vrijdag, februari 27, 2015

ontmoetingen aan de Angstel


De Heeren van het leed en de leden van de kaartclub hadden j.l. woensdag een uniek avondje in Abcoude. Beide clubjes kunnen bogen op een geschiedenis die reeds in de jaren zeventig van de vorige eeuw is begonnen. Van het vierkoppige kaartclubje, architectuurjongens die we vooral nog goed kennen van de mooie jaren zeventig en begin jaren tachtig aan de Prinsengracht in Amsterdam, weet ik dat ze drie à vier keer per jaar bij elkaar komen voor een avondje Kraken. Ik ken dat spel niet, en ik wil het ook niet kennen, maar het schijnt een soort variant op Klaverjassen te zijn. Hoe dan ook, het doet er verder niet toe, want ze vertelden dat ze op zo'n avond meer over van alles en nog wat ouwehoerden, dan dat ze aan het kaarten waren. En dat komt mij dan wel weer bekend voor, want in de herenleedclub doen we helemaal niet aan spelletjes, maar we ouwehoeren des temeer. (Zie o.m. onderstaande stukjes over Herenleed in mijn blogarchief.) Het klikte dan ook prima tussen het kaart- en herenleedclubje. Dat was voor beide partijen overigens geen verrassing, want behalve dat we elkaar sowieso nog kennen, behoord één van de jongens tot beide clubjes, en had als zodanig iedereen al aardig bijgepraat!

Café restaurant 'De Eendracht' ligt aan het riviertje de Angstel in het hart van Abcoude. Een prachtig plekje, vooral in de zomer met dat grote terras. Maar ook in de winter kan je daar goed terecht hebben we ondervonden. Het was gezellig druk en de bediening en het eten was in alle opzichten prima. Behalve van alle mooie verhalen en anekdotes die over de tafel heen en weer gingen, hebben we dus vooral ook genoten van zowel het aperitief als het voorgerecht, hoofdgerecht, nagerecht en de koffie al of niet met pikketanisie. Een mooie locatie om elkaar te ontmoeten vonden we allemaal, zeker een plek om t.z.t. voor herhaling op terug te komen.

Stukjes in mijn blogarchief over 'Herenleed':

'zeilherenleed' van 1 mei 2006; 'Ruhrgebiet' van 17 oktober 2006; 'De Gouden Hoorn' van 21 maart 2008; 'Schotland' van 7 mei 2008; 'HL + diner' van 17 november 2009; 'omweg naar S.D.C.' van 31 juli 2010; 'Stadswandelingen' van 27 augustus 2010; 'oktjabrskaja' van 8 september 2010; 'Boedapest' van 23 oktober 2010; 'Herenleed' van 11 november 2010; 'kitsch' van 3 februari 2011; 'Mokum versus Herenleed' van 5 mei 2011; 'HL in Hegeraad & De Reiger' van 4 mei 2012; 'traditie' van 27 januari 2013; 'Diner in Muiden' van 29 maart 2013; 'Sail Den Helder' van 2 juli 2013; 'HL + diner II' van 21 november 2013; 'Herenleed & Aaltje' van 31 oktober 2014.

Eind 1982 zijn we met z'n zevenen begonnen met Herenleed, één is overleden, een ander is ver weg gaan wonen en komt nog sporadisch. Standaard zijn we de laatste tien jaar dan ook met z'n vijven. Bovengenoemde stukjes in mijn blogarchief behelzen slechts een gedeelte van alle bijeenkomsten, excursies en gebeurtenissen sinds 1982, en gaan in het bijzonder over activiteiten in het laatste decennium!

woensdag, februari 25, 2015

grote drukte op de Oude Drift


Dat we in Singer Laren grote drukte konden verwachten op de expositie van Gestel hadden we al vernomen. Maar dat het 's morgens al zo erg zou zijn op de Oude Drift hadden we toch niet verwacht. De lange rij wachtenden voor de kassa liep tot buiten op het trottoir door. Veel animo om aan te sluiten hadden we gelijk al niet meer, maar toen we in de omgeving ook nog eens geen parkeerplaats konden vinden, hebben we ons plan ad hoc omgegooid, en zijn we doorgereden naar MuseumHilversuM. (Zie mijn blogarchief stukje 'show me the news' van 24 februari 2015.) Zo tegen een uur of half drie in de middag waren we toch weer terug op de Oude Drift. Nog steeds druk, maar gelukkig een stukje minder dan vanmorgen. De stormloop op de expositie van Leo Gestel (1881-1941) in Singer Laren vind ik wel te begrijpen. Immers het beste werk uit het veelzijdige oeuvre van misschien wel het grootste vooroorlogse talent wordt hier getoond. De expositie heet niet voor niets 'Leo Gestel: De mooiste modernist'.

Leo Gestel behoorde samen met Piet Mondriaan en Jan Sluijters tot de belangrijkste vernieuwers van de Nederlandse schilderkunst. De felgekleurde landschappen en provocerende naakten die zij rond 1910 schilderden waren ongekend en zorgden voor grote opschudding in de Amsterdamse kunstwereld. Van de drie kan Gestel met recht de mooiste modernist genoemd worden. Zijn leven lang bleef Gestel op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen in de kunst. Hij liet zich inspireren door de nieuwste modernistische stromingen uit Parijs: pointillisme, fauvisme, kubisme en futurisme. Hij deed regelmatig inspiratie op in het buitenland. Parijs, Mallorca, Duitsland, Italië en Vlaanderen wisselde hij af met Amsterdam, Laren, Bergen, de Beemster en tenslotte Blaricum.

In Amsterdam leidde Leo Gestel een bohemien kunstenaarsbestaan. In oktober 1904 betrok hij een atelier op de ‘Jan Steenzolder', in een pand in de Tweede Jan Steenstraat waar ook Nescio destijds inspiratie opdeed voor de inmiddels klassieke verhalen De Uitvreter en Titaantjes. Gestel raakte bevriend met jonge geestverwanten als Jan Sluijters, Piet van der Hem en John Rädecker. In deze periode schilderde hij zijn meest uitbundige werken. Zijn landschappen en naakten behoren tot de meest stralende in hun genre. Later maakte Gestel portretten en bloemstillevens in kubistische en futuristische stijl. De kubistische landschappen uit Mallorca worden als zijn beste werken beschouwd. Na een verwoestende atelierbrand in Bergen in 1929, waarbij ca. vierhonderd werken verloren gingen, verhuisde hij naar Blaricum, waar hij talloze mensen en winterse landschappen op papier zette, vrijwel uitsluitend in krijt, gouache en tempera.

Leo Gestel was een alles kunner las ik ergens. Gezien het scala aan onderwerpen en de kwaliteit van het getoonde oeuvre in Singer Laren geloof ik dat graag. Praktisch alle werken die ik daar gezien heb vond ik in vele, zo niet alle opzichten mooi. Maar vooral de vele vrouwenportretten waren prachtig. Van deftige tantes met parelkettingen tot naakten, van chique geklede dames in luxe interieurs tot tuttende vrouwen voor de spiegel of grofstoffelijke types in expressionistische stijl. Nadat we al het moois van Leo Gestel hadden gezien, zijn we nog even de beeldentuin van Singer Laren ingelopen. 't Was mooi weer en we hadden nog even de tijd, dus waarom niet? Ook mooi, maar uiteraard van een geheel andere orde. Evengoed een perfecte afsluiting van een aardig museumdagje in het Gooi!

dinsdag, februari 24, 2015

show me the news


De lange rij wachtenden voor de expositie 'Leo Gestel: De mooiste modernist' in Singer Laren, deed ons vanmorgen besluiten eerst maar naar 'Show me the News' te gaan in MuseumHilversuM. Hopelijk dat het vanmiddag wat rustiger is.

Expositie 'Show me the News' in MuseumHilversum gaat over het nieuws en de kracht van het beeld. Nieuws wordt steeds meer in beelden gebracht, kijk maar naar de nieuwe website van de NOS en naar het NOS Journaal. Ook bij andere nieuwsmedia hebben beelden een prominentere plaats gekregen. De speciale expositie ‘Show me the News’ laat de overgang zien van tekstcultuur naar beeldcultuur in het nieuws en hoe dat wordt weergegeven.



We zagen een overzicht van de vormgeving van de twee belangrijkste Nederlandse nieuwsprogramma's t.w. het NOS Journaal en RTL Nieuws. Werk van decorontwerpers, grafisch ontwerpers en componisten die het nieuws een moderner gezicht gaven. We hebben veel foto’s gezien van persfotograaf Bert Verhoeff, maar ook bijzondere videokunst over nieuws.
In de begintijd van de televisie, de jaren vijftig zal ik maar zeggen, mocht de nieuwslezer niet in beeld, want dat zou maar afleiden van de inhoud van het nieuws. Dat is nu, zestig jaar later, wel even anders. Nu staan de presentatoren in een groot decor vol bewegend beeld en wordt de inhoud verduidelijkt door infographics, 3D-animaties en weet ik allemaal niet.
Ook het nieuws in de krant wordt de laatste jaren anders gepresenteerd. De mooie nieuwsfoto's van Bert Verhoeff hebben zelfstandige zeggingskracht en vertellen een eigen verhaal. Voor dat soort foto's maakt de krant steeds meer tekstkolommen vrij.

Een intrigerende expositie die een aardige kijk gaf op ontwikkelingen in nieuwsvergaring en journalistiek.

zondag, februari 22, 2015

over een etentje en het Merwedeplein


Onlangs hadden we bij onze goede vrienden H en M in Amsterdam weer het jaarlijkse etentje, een traditie die al 34 jaar stand houdt. (Zie o.m. mijn stukjes 'etentje' van 6-2-'07; 'VDLetentje' van 22-1-'11 en 'eenzaamheid' van 12-4-'12). Lange tijd zijn we met z'n veertienen geweest, deze keer waren we slechts met z'n tienen. Twee hadden de griep en twee zijn er in de loop der jaren overleden. Evengoed was het weer een genoeglijk avondje bij H en M. Er was, zo als we zo langzamerhand van ze gewend zijn, weer volop te eten en te drinken, deze keer op de Mexicaanse toer, heerlijk. Petje af, vooral voor M, het verdient respect hoe ze dat toch altijd weer fikst!

Al sinds midden jaren zeventig wonen H en M op het Merwedeplein in de Rivierenbuurt. Het Merwedeplein is een fraaie rustige woonbuurt achter de wolkenkrabber, gebouwd en ontstaan in de jaren twintig, begin jaren dertig naar een ontwerp van de Amsterdamse architect J.F. Staal (1879-1940). Een gewilde buurt, bekende Nederlanders wonen er of hebben er gewoond zoals o.a. Mary Dresselhuys en Cees Laseur. Maar de bekendste was Anne Frank, ze woonde hier in hetzelfde woonblok een paar portieken verderop in exact een zelfde woning als waarin we nu zo lekker zaten te eten. Het is allemaal lang geleden, maar evengoed intrigerende gedachten die me tijdens het etentje even bezig hielden.

Anne Frank met haar vriendinnetjes Eva Goldberg (L)
en Sanne Ledermann (M) op het Merwedeplein, juli '36
Het voormalige woonhuis van Anne Frank op Merwedeplein 37/2, waar de familie Frank woonde van 1933 tot juli 1942, is in 2004 gekocht door woningcorporatie Ymere. De nieuwe eigenaar heeft de woning op basis van onderzoek en gegevens van de Anne Frank Stichting volledig gerestaureerd in de oorspronkelijke stijl. Laag voor laag is het behang verwijderd, op sommige muren zelfs zes lagen. Tevens werd het schilderwerk onderzocht, en werden de bevindingen vertaald naar die moderne materialen die geschikt zijn om met oude technieken het oorspronkelijke resultaat te benaderen. De gehele woning ademt nu weer de sfeer van de jaren dertig uit. De woning heeft sinds de restauratie in 2005 een bestemming als tijdelijk onderkomen voor buitenlandse schrijvers. In samenwerking met de Stichting Vluchtstad Amsterdam kunnen schrijvers die in eigen land onderdrukt worden, hier vrij van bedreiging of censuur schrijven. Een mooiere bestemming voor deze plek is volgens mij nauwelijks denkbaar.



De familie Frank op het Merwedeplein t.w.
Margot, vader Otto, Anne en moeder Edith.
De ouders van Anne Frank vluchtten in 1933 naar Nederland, in het vertrouwen dat ze hier veilig waren. Niets was minder waar. Op 6 juli 1942 moest de familie Frank, na 9 jaar op het Merwedeplein 37/2 te hebben gewoond, onderduiken voor de Duitse bezetter. Na twee jaren op de Prinsengracht ondergedoken te hebben gezeten werd de familie verraden en gedeporteerd. Gedeporteerd via Westerbork naar het vernietigingskamp Auschwitz en later Bergen-Belsen waar Anne, 15 jaar oud, stierf, vermoord door de nazi’s. Dat is en blijft moeilijk voor te stellen, als je de foto’s ziet van Anne als vijf jarig meisje, spelend voor het huis op het Merwedeplein, een sokje afgezakt, vrolijk lachend in de zon.

Sinds 2005 staat er een standbeeld van Anne Frank op het Merwedeplein, gemaakt door de Nederlandse kunstenares Jett Scepp (1940). Met dit standbeeld, (ik vind trouwens dat ze veel ouder wordt afgebeeld dan ca. 13 jaar, het lijkt wel een oud vrouwtje), wordt de herinnering aan Anne letterlijk vastgezet. Opdat wij niet vergeten!

Otto Frank zei in 1967 in de documentaire ‘The Legacy of Anne Frank’ Wat er gebeurd is kunnen we niet meer veranderen. Het enige dat we kunnen doen is van het verleden leren en beseffen wat discriminatie en vervolging van onschuldige mensen betekent. Wij mogen nooit vergeten hoe gemakkelijk onderdrukking, uitsluiting en discriminatie onze wereld in kunnen sluipen. Een tot op de dag van heden nog zeer actueel onderwerp. Bijna overal ter wereld worden heden ten dage de grondrechten, volgens de verklaring van de rechten van de mens, in meer of mindere mate ernstig geschonden!

vrijdag, februari 20, 2015

over herinneringen & afscheid


Op twee grote schermen zag ik in de kerk een heel leven voorbij trekken. T als jonge man, echtgenoot, vader en opa, als leraar, klusser en organisator, als schaker, musicus, kunstschilder, watersporter en weet ik allemaal niet wat nog meer. Stil zat ik met een brok in m'n keel geëmotioneerd te kijken. De emotionele gesteldheid overviel me min of meer als een donderslag bij heldere hemel. Omdat ik bij T's leven en welzijn niet of nauwelijks nog contact met hem had. De meeste contacten die ik met T in het verleden heb gehad, dateren van midden jaren zestig. Toen we jong waren, en hij mijn nichtje J, waar ik destijds vrij regelmatig mee optrok, trouw beloofde tot de dood hun zou scheiden. Daarna kwamen we elkaar nog slechts sporadisch tegen. Kennelijk hebben we de handen vol genoeg gehad met ons zelf en onze gezinnen. Hij was ziek de laatste jaren, op familiereunie hoorde ik van J nog wel eens hoe het met T ging, maar daar bleef het eigenlijk bij. En nu is hij in het bijzijn van zijn geliefden toch nog onverwacht snel gestorven!

Het thema van de dankdienst voor T's leven, was zijn kinderlijk vertrouwen op Gods belofte van een nieuwe hemel en aarde en een mooi nieuw Jeruzalem. Er was samenzang, er werd gebeden, er werd geluistert naar liederen die door het HCM, het koor waar T ook lid van was, werden gezongen. Er was een overdenking en een bijbellezing uit hoofdstuk Openbaringen 21: 1-5, 10, 18 en 19a en er werd door J het gedicht 'De Najaarslaan' voorgelezen van Jacqueline v.d. Waals. Gelovig of niet, ik vond het een dankdienst die vol passie en warmte werd gebracht. Wat mij persoonlijk echter het meest beroerde was de prachtige, door zijn beide dochters gebrachte collage van schetsen over T's leven.

Met het prachtige lied 'The Holy City' gezongen door zijn geliefde HCM, werd T door zijn kinderen en kleinkinderen de overvolle kerk uitgedragen. In een stralend zonnetje hebben we T met z'n allen begeleid naar zijn laatste rustplaats op de Algemene Begraafplaats in Pesse. En terwijl de door T's kleinkinderen geblazen zeepbellen in het zwerk opgingen, hebben we daar allemaal de laatste eer bewezen met een gang langs T's geliefden en zijn graf, en afscheid van hem genomen!

dinsdag, februari 17, 2015

over een verstedelijkt esdorp


Het historisch landschap: ijkpunt in onze dynamische samenleving, las ik ergens. Het belangrijkste kenmerk van ons landschap is constante verandering. Sinds er mensen in Nederland wonen, hebben ze het landschap naar hun hand gezet. Die invloed werd steeds ingrijpender. Denk maar aan dijkaanleg, grondstofwinning, aanleg van wegen en groei van steden en dorpen. Beschermen van het landschap is geen bevriezing, maar het begeleiden van veranderingen, zodanig dat de diverse stadia van de landschapsgeschiedenis herkenbaar blijven.

Zodanig dat de diverse stadia van de landschapsgeschiedenis herkenbaar blijven! Mooi gezegd, verstandig ook lijkt me, evengoed denk ik toch vaak als ik door het land rij, dat we wel wat meer aan bevriezing zouden mogen doen. Neem Wezep, een esdorp dat ik vroeger aardig goed kende. Het is ontploft, op enkele details na hier en daar, valt er van de diverse stadia van de landschapsgeschiedenis, of beter gezegd dorpsgeschiedenis weinig of niets te herkennen. Eerlijk gezegd zou ik ook niet goed weten hoe ze dat met de grote ruimtevraag van de laatste 50 jaar voor elkaar hadden moeten krijgen. Maar jammer blijft het natuurlijk wel, dat in de huidige bebouwing en infrastructuur geen spoor te ontdekken valt van een esdorp eigen detail. Daarom heb ik in een vlaag van nostalgie maar een paar oude foto's opgezocht van de buurt, waar ik een groot deel van mijn jeugd heb doorgebracht.

Foto A: Oranjeboom en voorm. herberg ca. 1956, hoek Stationsweg - Kerweg.
Foto B: Zicht op de Kerkweg nabij de Oranjeboom ca. 1957.
Foto C: Uitzicht vanuit Kerkweg 7 op de boerderij van de fam. Puttenstein 1960.
Foto D: Boerderij fam. Schutte aan de Kerkweg nabij het Kerkpaadje ca. 1958.
Foto E: Boer Puttenstein aan de ploeg nabij het Kerkpaadje ca. 1958.
Foto F: Zicht vanaf Kerkweg op Ruitersveldweg en Zuiderzeestraatweg ca.1955.

Behalve aan de Kerkweg, de Ruitersveldweg en een beetje bebouwing in 't Veld en aan de Keizersweg, lagen er in de begin jaren 50 slechts akkers en weilanden tussen de Zuiderzeestraatweg en de spoorlijn.

De meeste landen hebben met verstedelijking te maken. Op wereldschaal groeien de steden en loopt het platteland leeg. In de westerse wereld is echter ook een tegengestelde ontwikkeling te zien: wonen, werken en voorzieningen spreiden, verdunnen en sorteren uit. Internationaal staat dit proces bekend als urban sprawl. Dit autonome proces is bevorderd doordat de keuzevrijheid voor woonplaats en bedrijfsvestiging is vergroot, met name door de sterk toegenomen welvaart en mobiliteit. Mede hierdoor wonen veel mensen ruim in een relatief schone, groene en rustige omgeving. Ook in Nederland is deze ontwikkeling al vijftig jaar zichtbaar.
Er zijn echter ook nadelen aan deze urban sprawl. In Nederland gaat het vooral om drie effecten:
De (auto)mobiliteit is toegenomen en daarmee ook de belasting van de leefomgeving. De leefbaarheid van stadsdelen, dorpen, wijken of buurten is onder druk komen te staan. Waardevolle plekken, cultuurlandschappen en natuurgebieden zijn verloren gegaan, versnipperd of hebben aan kwaliteit ingeboet. De ruimtelijke ordening beoogt onder meer deze nadelige effecten tegen te gaan. In de Nota Ruimte is deze ambitie verwoord in één van de vier hoofddoelen: bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland.

We doen dus ons best het in de toekomst beter te gaan doen met onze ruimte. Nu kijken of alle bij projecten betrokken partijen dezelfde ambities hebben.

zondag, februari 15, 2015

einde van twee levensbomen


Doodzonde maar het is niet anders, het moest een keer gebeuren. Niet dat de buren veel hebben geklaagd, in tegendeel zou ik haast zeggen. Af en toe een opmerking dat het achter in hun tuin wel erg donker was, meer niet. Maar dat hadden we zelf ook al lang gezien. Aan onze kant daarentegen was het in het zonnetje bijna de hele dag een frisgroene zee van licht. In de zomer stonden op ca. 10 meter hoogte de toppen van onze beide levensbomen tot laat in de avond nog in vuur en vlam van de ondergaande zon. Circa 25 jaar geleden hebben we de toen hooguit 2 meter hoge levensboompjes, ofwel de Thuja's occidentalis ‘Brabant’ geplant als onderdeel van de erfscheiding, die bestond uit een variatie van verschillende coniferen. Al vrij snel werd duidelijk dat ze harder groeiden dan de rest. Echter aan snoeien hadden we een broertje dood. Uiteindelijk domineerden ze met een omvang van elk om en nabij 3,5 meter en een hoogte van zeker 10 meter met hun slagschaduw overdag een groot deel van de tuin van onze buren!

De Thuja is een conifeer met historie. De naam is afgeleid van het Griekse woord ‘thuo’, dat offeren betekent. De boom werd gebruikt bij offerrituelen, omdat hij een heel aangename geur verspreidt tijdens de verbranding. Deze geur is zeer specifiek voor de Thuja. Uit verse bladeren, twijgen en schors worden etherische olie gewonnen, die hun toepassing vinden in medicijnen en parfums. Een Franse ontdekkingsreiziger leerde in de 16de eeuw van de indianen wat voor positieve invloed de Thuja op de behandeling van scheurbuik had. Aan deze werking dankt de levensboom dan ook zijn naam. De meeste uit Noord-Amerika en Azië stammende soorten worden veel te groot voor een gewone tuin. Van alle soorten bestaan echter mooie kweekvormen. Occidentalis betekent ‘uit het westen’. Deze levensboom heeft geel of groen loof en groeit zonder veel problemen op de meest verschillende gronden. Zijn vruchten zien er uit als kleine kegeltjes. Na tien jaar zijn de bomen zo’n 2,5 à 3 meter hoog. Wanneer de bomen niet gesnoeid worden, kunnen ze uiteindelijk wel 8 tot 10 meter worden. Het hout van deze levensboom wordt vanwege zijn vochtbestendigheid gebruikt in de scheepsbouw, maar ook past men het toe op blokhutten, kozijnen en deurposten. Omdat de boom een leeftijd kan bereiken van wel 800 jaar, wordt hij vaak gebruikt bij onderzoeken naar het klimaat.

Gisteren zijn ze geslecht! Wat nog rest zijn de twee stammen die op ongeveer 2 meter boven het maaiveld zijn afgezaagd. Of dat zo blijft valt nog te bezien. Mogelijk dat we er iets aan kunnen hebben in de nieuwe afscheiding, maar het is ook denkbaar dat we ze uiteindelijk toch maar gewoon op maaiveld niveau afzagen. We denken er over na!

vrijdag, februari 13, 2015

Drums & Percussie


De belangrijkste functie van drums en percussie, slagwerk binnen een band zal ik maar zeggen, is 'de maat houden'! D.w.z. het juiste tempo inzetten en er voor zorgen dat de band niet versnelt of vertraagt. Op de tweede plaats moet de slagwerker de 'structuur' van het te spelen nummer kennen en beheersen. Waarbij het op de derde plaats van belang is, dat de slagwerker die structuur 'duidelijk kan aangeven' naar de andere leden van de band. Zie daar de drie belangrijkste taken van een slagwerker binnen een band!
Simpel zou je zeggen, maar toch is het lastig om deze criteria consequent voor ogen te houden. Drums en percussie instrumenten bieden oneindig veel mogelijkheden om je slagwerkpartij invulling te geven, bijvoorbeeld met fills (korte muzikale passages). En het is voor een slagwerker heel verleidelijk om daarin op te gaan en die top drie even te veronachtzamen. Het overkomt mij in iedergeval nog vrij regelmatig, terwijl ik in de plaatselijke fanfare reeds als elf jarig jongetje als één van de drie concert slagwerkers mede het ritme bepaalde. (Zie ook m'n stukje 'embouchure' in mijn blogarchief van 23 februari 2011) De slagwerker wordt wel het fundament van de band genoemd. De slagwerker is verantwoordelijk voor de timing, muziek met een slechte timing is onplezierig om naar te luisteren.

Er zijn verschillende manieren om aan te geven hoe langzaam of hoe snel je een stuk muziek moet spelen. Meestal als een componist heel nauwkeurig wil aangeven hoe snel een stuk gespeeld moet worden, zet hij bijvoorbeeld boven het stuk: 1/4 = 100 d.w.z. dat er 100 kwartnoten per minuut gespeeld moeten worden. In de muziek gebruikt men meestal een tempo dat zit tussen de 40 (heel langzaam) en
200 (heel snel). Omdat het niet makkelijk is om je een tempo goed voor te stellen, maken we als regel gebruik van een metronoom om onderstaande tempi aan te leren:
Metronoomgetal 40-60 lento, largo zeer langzaam; 60-90 andante, larghetto langzaam; 90-120 moderato, allegretto matig; 120-160 allegro, vivace snel; 160-200 presto zeer snel. Veel muziekstukken speel je van begin tot eind in hetzelfde tempo. Toch zijn er ook stukken waarin je het tempo juist wel moet veranderen. Om deze veranderingen aan te geven zijn de volgende aanwijzingen in gebruik:
Accelerando en stringendo (string.) betekenen dat je sneller moet worden; Ritenuto (rit. of riten.), rallentando (rail.) of ritardando betekenen dat je langzamer moet spelen; Bij A tempo ga je terug naar het tempo voor de laatste tempowijziging; Bij Tempo 1° of tempo primo ('het eerste tempo') ga je terug naar het oorspronkelijke tempo.

Als goedwillende amateurs worstelen we in onze band 'Hodgepodge' zo af en toe nog wel eens met het tempo, of hebben we over de interpretatie van het één en ander een verschil van mening. We komen er echter altijd uit, maar terecht ofwel onterecht, vaak niet zonder vermanende blikken richting slagwerker!

woensdag, februari 11, 2015

Modernistische architectuur


Het geboortehuis van Pieter Cornelis Mondriaan (1872-1944) staat aan de Kortegracht 11 in de Amersfoortse binnenstad. Hij heeft daar met z'n ouders de eerste acht jaar van zijn leven gewoond. Op initiatief van mijn voormalige werkgever architect Leo Heijdenrijk (1932-1999) en zijn vrouw Cis is daar sinds 1994 het z.g. Mondriaanhuis gevestigd. Een museum waar je kennis kan maken met het leven en werk van de wereldberoemde kunstenaar. Voorts zijn er tentoonstellingen van kunstenaars die door Mondriaan zijn geïnspireerd.


Mondriaanhuis, gevel aan de Kortegracht.
Oorspronkelijk bestond het pand uit twee huizen, die in 1869 werden verbouwd tot een woonhuis en een school. De vader van Mondriaan was hoofdonderwijzer op de school en de familie ging in het woonhuis wonen. Zowel het woonhuis als de school zijn typisch negentiende eeuwse gebouwen met een wit gepleisterde gevel en grote glas-in-lood ramen. De panden bestaan uit twee woonlagen en hebben een rood pannendak met kleine dakkapellen. In 1985 richtten Heijdenrijk en zijn vrouw de Stichting Mondriaanhuis op. Het doel was om een documentatiecentrum in het geboortehuis van Mondriaan te vestigen. Daarnaast wilden ze de vervallen panden, die inmiddels tot Rijksmonument waren verklaard, restaureren. In 1989 kwam het documentatiecentrum er, niet in het geboortehuis zelf, maar in een pand ernaast. Het geboortehuis en het pand ernaast werden met behulp van sponsors en subsidie aangekocht en gerestaureerd door de Stichting De Nieuwe Beelding van het echtpaar Heijdenrijk. De voorgevel van het geboortehuis werd in 1992 zo verbouwd dat ze weer het uiterlijk kreeg dat ze rond 1900 had gehad.


Mondriaanhuis, gevel aan het Schelvissteegje
Het Mondriaanhuis is vanaf 2001 een Museum voor Concrete en Constructieve Kunst geworden. Vanaf toen zijn er een aantal aanpassingen en verbouwingen geweest aan het pand. De laatste verbouwing dateert geloof ik van 2009, toen het museum o.m. ook een ingang heeft gekregen in de achtergevel aan het Schelvissteegje. Het is een leuk museumpje, trouwens de laatste keer dat we er waren was in 2010! (Zie mijn stukje 'Mondriaanhuis' van 25 augustus 2010).
De huidige tentoonstelling 'Mondriaanhuizen', Modernistische architectuur in de hedendaagse kunst, is een selectie hedendaagse kunst, gekenmerkt door een hernieuwde belangstelling voor modernistische architectuur. Het modernisme van begin 20e eeuw was sterk utopistisch van karakter. Beeldend kunstenaars, architecten en musici geloofden in een maakbare, ideale maatschappij. In de huidige tijd, waarin het utopisme definitief tot het verleden lijkt te behoren, politieke ideologieën gesneuveld zijn en het globalisme de machtsstructuren in de wereld sterk heeft bepaald, valt in de hedendaagse kunst een opvallende tendens te bespeuren van verbeelding van modernistische (bouw)kunst.


In het geboortehuis van Piet Mondriaan, de modernist bij uitstek, wordt deze tendens in een verrassende groepstentoonstelling in beeld gebracht. In de tentoonstelling 'Mondriaanhuizen' hebben we werk van diverse kunstenaars gezien t.w. Annemieke Alberts, Michael van den Besselaar , Henk van den Bosch, Aldo van den Broek, Liesbeth Doornbosch, Cécile van Hanja, Wessel Huisman , Monique Kwist, Oscar Lourens, Jan van de Pavert Jan Ros, en Hans Wilschut.

zaterdag, februari 07, 2015

winterse perikelen


Op facebook (internet) kwam ik onderstaand filmpje tegen, vergezeld met het nodige commentaar van die en gene. Spectaculair, maar de verkapte opmerkingen aan het adres van NS en ProRail waren in dit verband vooral met cynisme doorspekt. Begrijpelijk natuurlijk, er is met onze spoorwegen m.n. in de herfst en winter altijd wel wat aan de hand. Blaadjes op de rails, bevroren bovenleidingen en/of wissels, kapot materieel, computerstoring, getob met de overgang naar de winterdienstregeling, misverstanden ga zo maar door. En dat terwijl de huidige combinatie NS en ProRail al sinds 1 januari 2005 bestaat, perfect zal het wel nooit worden, maar de kinderziektes zouden er zo langzamerhand toch echt wel uit moeten zijn!

Nee, dan Canada! Daar lopen ze niet te zeiken over een blaadje op de rails. Daar rijd ogenschijnlijk met het grootste gemak een trein door bijkant een meter sneeuw. Als een mes door de boter scheurt hij over het ondergesneeuwde spoor, zelfs een muur van opgehoopte sneeuw bij een spoorwegovergang houdt hem niet tegen!



Prachtig, echter Canada valt in dit verband natuurlijk niet te vergelijken met Nederland. Ondanks het feit dat ik de algemene kritiek n.a.v. dit filmpje op NS en ProRail wel een beetje deel en begrijp, kan ik alle cynisme ten spijt, het toch ook een beetje opnemen voor NS en ProRail. Het spoorwegnet in het dichtbevolkte Nederland is behoorlijk complex en moeilijk vergelijkbaar met het Canadese. We hebben in dit kleine landje met ca. 7033 km spoor, 2731 overwegen, 4500 km bovenleidingen, 7195 wissels en 405 stations sowieso veel meer handelingen op de m2 zal ik maar zeggen, waarbij iets mis kan gaan. Verder heeft de Canadese dieseltrein, die zo te zien op enkel spoor rijd, heel wat meer power, dan een elektrische trein die afhankelijk is van de hoogspanning op de kwetsbare bovenleidingen.

En dan die herfstblaadjes op de rails. Ik heb in het verleden in opdracht van NS eens een ontwerpplan gemaakt voor het vernieuwen en renoveren van een treinwerkplaats in Tilburg. Om me voor te bereiden op het één en ander, heb ik daar een aantal dagen rondgelopen. De wielenbank kwam toen o.a. aan de orde, waarbij ik kennis maakte met het begrip 'vierkante wielen', wielen die door te remmen, meestal door gladheid van de rails, een ingesleten vlakke plaats hebben opgelopen, en bij het rijden een bonkend geluid veroorzaken. In de wielenbank werden de wielstellen weer opgeknapt, d.w.z. de gehavende wielbanden werden middels hitte (uitzetting) a.h.w. van de velgen verwijderd en vervangen door een nieuwe of gerenoveerde wielband.
Bijna iedere herfst is raak. Gevallen blad waait over de rails, het plakt eraan vast als kauwgom aan vloerbedekking. Een trein dendert er een keer overheen en drukt de bladermassa nog eens stevig aan, terwijl het blad ook vastplakt aan het treinwiel. Een herfstbui maakt het vervolgens nat en het spoor verandert in een glijbaan vol zwarte smurrie, waardoor de wielen tijdens het remmen kunnen blokkeren. De trein beweegt verder terwijl een of meerdere wielen stilstaan en over de rails glijden. Op de plaats waar ze contact maken met de rails slijten de geblokkeerde wielen zeer snel. Treinvervoerders zoals NS en ProRail nemen treinen met z.g. 'vierkante wielen' zo snel mogelijk in onderhoud. Er rijden dan minder treinen, zodat er gaten vallen in de dienstregeling. Het één en ander bestaat al zolang er treinen rijden, en is uiteraard niet alleen een Nederlands probleem!

vrijdag, februari 06, 2015

foto als schilderkunstig doel!?


Hoewel het expositieoppervlak van museum 'de Fundatie' sinds 2013 middels het architectonische hoogstandje van HubertJan Henket (Bierman Henket Architecten) met een toename van bijna 1000m2 praktisch is verdubbeld, blijft het in vergelijking met het Stedelijk- of het Rijksmuseum in A'dam met resp. 8000m2 en 14500m2 expositieoppervlak een klein museum. Maar in zijn daden zou je kunnen zeggen, is 'de Fundatie' alles behalve een klein museum. Sinds de heropening in 2013 heb ik daar behalve de keuzes uit eigen collectie, alleen maar exposities van overwegend grote kwaliteit gezien. Ik vind het een prachtig, maar vooral ook overzichtelijk museum!

Onlangs hebben we daar 'In search of meaning' gezien, een expositie van mensbeelden in globaal perspectief. In deze tentoonstelling wordt de betekenis van de mensfiguur in globale context onderzocht. Het vraagstuk van het geloof, de val van de Muur en de teloorgang van het communisme; aan het einde van de vorige eeuw veranderde de wereld ingrijpend, maar het einde van de 'grote verhalen' liet ons met lege handen achter. Hoe te leven? Wereldwijd kiezen kunstenaars voor de mensfiguur om hun vragen over het mens-zijn te communiceren. Kunst maken is voor hen een vorm van zelfonderzoek. Ze beginnen vaak bij zichzelf en maken afgietsels van hun lichaam, in het verlengde van de bodyart. Maar het gaat niet om zelfportretten. Deze 'mensbeelden' tonen visies op het mens-zijn. Kunstenaars onderzoeken het fysieke lichaam, van seks en dood, tot onze relatie met de natuur en de kosmos. Ze verbeelden sociale relaties zoals liefde, haat en eenzaamheid en machtsverhoudingen tussen groepen. Ze stellen ethische en existentiële vragen in een tijd dat richtlijnen voor het leven ontbreken. Het optimistische vooruitgangsgeloof van het modernisme maakt plaats voor postmoderne twijfel, en postseculiere spiritualiteit en Godsverlangen en dat zie je terug in de kunst.

We hebben intrigerende werken gezien van Joep van Lieshout (1963), Heri Dono (1960), Folkert de Jong (1972), Karin Arink (1967), Yue Minjun (1962), Elisabet Stienstra (1967), Juan Muñoz (1953-2001), Stephan Balkenhol (1957) en nog vele anderen. Tot zover de prachtige expositie 'In search of meaning'

Dan 'CLOSER'het megarealisme van Tjalf Sparnaay, de tweede expositie die we daar hebben gezien. De eerste museale presentatie van Tjalf Sparnaay (1954). Zeer nauwkeurig in olieverf nageschilderde gebakken eieren, patatten, broodjes, salades, ketchupflessen, barbiepoppen, knikkers, herfstbladeren etc. etc. Tjalf Sparnaay was sportleraar toen hij begin jaren '80 gefascineerd werd door de fotografie. Met zijn camera legde hij middels snapshots het dagelijkse leven om hem heen vast. Tegelijkertijd ontwikkelde hij zichzelf in zijn vrije tijd tot schilder, geïnspireerd door het magisch realisme van Carel Willink en het 'Photorealism'. Een stroming binnen de Amerikaanse kunst waarbij de kunstenaar de werkelijkheid natuurgetrouw (na)schildert aan de hand van een, al dan niet uitvergrote foto, waarbij de koele, harde fotoweergave tot schilderkunstig doel wordt. Beroemde fotorealisten als Ralph Goings, Charles Bell en Richard Estes waren zijn voorbeelden.

Het 'nieuwe realisme' wordt het genoemd, een stroming in de kunst die ten koste van de 'moderne kunst' terrein aan het winnen is, las ik ergens. Geen probleem, het gaat nou eenmaal zoals het gaat in de tijd. Maar is het kunst? Knap, dat zeker, en vele malen kunstiger dan bijvoorbeeld de 'conceptuele kunst', waarvoor je nauwelijks artistieke gaven hoeft te bezitten. Zo bezien zou je het 'nieuwe realisme' zelfs nog grensverleggend kunnen noemen. Evengoed associeer ik die nageschilderde foto's toch meer met kunstnijverheid dan met kunst. Ik heb er niks mee, het raakt en ontroerd me niet. Kijken naar een minitieus nageschilderde eigentijdse foto, zie ik een beetje als het omgekeerde van kijken naar een poster van een schilderij van oude meesters! Nogmaals knap wat die Sparnaay presteert met zijn penseel, maar voor mij had hij daar gewoon zijn foto's mogen ophangen.

woensdag, februari 04, 2015

over biodiversiteit


In Sir EDMOND, de wekelijkse bijlage van de Volkskrant, zag ik onlangs van microfotograaf en planktonkenner Wim van Egmond, een foto van een 'foraminifeer'. Ik had in een biologieboek wel eens afbeeldingen van een 'foraminifeer' gezien, in zowel levende- als fossiele staat, maar zo lichtgevend had ik ze nog nooit gezien, prachtig! Het deed me aan zeevonk denken, maar dat is een heel ander organisme en heeft hier niets mee te maken. De 'foraminifeer' lichte enkel op door de flitser tijdens het maken van de foto. Evengoed boeiend!

(Foraminiferen zijn dierachtige eencelligen met een kalkskelet, dat meestal is opgebouwd uit kamers. Door gaatjes in de tussenwanden van de kamers, komen uitstulpingen van celplasma (pseudopodiën) naar buiten. Hiermee kunnen ze zich verplaatsen en voeden. Ze leven uitsluitend in zee. Foraminiferen zijn meestal microscopisch klein, maar ze kunnen ook enkele centimeters groot worden. Fossiele (versteende) overblijfselen van foraminiferen worden regelmatig in gesteentelagen gevonden. Zo bestaan o.m. de krijtrotsen van Dover uit kalksteen bestaande uit foraminiferenskeletjes).

Prachtig, wat zijn er toch ongelooflijk veel levensvormen op aarde. Ik las ergens dat er ongeveer 4 miljoen beschreven zijn. Maar er zijn er ongetwijfeld veel meer, want de mens heeft tot op de dag van heden nog lang niet alle gebieden op aarde bestudeerd. Biologen schatten de totale hoeveelheid verschillende levensvormen op ongeveer 40 miljoen soorten. Tien keer zoveel dus! Waarop de schatting is gebaseerd mag joost weten, maar ik ben dan ook geen bioloog. Aan de andere kant staat de biodiversiteit onder druk. De paradox is dus, dat alle levensvormen nog lang niet bekend zijn, terwijl er ook levensvormen uitsterven. Alleen in Nederland al werden er in 1950, 1400 soorten hogere planten geteld. Sindsdien zijn hiervan 70 uitgestorven en zijn er 500 in aantal/oppervlakte ernstig achteruitgegaan. En het aantal broedvogelsoorten schijnt in dezelfde periode met een derde te zijn afgenomen!

Toen Charles Darwin in 1831 vertrok voor zijn wereldberoemde reis met marineschip HMS Beagle, heerste nog sterk het idee dat alle aardse levensvormen door God waren geschapen. Onderzoekers beschouwden het als hun levenstaak om zoveel mogelijk soorten te bestuderen en te benoemen. Rond 1750 rangschikte de Zweedse onderzoeker Carolus Linnaeus in totaal 15.000 soorten. Eind 18e eeuw stond de teller al op een miljoen, en tegenwoordig gaan biologen dus al uit van ongeveer 40 miljoen verschillende soorten. Een complete inventarisatie lijkt me haast ondoenlijk. Met zijn evolutietheorie liet Darwin zien, hoe door een samenspel van toevallige verschillen en natuurlijke selectie nieuwe soorten kunnen ontstaan. Darwin probeerde alle hem bekende soorten te rangschikken in een soort van levensboom die de verwantschap tussen de soorten laat zien. Inmiddels is met DNA-technieken Darwins theorie nog eens bevestigd.

De natuur en de daarbij horende biodiversiteit zijn ook essentieel voor het voortbestaan van de mens. Als we de biodiversiteit nu goed beschermen, kunnen we een schone en een gezonde wereld voor onze kinderen nalaten. Maar hoe kan grootgebruiker mens dit aanpakken?
Er zijn eigenlijk twee manieren; we kunnen soorten beschermen bijvoorbeeld door het redden van bedreigde soorten, of hele ecosystemen beschermen, bijvoorbeeld door het opzetten van natuurreservaten in soortenarme of bedreigde gebieden. Het één en ander is natuurlijk best moeilijk als je het totale aantal soorten op aarde nog lang niet kent, terwijl er aan de andere kant weinig tijd te verliezen is.

Integrale samenwerking is een absolute must! Tussen wetenschappers die proberen de biodiversiteit op aarde zo snel mogelijk in kaart te brengen, en natuurbeschermers en politici die oplossingen proberen te vinden voor de alles overheersende invloeden in deze van de mens.