vrijdag, januari 30, 2015

'Felis Onca IV' op de klippen!


Onlangs las ik in de krant dat Rijkswaterstaat aan de Nieuwe Waterweg natuurgebiedje 'Gors van de Lickebaert' wil aanpakken. Rijkswaterstaat gaat daartoe in 2017 ca. 2 km natuurvriendelijke oever aanleggen langs de Nieuwe Waterweg. Het één en ander om ter plekke een geleidelijke overgang van het land naar water te laten ontstaan, alsmede een evenwichtig leven van de onderwaterbodem. Het 'Gors van de Lickebaert' ligt aan de noordoever van de Nieuwe Waterweg tussen Maassluis en Vlaardingen. Het gebied, dat deel uitmaakt van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur, valt regelmatig droog maar toch ontstaat er geen waardevolle natuur. De golven van passerende schepen op de Nieuwe Waterweg, één van de drukste vaarwateren ter wereld, verhinderen de vorming van een geleidelijke overgang van land naar water en een evenwichtig onderwaterbodemleven. Tot zover het recente nieuws over het 'Gors van de Lickebaert'!

Bij het lezen over de plannen met het 'Gors van de Lickebaert' gingen mijn gedachten ruim 20 jaar terug, toen ze in die hoek kennelijk al bezig waren de overgang van land naar water naar wens te manipuleren. Met de 'Felis Onca IV', ons voorlaatste zeiljacht waren we met vakantie naar Zuid Engeland en Normandië geweest. Waarbij op de terugweg spontaan het plan was ontstaan nog een paar dagen aan de vakantie vast te knopen en niet langs, maar door Zeeland huiswaarts te varen. Daartoe zijn we destijds bij Vlissingen naar binnen gegaan. Via het kanaal door Walcheren, het Veerse Meer, Oosterschelde, Volkerak, Haringvliet, Spui en Oude Maas raakten we uiteindelijk nabij Vlaardingen op de Nieuwe Waterweg verzeild, waar we alvorens het ruime sop weer te kiezen, in Schiedam hebben overnacht.

De andere dag wilden we naar IJmuiden varen. Maar dat zou waarschijnlijk wel motorren worden, want voorlopig was Aeolus ons niet of nauwelijks gezind, en de voorspellingen waren in dat opzich ook niet gunstig. Het was niet anders, en zo voeren we even later op de motor met stroom en tij mee met een stevig gangetje van rond acht knopen over de grond op de Nieuwe Waterweg zeewaarts, waarbij we in de vaargeul conform het BPR zo dicht mogelijk de stuurboordwal aanhielden. Ter hoogte van het 'Gors van de Lickebaert' meende ik de bocht in de geul wel enigszins te kunnen afsnijden. Een blik op de dieptemeter en de kaart gaf voldoende vertrouwen, altijd nog rond 4 à 5 meter terwijl onze diepgang 1,90 meter was! In een opperbeste stemming stoven we al keuvelend westwaarts, J, die beneden bezig was met de koffie, stond op het trapje in de kajuitopening, en ik achter de roerstand. Plotseling zag ik op de tot dan toe vrij vlakke waterspiegel, een enigszins draaiende werveling op zo'n 2 à 3 bootlengtes voor de boeg. Een fractie van een seconde later was het boem!

J was door de klap vanaf het trapje door de kajuit tegen het middenschot gekatapuleerd, en kwam er wonder boven wonder enkel met de schrik en een paar blauwe plekken van af. En ik zat met een gekneusde rib een tijdje adem happend in de kuip, door de klap tegen het stuurwiel was even alle lucht uit m'n longen geperst. En de 'Felis Onca IV' zat aan de grond zo vast als een huis en hing hoog en scheef in de Nieuwe Waterweg. Enigszins bekomen van de schrik en de pijn hebben we eerst maar eens gekeken of er nergens water binnenkwam. Motorruimte, schroefas, bilg, kielophanging etc. Dat zat zo te zien allemaal goed, en de mast stond er gelukkig ook nog goed bij. Maar ja wat nu, we moesten daar uiteraard wel weg zien te komen. Inmiddels waren we door een grote hekgolf van een passerend schip ook nog iets hoger en schever komen te liggen, enige haast was geboden. Ik stond echter amper klaar om middels de marifoon de havendienst op te roepen, toen ik in m'n ooghoeken de redding nabij zag komen.

Twee potige kerels op een gele pilot hadden ons al zien stunten in de gevarenzone en het één en ander aan zien komen. Afgelopen week waren in deze hoek door Rijkswaterstaat grote betonblokken gestort die uiteraard nog niet op de kaart stonden. Op ca. 15 meter van ons bleven ze liggen, dichter bij ging niet vanwege hun diepgang. Of we een lijntje over konden gooien. Nadat de verbinding met een paar aan elkaar geknoopte landvasten was gelegd, begonnen ze in alle rust te trekken in de richting vanwaar we vandaan gekomen waren. Het was een stevige landvast, maar dat mocht niet baten, knap! Vervolgens gooiden ze zelf een lijntje over, eerst een dunne, gevolgd door een bijkans polsdikke lijn, die ik zo goed en kwaad als ging aan een lier bevestigde. Wederom nam de spanning op de lijn toe, maar deze keer met succes. Even later dreven we zij aan zij, wat waren we blij! Wat we ze schuldig waren? Even zaten beide mannen voor de vorm een beetje te smoezen, nou wat dacht u van een flesje jajem? Van meer wilden ze niet weten! Te gek jongens, en met een 'hier pak aan' koop dan op z'n minst allebei een fles, namen we afscheid en gingen we ons weegs.

Amper voorbij Maassluis werden we ingelopen door een politieboot die naast ons kwam varen. Enigszins ongerust vroegen we ons af waar we dat weer aan te danken hadden? Tot onze verbazing vroegen ze wat we van plan waren. Nou we gaan naar buiten, naar IJmuiden. Dus jullie gaan na zo'n crash gewoon de zee op? Crash? 'Big brother is watching you', ze zien ook alles op de Nieuwe Waterweg! Ja, het valt mee, we hebben de boel nagekeken en er is zo te zien niks aan de hand. Hebben jullie kiel en onderwaterschip dan ook geïnspecteerd? Nee, dat niet, hoe zouden we dat hier moeten doen? Maar we hebben een vaste loden kiel die volgens ons een aardige dreun kan hebben. Desalniettemin raden ze ons met klem aan, om alvorens de zee op te gaan het onderwaterschip in de Berghaven in Hoek van Holland te laten inspecteren. Zij wilden de mensen daar alvast wel verwittigen en iets proberen te regelen. Wat een services! Bij een kraan konden we jammer genoeg niet terecht, echter twee duikers van de brandweer hebben daar kiel en onderwaterschip uitvoerig kunnen bekijken. Het enige wat ze konden ontdekken was een fikse winkelhaak in de schuine voorkant van de kiel op ongeveer 30 cm vanaf onderkant kiel. Opluchting alom! Bizar maar waar, ook hier konden we de zaak in natura afronden met koffie en een paar flessen jajem!

Na alle heisa zijn we daarna Scheveningen maar binnen gelopen. Daar hebben we alvorens de kooi in te duiken, de dag met een borrel en een visje geëvalueerd. Morgen weer een dag!

zondag, januari 25, 2015

Muziektempel Catharinakapel


De huidige Catharinakapel beleef ik vooral graag als een muziektempel, maar ze is natuurlijk veel meer. Om maar wat te noemen, behalve concerten worden er in de voormalige kapel van de Catharinaparochie film- en toneelvoorstellingen, cabaret, kunstexposities (zie o.a. de beelden van Monique Spapens), feestjes en trouwerijen gehouden. Allemaal prachtig, maar als gezegd geniet ik het meest in de Catharinakapel als er muziek te beluisteren valt. Dat is vooral ook te danken aan de perfecte akoestiek en de ingetogen ambiance van de ruimte. Het blues- en countryachtige concert van 'OMar' j.l. vrijdagavond in de bovenzaal, was voor mij weer eens een bevestiging van deze stellingname. Prachtig, en toen ik de muziek van 'OMar', waar ik tot voor kort nog nooit van gehoord, ook nog eens als koren op m'n molentje beleefde, kon de avond niet meer stuk!



'OMar' bestaande uit twee gitaristen Martin Korthuis (1952) en Omar Bakker, waarbij eerstgenoemde ook zang hoofdzakelijk voor zijn rekening nam, lieten vrijdagavond blues en country vloeiend ineen stromen. Hoewel beide muzikanten al een grote staat van dienst hebben in de wereld van de muziek, was dit hun eerste optreden in deze context. Martin Korthuis die zijn roots in de country/rock heeft liggen, kwam Omar Bakker, wiens roots meer in de wereld van de blues/rock liggen, op Schiermonnikoog tegen. Ze speelden wat met elkaar, en wat bleek, het klikte, beide muziekstijlen konden ze moeiteloos verenigen. Vrijdagavond maakten we dus in de Catharinakapel tot groot genoegen van naar schatting 45 à 50 aanwezige luisteraars de primeur mee van 'OMar'. Prachtig, de avond was voorbij voor ik er erg in had. Ze gaven één toegift, maar dat hadden er van mij, en ook van de anderen aan de reacties te horen, best meer mogen zijn!

vrijdag, januari 23, 2015

Backpacken in de Ourthevallei


Rond 4 uur 's middags stapten we uit op station Melreux Hotton, we waren er. Blij en opgelucht na de lange, ietwat rommelige treinreis, die ons al vanaf 's morgens 9 uur had beziggehouden met overstappen en lange wachttijden, hesen we op het perron onze rugzakken op. Van nu af aan waren we backpackers in de Ourthevallei! Maar voor vandaag was het wel even mooi geweest, en leek het ons beter eerst maar eens een plekje voor de nacht te gaan zoeken. Een uurtje later hadden we onze tentjes opgeslagen op een mooi idillisch plekje aan de Ourthe, zaten de kinderen al in de Ourthe en snorde ons benzinebrandertje er voor een warm maaltje gezellig op los!

Na een goede nachtrust en een stevig ontbijt begonnen we de andere morgen met het echte werk. Voor de komende week hadden we een voettocht gepland over de GR 57 door het zuidelijk deel van de 'Ourthevallei', genaamd 'De hoge vallei'.

De Grande Randonnée nummer 57, kortweg de GR 57 door de 'Ourthevallei' in de Belgische Ardennen is een wandelpad tussen Luik en Houffalize van totaal 151 km. Ze bestaat uit 3 delen t.w. 'De lage vallei' (Luik - Bomal 51 km), 'De midden vallei' (Bomal - Hotton 36 km) en 'De hoge vallei' (Hotton - Houffalize 64 km).

Ons bezoekje aan de 'grotten van Hotton', die zich even buiten de wit-rode merktekens van de GR route bevonden, was de moeite waard. Ik las dat de grotten daar pas in 1958 zijn ontdekt. De verscheidenheid en de opmerkelijke kleuren van de druipsteenformaties vonden we prachtig.

Na ons bezoek aan de grotten hebben we de draad weer opgepakt, en vervolgden we onze weg over het GR pad richting Beffe. In die omgeving vonden we aan de Ourthe wederom een prachtig plekje voor de nacht. 's Avonds zaten we daar knus met z'n vijven te kletsen om een vuurtje dat we hadden aangelegd op een basis van keien uit de rivier. Het knetterende vuurtje overtrof af en toe het ritmische gemurmel van de Ourthe. Wat een sfeer, en nog lekker warm ook. Totdat opeens de basis van ons vuurtje met een regen van vonken uit elkaar begonnen te spatten, we schrokken ons een bult. Natuurlijk, de anomalie van water, de doornatte rivierkeien konden de spanning door de hitte niet langer aan. Jammer, maar aan de andere kant was het toch ook wel bedtijd geworden!

's Morgens dreigende wolken aan het zwerk, de lucht was bezwangerd van regen. Maar het was gelukkig nog droog, we hebben ons bivak dan ook als een speer opgebroken. We hadden de tentjes amper droog in onze rugzakken zitten toen het begon te plenzen. De poncho's hadden we uiteraard al bij de hand gelegd, en zo gingen we ondanks de regen letterlijk goedgemutst op pad, richting Marcourt.

Lachen natuurlijk, we zagen eruit als een stel weldoorvoede kloosterlingen, maar we bleven zo allemaal wel lekker droog. Aan de weelderige vegetatie te zien valt de regen hier overvloedig. Gelukkig klaarde het na een paar uurtjes op en konden de poncho's weer in de zak. Het was wel uitkijken nu, want het was hier en daar knap glibberig geworden op ons pad. Ondanks alle onvolkomenheden was het weer een prachtige tocht. In Marcourt hebben we in de loop van de middag aan een door de regen sterk gezwollen Ourthe, ons bivak weer opgeslagen.

We raakten geleidelijk aan aardig geroutineerd. Iedereen had, al of niet bij toerbeurt, zijn taken, en dat waren er nog best veel. Vlak plekje zoeken, tentjes opzetten, inrichten, eten inslaan, water halen, kookplekje maken, benzinebrandertje aan de praat zien te krijgen, koken etc. etc. Bovendien moest iedereen een zekere discipline op kunnen brengen in die kleine tentjes. De boel binnen droog houden met die nattigheid buiten, niet teveel eten kopen, want waar moet je het laten, voorzichtig en zorgvuldig koken op open vuur en veel hitte op maaiveldniveau. Maar ook het in- en uitpakken van je rugzak moest goed en zo droog mogelijk gebeuren. Lapte je het één en ander aan je laars dan had je daar gelijk last van. Je kon of de boel niet vinden of je liep de hele dag ongemakkelijk met een te zware of onevenwichtig ingepakte zak op je rug. Maar gelukkig hadden zowel wij als onze kinderen van 13, 10 en 8 jaar het één en ander snel door, en verliep onze voettocht behoudens wat kleinigheden hier en daar op rolletjes, ondanks het bij tijd en wijle knap regenachtige weer.

In de zes dagen na Marcourt hebben we nog in La Roche en Ardenne, Maboge, Le Hérou, Engreux en Houffalize gebivakkeerd. We hebben de Ourthevallei ervaren als een uitgestrekt natuurpark. Een onvergetelijk mooi landschap, nu eens lieflijk, dan weer grillig. Rotspartijen, bossen, prachtige panorama's, pittoreske stadjes en dorpjes, ruïnes, hoogvlaktes, en door alles heen de meanderende Ourthe. Nu eens rustig voortmurmelend, dan weer woest schuimend zichzelf een weg banend. Zo werden we als begenadigde backpackers aan de boorden van de Ourthe, dagelijks getrakteerd op het wonderschone lied van het water. Een prachtige wandeling die ik nooit vergeten zal!

maandag, januari 19, 2015

over Martelpad en de Verdon!


In 'Een schitterende wandeling!!' mijn stukje van j.l. 14 januari, heb ik het op het laatst even over de 'Tour du Mont Blanc', een stukje over een voettocht van langgeleden in de Alpen, dat ik al op 2 december 2009 geschreven heb. Een voettocht die destijds door het slechte weer min of meer op een debacle is uitgelopen, waardoor we toen richting zon zijn gevlucht. Die vonden we, na enig oponthoud door een kettingbotsing op de A7 nabij Montélimar uiteindelijk in Castellane, een plaatsje in de Alpes-de-Haute-Provence. Een oase na alle kou en nattigheid in de Alpen! Desalniettemin waren we na een aantal dagen relaxen voor onze tentjes toch weer aan iets anders toe. We hadden gewandeld, boodschappen gedaan en op terrasjes gezeten, we hadden gezwommen, spelletjes gedaan en gelezen over een spannende voettocht door de Grand Cañon du Verdon!

Tentjes afgebroken, rugzakken ingepakt, en weg waren we. Een parkeerplaats voor een paar dagen hadden we snel gevonden in Rougon. Het avontuur kon weer beginnen. We hadden een rondje van om en nabij 30 km uitgestippeld. Te beginnen in Rougon, via GR 4 naar La Palud en La Maline, waar we onze tentjes wilden opslaan voor de nacht. De volgende dag zouden we dan beginnen met een steile afdaling van ongeveer 350 meter naar de bodem van de Grand Cañon du Verdon, om vervolgens langs de Verdon over de GR4, ofwel het Martelpad (vernoemd naar speleoloog Edouard Alfred Martel, die in 1905 als eerste volledig de Verdon afzakte) terug te keren naar ons vertrekpunt van de vorige dag in Rougon.

!e dag.

Vanuit Rougon, een klein afgelegen dorpje op ongeveer 950 meter hoogte, hadden we een magnifiek uitzicht op de bergachtige omgeving, waar de Grand Canyon du Verdon ook een onderdeel van is. Het was snik heet, eigenlijk te heet voor een forse wandeling met volle bepakking. Een wandeling die ook nogeens louter uit klimmen en dalen bestond. Het is ook nooit goed zeiden we tegen elkaar, de ene keer kou en regen, en nu weer dit. Maar laten we ophouden te zeuren, en gewoon een lekker rustig tempo aanhouden. Zo gezegd, zo gedaan, het prachtige panorama maakte bovendien veel goed. Hoog boven onze hoofden zagen we enkele gieren rondcirkelen, fascinerend. Rougon staat bekend om zijn gierenkolonie had ik al eens ergens gelezen.

En zo stapten we rustig voort over de GR4 richting La Palud. Op z'n tijd even een pitstopje in de schaduw voor een slokje en om af te koelen. Desalniettemin hadden we allemaal erge dorst en hete voeten, toen we halverwege de middag in La Palud aankwamen. We zijn dan ook onder een grote parasol op het eerste de beste terrasje dat we in het dorp tegenkwamen neergestreken. Schoenen uit, en omhoog met die hete voeten, even heerlijk uitblazen. Ondertussen het ene na het andere flesje fris of bronwater achteroverslaand. Het beviel ons daar onder die parasol zo goed, dat we er zeker een dik uur gezeten hebben. Uitgerust en verfrist begonnen we, nadat we onze veldflesjes weer met water hadden gevuld, aan de tweede en laatste etappe die dag.

Het vervolg over de GR4 naar Chalet de la Maline, was in feite een herhaling van zetten van het eerste deel. Alhoewel de GR4 ons nu wel veel meer over een geasfalteerde weg voerde. Dat loopt sowieso al zwaarder, laat staan met die hitte! Maar ons motto was, dat we niet zouden zeuren, dus gewoon rustig doorlopen maar. Na de zoveelste bocht zagen we eindelijk Chalet de la Maline in de verte liggen. Iedereen blij, rond zeven uur waren we terplekke, en konden we onze tentjes opzetten. Dat viel echter nog niet mee, omdat er niet of nauwelijks een vlak plekje te vinden was. Maar uiteindelijk stonden beide tentjes, al moesten we vannacht wel enigszins onder helling slapen. In Chalet de la Maline waren we kennelijk de laatste gasten, maar gelukkig hadden ze nog wat eten over voor ons.


2e dag.

De andere morgen waren we om acht uur al uit de veren. Onder helling slapen hadden we geen van allen als een succes ervaren. Het zij zo, we waren al blij dat we 's nachts de tent niet uitgerold waren. En zo begonnen we na het ontbijt rond half tien aan ons zelfverklaarde avontuur, t.w. een voettocht van 14 à 15 km over het 'Martelpad' in de 'Grand Canyon du Verdon', die ons in zes à zeven uur terug moest voeren naar Rougon.

Profiel Martelpad.

Zoals gezegd begon onze tocht die morgen met een steile afdaling van ongeveer 350 meter. Na een uurtje hadden we de bodem van de canyon bereikt en zijn we er even bij gaan zitten. We vonden het een indrukwekkende ervaring de canyon van hieruit te beleven. Te bedenken dat die enorme kloof puur door de kracht van het rivierwater is uitgesleten. Er zijn hoogteverschillen van soms wel 700 meter las ik, waarbij de canyon beneden op sommige plekken slechts 6 meter breed is en bovenaan soms enkel 200 meter. Imposant allemaal, deze overwegingen, maar we konden daar natuurlijk niet blijven zitten. Linksaf dus dan maar, richting Point Sublime en Rougon.


We raakten niet uitgekeken op de omgeving, prachtig, wat een uitzichten. Maar we moesten ook goed opletten hoe en waar we onze voeten neerzetten. Hoewel het pad naar eerder genoemde speleoloog Martel vernoemd is, vonden we het eigenlijk ook echt wel een beetje een martelpad. Maar dat mocht de pret niet drukken. Toen we op een gegeven moment een puinhelling moesten afdalen, wisten we eigenlijk niet goed hoe we dat moesten aanpakken. Terwijl we ons stonden te beraden, werden we door een paar backpackers gepasseerd, die zonder een moment van aarzeling de puinhelling met een aantal grote sprongen afgingen. Goed voorbeeld, doet goed volgen, in no time stonden we met z'n vijven beneden. Verder maar weer!

Verderop liep het Martelpad door een paar tunnels, waarvan er één een lengte had van om en nabij 700 meter. Het werd aardedonker om ons heen, maar goed dat we zaklampen bij ons hadden. Een aantal steile stalen trappen maakten verder ook deel uit van het Martelpad. In totaal moesten we daarmee een hoogte verschil van zo'n 100 meter overbruggen. Alles bij elkaar genomen een prachtige tocht. Minder zwaar trouwens dan we aanvankelijk op basis van informatie hadden verwacht. Hoewel we na zeven uur sjouwen nog een behoorlijke klim voor de kiezen kregen om de canyon weer uit te komen. Maar ja, de laatste loodjes wegen wel vaker het zwaarst. Onze kinderen hadden er overigens minder moeite mee dan wij. Die zaten, toen wij voor hun al sjokkend in beeld kwamen, al breed grijnzend achter een koel drankje op het terras van L'Auberge du Point Sublime nabij Rougon.

woensdag, januari 14, 2015

Een schitterende wandeling!!


Lang geleden stonden we op een camping aan de rivier de l'Arve in Chamonix. Al dagen lang was het het mooiste weer van de wereld, strak blauwe lucht en glashelder. Als we 's morgens, zittend voor ons tentje, omhoog keken, werden we haast verblind door de schoonheid van het Mont Blancmassief. Prachtig, die ochtendzon op de besneeuwde toppen, majestueus en dominant, superlatieven schoten tekort, we bleven kijken. Ook onze kinderen, destijds 8, 6 en 4 jaar oud, stonden soms met open mond naar die fascinerende witte wereld te gapen. Ze wilden er wel naar toe, maar daarin moesten we ze natuurlijk teleurstellen. Daar moet je een echte bergbeklimmer voor zijn, een alpinist, een kletteraar met touwen, haken en pikhouwelen, dat soort dingen. Maar we zijn vandaag wel van plan met de gondelbaan naar boven te gaan, naar de Aiguille du Midi, dat is één van de hoge toppen daar. Dan zijn we aardig in de buurt en kunnen we de boel mooi een beetje van bovenaf bekijken. Dat was leuk, iedereen blij!

We waren vrij vroeg, toch stond er al een respectabele rij wachtenden voor ons. Even zakte ons de moed in de schoenen, maar al snel kwamen we er achter dat de rij wachtenden toch nog vlug oploste. Er gaan 50 à 60 mensen in een gondel, dus dat wil ook wel. De rit vanaf het grondstation in Chamonix, dat op een hoogte van 1035 meter ligt, naar de 3842 meter hoge Aiguille du Midi, gaat in twee etappes. De eerste etappe bracht ons in ongeveer 10 minuten naar Plan d'Aiguille op 2317 meter hoogte. Vandaar bracht een tweede gondel ons in nog eens ca. 10 minuten naar de top. Het uitzicht vanuit de gondel op de omgeving was overweldigend!

Boven aangekomen bleken er diverse uitzichtplaatsen te zijn, prachtig. Maar 100 meter hoger was er ook nog een uitzichtplateau die we alleen middels een lift konden bereiken. Daarvoor moesten we wel eerst weer in de buidel tasten, maar dan had je ook wat. Het panorama dat zich daar voor onze ogen ontvouwde was magistraal, 360º konden we vrij in de rondte kijken! De ronde top van de Mont Blanc in z'n volle glorie, glinsterend in de zon. Bijna aanraakbaar, ik kon me vanaf ons uitzichtpunt moeilijk voorstellen dat die nog zo'n 1000 meter boven ons uit torende. Voor m'n gevoel stonden we praktisch op gelijk niveau, we stonden als het ware op het dak van de Franse-, Zwitserse- en Italiaanse Alpen.

Toen we uitgekeken waren zijn we met de gondel weer afgezakt naar 2317 meter, naar het tussenstation Plan d'Aiguille. Alvorens verder af te zakken, hebben we bij het restaurantje daar onder een parasol eerst maar eens wat te eten genomen. Prachtige plek daar, mooi om van daaraf te zien hoe de gondels steil omhoog richting top gingen. Ergens las ik dat er van daaraf ook een voetpad naar Chamonix liep. Een wandeling van 2,5 à 3 uur! Overwegend dalen, het leek ons leuk, hoewel we een beetje onze twijfels hadden of dit voor de jongste niet te zwaar zou zijn. Maar met het idee, haar op m'n schouders te nemen als ze het even niet meer zag zitten, zijn we vrolijk aan de afdaling begonnen. En daar hebben we geen spijt van gehad. Een mooie wandeling met prachtige vergezichten, al werd het sparrenbos naarmate we verder onder de boomgrens zakten wel steeds dikker en ondoorzichtiger. Evengoed een wandeling die me mogelijk door alle mooie belevenissen die dag, tot op de dag van vandaag nog helder voor de geest staat. En onze kinderen hadden er ook plezier in, al heb ik de jongste inderdaad zo af en toe wel even op m'n schouders genomen.

(Achteraf gezien is dit wandelingetje min of meer de opmaat geweest, voor een periode van ca. 3 jaar bergwandelen met rugzakken en tentjes, die we 5 à 6 jaar later hebben meegemaakt. Zie in m'n blogarchief o.a. mijn stukje 'Tour du Mont Blanc' van 2 december 2009).

zaterdag, januari 10, 2015

Park Vliegbasis Soesterberg


De vroegere Vliegbasis Soesterberg heet nou dus Park Vliegbasis Soesterberg, en dat is een groot verschil. In tegenstelling met vroeger mag je nu overal vrijelijk rondlopen en fietsen. En ze hebben er bovendien een prachtig museum gebouwd naar een ontwerp van architect Dick van Wageningen van het Amsterdamse bureau 'Felix Claus Dick van Wageningen architecten'. Het NMM ofwel Nationaal Militair Museum is op 11 december 2014 officieel door koning Willem Alexander geopend. Vanuit het museum uitkijkend over het immense terrein van de vroegere vliegbasis, gingen mijn gedachten j.l. woensdag even vele jaren terug in de tijd. Naar de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen ik als tiener hier samen met mijn vader een vliegshow van de Koninklijke Luchtmacht bijwoonde. Toen demoteam 'Ruiten Vier' hier met Gloster Meteor's zijn vliegkunsten vertoonden, en Super Sabre's hard over de basis vlogen om vervolgens bijna loodrecht omhoog het zwerk in te vliegen. En die oorverdovende knal, toen een Amerikaanse Starfighter boven de basis door de geluidsbarrière ging. Bijzonder dat de top-waar van weleer, hier nu als antieke waar staat of aan het plafond hangt.



Indrukwekkend allemaal wat er aan generaties wapentuig staat en hangt, tanks, pantservoertuigen, kanonnen, helikopters, vliegtuigen, raketten, noem maar op. Naast dit indrukwekkende arsenaal, zijn er ook nog diverse themaruimtes waar het verhaal van de krijgsmacht wordt verteld. Persoonlijke verhalen van bijzondere mensen. Verder is er een interactieve speelzone voor kinderen die ze Xplore noemen. En op een wand met tientallen posters, kwam ik een oude bekende tegen, en wel het vrouwtje dat een kruisraket wegschopt. Het pakkende symbool van de anti-kernwapenbeweging in de jaren tachtig. Ik was tijdens de vredesdemonstratie op zaterdag 21 november 1981 één van de ruim 400000 demonstranten op het museumplein in Amsterdam. De spanningen en ontwikkelingen in de wereld van vandaag, leren ons jammer genoeg de noodzaak om een goed geoutilleerd leger in stand te houden. Eerlijk en verhelderend dat ze in het NMM de geschiedenis van alle kanten belichten. Het is een uniek museum op een bijzondere locatie!

vrijdag, januari 09, 2015

beeldende kunst/architectuur


Zondag j.l. Museum & Tuin 'De Buitenplaats' in Eelde bezocht en het 'Drents Museum' in Assen. Mooie exposities in mooie gebouwen!


Museum & Tuin 'De Buitenplaats': Expositie over organische architectuur.

Rond 1850 herleeft de natuur als exclusieve inspiratiebron voor architecten, stedenbouwers en ontwerpers in de zich razendsnel ‘verstenende en asfalterende’ leefomgeving. De neerslag hiervan is zicht- en voelbaar in stromingen als de Art Nouveau en de Organische Architectuur. De voortrekkers als Frank Lloyd Wright, Antoní Gaudí, Friedensreich Hundertwasser en in Nederland Alberts en Van Huut zijn internationaal bekend. De verbeeldingen van de wereld van hun dromen zijn museumwaardig maar weinig te zien, en bieden zowel een oogstrelend historisch overzicht als een prikkelende, al dan niet realiseerbare toekomstvisie.

Geen geschiktere plek lijkt me, dan het door Alberts en Van Huut ontworpen museum (1996). De expositie over organische architectuur sprak des te meer tot de verbeelding, omdat we in het verleden de werken van de voortrekkers ook in natura hebben gezien. Het 'Guggenheim Museum' (1939) in New York van Wright; de 'Sagrada Familia' (1882 tot heden) in Barcelona van Gaudi; het 'Hundertwasserhaus' (1985) in Wenen van Hundertwasser en o.m. de 'Isala' klinieken (2013) in Zwolle van Alberts en Van Huut.

De wandeling daarna door de museumtuin, naar een ontwerp van Janneke van Groeningen-Hazenberg en Copijn Utrecht, was ook prachtig.

'Drents Museum': Kazimir Malevich - De jaren van de figuratie.

De nadruk van deze expositie ligt op het latere en minder bekende werk van Malevich, dat hij vanaf 1928 tot zijn dood in 1935 maakte. Het is de meest onderbelichte periode uit zijn oeuvre. Dit komt onder andere doordat bijna zijn volledige nalatenschap na zijn dood via de erven Malevich in het State Russian Museum terechtkwam, en door het communistische systeem nauwelijks buiten Rusland bekend was. Na de ‘perestrojka’ kreeg zijn werk enige bekendheid.

In de expositie is de rijke stilistische ontwikkeling te zien die Malevich voorafgaand aan zijn figuratieve periode doormaakte. Aan de hand van enkele sleutelstukken werden we meegenomen in de diverse stijlperiodes van het impressionisme, symbolisme, kubisme en suprematisme. Hoogtepunt van deze inleidende serie werken is het abstracte werk 'Zwart Vierkant' (ca. 1923), dat als één van de bekendste werken uit de kunstgeschiedenis geldt. Vervolgens wordt de ontwikkeling van zijn figuratieve werk belicht en zijn renaissance portretten (vanaf 1933), waaronder zijn zelfportret (1933), krijgen ruim de aandacht.

Naast 60 originele schilderijen omvat de tentoonstelling een serie kostuums en ontwerptekeningen, die Malevich maakte voor de avantgardistische opera ‘Victory over the Sun’ (1913).

'Drents Museum': Kostbare eieren uit het Tsarenrijk.

De pracht en praal van de Russische hofcultuur rond 1900 wordt gesymboliseerd door één object: het ei. Niet zomaar een ei, maar een juweel: uitgevoerd in de meest kostbare materialen met unieke versieringen en vervaardigd door de beste juweliers. Een aantal topstukken op dit gebied, waaronder enkele Fabergé-eieren, hebben we in het Drents Museum gezien. Prachtig gemaakt allemaal, kunstig, maar desalniettemin een kunstvorm waar ik koud nog warm van wordt.

De prachtige en zeer kostbare Russische eieren, waaronder unieke ontwerpen van Karl Fabergé zijn afkomstig uit het Landesmuseum in Liechtenstein. Deze eieren worden nu voor het eerst buiten het nationaal museum in deze omvang getoond. Het absolute topstuk is het zogenaamde ‘Appelbloesem-ei’ van Fabergé uit 1901, gemaakt in opdracht van de rijke industrieel Alexander Kelch als geschenk voor zijn vrouw Barbara. Het ei werd gemaakt door Mikhail Perkhin, hoofdjuwelier bij Fabergé en is in kwaliteit vergelijkbaar met de eieren die Fabergé en Perkhin voor de keizerlijke familie maakten. De collectie bestaat verder uit honderden unieke eieren vervaardigd in verschillende technieken. Er was een ruime selectie van de meest bijzondere topstukken te zien. De collectie kostbare eieren vertelt het verhaal van de betoverende hofcultuur van het vooroorlogse Rusland en de artistieke verfijning en bloei die de kunstnijverheid op dat moment beleefde.

dinsdag, januari 06, 2015

dan huisje, boompje, beestje!


Eind jaren zestig van de vorige eeuw hebben J en ik een huis gebouwd. Een huis dat we ook zelf hadden ontworpen. (Zie ook mijn stukje 'architectuur' van 16 december 2009). Ik zat in het ontwerpvak, al was het nog pril, dus waarom niet? De rationele aspecten als budgetten en haalbaarheid hadden we goed overdacht, daar waren we snel uit. Wat dat betreft wisten we, waar we ons aan moesten houden. Maar architectuur is meer, veel meer, en is zeker niet simpel alleen binnen een rationeel denkkader te duiden. Het opstellen van het 'Programma van Eisen' voor ons eigen huis, ging ons dan ook minder makkelijk af. Pasklare antwoorden op de meer gevoelsmatige aspecten in een ontwerpproces liggen immers sowieso nooit voor handen. Uiteraard zijn we er met z'n tweetjes wel uitgekomen, en kon ik uiteindelijk beginnen met het ontwerp en de uitwerking ervan!

Evengoed was en bleef het een lastig proces om je eigen opdrachtgever te zijn. Ik ontwerp liever een huis voor iemand anders, dat kost me om de één of andere reden minder moeite. En we hadden het 'Programma van Eisen' nog wel zo goed doordacht. Ik bleef in het begin maar wijzigen, dan weer zus, dan weer zo. Een innerlijke zoektocht van formaat was het. Het was ook, hoe zal ik het zeggen, een zoektocht naar een min of meer tijdloos concept. Ontwerpen is een abstract denkproces, met als resultaat een vormgegeven klustering van strategieën en ideeën. Echter steeds maar weer bleek het ontwerpresultaat een paar dagen later weer vatbaar voor verandering. Ik bleef aan de gang. Maar op een gegeven moment bedacht ik dat dat eigenlijk maar zo moest blijven ook. Ik heb gewoon een punt achter de ontwerpfase gezet, het was goed zo. Maar met de wetenschap dat we straks een huis zouden hebben, dat in de basis en qua ruimtelijke vormgeving klopt, maar wat ons straks in gebruik nog wel eens bezig zal houden. Het was destijds trouwens een vrij bekend issue in de architectuur, dat een gebouw eigenlijk nooit af is. Onder invloed van het gebruik en de gebruikers, moet het tegen veranderingen kunnen.

Het eindresultaat van het ontwerp was er dan ook na. We hebben met onze kinderen 18 jaar in een prettig huis gewoond. Een huis waar het interieur op met name de begane grond, die praktisch uit één grote leefruimte bestond, om allerlei reden met plezier regelmatig in meer of mindere mate werd verbouwd!

vrijdag, januari 02, 2015

jarig met oliebol en appelflap!


Oudejaarsavond zouden we thuis met z'n tweetjes doorbrengen, maar door actuele ontwikkelingen in de familie pakte dat toch een beetje anders uit, en zaten we plots met z'n vijven en Teun, onze ouwe trouwe viervoeter. Het was er uiteraard niet minder gezellig om, integendeel. Er was genoeg gespreksstof en we hebben ons ook prima vermaakt met de oudejaarsconference 'Wat is de vraag?' van Youp van 't Hek. Maar zo rond een uur of elf begonnen Jeanne en Kim, onze kleindochters van resp. 18 en 16 jaar oud, zich voor te bereiden op fase twee zal ik maar zeggen van de overstap naar het nieuwe jaar, en wel de feestjes met hun vriendjes en leeftijdsgenoten. Zie ik er goed uit zo, was vaak even de vraag. Ja natuurlijk, jullie zien er nog goed uit al zou je in een jutezak gekleed gaan. Toe zeg nou! Nee, jullie zien er geweldig uit! Oké, dank je, en zo gingen ze na de champagne rond een uur of half één, samen met hun moeder, die ook maar gelijk naar huis ging, vrolijk de deur uit. Op naar het feest, dat waarschijnlijk wel tot de vroege ochtend zal duren, die zijn voorlopig nog niet thuis!

Alvorens de koffer in te duiken, hebben we met z'n tweetjes nog een tijdje naar muziek geluisterd, en hebben we nog een pikketanisje genomen op de verjaardag van Daan, onze kleinzoon. Onze gedachten gingen even 14 jaar terug, naar 1 januari 2001. Toen even na de jaarwisseling onze kleinzoon in het AMC in Amsterdam geboren werd, terwijl wij in Almere op zijn zusje pasten. We hebben die nacht, na het blijde bericht dat tijdens de bevalling alles goed verlopen was met moeder en zoon, evengoed praktisch geen oog dicht gedaan door de vele ambulancewagens die met loeiende sirene's door de nacht scheurden. In de vroege ochtend hoorden we op de radio wat er die nacht in café 'Het Hemeltje' in Volendam gebeurt was. Voor het vervoer van de slachtoffers en de vele gewonden moesten de ambulancewagens zelfs vanuit Almere worden opgetrommeld!


Het verloop van het cafédrama in Volendam.

Op oudejaarsavond gaan de jongeren in Volendam van gelegenheid naar gelegenheid. Een grote groep jongeren eet die avond bij de Amvo om vandaaruit rond middernacht de tocht langs de Dijk te maken en vrienden een gelukkig nieuwjaar te wensen. Anderen hebben zich al de hele avond in de Blokhut, de WirWar of Het Hemeltje op hun vaste plekken verschanst in afwachting van de traditionele nieuwjaarsdrukte.

Kort na 12 uur op 1 januari 2001 zitten de drie horecagelegenheden de Blokhut, de WirWar en Het Hemeltje stampvol. De jongeren lopen in en uit om vuurwerk af te steken en elkaar te begroeten. Op de enige trap naar de Het Hemeltje is er bijna geen doorkomen aan. In Het Hemeltje zijn dan 300 jongeren, ruim 3 keer meer dan waarvoor een vergunning is en nooduitgangen op berekend zijn. Vele bezoekers jonger zijn dan 16 jaar, die er eigenlijk helemaal niet in mogen. Voor de barmannen is het ondoenlijk op leeftijd te controleren. En omdat iedereen elkaar kent is er ook geen animo om de jonkies weg te sturen. Zo staan en zitten er rond 00.15 uur ook jongens en meisjes van 13, 14 jaar in Het Hemeltje aan de drank.

Geen verstandig mens gaat vuurwerk afsteken in een overvol café, maar niemand ziet een onschuldig sterretje als vuurwerk. Zo zou er al eerder in Het Hemeltje sterretjes in brand zijn gestoken en zou er na 12 uur sterretjes zijn uitgedeeld door de barmannen. Volgens de barmannen zelf zijn de sterretjes die avond in plastic tassen aangevoerd. Jongens in de buurt van de spiltrap delen sterretjes uit en steken ze aan. Een barman dempt het licht om de sfeer te verhogen.
Na de ramp trof men 78 opgebrande sterretjes aan in het café.

Om 00.30 uur steekt één van de jongens een heel pakje met sterretjes aan. Daar schiet een steekvlam uit en de jongen steekt het pak uit schrik omhoog, tegen de kerstversiering aan. De kerstversiering vlieg direct in brand. Een barman gooit een bak met ijs en water in de brand, die even tempert. Dan krijgt het vuur nieuwe zuurstof vanuit de ventilatieroosters in het plafond. In minder dan een minuut ontstaat er in de droge dennetakken een vuurbal die door het café schiet. De temperatuur loopt in de ruimte direct op tot 400 graden, op sommige plaatsen tot 900 graden.

De nylon netten waar de takken in hangen branden door. Brandende takken vallen op de aanwezigen. Iedereen probeert weg te komen, maar uitgangen zijn verstopt met mensen. Sommige nooduitgangen gaan niet open. Alle zuurstof in de ruimte wordt door de brand opgenomen, maar er is geen nieuwe aanvoer van zuurstof meer: Vrijwel direct na het ontstaan dooft de brand ook weer uit.

Er ontstaat grote paniek. De hitte, het gebrek aan zuurstof en de vele mensen die over elkaar vallen, maakt vluchten bijna onmogelijk. Buiten heeft men niet direct door wat er in Het Hemeltje aan de hand is, maar al heel snel klimt iemand op de luifel van de WirWar bar en begint de ramen van Het Hemeltje in te slaan. Er achter zitten tralies en daarachter verdringen zich mensen om uit Het Hemeltje te komen. De zuurstof die door de ramen naar binnen komt geeft lucht en koelte aan de slachtoffers die in de hete ruimte dreigden te stikken. Omdat de brand dan al helemaal gedoofd is veroorzaakt de nieuwe zuurstof toevoer geen branduitbreiding. Hij slaat de ramen precies op het goede moment in.

Vrijwel iedereen droeg feestkleding die uit smeltende kunstvezels bestaan. Ze hebben hete gassen ingeademd en er zijn vluchtende mensen over hen heen gedaverd. In de paar minuten dat de brand woedde zijn meer dan 200 mensen gewond, 10 van hen zo ernstig dat ze later aan hun letsel overlijden. 4 jongeren overlijden direct.
Een nooduitgang komt uit op het platte dak aan de achterzijde. Vandaar af springen mensen naar beneden en raken daarbij gewond.

Ik moet denken aan Jeanne en Kim, mijn lieve kleindochters die nu ergens aan het feesten zijn met al die vriendjes en enthousiaste leeftijdgenoten. Ik ga maar slapen en troost me met de gedachte dat ze in de uitgaanswereld en bij de brandweer en de overheid, veel van het Volendamse drama hebben geleerd. Wat kunnen we trouwens ook anders? Maar vanmiddag gaan we natuurlijk bij Daan op bezoek, en daarna met mijn broers, zussen en aanhang op nieuwjaarsbezoek bij onze oude moeder.