woensdag, december 31, 2014

tijd van afsluiten en loslaten!!


De jaarwisseling, vuurwerk, afscheid van het oude jaar, begroeting van het nieuwe jaar. Tijd van afsluiten, loslaten en opnieuw beginnen las ik ergens. Afsluiten, loslaten en opnieuw beginnen, klinkt poëtisch, wat houd het eigenlijk in? Is het dan meer dan simpelweg een jaar afsluiten, het volgens de hier gangbare jaartelling 2014e rondje om de Zon van moeder Aarde met de hele santenkraam, dat evenals alle jaren vóór 2014 precies 365,25 dagen heeft geduurd, zit er weer op. We laten het achter ons, en beginnen met z'n allen vrolijk aan een nieuwe ronde, het 2015e rondje om de Zon. (by the way, ons zonnestelsel is volgens Bartjens ca. 4,5 miljard jaar oud, moeder Aarde heeft er dus wel wat meer rondjes 'om de Zon' opzitten dan 2014) Maar goed, een simpelweg puur rationele duiding van een jaarwisseling, doet volgens mij afbreuk aan de symboliek. Daarom, een meer poëtische benadering is gewoon leuker, een beetje melancholisch terugblikken, en je verbazen over de tijd die zo snel gaat!

Het zeker binnen het christelijk deel van de natie bekende tobberige nieuwjaars-lied 'Uren, dagen, maanden, jaren' van Rhynvis Feith (1753-1824, zo ongeveer de uitvinder van het sentimentalisme in de Nederlandse literatuur) geeft wel aan hoe velen zich met de tijd en de schepper verhouden.

Uren, dagen, maanden, jaren
vliegen als een schaduw heen!
Ach, wij vinden waar wij staren,
niets bestendigs hier beneên!
Op de weg die wij betreden,
staat geen voetstap die beklijft.
Al het heden wordt verleden,
schoon 't ons toegerekend blijft.

Het hele lied, dat uit 6 coupletten bestaat, is een ode aan de schepper. Ode of niet, ik kan hier knap treurig van worden. Ik geloof niet, dus leef ik sowieso al op gespannen voet met de schepper, wie of wat dat ook zijn mag. Als ik dan lees tot welk soort tenenkrommend gezever de mens in staat is, hoewel het eerste couplet nog meevalt, wordt ik daar allesbehalve gelukkig van.

Trouwens over geluk gesproken, daar heeft Willem Wilmink (1936-2003) een prachtig gedichtje over geschreven dat 'Het menselijk geluk' heet. Het gaat als volgt:

De huur betaald.
De stoep geschuurd.
Een goeie visboer in de buurt.
Een meid die als ze naast je gaat,
loopt te zingen over straat.

Hoe simpel kan het zijn, maar van dit soort poëzie word ik gewoon heel blij. Ik ga dan ook mijn best doen om in het hele nieuwe jaar te leven in de geest van dit mooie kleine gedichtje!

zondag, december 28, 2014

stadswandeling in Harderwijk


Mooi weer vandaag, tijd voor een middagwandeling! Enkele minuten later liepen we langs het Wolderwijd naar de binnenstad. Op het Wolderwijd een dun vliesje ijs, maar ook volop leven, één en al gesnater, gegak en weet ik allemaal niet wat. Fantastisch, de honderden wintertalingen, ganzen, eenden en zwanen hadden kennelijk een feestje. Overdreven natuurlijk, maar met zo'n mooie dag zie ik het voorjaar al om de hoek. Terwijl de winter net begonnen is, enige bescheidenheid is in deze dus wel op z'n plaats. Maar door al dat gesnater om me heen laat het latente voorjaarsgevoel zich bij mij toch moeilijk temperen!

Natuurlijk hadden we ook een doel, en wel de expositie 'Visserstruien bij de Vleet' in het Stadsmuseum van Harderwijk. Dat ik in een museum nog eens naar truien zou gaan kijken had ik nooit kunnen denken. Een andere bestemming binnen loopafstand diende zich echter even niet aan, derhalve. Maar ik vond het bij nader inzien gewoon fascinerend, hoe textieldeskundige Stella Ruhe op haar speurtocht naar visserstruien, gedragen tussen omstreeks 1875 en 1950 en bijna uitsluitend nog zichtbaar op foto’s uit die periode, zestig unieke truien uit veertig Nederlandse vissersplaatsen heeft gevonden. Op basis van die oude foto’s heeft ze tel-tekeningen gemaakt, en de truien opnieuw gebreid of laten breien. En zo werd in combinatie met historische foto’s en originele gebruiksvoorwerpen van vissers, het visserijverleden middels truien op een verrassende wijze onder de aandacht gebracht.

Het gesnater op het water was tijdens onze wandeling terug nog immer van de lucht. Een euforisch gevoel maakte zich haast van ons meester, heerlijk, we kregen er niet genoeg van. Toen we thuis waren hebben we op onze geslaagde expeditie 'stadswandeling' dan ook maar weer eens een feestelijk pikketanisje genomen!

zaterdag, december 27, 2014

en voorbij zijn de Kerstdagen!


In het bijzonder door de bijdragen van m'n geliefde gastheren en -dames en overige tafelgenoten uit Harderwijk, Amsterdam en Zwolle, heb ik mij redelijk aan de me aanbevolen 'tien survivaltips kunnen houden. Het resultaat was er na, behoudens een korte periode van heftige animositeit op enig moment, heb ik me in goede gezondheid relax en gezellig door de kerstdagen heen kunnen werken. En daar wil ik mijn geliefden in kwestie nogmaals hartelijk voor danken!

Voor geïnteresseerden even de tien survivaltips op een rijtje a) Lach zo veel mogelijk b) Zoen en knuffel zo veel mogelijk c) Denk aan een ander d) Maak een ommetje e) Zet je verwachtingen niet te hoog in f) Serveer ook groente- en fruitsnacks g) Voorkom kruisbesmetting met voedselbereiding h) Gebruik kleine borden i) Eet langzaam en bewust j) Drink na elk glas alcohol een glas water.

Nu nog even de borst nat maken voor oudejaarsavond, en daarna gaan de dagen pas echt lengen. En voor we er goed en wel erg in hebben, zitten we weer gezellig in de tuin te barbecueën!

donderdag, december 25, 2014

de kerstvakanties van vroeger


Potkachel, fornuis, kookringen, brandhout, kloven, sprokkelen, dennenappels, kolenkit, pook, oprakelen, petroleumstel, bakhuis, duveltje, wasketel, wringer, carbid, Buisman koffiestroopbusje, maar bovenal geuren, klanken en beelden van weleer, de zintuiglijke elementen zal ik maar zeggen. Herinneringen uit mijn jeugd die bovenkwamen toen ik in 'Moet Kunnen' het nieuwste boek van Herman Pleij, waarin hij op zoek is naar een Nederlandse identiteit, op pagina 186 de volgende passage las: ...rond de potkachel. Alleen al door de kou kroop men dicht bij elkaar rond die bescheiden warmtebron, die ook nog eens nodig was voor het koken. En dan kwamen de verhalen los over de buitenwereld, die men tijdelijk had getrotseerd en zelfs overtroefd. Prachtig, het lijkt er overigens op dat mijn jeugdherinneringen, die zich in deze met name toespitsen rond logeerpartijen bij mijn grootouders tijdens de kerstvakanties, zich steeds vaker manifesteren naar mate ik ouder wordt. Geen onbekend fenomeen trouwens!

Mensen van boven de zestig zal ik maar zeggen, hebben meer herinneringen dan jongere mensen. Niet alleen omdat ze ouder zijn en meer hebben ervaren. Maar herinneringen komen kennelijk intenser en levendiger terug op latere leeftijd, en gaan tevens verder terug in de tijd. Wetenschappers, las ik ergens, noemen dit verschijnsel de reminiscence bumb (Het effect dat men meer persoonlijke gebeurtenissen herinnert uit de tienerjaren dan uit andere periodes in het autobiografisch geheugen.) Oudere mensen herinneren zich hun kinder- en tienerjaren meer en gedetailleerder. Zintuiglijke herinneringen schijnen daarin een grote rol te spelen. Herinneringen die gelinkt zijn aan een geur of een klank worden veel vaker herinnerd op latere leeftijd. Vaker dus dan herinneringen die in verhalen zijn opgeslagen.

Ik ruik, hoor en zie de beelden van weleer nog zo. De warmte van het fornuis in de grote woonkeuken, de lange ovale eettafel, in de schouw van alles aan het plafond, gerookte worsten, hammen en kruiden. Mijn oma achter het fornuis, gesis, knetterend houtvuur, gekletter van pannen en kookringen, gepruttel boven het petroleumstelletje. Ook een fornuis in het bakhuis voor oliebollen en dat soort dingen, maar verder werd het minder vaak gebruikt, daarentegen het hout gestookte duveltje onder de grote wasketel des te meer. En dan was er ook nog een wasbord en een wringer. Ik hield me graag bezig met het vuur op peil houden en de foerage d.w.z. hout kloven en sprokkelhout en dennenappels zoeken in het nabijgelegen bos. En het Buisman koffiestroopbusje was de hele kerstvakantie lang tussen de bedrijven door mijn carbidkanon, handiger dan zo'n grote melkbus. Na gedane arbeid was er naast de grote woonkeuken het knusse en warme leeskamertje met de potkachel, waarop meestal wel een ketel water stond te sissen voor koffie, thee of weet ik wat meer. Met rode oortjes hoorde ik dan de verhalen van de dag aan.

Mooie tijd, maar achteraf besef ik goed, dat mijn grootouders zich praktisch de hele dag bezig moesten houden met de meest basale dingen. Dat is tegenwoordig wel even wat anders!

dinsdag, december 23, 2014

't Kunstenaarsdorp Nunspeet.


Bijna twee maanden geleden, om precies te zijn op vrijdag 31 oktober j.l. is in Nunspeet het Noord-Veluws Museum geopend. Ik moet het nieuws en de ontwikkelingen in de regio toch eens wat beter gaan volgen, want ik wist tot voor afgelopen vrijdag van niets. We rijden met onze museumkaart stad en land af, terwijl er bij wijze van spreken vlak om de hoek ook een nieuw museum te bezichtigen is. Maar goed die tekortkoming hebben we inmiddels teniet gedaan.



In navolging op de beroemde 'School van Barbizon', een in Frankrijk ontstane kunststroming die de voorloper van het impressionisme wordt genoemd, ontstonden in de loop van 19e eeuw overal in Europa kunstenaarskolonies. Veel kunstenaars uit de grote steden trokken naar het platteland, om daar in de vrije natuur landschappen te schilderen in plaats van in een atelier. In Nunspeet en omgeving vormde zich eind 19e eeuw ook een dergelijke groep kunstenaars die zich vooral lieten inspireren door het impressionisme. D.w.z. dat hun werk meer een impressie was van het landschap, losser van toets met aandacht voor het licht en de kleur van het moment. Schilders die tussen 1890 en 1950 in Nunspeet en omgeving gewerkt hebben zijn o.a. Arthur Briët, Willy Martens, Edzard Koning, Jan van Vuuren, Ben Viegers, Jos Lussenburg, Jaap Hiddink en Chris ten Bruggen Kate. Het werk van deze schilders kenmerkte zich veelal middels het directe contact met de natuur en de uitbeelding van het dagelijkse leven.

Een groot deel van de tentoonstelling die we in het nieuwe museum hebben gezien is gewijd aan de Haagse schilder Ben Vliegers (1886-1947). Eén van de bekendste schilders die in Nunspeet vanaf 1938 tot aan zijn plotselinge dood in 1947 heeft gewoond en gewerkt. Prachtige schilderijen heeft hij gemaakt, helemaal in de lijn van het impressionisme. De puurheid van het landleven met z'n eenvoudige huisjes en hun bewoners in een losse toets opgezet. Ik las ergens dat zijn onderwerpen een geïdealiseerde authenticiteit weerspiegelen, die als tegenhanger diende van de toenemende industrialisatie met alle stedelijke hectiek van dien. Kan zijn, maar zijn werk is er niet minder mooi om. Ik vond zijn impressies na zoveel decennia een feest der herkenning en een lust voor het oog!

woensdag, december 17, 2014

Nederlandse kunsten in Parijs


Of 'Museum de Fundatie' sinds de spectaculaire uitbreiding van vorig jaar in de volksmond nou ruimteschip, ufo, oog of wolk wordt genoemd is niet relevant. Van belang is dat ze met het tonen van mooie en interessante tentoonstellingen doorgaan, in dit in de basis neoclassicistische gebouw van rond 1840. En dat doen ze in dit prachtige optrekje tot op heden naar mijn smaak zeer succesvol!

Behalve de expositie 'Van Turner tot Appel' een keuze uit eigen collectie, hebben we gisteren in de tentoonstelling 'The hour of the wolf' fraaie bronzen mensbeelden gezien op praktisch ware grootte van de Nederlandse beeldhouwer Lotta Blokker (Amsterdam, 1980). Verder hebben we 'Sluijters Grote Ooorlog' gezien, een hele serie interessante politieke oorlogsprenten die Jan Sluijters in de periode van 1915-1919 heeft gemaakt voor de Nieuwe Amsterdammer. De expositie portretten van de familie Craeyvanger, geschilderd door Gerard ter Borch, Caspar Netscher en Paulus Lesire in de periode tussen 1651 en 1658 was aan mij niet besteed. Daarentegen hebben we de meeste tijd van ons bezoek besteed aan de tentoonstelling 'Van Gogh tot Cremer' Nederlandse kunstenaars in Parijs, tijdens de periode eind 19e eeuw tot en met de jaren '50 van de vorige eeuw. Een prachtige expositie van schilderijen van en over Parijs uit een periode die later de naam 'La Belle Époque' zou opleveren!

Centraal in deze expositie staat de artistieke pelgrimage van Nederlanders naar Parijs, die eind 19de eeuw op gang kwam en duurde tot en met de jaren ’50. Honderden schilders, beeldhouwers en tekenaars uit Nederland – Vincent van Gogh, Kees van Dongen, John Rädecker, Piet Mondriaan, Charlotte van Pallandt, Karel Appel, Jan Cremer en vele anderen – verbleven in die periode voor korte of langere tijd in Parijs. Waar de een zich door de stad zelf liet inspireren, richtte de ander zich op de kunst van de internationale avant-garde. Bij terugkeer naar Nederland nam iedereen in zijn werk een stukje Parijs met zich mee. Daarmee geeft de tentoonstelling in de Fundatie behalve een overzicht van het Nederlandse modernisme ook een veelzijdig portret van Parijs als kunsthoofdstad van de wereld.

Alvorens huiswaarts te keren, hebben we na ons bezoek eerst nog een lekker kopje thee gedronken in 'Grandcafé Public' tegenover 'Museum de Fundatie', onder het toeziend oog van een aantal prachtige portretten, geschilderd door Henk Nijenhuis (Hellendoorn, 1965).

zondag, december 14, 2014

Mineralen van zee


Een proefmonstertje van 10 gram 'Schylgerzout', ofwel gerookt zeezout van Terschelling voor €.1,90 in een plasticzakje! Vergeleken met ongeveer dezelfde prijs voor 100 gram Jozo Grof zeezout in een navulbare molen, moet het sowieso iets exclusiefs zijn lijkt me. Maar dat terzijde, wat me echt intrigeerde in dit bericht was de term 'gerookt zeezout'. Dat ik op culinair gebied nog het één en ander te leren heb is evident, dat zal zo blijven ook. Zo was ik me van het bestaan en gebruik van 'gerookt zeezout' tot voor kort niet bewust. Maar dat was dus, inmiddels weet ik meer van dit bewerkte mineraal. En kan ik gezien de bewerkelijkheid van het één en ander ook meer begrip opbrengen voor de gepeperde prijs.

Het Schylger Zout of gerookt zeezout van Terschelling.
Dat Hans Ditzel één van de beste visrokers op het eiland en verre omstreken is wisten de meeste mensen wel, maar zout roken, daar hadden zij nog nooit van gehoord. Het begon in 2006: Hans was op het internet aan het zoeken naar zalmrecepten en kwam zalmtartaar met gerookt zeezout tegen van de nu 3 sterren kok Jonnie Boer uit Zwolle. Het gerookte zeezout trok mijn aandacht en ben mij hierin verder gaan verdiepen. Na een zoektocht van een halfjaar ben ik met de ontwikkeling van het SchylgerZout begonnen en in 2009 kwam het op de markt. Het gerookte zout met zijn milde aroma was meteen een succes. Vele combinaties van verschillende eilander houtsoorten gingen hieraan vooraf in dagenlange rooksessies. Mijn dank aan de vele klanten die aan de rook en smaaktesten hebben deelgenomen. Zij zijn eigenlijk de smaakmakers van dit ambachtelijk gerookte zeezout.
Het mineraalrijke hand geoogste Sel Gris de Guérande is de basis, daarover meer op deze website, en wordt met het enige zeilvrachtschip ter wereld de 'Tres Hombres' (draagvermogen 126 ton, lengte 32 m1, breedte 6,35 m1, diepgang 3 m1, voortstuwing 315 m2 zeiloppervlak) vanaf Bretagne naar Terschelling vervoerd. Op de rede van Texel werd het zout overgeslagen op de klipper 'Avontuur', die het laatste stuk over het werelderfgoed Waddenzee verzorgde naar Terschelling en afmeerde in de unieke natuurlijke baai Dellewal. Op onze verpakking staat dan ook: dit zout komt uit zee en overzee zonder uitstoot van co2. Schylgerzout is heerlijk op vis, vissalade's, pasta's, vegetarische en gegrilde gerechten, vlees, wild en kruidenboters. Nooit meekoken. Vis en vlees bestrooien en laten intrekken voor het bakken en grillen. Zie meer op site www.hetoldeambaecht.nl


'Uit een torenflat'
Is 'Sel Gris', al of niet gerookt al een delicieuze topper, dan is 'Fleur de Sel' excellent. Deze zoutsoort is één van de meest exclusieve soorten en wordt evenals 'Sel Gris' ook met de hand geoogst. Wanneer de temperatuur van het water en zoutbalans perfect is, ontstaat er kort en éénmalig een dun vliesje van zout aan de oppervlakte van het zeewater in de zoutpannen. Zoutpannen zijn speciaal voor winning van zout afgebakende stukjes zee. Toen ik foto's zag van deze zilte lappendekens deden ze me sterk denken aan het schilderij 'Uit een torenflat' van A. Addicks (Zie mijn stukje 'Kunst' van 3 januari 2007) Het fragiele zoutvliesje lijkt een beetje op bevroren water en ijsbloemen, vandaar de naam 'Fleur de Sel'. Het zoutvliesje wordt nadat het door de zoutwinners van Guérande, de z.g. paludiers, handmatig met behulp van een 'lousse' van het water is geschept, in de zon te drogen gelegd. De hoge prijs wordt niet alleen bepaald omdat het een zware en tijdrovende klus is, maar ook omdat er slechts één kilo zout per 35 m2 water wordt geoogst. 'Fleur de Sel' is ziltig van smaak, fijn van structuur en heeft een lichte viooltjesgeur. Als na de winning van de 'Fleur de Sel' het resterende zeewater in de ondiepe zoutpannen is verdampt, wordt de z.g. 'Sel Gris' van de bodem geschept en voor verdere bewerking te drogen gelegd. Uiteraard kunnen daar wat kleideeltjes e.d. bij zitten, vandaar de naam 'Sel Gris'.

woensdag, december 10, 2014

rivier in Afsluitdijk


Het is evident dat de Afsluitdijk voor waterbouwend Nederland al ruim tachtig jaar een icoon is, maar in die kringen i.v.m. de stijging van de waterspiegel ook permanente aandacht vraagt. Helemaal om een goed alternatief te vinden op het waanzinnige plan uit 2008 van de Deltacommissie o.l.v. Cees Veerman, om toe te staan dat het waterpeil in het IJsselmeer met 1,5 meter mag stijgen. (Zie in dit verband mijn stukjes 'Afsluitdijk II' van 12 maart 2011 maar ook het eerdere stukje 'Afsluitdijk' van 5 oktober 2008)
Echter niet alleen waterbouwend Nederland houdt zich op de één of andere manier met de dijk bezig, er zijn veel meer groeperingen en organisaties die zich met het verleden, heden en toekomst van deze beroemde 'streep door de zee' bemoeien. Een willekeurige greep uit het arsenaal van bemoeienissen: de landelijke- en provinciale politiek, milieuorganisaties, energiebedrijven, Waddenvereniging, Stichting Verantwoord Beheer IJsselmeer, Vereniging Vaste Vistuigvissers Noord en Sportvisserij Nederland. En het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen besteed de laatste jaren ook regelmatig aandacht aan de Afsluitdijk. (Zie o.m. mijn stukjes 'Zuiderzeemuseum' van 18 februari 2007 en last but not least 'rond het land van Leeghwater' van 8 december j.l.)

de 'Resonator'
Plannen en nog eens plannen, zonder gaat het uiteraard ook niet. Maar nu gaat er binnen afzienbare termijn ook iets gebeuren. Bestuurders die verantwoordelijk zijn voor de Afsluitdijk hebben geld gereserveerd en opdracht gegeven voor de realisatie van de z.g. 'Vismigratierivier' nabij de sluizen van Kornwerderzand. Dat is mooi, kunnen de vissen straks middels een doorsteek en een kilometers lange rivier aan beide zijden van de dijk naar hun paai-, leef- en opgroeigebieden zwemmen. Ik vraag me overigens af of dit plan mogelijk niet te combineren is met de z.g. 'Resonator' (Zie hiervoor genoemd stukje 'Afsluitdijk II'). Maar daar was het naar alle waarschijnlijkheid nog te vroeg voor, dat soort plannen vergt doorgaans een echt lange onderzoeksperiode. Maar goed, hoe dan ook, met de Vismigratierivier wordt een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de 82 jarige Afsluitdijk, ons nationale icoon! Inderdaad een inspirerend voorbeeld van hoe natuur, economie en waterveiligheid hand in hand kunnen gaan. Niet langer vechten tegen, maar samenwerken met de natuur voor een betere visstand. Dát is, aldus de Waddenvereniging en diverse andere groeperingen en organisaties, met recht een doorbraak te noemen!

maandag, december 08, 2014

rond het land van Leeghwater


Met 'Het land van Leeghwater' (Jan Adrz. Leeghwater 1575-1650) in Noord-Holland worden 6 polders bedoeld t.w. de Beemster (1612), de Purmer (1622), de Heerhugowaard (1625), de Wormer (1626), de Schermer (1635) en de Starnmeer (1643). Het is zo'n beetje de middenmoot van Noord-Holland. Grofweg kan je stellen dat het grootste deel van 'Het land van Leeghwater' zich ongeveer binnen het rondje Enkhuizen, Alkmaar, Bergen, Bergen- en Egmond aan Zee, Schagen, Medemblik en Enkhuizen bevindt.
Vrijdag en zaterdag waren de enige dagen van afgelopen weekend dat we de zon een beetje hebben gezien. Dat we ons toen juist in 'Het land van Leeghwater' bevonden was puur mazzel. De verre horizonten, de rechte lijnen, de molens, de boezemwateren, alles gevat onder het mooist denkbare zwerk. De majestueuze wolkenluchten, we werden er stil van. Hoe kan je dit moois ook omschrijven, woorden schieten vaak tekort. Er schoot me een gedicht te binnen van Rudger Kopland (1934-2012) t.w. 'Wandeling' uit zijn bundel 'Aan het grensland' uit 2009.

Wandeling.

Onze gesprekken werden langzaam
onze vragen beantwoordden we met kijken
naar de langzame wereld om ons heen

de dorpen en landerijen in de diepte
de vogels bijna verdwijnend in de hemel

we gingen zitten kijken naar deze prachtige
onverschilligheid van de wereld
naar de overbodigheid van onze vragen.


Maar goed we hebben natuurlijk ook meer gedaan dan alleen kijken. Alhoewel, door 'Museum Kranenburgh' in Bergen liepen we bepaald ook niet met onze ogen dicht, evenmin als in het 'Zuiderzeemuseum' in Enkhuizen. Prachtige tentoonstellingen waren het, om te beginnen in Bergen met de expositie 'Lucebert. Thuis in Bergen'

Lucebert (1924-1994), pseudoniem van Lubertus Jacobus Swaanswijk, is bekend als één van de grootste Nederlandse kunstenaars van de 20e eeuw. Onsterfelijk is zijn uitspraak 'Alles van waarde is weerloos'. De tentoonstelling 'Lucebert. Thuis in Bergen' laat niet alleen een enorme hoeveelheid van zijn kunst zien, maar ook hoe dat tot stand kwam, hoe hij werkte. Wat ging er om in het hoofd van Lucebert? In 'Museum Kranenburgh' hebben ze bijvoorbeeld zijn atelier levensecht nagebouwd. Hoezo al twintig jaar dood, het is of Lucebert even een boodschap doet, en zo weer terug is om verder te gaan met zijn werk. Het is ook een beetje een interactief atelier. Je kan als bezoeker bijvoorbeeld gaan zitten en een boek uit de kast pakken, een plaatje draaien of in de geest van de kunstenaar zelfbedachte woorden en gedichten gaan schrijven. Een mooie impressie van de plek waar Lucebert zijn experimentele universum schiep en zijn lokale en (inter)nationale kunstenaarsvrienden en familie ontving!

De wandelingen door Bergen en over het strand bij Egmond aan Zee waren heerlijk, trouwens evenals onze cafébezoekjes her en der. En aan Hotel-Restaurant 'Marijke' aan de Dorpstraat in Bergen mankeerde ook niks, we hebben daar goed gegeten en er geslapen als een os.

In het 'Zuiderzeemuseum' in Enkhuizen hebben we de tentoonstelling 'Nederland in 7 overstromingen – De Zuiderzee' gezien. De tentoonstelling is het verhaal van Nederland en de strijd tegen het water, vroeger (ook de tijd van Leeghwater dus) nu en in de toekomst. De tentoonstelling gaat bijvoorbeeld in op de overstroming van 1916 die voor het Zuiderzeegebied grote gevolgen had. Vanwege het aantal slachtoffers en de materiële schade, maar bovenal doordat deze overstroming de directe aanleiding vormde voor het afsluiten van de Zuiderzee. De aanleg van de Afsluitdijk in 1932 herinnert aan de gevaren van het water en de gebeurtenissen in 1916. Aan de hand van filmbeelden, geluidsfragmenten en objecten waanden we ons in een gebied dat net overstroomd was. Middels foto’s en prentbriefkaarten werd de overweldigende omvang van de ramp in beeld gebracht. De indrukwekkende verhalen van de mensen versterkten de beleving van de gebeurtenissen en hadden veel impact op de sfeer. De vele prachtige schilderijen van J.H. van Mastenbroek (1875-1945) over de aanleg van de Afsluitdijk hadden we hier overigens al eens eerder gezien. (Zie o.a. mijn stukje 'Zuiderzeemuseum' van 18 februari 2007).

Het zal duidelijk zijn dat we de rit terug naar huis over de strakke lijn van de Houtribdijk of Markerwaarddijk (1976), qua plaatje helemaal binnen de sfeer van de afgelopen twee dagen vonden passen.