maandag, maart 30, 2015

The Voice Company in Nijkerk


De Mattheus Passion heb ik in het verleden diverse keren bijgewoond. Mooi, maar evengoed speelde de lange zit van Bach's prachtige oratorium me dikwijls parten. Een kleine drie uur lang stil zitten is niet mijn hobby. Ik ken mensen die geen jaar overslaan, maar zo ben ik dus niet. Na de laatste Matheus Passion, die ik drie jaar geleden in het Amsterdamse Concertgebouw heb bijgewoond, vond ik het mooi geweest. Ik had het lijdens- en sterfverhaal van Jezus volgens het Evangelie van Matteüs nu wel een keer gezien!

Toch heb ik me afgelopen zaterdag laten verleiden om mee te gaan naar een samenvatting van de Mattheus Passion. The Voice Company o.l.v. Robert Bakker voerde in 'De Fontein' in Nijkerk delen uit van Johann Sebastian Bach's compositie. Het groot dubbelkoor van The Voice Company bijgestaan door vier solisten t.w. Jacqueline Meijer, sopraan, Andrea Vos, alt, Gerrit van der Heide, tenor en Marcel van Dieren, bas maakte er met begeleiding van orkestraal pianospel van Robert Bakker een mooie avond van, waarbij zanger/acteur Olaf Wijnants Labree de verteller van het lijdensverhaal was. De samenvatting, die ongeveer de helft van de reguliere uitvoering in beslag nam bracht de boodschap helder voor het voetlicht. Ondertussen werden we als bezoekers uitgenodigd om de koralen, waarvan de teksten op de achterwand van het podium werden geprojecteerd, mee te zingen. Tja, zo kan het dus ook!

Bijzonder vond ik dat er na de uitvoering van de beknopte Mattheus Passion niet werd geapplaudiseerd. Ja, hoorde ik iemand zeggen, na een kerkdienst volgt gewoonlijk toch ook geen applaus, bovendien geeft het werk zelf geen reden tot enthousiasme. Natuurlijk, dat zal het zijn, ik had het zo nog niet meegemaakt, maar de keren dat ik de Mattheus Passion had bijgewoond waren volledig geweest. D.w.z. met orkest en prachtige muziek. De inhoud van de tekst was daaraan een beetje ondergeschikt geraakt. Veel minder dan een kerkelijk stichtelijk werk is de Mattheus Passion een prachtig muziekstuk. We applaudiseerden voor de uitvoerenden en hun prestatie. Het nadeel van de samenvatting met een verteller van het verhaal, voor zover we dat een nadeel kunnen noemen, is natuurlijk dat de uitvoering ingetogener was en soms iets meer van een kerkdienst weg had. En ja, daar applaudiseer je volgens Batjens dus niet voor!

Mooi kerkje trouwens 'De Fontein', gebouwd en opgeleverd in 2011 naar een ontwerp van arch. ir. Mari Baauw (1961) van Royal Haskoning B.V. afdeling Architectuur en Bouw te Rotterdam. De 750 zitplaatsen waren zaterdagavond volgens mij allemaal bezet!

zondag, maart 29, 2015

wedstrijdzeilen tot op het bot


De 'Taeke Hadewych' in koude streken.
Eerde Beulakker (1944-2013) maakte met zijn 'Taeke Hadewych' vaak lange zeiltochten naar koude streken, zelfs tot Antartica aan toe. Hij schreef daar veel over in zeilbladen en boeken. In zijn boek 'Reizen tot op het bot' - water en wind toevoegen uit 2004, noemt hij reizen over zee met een zeilboot dus reizen tot op het bot. Hij zegt daarin dat de man of vrouw in een notendop op zee weet wat avontuur en lijden is. Bitter lijden aan kou, stormweer, zeeziekte, groene gal, angst en diarree. Daarom is reizen onder zeil volgens Eerde Beulakker maar voor weinig mensen weggelegd. Middels mijn eigen wat langere zeiltochtjes over de Noordzee en de boorden van de Atlantische Oceaan weet ik een beetje uit ervaring dat je tegen een stootje moet kunnen. Weet je wat het mooie van zeilen is, zei in de haven een vermoeide zeiler eens tegen me, dat is het vertrek en de aankomst, alles daartussen in is bagger en afzien! Hij had het kennelijk wel erg zwaar gehad, niettemin heb ik in zwaar weer op zee nog wel eens aan zijn uitspraak moeten denken.

De 'Macif' onder zeil, Vendée Globe '12-'13.
Maar goed zeilen op zee is en blijft mijn passie, het is voor mij één van de mooiere, zo niet de mooiste bezigheden die ik bedenken kan. Maar er zijn grenzen! Neem de Vendée Globe, de zwaarste solozeilwedstrijd ter wereld. In je eentje zo snel mogelijk een rondje non-stop om de wereld in een 60 voeter zonder hulp van buitenaf. (Zie in m'n blogarchief de stukjes 'VendéeGlobe' van 13-2-'09; 'zeilwedstrijdje' van 24-12-'12; 'doldrums' van 16-1-'13 en 'finish VG' van 28-1-'13.). Achter m'n pc volg ik de race enthousiast, maar al zou ik het aankunnen, daar zou ik geen zin in hebben. De 29 jarige Fransman Francois Gabart finishte in Sables d'Olonne op 27 januari 2013 met de 'Macif' na 78 dagen, 2 uur, 16 min. en 40 sec. en was daarmee de winnaar van de Vendée Globe 2012-2013.


De 'Brunei', zeilteam o.l.v. Bouwe Bekking.
En dan nu de 'Volvo Ocean Race', de 12 editie alweer, gestart op 4 oktober 2014 in Alicante (Spanje), verwachte finish op 27 juni 2015 in Göteborg (Zweden). Prachtig, maar negen maanden doorbrengen met 9 man in een lawaaiig koekblik van rond de 20 meter met zero comfort in de meest extreme omstandigheden trekt me voor geen meter. Onlangs zijn ze 'point nemo' gepasseerd (48º52'6"S, 123º23'6"W) een punt in de vijfde etappe van Auckland (New Zeeland) naar Itajai (Brazilïe. Het dichtstbijzijnde land ligt, vanaf alle kanten gezien, 2688 kilometer verwijderd van dit desolate stuk oceaan. Verwacht wordt dat de meeste deelnemers komende maandag of dinsdag wel bij Kaap Hoorn zullen zijn gearriveerd. Er worden ondanks de gigantische golven snelheden van rond de 30 knopen gehaald. Dat de spullen heel blijven is een wonder. Steeds maar weer die dreun als de boeg zich in een golf boort, en de boot daarna onder duizenden liters water bedolven wordt. Om vervolgens met kiel en al uit het water te komen, en met een misselijk makende klap vanaf een metertje of vier weer terug valt in z'n element. De carbon boten zijn wel berekend op het één en ander, maar toch hou je je hart vast als alles aan alle kanten als een oordeel kreunt en kraakt. De etappe door de Zuidelijke Pacific is de zwaarste en meest heroische etappe, doordat de depressies hier elkaar in sneltreinvaart opvolgen en de golven navenant blijven opbouwen.

Afzien dus, wedstrijd zeilen tot op het bot! Maar ik ben er ook van overtuigd dat het zeilteam vele prachtige momenten meemaakt tijdens de negen maanden durende race. Uiteraard is daar straks weer de voldoening van het aankomen in de haven van Itajai na 6776 nm zeilen, en het zal er ongetwijfeld ook wel wat relaxer aan toegaan als ze weer in wat gematigde streken verzeild raken. Maar ik ben blij dat ik de race thuis mooi in alle rust op mijn pc kan volgen.

vrijdag, maart 27, 2015

over de handgeschreven brief


Met bovenstaande poster probeert het reclamebureau M&C uit Melbourne de Australische Posterijen aan meer werk te helpen. If you really want to touch someone, send them a letter stond eronder. Prachtige poster trouwens, maar of het zoden aan de dijk zet is de vraag. Stuur eens een brief als je iemand echt wilt steunen of beroeren, klinkt sympathiek en dat is het natuurlijk ook wel. Maar wie schrijft er in het computertijdperk eigenlijk nog een brief? Praktisch alles gaat tegenwoordig elektronisch. Met de komst van social media is er immers een enorm scala aan nieuwe manieren ontstaan om met elkaar te communiceren, e-mail, sms, Twitter Facebook, Linkedin, Google+, Skype, WhatsApp, Ello, YouTube en nog meer denk ik, en anders komen ze nog wel. Ik doe aan het één en ander vrij enthousiast mee. Want ook met eigentijdse communicatiemiddelen kan je elkaar natuurlijk beroeren. Maar toch gaat mijn sympathie uit naar de handgeschreven brief. De boodschap kan hetzelfde zijn, maar een handgeschreven brief voegt naar mijn gevoel in het bijzonder binnen informele relaties een dimensie toe. Ze is persoonlijker vind ik, en daardoor waardevoller dan een bericht via de social media. Overigens moet ik wel bekennen dat de enige handgeschreven brieven die ik tegenwoordig zo af en toe nog wel eens schrijf, zo beknopt zijn dat ze achter op een ansichtkaart passen. Maar dat is in het verleden wel anders geweest!

De aloude kroontjespen met inktlapje.
Schrijven met een pen kan je eigenlijk zien als een ambacht. Het heeft veel tijd gekost om het te leren. Ik zie me in dat schoolbankje nog zitten knoeien met die kroontjespen. Altijd wat, kapotte punt, onleesbare hanepoten, vlekken en zelfs een keer een hele inktpot ondersteboven, van die dingen. Maar met vallen en opstaan ontwikkelde je geleidelijk aan toch een eigen schrijfstijl. En toen de vulpen, die ik na de basisschool van mijn ouders had gekregen en uiteraard nooit uitleende, zich naar m'n hand ging zetten, kwam dat de doorontwikkeling van m'n persoonlijke schrijfstijl natuurlijk wel ten goede. Volgens schrijfpedagogen en grafologen vroeger, bevorderde schrijven de ontwikkeling van onze hersenen en hielp het bij het onthouden van dingen. Waarmee schrijven als een zeer belangrijke ondersteuning voor allerlei leerprocessen werd gezien, en ook nog de ontwikkeling van (zelf)discipline zou worden gestimuleerd.

Maar het één en ander is kennelijk een achterhaald gedachtengoed. We moeten niet naar kinderen kijken vanuit onze eigen romantiek en nostalgie las ik ergens. Finse kinderen hoeven al niet meer te leren schrijven met een pen. Ze krijgen typeles, daar hebben ze meer aan. Wie in het leven toch nog een keer een formulier met de hand moet invullen, krast maar blokletters. Het is achterhaald om kinderen jarenlang te laten zwoegen op mooie aaneengesloten letters, stellen de Finnen. Een derde van de jongens krijgt het sowieso niet voor elkaar. De fijne motoriek van kinderen kan, denken de Finnen, ook worden ontwikkeld door extra tekenlessen en wat meer uren handvaardigheid. In ons land gaan we dezelfde kant op. Het Platform Handschriftontwikkeling, dat knokt voor behoud van de pen, schetste vorig jaar somber de stand van zaken: 'De noodzaak van soepel en duidelijk kunnen schrijven wordt niet langer ingezien'. Terecht of onterecht? De tijd zal het ons leren!

De computer heeft natuurlijk gezorgd voor een grote omslag in het onderwijs. Mijn kleinzoon zit in Amsterdam op een middelbare school waar ze alles middels een ipad doen. Een apparaat dat iedereen daar ook nog eens met heel veel plezier gebruikt. Veelzijdige creatieve tools, interactieve studieboeken en een schat aan apps en informatie bieden eindeloos veel leermogelijkheden. We moeten volgens bartjens leerlingen alles meegeven voor de toekomst, 21ste-eeuwse vaardigheden bijbrengen en ze niet leren hoe het 50 jaar geleden was. Als de kinderen de fijne motoriek maar leren, ben ik het daar helemaal mee eens. Ik las trouwens dat ze op de Radboud Universiteit in Nijmegen wetenschappelijke studies hebben bekeken op het effect van leren schrijven met pen of toetsenbord op de leesvaardigheid. Het lijkt erop dat mensen die met de hand leren schrijven ook gemakkelijker lezen doordat ze de letters eerder herkennen. Maar het is niet bewezen dat kinderen die met een toetsenbord leerden schrijven slechter lezen. Een echt kwalitatief goed onderzoek in deze is er nog niet. Maar hoe dat ook zal uitpakken, ik denk dat de schrijfpen en de handgeschreven brief wereldwijd schaarse tijden tegemoet gaan.

woensdag, maart 25, 2015

Mars en Venus in het museum


Ondanks verbouwingswerkzaamheden is het Centraal Museum in Utrecht gewoon toegankelijk voor bezoekers. Het is niet storend het gaat gefaseerd, ze hebben het daar goed gepland! Gisteren hebben we daar de expositie 'Liefde & Lust' gezien. Een tentoonstelling gewijdt aan Joachim Wtewael (1566–1638) één van de grootste schilders uit de Gouden Eeuw. Ik las ergens dat 'Liefde & Lust' is georganiseerd in samenwerking met de National Gallery of Arts in Washington en het Museum of Fine Arts in Houston, die om de conservatieve Amerikaanse bezoeker tegemoet te komen, de voorkeur gaven aan de brave titel 'Pleasure & Piety' ofwel 'Plezier en Vroomheid'. Ironisch genoeg is er praktisch om de hoek van het Centraal Museum Utrecht ook een seksshop gevestigd met de naam 'Liefde & Lust'.

Maar dit terzijde, de inspiratiebron voor de titel van de tentoonstelling was echt het werk van schilder Joachim Wtewael. Hij koos vooral mythologische en religieuze onderwerpen en die schilderijen hebben in veel gevallen een uitgesproken of verhulde erotische lading. Verschillende keren heeft Wtewael bijvoorbeeld het overspel van Mars en Venus verbeeld, onverbloemd, tijdens de daad. Als de schilder zichzelf portretteert, zit er geen witte maar rode verf op de punt van zijn penseel. Veelzeggend, volgens conservator en samensteller van de expositie Liesbeth Helmus, het is de kleur van Mars en van de liefde.



Zinnenprikkelende heiligen met hun lendendoekjes op halfzeven, saters met stijve penissen, vrijpartijen, overspel, gespierde bilpartijen en een grijzende vader met zijn dochters blote borst in de hand. De wereld van de Utrechtse maniërist Joachim Wtewael is er een van schalkse symboliek en weelderig bloot. Veertig kleurrijke doeken met levendige religieuze voorstellingen en piepkleine koperplaatjes met haarfijn geschilderde mythologische taferelen erop. De beschonken Romeinse godin Venus bijvoorbeeld, die elk moment besprongen kan worden door oorlogsgod Mars. Tussen haar benen staat Cupido vast klaar met pijl en boog. Maar zelfs de heiligen die de Utrechtse meester schilderde, druipen van de erotiek. Zoals Sebastiaan, die bevallig tegen een boom staat met een lendendoekje dat nét niet afzakt. Zijn hand rust op een fallusvormige tak. Het indrukwekkende kleurgebruik van de schilder komt nog mooier uit doordat de tentoonstellingsruimte vrij donker is gehouden.

Druk was het, de expositie loopt als een trein. Eén van de pronkstukken is het grote doek Perseus en Andromeda (1611) dat het Centraal Museum in bruikleen kreeg van het Louvre. Cassiopeia, de moeder van Andromeda, riep de woede van de zeenimfen over zich af door te beweren dat ze mooier was dan zij. Om de toorn van zeegod Poseidon af te wenden, werd Andromeda geofferd aan het zeemonster Cetus. Op het schilderij is de prachtige, lieflijke en blozend blote vrouw vastgeketend aan een rots. Haar linkervoet rust op een grote roze schelp, die met de opening naar ons toe net zoveel van een vrouwelijk geslachtsdeel wegheeft als de kunstenaar waarschijnlijk wilde. Te paard komt redder Perseus al aangevlogen.

Ondanks dat Joachim Wtewael als één van de grootste schilders van zijn tijd werd gezien, raakte hij na zijn dood in de vergetelheid. Waarom is mij een raadsel! Zou het mogelijk komen omdat kort na zijn dood de verlichting als stroming kwam opzetten. Een periode die grote wijzigingen ingang zette in het denken over religie, filosofie, kunst en wetenschap. Ik heb geen idee. Voor een museum is het natuurlijk prima als een expositie lekker loopt, maar voor de bezoekers is dat minder. De grotere werken gaan nog, maar met z'n allen voor zo'n piepklein werkje is minder. Die zou je toch eigenlijk het liefst door een loupe willen zien!

maandag, maart 23, 2015

MACBA museum in Barcelona


Toch koninklijk 'Beest' in Barcelona las ik vanochtend in de Volkskrant. Vanaf dit weekeinde kunnen de bezoekers van Het museum voor moderne kunst in Barcelona MACBA dan toch genieten van de tentoonstelling 'Het beest en de soeverein' ('La Bestìa i el Sobirà').
Eerder had MACBA-directeur Bartomeu Marí bezwaar gemaakt tegen de komst van 'Haute Couture 04 Transport', een sculptuur van de Oostenrijkse kunstenares Ines Doujak (1959). Volgens Marí had het niets te maken met censuur, maar met 'goede smaak'. Oordeel zelf!



Het omstreden kunstwerk bestaat uit een weergave van drie figuren - onderop een man, in het midden een vrouw en bovenop een hond - verwikkeld in een sodomistische scène bovenop een bergje SS-helmen. Aanleiding van de opschudding vormde vooral de grote herkenbaarheid: in het gezicht van de brakende, naakte manfiguur is vrij makkelijk de teruggetreden Spaanse koning Juan Carlos te herkennen. De vrouw lijkt op de Boliviaanse vakbondsactiviste Domitila Barrios de Chúngara, die haar traditionele hoedje heeft opgehouden. De hond lijkt op een herdershond.

Toen de directie van MACBA vorige week bezwaar maakte tegen de plaatsing, wilde de Duitse Würtembergische Kunstverein, coproducent van de tentoonstelling, de hele expositie terug trekken. Een gefrustreerde directeur Hans Christ van de Kunstverein zag het veto op het werk als een doorkruising van de artistieke vrijheid. De artistieke onafhankelijkheid van het MACBA museum werd in twijfel getrokken en de directie werd bekritiseerd om de weinig doortastende houding. Des te erger, aangezien het ging om een kunstwerk dat bij uitstek het thema van de tentoonstelling samenvatte: 'de onderdrukten, de soeverein en het beest in een politieke constellatie. Een kritische herformulering van de koninklijke macht'. Maar goed, nu is de tentoonstelling dus alsnog te bezichtigen, inclusief het werk van Doujak.

Het is trouwens sowieso de moeite waard om het MACBA museum te bekijken. Het naar een ontwerp van de Amerikaanse architect Richard Meier (1934) gebouwde museum is in 1995 geopend. Meier, die bekend is van zijn witte gebouwen, heeft in 1995 ook het stadhuis (bekend als het IJspaleis) in Den Haag ontworpen en een mooi kantoorgebouw in Hilversum dat in 1992 is opgeleverd. Maar dit terzijde!

zaterdag, maart 21, 2015

about guitars and visual arts


Luc Henzig is een Luxemburger, maar dat niet alleen, hij heeft ook een zwak voor elektrische gitaren. Hij schijnt er ruim 600 bij elkaar te hebben gescharreld. Gitaren die zijn bespeeld door bekende en minder bekende pop-, jazz-, rock- en blues gitaristen als o.m. Mick Taylor (o.a. Rolling Stone) en Noel Gallagher (Oasis). Henzig heeft 50 bijzondere gitaren beschikbaar gesteld aan het 'Groninger Museum' voor de expositie ‘De mythe van de elektrische gitaar’ Wat het 'Groninger Museum' met deze expositie bedoeld te zeggen is mij echter een raadsel. Hoezo 'mythe', de elektrische gitaar is toch gewoon een eigentijds muziekinstrument die na serieuze beoefening door iedereen kan worden bespeeld. Oké, de ene gitarist is uiteraard de ander niet, er zijn verschillen dat is niet anders. Er zijn er die in de middelmaat blijven steken, maar er zijn ook gitaristen die we als virtuoos kunnen beschouwen. Prima, maar wat aan het één of ander mythisch is begrijp ik echt niet. En de expositie geeft daarover absoluut geen duidelijkheid. Of is dat juist de mythe? Een mythe die we dan ook maar moeten koesteren? Nee, het is en blijft mij een raadsel waarom ze deze expositie ‘De mythe van de elektrische gitaar’ hebben genoemd!



Maar ik vind het desalniettemin een prachtige expositie. Een expositie die voor mij ook zeker wel begon te leven, toen ik me enkele beroemde gitaarvirtuozen voor de geest probeerde te halen die op een aantal tentoongestelde gitaren daar hebben gespeeld. Helemaal in combinatie met de prachtige schilderijen van de Duitse portretschilder en (rock)muziek kenner Oliver Jordan. Een combinatie ook die het vermeende gitaristen verhaal zeker completer maakte.

vrijdag, maart 20, 2015

Van Rembrandt tot Canaletto.


De expositie 'Het Geheim van Dresden' in het Groninger Museum, is een ruime keuze uit de wereldberoemde collectie van de Gemäldegalerie Alte Meister in Dresden. Het is een expositie van de Staatliche Kunstsammlungen Dresden in samenwerking met het Groninger Museum.

Het vertelt het verhaal van de rijke cultuur in Saksen in de achttiende eeuw onder August de Sterke (regeerperiode 1694-1733) en zijn zoon August III (regeerperiode 1733-1763). Beiden waren behalve Keurvorst van Saksen ook Koning van Polen. Zij zagen het belang van een hoogstaand cultureel leven voor de bloei en welvaart van Saksen. Daarom verzamelden zij een enorme hoeveelheid kunst; een kunstverzameling die tot de belangrijkste in Europa zou gaan behoren. Om de lokale kunstproductie op een hoger niveau te brengen nodigden zij vooraanstaande buitenlandse kunstenaars uit om in Dresden te komen werken. In Het geheim van Dresden worden meesterwerken getoond van onder anderen Rembrandt, Velázquez, Titiaan en Canaletto, die in de betreffende periode werden verzameld, samen met schilderijen die toen in Dresden onder invloed van de beroemde buitenlandse voorbeelden werden gemaakt.

‘Het geheim van Dresden – van Rembrandt tot Canaletto’. Een indrukwekkende expositie en afgemeten aan het grote aantal suppoosten dat er rondliep, ook een zeer kostbare expositie. Belangrijke kunstschatten die de Duitsers in de 2e wereldoorlog zorgvuldig in veiligheid hebben proberen te brengen door ze o.a. in verlaten mijnen te verstoppen. De militairen van vooral het Sovjetleger, maar ook van de Geallieerden wisten ze toch te vinden. Midden jaren vijftig van de vorige eeuw werden de kunschatten aan de Duitsers terug gegeven, en konden ze weer in de herstelde Galerie in Dresden aan het publiek worden getoond. Glans en grootsheid van ruim twee eeuwen, bijna twee decennia bedreigd en onzichtbaar, konden zich weer in al hun grootsheid ontvouwen!

Nogmaals een indrukwekkende expositie waarin de oude kunstschatten prachtig tot hun recht komen. Mooi, maar ik heb desalniettemin toch veel meer affiniteit met de hedendaagse kunst.

maandag, maart 16, 2015

in en rond het Waddengebied


Eergisteren viel WADDENmagazine nr. 1 van jaargang 50 op de mat. Een jubileum uitgave van de Waddenvereniging die 50 jaar geleden is opgericht en waar ik al sinds medio 1969 lid van ben. Reeds op m'n 15e jaar raakte ik verknocht aan het waddengebied, toen ik met een vriendje op Terschelling kampeerde. Onze unieke noordelijke archipel van eilanden en droogvallende platen, van dynamische stromingen en paradijselijke werelden waar land en water elkaar ontmoeten. Een wereld waarin ik in de jaren daarna in m'n zeilboot met genoegen, vele, vele uren heb doorgebracht.

Onbegrijpelijk eigenlijk dat de Waddenzee vroeger voor een hoop mensen een waardeloze moddervlakte was. Lastig, omdat hij tweemaal per dag droogviel en gevaarlijk om er te varen als je het gebied niet goed kende. Ingepolderd kon het van nut zijn voor landbouw, militaire oefeningen of bloembollenteelt. Begin jaren '60 kwam de overheid met een idee t.w. het tweedammenplan, waarbij twee dammen naar het eiland Ameland zou worden aangelegd. Maar wellicht ook het begin van de algehele inpoldering. Kees Wevers, een 16-jarige jongen uit Kortenhoef, schreef een ingezonden brief naar wat dagbladen om tegen dit onzalige plan te protesteren. Deze brief was de aanzet tot de oprichting van de Waddenvereniging. Enthousiaste natuurliefhebbers, bewoners van het waddengebied en wetenschappers schaarden zich achter Kees Wevers en keerden zich fel tegen de aantasting van dit zo unieke gebied. Zij kwamen bijeen en richtten op 16 oktober 1965 de Waddenvereniging op.

Door de inzet van o.m. de Waddenvereniging is dit grootste natuurgebied van Nederland tot op heden aardig intact gebleven. Maar het is de vraag voor hoelang nog. Want alle goede voornemens in de Planologische Kernbeslissing Waddenzee (PKB) ten spijt, zolang ik me kan heugen staat het Waddengebied onder druk, en worden er door allerlei partijen pogingen ondernomen om het gebied op de één of andere manier economisch te exploteren. Neem de aardgaswinning in de Waddenzee. Ondanks alle verzet in de loop der jaren, wordt er in het Nederlandse waddengebied toch al op vijf plekken aardgas gewonnen t.w. op de locatie Zuidwal (productieplatvorm PE ZW PA bovenop vulkaan) ten westen van Harlingen, in het duingebied van Ameland en vanaf de wadkust bij het Friese Moddergat, bij Vierhuizen en bij Lauwersoog. We weten inmiddels o.a. van de provincie Groningen dat dit bodemdaling tot gevolg heeft. Tel daar de zeespiegelstijging bij op, en een kind kan je uitleggen dat dat op termijn het einde betekent voor dit mooie getijdengebied met zijn droogvallende platen en dynamische stromingen.

Dat de veranderingen in de Waddenzee op termijn mede door toedoen van menselijke activiteiten veroorzaakt wordt, staat volgens mij buiten kijf. Dat de zeespiegelstijging sowieso mede het gevolg is van de enorme, kennelijk moeilijk te beteugelen uitstoot van broeikasgassen in de atmosfeer als o.a. kooldioxide (CO2), methaan (CH4), lachgas (N2O), waterdamp en CFK's geloof ik zonder meer!

Maar desalniettemin denk ik ook wel eens dat we ons niet moeten verbeelden, enige invloed te kunnen uitoefenen op de loop der dingen. Zo'n 160 miljoen jaar geleden, in de tijd van het krijt en de dinosaurussen, lag er een actieve vulkaan in het gebied dat we nu Waddenzee noemen. Deze vulkaan die ongeveer halverwege tussen Vlieland en Harlingen ligt is in 1970 ontdekt tijdens gasboringen. Zo’n twaalf miljoen jaar heeft hij gewerkt, de ‘Zuidwalvulkaan’ zo als hij inmiddels is gaan heten. De resten liggen nu twee kilometer diep in de aardkorst verborgen, maar tot op de dag van vandaag ligt hij nog na te gloeien en is de temperatuur in de aardkorst ter plekke nog ca. 30º hoger dan normaal. Door vulkanisme en veel CO2 in de atmosfeer, inslagen van meteorieten, kometen of astroïden en het ontstaan van diepe oceanen stond onze aardbol zo'n 160 miljoen jaar geleden bloot aan enorme veranderingen. Door klimaatveranderingen en verschuiving van aardplaten ontstonden de continenten zoals we die nu kennen. Veranderingen die zich uiteindelijk in vele, vele miljoenen jaren hebben afgespeeld en nog gewoon afspelen. De mens speelde geen enkele rol, die was er nog lang niet. Die is volgens bartjens pas zo'n 200.000 jaar geleden in Afrika ontstaan, en is in Europa nog maar zo'n slordige 40.000 jaar van de partij.

Ik denk eerlijk gezegd dat we door bijdrage van menselijke activiteiten bepaalde processen hoogstens enigszins versnellen, maar meer ook niet. Hoe dan ook, of we het nou leuk vinden of niet, veranderingen gaan sowieso gewoon door. En als die ons niet zinnen, kunnen we hooguit ons best doen deze te vertragen of af te zwakken met behulp van menselijke activiteiten. En dat moeten we zeker niet nalaten!

donderdag, maart 12, 2015

over het haast onaantastbare


Over het 'einde van twee levensbomen' heb ik het op j.l. 15 februari gehad, zie mijn blogarchief. De Thuja's die toen op zo'n twee meter boven het maaiveld zijn geknot, staan er sindsdien een beetje als 'stille wachters' bij. Daar associeerde ik de twee ongenaakbare stameinden mee. 'Stille wachters', waarop eigenlijk? Uitlopen zullen ze niet meer doen, dus boom worden ze niet meer. Nee, de mooie levensbomen die het ooit waren, zijn in onze tuin tot steile sculpturen getransformeerd. Ongenaakbaar en onaantastbaar, onder welke invloed dan ook. Of toch niet? Ik kan ze uiteraard alsnog bij het maaiveld afzagen, maar ik kan er met hamer, beitel en zaag natuurlijk ook houten beelden van maken, totempalen of zoiets. Twee wachtposten, stoïcijns uitkijkend en wakend over ons tuintje!

Op de typering 'onaantastbaar' kom ik vaak als ik naar oude bomen kijk. Wonderbaarlijk eigenlijk want bomen zijn fysiek in feite zo tastbaar als het maar zijn kan. M'n fascinatie zit denk ik in het feit dat bomen, die vanuit de donkere aarde naar het licht groeien, zoals trouwens bijna alle flora, zo enorm 'groot en oud' kunnen worden. En dat ik ze daarom gevoelsmatig als de meest 'onaantastbare elementen' van de levende natuur beschouw. Mogelijk een enigszins wat typische gedachtengang, maar zo voel ik het wel.

Zo zijn er in mijn beleving ook onaantasbare gebouwen. Bijvoorbeeld 'Radio Kootwijk' vind ik zo'n gebouw. Ongenaakbaar en onaantastbaar staat dit imposante bouwwerk sinds 1920 op de eenzame zandverstuivingen nabij Kootwijk. Een kathedraal als 'stille wachter' in the middle of nowhere. Alles aan dit betonnen art-deco gebouw, naar een ontwerp van architect Julius Maria Luthmann (1890-1973), dwingt in het eenzame landschap naar mijn beleving afstand en respect af. Zowel in de verschijningsvorm als geheel, als in detail. Neem bijvoorbeeld het beeldhouwwerk van Hendrik van den Eijnde (1869-1939) boven de entree. Een sculptuur met een vrouwenhoofd met een Europese uitdrukking, en één met een Aziatische uitdrukking, beiden met de handen achter de oren. De open mond in het gezicht tussen de beide vrouwen symboliseert de omroeper. 'Stille wachters' in mijn optiek, maar feitelijk verbeeld de sculptuur symbolisch de radioverbinding tussen Nederland en het toenmalige Nederlands-Indië.

dinsdag, maart 10, 2015

neo-realisme in bezettingstijd


Zondag, op de eerste lenteachtige dag dit jaar, zijn we dwars over de Veluwe naar Arnhem gereden. Het was druk in de bossen, de hele natie leek uit de schulp gekropen. Op zulke momenten besef je weer dat we met z'n allen in een bijzonder klein landje leven. We hadden het plan opgevat om in Museum Arnhem de expositie 'Geaarde Kunst' te bekijken, en vervolgens in 'Park Sonsbeek' een wandeling te maken. Maar van wandelen is het echter na 'Geaarde Kunst' niet meer gekomen, dat houden we dan maar tegoed.

De expositie 'Geaarde Kunst' bestaat uit een selectie kunstwerken die de nationaalsocialistische overheid tijdens de bezetting van 1940-1945 kocht. Na de bevrijding werden de werken bewaard in depots, inmiddels beheerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Belangrijke genres in 'Geaarde Kunst' zijn voorstellingen uit de natuur, zoals Hollandse landschappen, zee- en riviergezichten, stads- en dorpsgezichten en stillevens, figuurstukken en (zelf)portretten, zeg maar de (neo)realistische kunstuiting. De verantwoordelijk ambtenaar voor de kunstaankopen bij het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten (DVK) was de nationaal-socialist Eduard Gerdes (1887-1945), zelf kunstenaar en voor de oorlog lid van talrijke kunstenaarsgenootschappen. Ook hechtte Gerdes veel belang aan de ambachtelijke kant van het vak. Gerdes kocht werken aan van Karel Appel, Maurits Escher, Pyke Koch, Willem van Konijnenburg, Gerard Röling, Jan Sluijters, Carel Willink en vele andere grootheden in de schilderkunst, die (verplicht)aangesloten waren bij de door de NSB geïnstalleerde Kultuurkamer.

Als gezegd liggen de zwaartepunten van de collectie in de expositie van Museum Arnhem bij het (neo)realisme. Dat 'Geaarde Kunst' een tegengestelde stroming is van Entartete Kunst (o.a. expressionisme, dada, futurisme), komt in deze expositie goed tot uiting. Alhoewel, 'Amsteldijk met brug' van Hendrik Jan Wolters in mijn ogen meer een expressionistiche dan een realistische kwaliteit heeft. Maar die is dan ook van net vóór de bezetting, en kon er kennelijk nog net bij door.

Natuurlijk waren er kunstenaars die tegen lidmaatschap en kultuurkamer in verzet kwamen. Die verdomden het om lid te worden, omdat ze dan als zodanig onder controle zouden staan van de nationaalsocialistische overheid en uiteraard danig werden beknot in hun vrijheid van kunstuitingen. Toen de eerste maatregelen die de verschillende kunstuitingen aan banden legden van kracht waren geworden, kwam het verzet door kunstenaars hiertegen op gang. Belangrijkste spreekbuis voor kunstenaars in verzet was het illegale blad 'De Vrije Kunstenaar', dat voor het eerst begin mei 1942 verscheen. Een van de belangrijkste verzetsgroepen was de knokploeg van de beeldhouwer Gerrit Jan van der Veen (1902-1944) en de schrijver Willem Arondéus (1894-1943). Zij hielden zich bezig met vervalsingswerk, sabotage en het plegen van gewapende overvallen. Het vervalsen van persoonsbewijzen was een van de voornaamste activiteiten van de toneel schrijver Eduard Veterman (1901-1946).

vrijdag, maart 06, 2015

onze kanalenkoningin in actie


Op 24 augustus 2013 had ik het in 'Sluis' (zie mijn blogarchief) over de omlegging van de Zuid-Willemsvaart bij Den Bosch, die toen nog in uitvoering was. Gisteren, 5 maart j.l. is de kanaalomlegging, die sinds begin januari al tussen Den Dungen en Empel door Rijkswaterstaat in gebruik genomen was, officieel door koningin Máxima geopend. De omlegging, een stukje kanaal van amper 9 kilometer lang waarover ze ruim 30 jaar hebben gediscussieerd en vervolgens 4 jaar over de aanleg hebben gedaan, is zowaar naar haar vernoemd.



Bijna twee eeuwen geleden had koning Willem I, bijgenaamd de kanalenkoning (zie o.m. mijn stukje 'natuur & inspiratie' van 20 augustus 2014), ook vier jaar nodig om de Zuid-Willemsvaart te graven. Maar het in 1826 in gebruik genomen kanaal van Den Bosch naar Maastricht was wel 123 kilometer lang! Eigenlijk ongelooflijk dat we met onze moderne apparatuur over zo'n klein stukje net zo lang gedaan hebben. De lange procedures en benodigde vergunningen alsmede de vele kunstwerken in de vorm van bruggen, sluizen en dijklichamen zijn daar uiteraard debet aan. Destijds, stel ik me voor, was het meer recht toe recht aan en gaan met die hap. Niks lange procedures om van alles en nog wat, laat staan vele dan wel ingewikkelde kunstwerken.



Door de aanleg van het Maximakanaal hoeven schepen niet meer over de Zuid-Willemsvaart door de binnenstad van Den Bosch te varen. Ook is het geschikt voor grote containerschepen. De nieuwe route tussen de Zuid-Willemsvaart en de Maas is door de aanleg van het kanaal een half uur sneller. De oude Zuid-Willemsvaart in het centrum ligt er nu stil en doelloos bij. Ik ben benieuwd welk plan c.q. bestemming de gemeente Den Bosch voor dit stukje historie in petto heeft.

donderdag, maart 05, 2015

de portretten in het Nijenhuis


Gisteren in Kasteel het Nijenhuis te Heino/Wijhe de expositie A’dams en Eva’s gezien, een groot aantal late portretten van de hand van Paul Citroen (1896-1983). Behalve enkele zelfportretten, portretten van o.m. Max Ernst, Harry Mulisch, Karel Appel, Hildegard Knef, Jan Cremer, Gerard van het Reve en vele anderen. Paul Citroen werd gezien als de meester van het portret. Een genre dat hij koesterde als zijn specialisme en tot aan zijn dood beoefende. Portretten, portretten en nogeens portretten, ik vond het een bijzondere expositie. Ik las dat alle getoonde portretten afkomstig waren uit de kunstcollectie van de provincie Overijssel, die in de periode 1973-1975 ruim 2000 werken verwierf op voorstel van statenlid Maaskant, die met Citroen bevriend was. En dat de hele kunstcollectie wordt beheerd door Museum de Fundatie in Zwolle, waarvan Kasteel Nijenhuis ook een onderdeel is.

Dat is nog al wat, 2000 werken van Paul Citroen in beheer! Het zullen, neem ik aan, niet allemaal portretten zijn. Museum de Fundatie zal op enig moment vast nog wel eens een andere expositie uit de Citroen verzameling samenstellen. Ik ben benieuwd, we wachten af!

dinsdag, maart 03, 2015

Aquarelleren, kunst met een K


Onlangs zag ik in de krant een mooie aquarel uit ca. 1879 van Julius van de Sande Bakhuyzen (1835-1925), 'Aan de plassen' genaamd. Het één en ander n.a.v. 'De Aquarel', de tentoonstelling die momenteel in Haarlem in het Teylers Museum te zien is. Een dubbeltentoonstelling van De Mesdag Collectie en Teylers Museum met topstukken van Mesdag, Mauve, Koekkoek, Maris, Mondriaan en vele anderen. De mooiste aquarellen uit de 19de eeuw, uit de bloeiperiode van de Nederlandse aquarel zal ik maar zeggen. Ik las dat de expositie laat zien hoe de aquareltechniek zich in de loop van de eeuw ontwikkelde van de 'gekleurde tekeningen' van romantische meesters als Koekkoek en Nuyen, tot de waterverfschilderijen van de Haagse School en de Tachtigers. In de expositie is te volgen hoe de aquarel een steeds voornamere plaats innam in het negentiende-eeuwse kunstleven. Daarbij bestond een enorme rijkdom in vormentaal. Naast de impressionistische en atmosferische landschappen uit de Haagse School, blonken kunstenaars als Springer en Bles uit in juist onvoorstelbaar precies geschilderde aquarellen. De tentoonstelling is t/m 7 juni 2015 te zien, ik ga zeker kijken!

Hoog tijd las ik, voor herwaardering van waterverfschilderen, zoals aquarelleren ook wordt genoemd. Herwaarderen? Hoezo, ik heb de aquarel tot op de dag van heden kunst met een grote K gevonden. Zelf heb ik in het verleden, al of niet samen met mijn kinderen, vaak geprobeerd een aardige aquarel te maken. Leuk werk, maar ik bakte er weinig van. Het vereist ook wel zeer veel tijd en oefening waar ik als regel gewoon niet aan toe kwam. Met de wijsheid uit Gaade's teken- en schilderboekje alleen kwam ik er niet. Nee oefenen, oefenen en nog eens oefenen, dat baart pas kunst! Aan de spullen lag het niet, die hadden we wel op orde, waar we ook zaten, in de duinen, thuis of op de boot. Stevig aquarelpapier, allerlei penselen, prima aquarelverf en last but not least, goede zin. Desalniettemin draaide het al te vaak op een knoeiboel uit. Toch blijf ik het leuk werk vinden en heb ik wel eens zin om de draad weer op te pakken. Wie weet, mogelijk maak ik ooit nog eens een keer net zulke prachtige aquarellen als in bovenstaande collage!

zondag, maart 01, 2015

grensgebied A'dam - Abcoude


In het grensgebied tussen de zuid-oostrand van Amsterdam en Abcoude loopt de Abcouderstraatweg. Behalve dat deze straat een verbinding vormt tussen beide plaatsen, ligt ergens in deze straat ook de provinciegrens Noord-Holland - Utrecht. De Abcouderstraatweg gaat min of meer als een meridiaan door het midden van een klein, maar interessant groengebiedje, dat ligt ingeklemd tussen de nabijgelegen A2 en de spoorbaan Amsterdam - Utrecht, die daar praktisch parallel aan elkaar lopen. Een niet onbelangrijk deel van het waterrijke groengebiedje met o.a. het Abcoudermeer, is vormgegeven middels golfbaan 'De Hoge Dijk - Olympus'. Ergens op dit prachtige golfterrein ligt brasserie 'De Houten Vier', perfect gelegen nabij de Abcouderstraatweg met voldoende parkeergelegenheid. En een prima eetgelegenheid hebben we ondervonden voor zowel golfers als niet-golfers!



Goed gemutst, na het genoeglijke borreluurtje bij Ejr. thuis, namen we met z'n zessen plaats aan de grote ronde tafel in 'De Houten Vier'. Lekker sfeertje, leuk om weer eens als vanouds in deze samenstelling om de tafel te zitten. Met de menukaart was iedereen snel klaar, er viel voor iedereen genoeg te kiezen. Hoe dan ook, de in roomboter gebakken tong was om je vingers bij op te eten. Alleen daarvoor al kom ik hier graag nog eens terug. Alvorens naar Harderwijk terug te rijden, hebben we ter afsluiting van de avond van verrassingen, bij Ejr. thuis eerst nog even van een bakje koffie genoten.