smalle havenmond door de sterke dwarse ebstroom, mogelijk wel eens als een balletje in een flipperkast aan zijn weg door de havenmond kunnen beginnen. Stuiterend tegen het remmingwerk, van stuurboord naar bakboord. Dus toch maar de havendienst opgeroepen, want dat moesten we uiteraard zien te voorkomen. We werden bij de ingang dan ook keurig door de havendienst opgewacht. Door met hun schip naast mijn sleepje te gaan liggen, aan loefzijde zal ik maar zeggen, werd de druk van de ebstroom daarop sterk verminderd. En zo voeren we zonder slag of stoot uiteindelijk met de hele handel mooi door het midden van de z.g. flipperkast naar binnen. Een kind kan de was doen!

woensdag, april 15, 2015

'Team Vestas Wind' op een rif


Het moet een verschrikkelijke klap zijn geweest, en dan ook nog in het donker! Een navigatiefout werd de de 'Vestas' in de nacht van 29 november j.l. fataal. Met een snelheid van om en nabij 22 knopen (ca. 40 km/u) liep de Volvo Ocean deelnemer tijdens de 2e etappe op een koraalrif bij Cargados Carajos, een eilandengroepje in de Indische Oceaan op ca. 430 km ten noordoosten van Mauritius. Hoewel de boot van ca. €. 4.500.000,00 praktisch total loss was, is er wonder boven wonder niemand van de negenkoppige bemanning gewond geraakt. Ik denk dat het versplinterde achterschip van de 'Vestas' mogelijk als een soort kreukelzone heeft gewerkt, waardoor de directe reactie op de klap wat afgezwakt werd.



Zelf ben ik met m'n bootje op de Nieuwe Waterweg eens aan de grond gelopen (zie in mijn blogarchief 'Felis Onca IV' op de klippen! van 30-1-'15). We liepen op z'n hoogst 8 knopen (ca. 15 km/u) toen we plotseling tot stilstand kwamen. Mijn vrouw die juist op het trapje stond, werd door de klap ruggelings door de hele kajuit heen tegen het middenschot gekatapuleerd, maar kwam er wonder boven wonder enkel met de schrik en een paar blauwe plekken vanaf. Zelf kwam ik in de kuip zo hard met de stuurstand in aanraking, dat ik er een gekneusde rib aan over hield. De 'Vestas' ging bijna 3 keer zo hard, het is echt een godswonder dat die jongens er zo van af gekomen zijn!

De Nederlandse zeiler/meteoloog Wouter Verbraak (1975) heeft (had?) een goede naam in zijn vakgebied. Hij is een zeiler die meteologie aan de Universiteit van Utrecht heeft gestudeerd, en daarom 'all over the world' als navigator wedstrijden meezeild. Als zodanig heeft hij in het recente verleden de nodige successen geboekt, en een dijk aan ervaringen opgedaan. Maar mogelijk heeft hij in de 2e etappe van de Volvo Ocean 2014-2015 toch net iets teveel aandacht besteedt aan de meteologische gegevens, en iets te weinig aan de gegevens op de zeekaarten. Hoe dan ook, terwijl hij sliep, wat uiteraard zo af en toe ook gebeuren moet, liep de 'Vestas' op de klippen!

Treurig voor iedereen natuurlijk, maar bovenal voor Wouter Verbraak. Enorm spijtig zelfs, het had niet hoeven, maar ook niet mogen gebeuren. Waar heb je anders een navigator voor aan boord? Een domme fout met grote gevolgen, al zijn er gelukkig geen slachtoffers gevallen. Juist in dat eilandengebiedje met al die ondiepten had hij niet ver genoeg op de zeekaart ingezoomd, zodat de koraalriffen niet op zijn scherm verschenen waren, terwijl ze er wel degelijk opstonden! Een fout die je als navigator echt niet maken mag, en die hem denk ik in zijn carriere lang zal worden nagedragen.

Je zou kunnen zeggen dat ook de schipper als eindverantwoordelijke een fout heeft gemaakt, en dat is op de keper beschouwd ook zo. Want de schipper dient als eindverantwoordelijke de grote lijnen te controleren. Echter mag hij daarbij voor mijn gevoel vertrouwen op de kennis en de details van zijn navigator. Je kan moeilijk van de schipper verlangen dat hij of zij constant over de schouders van de navigator meekijkt. Zo werkt dat natuurlijk niet op zee, waar heeft hij anders een navigator voor? De schipper is overal aan boord en heeft de algehele leiding, hij of zij moet daarbij kunnen vertrouwen op de aangeleverde gegevens van zijn mensen, die stuk voor stuk op hun eigen gebied specialisten zijn. En trouwens los daarvan, ook de schipper zal sowieso eens op zijn tijd moeten slapen.

De 'Vestas' wordt momenteel op de Italiaanse werf Persico herbouwd. Vanuit Lissabon wil Team Vestas Wind, onder leiding van schipper Chris Nicholson, weer meedoen aan de race voor de twee laatste etappes naar de finish in Göteborg. Wouter Verbraak zal dan o.a. op verzoek van de schipper niet meer van de partij zijn. Erg zuur voor hem, maar een begrijpelijke beslissing lijkt mij!

maandag, april 13, 2015

muziek in de Achterstraat


Floor van Til is een klein meisje van bijna 5 jaar die j.l. begin december te horen gekregen heeft dat ze kinderkanker, Neuroblastoom categorie 4 heeft. Ze heeft al enkele chemokuren ondergaan, maar om de overlevingskans van Floor te vergroten is immunotherapie nodig, die tot op heden alleen nog in Philadelphia (VS) wordt gegeven. Waarom, is mijn eerste gedachte, kan dat hier nog niet, we zijn toch verdomme geen derde wereldland! Maar goed, het zij zo, het schijnt er trouwens aan te komen. Floor kan de immunotherapie in Amerika, die ongeveer een halfjaar gaat duren uiteraard niet alleen aan, haar ouders, zusje en broertjes zullen haar daar in die periode bijstaan. Om het één en ander te kunnen betalen is de Stichting 'Floor for Life' opgericht, die tot op heden al vele acties georganiseerd heeft. Op de site www.floorforlife.nl zag ik dat de acties tot j.l. 3 april € 75.002,95 hebben opgebracht. Mooi, maar er is meer nodig!



En zo kan het inloopconcert zondagmiddag in de Gereformeerde kerk aan de Achterstraat in Putten, ook worden gezien als een actie in het kader van 'Floor for Life'. Het bekende 'Kleinkoor Vol-Luid' uit Putten verleende daartoe met een mooi gevarieerd repertoire haar medewerking, samen met de jonge tiener Ment Reeze die op de vleugel voor enkele prachtige intermezzo's zorgde. De opbrengst van het één en ander is mij niet bekend. Maar ik kan me voorstellen dat het hoogst waarschijnlijk meer had kunnen zijn, als juist die middag de zon niet zo uitbundig geschenen had. Maar goed, alle beetjes bij elkaar helpen de kleine Floor hopelijk haar genezingskans te vergroten!

zaterdag, april 11, 2015

de etsen van de oude meester


De unieke tentoonstelling 'Late Rembrandt' in het Rijksmuseum te Amsterdam, die gewijd is aan het late werk van Rembrandt, wil ik nog wel graag gaan zien. Er hangen daar meer dan 100 schilderijen, tekeningen en prenten die Rembrandt in de laatste periode van zijn leven gemaakt heeft, afkomstig van musea en privé-verzamelingen uit de hele wereld. De expositie loopt nog tot 17 mei a.s. dus het kan nog!

Maar wat ik inmiddels wel gezien heb is de tentoonstelling 'Rembrandt in zwart-wit' in het stadsmuseum van Harderwijk. Ruim honderd etsen van de oude meester afkomstig uit een verzameling van ene Jaap Mulders. Ook in deze tentoonstelling is m.n. aandacht besteed aan de late Rembrandt, d.w.z. etsen uit de periode 1652 tot 1661. Portretten, landschappen, bijbelse voorstellingen en genretaferelen, stuk voor stuk meesterwerken op klein tot zeer klein formaat. Rembrandt maakte naast olieverfschilderijen ook heel veel etsen, een techniek die hij volgens bartjens beheerste als geen ander. Mooi allemaal, maar ik beleef aan zijn olieverfschilderijen toch iets meer kijkplezier!

donderdag, april 09, 2015

over een wachtkamergesprek


Gisteren zat ik met mijn oude moeder in het Isala ziekenhuis in Zwolle in een wachtkamer van de afdeling Radiologie. In een wachtkamer moet je sowieso wachten, anders zouden ze het geen wachtkamer noemen. Wachten duurt lang, maar toen ik verzuchtte dat we er ook nog eens een half uur te vroeg zaten, ontlokte dat de opmerking bij één van de wachtenden, dat de wachttijden hier wel meevallen. De man sprak uit ervaring. Het was de opmaat voor een praatje over van alles en nogwat. Over banken en zakkenvullers, over politiek en zorgkosten, over jeugd, manieren en gescheurde spijkerbroeken en 'last but not least' over de architectuur van het Isala ziekenhuis. Alles had met elkaar te maken volgens hem, een zooitje was het. Neem dit ziekenhuis, kennelijk zijn stokpaardje, wat moet dit allemaal wel niet hebben gekost? Alles is hier scheef, krom en anders van kleur en materiaal, nergens is een spoor van gelijkvormigheid te ontdekken, (waar ik het trouwens niet mee eens was) klauwen met geld moet het gekost hebben. En dan praat zo'n staatsecretaris over vermindering van zorgkosten. Hij heeft het over 'zorg op maat' leveren! Aan wie, welke maat, wie zijn maat? Wat een gelul! De man bracht zijn grief met verve, maar met een twinkeling in zijn ogen. Hij kon er om lachen, door zijn lichaamstaal kwamen al zijn grieven gevoelsmatig wat genuanceerder over. En eerlijk gezegd was ik het af en toe nog met hem eens ook. Maar jeetje wat een discussie, wel een beetje jammer dat we niet aan een resumé zijn toegekomen. Hij was ineens aan de beurt en weg was ie, hoezo wachten duurt lang?



Of het Isala ziekenhuis in Zwolle, zoals ze zelf zeggen, het mooiste ziekenhuis van Nederland is, kan en wil ik niet beoordelen, maar mooi is het zeker. De insteek van de architecten was om een beter-huis te ontwerpen, in plaats van een zieken-huis. De organische bouwstijl en de groene omgeving moeten het genezingsproces van patiënten versnellen. En dat scheelt uiteraard in de kosten! Architectenbureau Alberts & Van Huut ontwierp al eerder spraakmakende, organische gebouwen, zoals o.a. het hoofdkantoor van ING Bank in Amsterdam, de Gasunie in Groningen en Museum de Buitenplaats in Eelde. De z.g. organische bouwstijl van deze gebouwen is eveneens kenmerkend voor het ontwerp van Isala. De z.g. organische architectuur van Alberts & Van Huut is op antroposofische leest geschoeid. (Denkwijze waarin de geestelijke wereld en het innerlijk erg belangrijk zijn). Toen ik nog op de Academie van Bouwkunst zat in Amsterdam heb ik een aantal keren een college bijgewoond van Ton Alberts (1927-1999). Het ging dan o.a. over Rudolf Steiner (1861-1925) een Oostenrijkse schrijver, esotericus, filosoof en architect. Over het door Rudolf Steiner ontworpen 'Goetheaneum' in de Zwitserse plaats Dornach vlak bij Bazel, een schoolvoorbeeld van organische architectuur. Een monumentaal bouwwerk voor conferenties en tentoonstellingen, maar het is vooral ook een theater en internationaal centrum voor antroposofie.

Rudolf Steiner karakteriseerde de antroposofie als volgt:
Antroposofie is een weg naar inzicht die het geestelijke in de mens met het geestelijke in de kosmos wil verbinden. Zij maakt zich in de mens kenbaar als een behoefte van het hart en van het gevoel. Zij moet haar rechtvaardiging vinden in het vermogen deze behoeften te bevredigen. Alleen diegene die in de antroposofie vindt waar hij vanuit zijn gemoed naar zoeken moet, kan haar waarde erkennen. Daarom kunnen antroposofen alleen mensen zijn die bepaalde vragen over het wezen van de mens en wereld even existentieel ervaren als zij honger en dorst ervaren.

Ik heb nooit afwijzend gestaan tegenover op antroposofische leest geschoeide organische architectuur. Integendeel, ik heb me er in een bepaalde periode zelfs aardig in verdiept. Desalniettemin is het toch nooit echt mijn gedachtengoed geworden, teveel ratio denk ik! Maar mijn verdieping destijds heeft uiteindelijk wel geresulteerd in meer begrip voor deze vorm van architectuur. Vandaar dat ik het gisteren in de wachtkamer van het Isala op dit punt mordicus oneens kon zijn met mijn onbekende gesprekspartner, die echt geen enkele boodschap had aan vormgeving en architectuur-filosofie.

dinsdag, april 07, 2015

heerlijke Champagne-Brunch!


Hoera...ik word 65, en daarom nodig ik jullie uit voor een gezellige Champagne-Brunch, stond er op de uitnodiging van zus J! Nou gezellig was het zeker, en lekker ook trouwens. Iedereen was er en zette zijn beste beentje voor, onze oude moeder, kinderen, schoondochters, zus, zwager, broers en schoonzussen, 14 in totaal incl. onze gastvrouw en kersverse pensionado. Geweldig zoals ze had uitgepakt, maar eerlijk gezegd hadden we van haar ook niet veel anders verwacht, ongekend zoals zij dat kan. De lange tafel boog door onder een scala aan lekkernijen, heerlijke amuses, fruit, cocktails, garnalen, gerookte zalm, paling, allerlei knapperige broodjes, diverse vleeswaren, vrolijk opgemaakte eitjes, kazen, heerlijke spooms het kon niet op. En bij dit alles was daar de rijkelijk vloeiende champagne, we konden kiezen, brut, sec of demi sec, het was feest, een heerlijk feest! Maar ja, op zeker moment begon ik toch wat klem in mijn broek te zitten. Ik wou nog wel, maar het ging gewoon niet meer. Er was van alles nog genoeg, meer dan genoeg zelfs, maar vol is vol, het was niet anders. Maar ondertussen was zowaar de zon heel uitnodigend achter het wolkendek vandaan gekomen, en dat was natuurlijk weer heel mooi. En zo kon het gebeuren dat we even later met z'n allen buiten zaten te genieten van een vriendelijk voorjaarszonnetje!

En toen we daar in dat warme voorjaarszonnetje een beetje waren uitgebuikt, kwam er ook weer een fles op tafel. En ook dat was weer mooi, prima sfeertje. Ernst en luim wisselden elkaar af, want onvermijdelijk kwamen we natuurlijk ook op de zware operatie die zwager C a.s. woensdag in het Isala Ziekenhuis in Zwolle te wachten staat. Want hoe gezellig het ook was, ook daar was toch iedereen in zijn achterhoofd behoorlijk mee bezig. Het kwam voornamelijk door de positieve grondhouding van C zelf, dat we die middag in ons doen en laten de ongerustheid niet de boventoon hebben laten voeren. Maar we zullen voor hem duimen, duimen voor een alleszins succesvolle operatie, en we wensen C, G, kinderen en kleinkinderen de komende tijd heel veel sterkte toe!

Geleidelijk aan werd het een beetje fris buiten. Het was ook wel mooi geweest, tijd om afscheid te nemen, aldus geschiedde. J nogmaals bedankt voor het lekkers en alle moeite die je hebt genomen om het ons zo naar de zin te maken. Maar ja zoals je zelf al zei, je word ook maar één keer 65. Desalniettemin, op naar een volgend jubileum, en nog vele gezonde jaren toegewenst!

zondag, april 05, 2015

Pasen, feest van nieuw leven.


Vandaag precies 293 jaar geleden t.w. op paaszondag 5 april 1722, ontdekte Jacob Roggeveen (1659-1729) bij toeval een eilandje ter grote van Texel in de Grote Oceaan, 3400 km verwijderd van het vaste land van Zuid-Amerika en 2560 km van het eerst volgende eiland. Het geïsoleerde eilandje, door het handjevol lokale bewoners 'Rapa Nui' genoemd, gaf hij i.v.m. paaszondag de naam 'Paaseiland'. Een naam die het eilandje tot op de dag van heden behouden heeft. 'Pasen, het feest van nieuw leven, maar ook van nieuw land' zal de toen 62 jarige, in 1690 aan de Universiteit van Harderwijk tot doctor in de rechten gepromoveerde Jacob Roggeveen mogelijk hebben gedacht. Het is maar een ideetje, het blijft gissen wat Jacob Roggeveen werkelijk heeft gedacht, toen hij op die bewuste paaszondag in de onmetelijke Stille Zuidzee bij toeval dat minuscule stipje met al die malle beelden ontdekte. Maar goed, hoe of wat dan ook, wat Paaseiland betreft laat ik het hier maar bij!

Pasen, het feest van de wederopstanding van Jezus vieren we altijd op z'n paasbest met paaseieren, paashazen, paasbrood, paastakken, paasvuren en weet ik allemaal niet wat nog meer. De christelijke boodschap heeft onze samenleving tweeduizend jaar gekneed en gevormd, dat geloof ik zeker. Maar hoe moeten we al die aardige tradities contextueel eigenlijk plaatsen?

Ik heb eens ergens gelezen dat het een soort combinatie is van voor-christelijke vruchtbaarheidssymbolen en Germaanse verhalen. We vieren met Pasen dat Jezus uit de dood is opgestaan en wat is nou een mooier symbool van nieuw leven dan een ei? We eten natuurlijk niet alleen eieren, we verstoppen ze ook. En ook dat heeft met vruchtbaarheid te maken. Vroeger verstopten ze eieren op de akkers, of beter gezegd, ze werden er begraven. Het idee daarachter was dat de akkers dan weer vruchtbaar zouden worden. Het was een soort van gebed. En met die feestelijke broden in allerlei vormen tijdens Pasen, waar van oudsher ook nog eens dure ingrediënten als o.a. spijs in werden verwerkt, wilde men laten zien dat Pasen een heel belangrijk feest was. Verder verwijzen de broden naar Pesach, ook wel bekend als het lentefeest. Dan vieren de Joden dat ze door Mozes uit Egypte zijn geleid en dat er een einde kwam aan de slavernij.
De z.g. paasvuren her en der in het land moeten worden gezien als voorjaars- of lentevuren, weg met het oude, we gaan opnieuw beginnen. Toch leuk, overleveringen en oude tradities!

vrijdag, april 03, 2015

leefmilieu beneden zeeniveau


De expositie 'Pompen of Verzuipen' in het 'Nieuw Land Erfgoedcentrum' in Lelystad, toont in vogelvlucht het hele waterverhaal van Nederland vanaf het verleden tot aan het heden. En voorts geeft het een aardig beeld van de maatregelen die Nederlanders nu en in de toekomst treffen tegen een stijgende zeespiegel aan de voordeur, en middels de grote rivieren een groeiende toevoer van water aan de achterdeur. Een interesante expositie! We hebben in de lage landen een eeuwenoude haat liefde verhouding met het water. Vanaf het bouwen van boerderijen op terpen, het aanleggen van dijken en de ontginning van veengebieden, tot grootse inpolderingsprojecten aan toe. Een behoorlijk groot deel van bewoond Nederland bevindt zich onder de zeespiegel. We zijn er echter nooit klaar mee, het water blijft ons uitdagen. Telkens weer moeten we ons bezig houden met nieuwe oplossingen zoeken tegen wateroverlast. Dat we daar onderhand aardig goed in geworden zijn, bewijst het internationale aanzien wel dat we op dat gebied verworven hebben.

Alhoewel, het kunstwerk 'Boven Water' op de Lelybaan nabij het 'Nieuw Land Erfgoedcentrum' geeft wel te denken. Bij dit kunstwerk van de Friese kunstenaar Henk Hofstra (1952) staat het water wel tot aan de lippen! Maar kennelijk heeft het mannetje op het hoofd van de ongelukkige (ir. Cornelis Lely?) op het nippertje erger weten te voorkomen!

Het huidige 'Nieuw Land Erfgoedcentrum', gebouwd in 2004 naar een ontwerp van 'atelier PRO architekten' uit Den Haag, is aanvankelijk in de beginjaren negentig door 'Benthem Crouwel Architekten' uit Amsterdam ontworpen, en op 2 maart 1994 door Prins Claus geopend als het 'Nieuw Land Poldermuseum'. Het museum op de grens van land en water had een bijzondere vormgeving met een 60 meter lange ovaal vormige buis op een fragment van een dijklichaam. De buis verbeelde een grote verrekijker waardoor men enerzijds uitzicht had op het land (de Flevopolder) en anderzijds op het water (de Markerwaard). In 2004 is de z.g. verrekijker ook in het (uitbreidings)ontwerp van 'atelier PRO architekten' een markant onderdeel blijven uitmaken van het museum. Een blikvanger van niveau, want hoevaak ik er sinds 1994 van of op weg naar de Houtribsluizen langs gevaren ben zou ik niet meer weten, vele keren in ieder geval. Maar telkens weer valt mijn blik wel op de z.g. verrekijker! Het oorspronkelijke fragment van een dijklichaam, waarop de verrekijker lag is sinds 2004 echter vervangen door een breed plintgebouw met diverse voorzieningen.

Ach ja, kunst en architectuur, maar ik dwaal een beetje af. We kwamen voor de expositie 'Pompen of Verzuipen' en die hebben we gezien. Nogmaals een boeiende expositie. Een geschiedenis over waterbeheersing in Nederland, vanaf de prehistorie tot nu en in de toekomst!