woensdag, december 31, 2014

tijd van afsluiten en loslaten!!


De jaarwisseling, vuurwerk, afscheid van het oude jaar, begroeting van het nieuwe jaar. Tijd van afsluiten, loslaten en opnieuw beginnen las ik ergens. Afsluiten, loslaten en opnieuw beginnen, klinkt poëtisch, wat houd het eigenlijk in? Is het dan meer dan simpelweg een jaar afsluiten, het volgens de hier gangbare jaartelling 2014e rondje om de Zon van moeder Aarde met de hele santenkraam, dat evenals alle jaren vóór 2014 precies 365,25 dagen heeft geduurd, zit er weer op. We laten het achter ons, en beginnen met z'n allen vrolijk aan een nieuwe ronde, het 2015e rondje om de Zon. (by the way, ons zonnestelsel is volgens Bartjens ca. 4,5 miljard jaar oud, moeder Aarde heeft er dus wel wat meer rondjes 'om de Zon' opzitten dan 2014) Maar goed, een simpelweg puur rationele duiding van een jaarwisseling, doet volgens mij afbreuk aan de symboliek. Daarom, een meer poëtische benadering is gewoon leuker, een beetje melancholisch terugblikken, en je verbazen over de tijd die zo snel gaat!

Het zeker binnen het christelijk deel van de natie bekende tobberige nieuwjaars-lied 'Uren, dagen, maanden, jaren' van Rhynvis Feith (1753-1824, zo ongeveer de uitvinder van het sentimentalisme in de Nederlandse literatuur) geeft wel aan hoe velen zich met de tijd en de schepper verhouden.

Uren, dagen, maanden, jaren
vliegen als een schaduw heen!
Ach, wij vinden waar wij staren,
niets bestendigs hier beneên!
Op de weg die wij betreden,
staat geen voetstap die beklijft.
Al het heden wordt verleden,
schoon 't ons toegerekend blijft.

Het hele lied, dat uit 6 coupletten bestaat, is een ode aan de schepper. Ode of niet, ik kan hier knap treurig van worden. Ik geloof niet, dus leef ik sowieso al op gespannen voet met de schepper, wie of wat dat ook zijn mag. Als ik dan lees tot welk soort tenenkrommend gezever de mens in staat is, hoewel het eerste couplet nog meevalt, wordt ik daar allesbehalve gelukkig van.

Trouwens over geluk gesproken, daar heeft Willem Wilmink (1936-2003) een prachtig gedichtje over geschreven dat 'Het menselijk geluk' heet. Het gaat als volgt:

De huur betaald.
De stoep geschuurd.
Een goeie visboer in de buurt.
Een meid die als ze naast je gaat,
loopt te zingen over straat.

Hoe simpel kan het zijn, maar van dit soort poëzie word ik gewoon heel blij. Ik ga dan ook mijn best doen om in het hele nieuwe jaar te leven in de geest van dit mooie kleine gedichtje!

zondag, december 28, 2014

stadswandeling in Harderwijk


Mooi weer vandaag, tijd voor een middagwandeling! Enkele minuten later liepen we langs het Wolderwijd naar de binnenstad. Op het Wolderwijd een dun vliesje ijs, maar ook volop leven, één en al gesnater, gegak en weet ik allemaal niet wat. Fantastisch, de honderden wintertalingen, ganzen, eenden en zwanen hadden kennelijk een feestje. Overdreven natuurlijk, maar met zo'n mooie dag zie ik het voorjaar al om de hoek. Terwijl de winter net begonnen is, enige bescheidenheid is in deze dus wel op z'n plaats. Maar door al dat gesnater om me heen laat het latente voorjaarsgevoel zich bij mij toch moeilijk temperen!

Natuurlijk hadden we ook een doel, en wel de expositie 'Visserstruien bij de Vleet' in het Stadsmuseum van Harderwijk. Dat ik in een museum nog eens naar truien zou gaan kijken had ik nooit kunnen denken. Een andere bestemming binnen loopafstand diende zich echter even niet aan, derhalve. Maar ik vond het bij nader inzien gewoon fascinerend, hoe textieldeskundige Stella Ruhe op haar speurtocht naar visserstruien, gedragen tussen omstreeks 1875 en 1950 en bijna uitsluitend nog zichtbaar op foto’s uit die periode, zestig unieke truien uit veertig Nederlandse vissersplaatsen heeft gevonden. Op basis van die oude foto’s heeft ze tel-tekeningen gemaakt, en de truien opnieuw gebreid of laten breien. En zo werd in combinatie met historische foto’s en originele gebruiksvoorwerpen van vissers, het visserijverleden middels truien op een verrassende wijze onder de aandacht gebracht.

Het gesnater op het water was tijdens onze wandeling terug nog immer van de lucht. Een euforisch gevoel maakte zich haast van ons meester, heerlijk, we kregen er niet genoeg van. Toen we thuis waren hebben we op onze geslaagde expeditie 'stadswandeling' dan ook maar weer eens een feestelijk pikketanisje genomen!

zaterdag, december 27, 2014

en voorbij zijn de Kerstdagen!


In het bijzonder door de bijdragen van m'n geliefde gastheren en -dames en overige tafelgenoten uit Harderwijk, Amsterdam en Zwolle, heb ik mij redelijk aan de me aanbevolen 'tien survivaltips kunnen houden. Het resultaat was er na, behoudens een korte periode van heftige animositeit op enig moment, heb ik me in goede gezondheid relax en gezellig door de kerstdagen heen kunnen werken. En daar wil ik mijn geliefden in kwestie nogmaals hartelijk voor danken!

Voor geïnteresseerden even de tien survivaltips op een rijtje a) Lach zo veel mogelijk b) Zoen en knuffel zo veel mogelijk c) Denk aan een ander d) Maak een ommetje e) Zet je verwachtingen niet te hoog in f) Serveer ook groente- en fruitsnacks g) Voorkom kruisbesmetting met voedselbereiding h) Gebruik kleine borden i) Eet langzaam en bewust j) Drink na elk glas alcohol een glas water.

Nu nog even de borst nat maken voor oudejaarsavond, en daarna gaan de dagen pas echt lengen. En voor we er goed en wel erg in hebben, zitten we weer gezellig in de tuin te barbecueën!

donderdag, december 25, 2014

de kerstvakanties van vroeger


Potkachel, fornuis, kookringen, brandhout, kloven, sprokkelen, dennenappels, kolenkit, pook, oprakelen, petroleumstel, bakhuis, duveltje, wasketel, wringer, carbid, Buisman koffiestroopbusje, maar bovenal geuren, klanken en beelden van weleer, de zintuiglijke elementen zal ik maar zeggen. Herinneringen uit mijn jeugd die bovenkwamen toen ik in 'Moet Kunnen' het nieuwste boek van Herman Pleij, waarin hij op zoek is naar een Nederlandse identiteit, op pagina 186 de volgende passage las: ...rond de potkachel. Alleen al door de kou kroop men dicht bij elkaar rond die bescheiden warmtebron, die ook nog eens nodig was voor het koken. En dan kwamen de verhalen los over de buitenwereld, die men tijdelijk had getrotseerd en zelfs overtroefd. Prachtig, het lijkt er overigens op dat mijn jeugdherinneringen, die zich in deze met name toespitsen rond logeerpartijen bij mijn grootouders tijdens de kerstvakanties, zich steeds vaker manifesteren naar mate ik ouder wordt. Geen onbekend fenomeen trouwens!

Mensen van boven de zestig zal ik maar zeggen, hebben meer herinneringen dan jongere mensen. Niet alleen omdat ze ouder zijn en meer hebben ervaren. Maar herinneringen komen kennelijk intenser en levendiger terug op latere leeftijd, en gaan tevens verder terug in de tijd. Wetenschappers, las ik ergens, noemen dit verschijnsel de reminiscence bumb (Het effect dat men meer persoonlijke gebeurtenissen herinnert uit de tienerjaren dan uit andere periodes in het autobiografisch geheugen.) Oudere mensen herinneren zich hun kinder- en tienerjaren meer en gedetailleerder. Zintuiglijke herinneringen schijnen daarin een grote rol te spelen. Herinneringen die gelinkt zijn aan een geur of een klank worden veel vaker herinnerd op latere leeftijd. Vaker dus dan herinneringen die in verhalen zijn opgeslagen.

Ik ruik, hoor en zie de beelden van weleer nog zo. De warmte van het fornuis in de grote woonkeuken, de lange ovale eettafel, in de schouw van alles aan het plafond, gerookte worsten, hammen en kruiden. Mijn oma achter het fornuis, gesis, knetterend houtvuur, gekletter van pannen en kookringen, gepruttel boven het petroleumstelletje. Ook een fornuis in het bakhuis voor oliebollen en dat soort dingen, maar verder werd het minder vaak gebruikt, daarentegen het hout gestookte duveltje onder de grote wasketel des te meer. En dan was er ook nog een wasbord en een wringer. Ik hield me graag bezig met het vuur op peil houden en de foerage d.w.z. hout kloven en sprokkelhout en dennenappels zoeken in het nabijgelegen bos. En het Buisman koffiestroopbusje was de hele kerstvakantie lang tussen de bedrijven door mijn carbidkanon, handiger dan zo'n grote melkbus. Na gedane arbeid was er naast de grote woonkeuken het knusse en warme leeskamertje met de potkachel, waarop meestal wel een ketel water stond te sissen voor koffie, thee of weet ik wat meer. Met rode oortjes hoorde ik dan de verhalen van de dag aan.

Mooie tijd, maar achteraf besef ik goed, dat mijn grootouders zich praktisch de hele dag bezig moesten houden met de meest basale dingen. Dat is tegenwoordig wel even wat anders!

dinsdag, december 23, 2014

't Kunstenaarsdorp Nunspeet.


Bijna twee maanden geleden, om precies te zijn op vrijdag 31 oktober j.l. is in Nunspeet het Noord-Veluws Museum geopend. Ik moet het nieuws en de ontwikkelingen in de regio toch eens wat beter gaan volgen, want ik wist tot voor afgelopen vrijdag van niets. We rijden met onze museumkaart stad en land af, terwijl er bij wijze van spreken vlak om de hoek ook een nieuw museum te bezichtigen is. Maar goed die tekortkoming hebben we inmiddels teniet gedaan.



In navolging op de beroemde 'School van Barbizon', een in Frankrijk ontstane kunststroming die de voorloper van het impressionisme wordt genoemd, ontstonden in de loop van 19e eeuw overal in Europa kunstenaarskolonies. Veel kunstenaars uit de grote steden trokken naar het platteland, om daar in de vrije natuur landschappen te schilderen in plaats van in een atelier. In Nunspeet en omgeving vormde zich eind 19e eeuw ook een dergelijke groep kunstenaars die zich vooral lieten inspireren door het impressionisme. D.w.z. dat hun werk meer een impressie was van het landschap, losser van toets met aandacht voor het licht en de kleur van het moment. Schilders die tussen 1890 en 1950 in Nunspeet en omgeving gewerkt hebben zijn o.a. Arthur Briët, Willy Martens, Edzard Koning, Jan van Vuuren, Ben Viegers, Jos Lussenburg, Jaap Hiddink en Chris ten Bruggen Kate. Het werk van deze schilders kenmerkte zich veelal middels het directe contact met de natuur en de uitbeelding van het dagelijkse leven.

Een groot deel van de tentoonstelling die we in het nieuwe museum hebben gezien is gewijd aan de Haagse schilder Ben Vliegers (1886-1947). Eén van de bekendste schilders die in Nunspeet vanaf 1938 tot aan zijn plotselinge dood in 1947 heeft gewoond en gewerkt. Prachtige schilderijen heeft hij gemaakt, helemaal in de lijn van het impressionisme. De puurheid van het landleven met z'n eenvoudige huisjes en hun bewoners in een losse toets opgezet. Ik las ergens dat zijn onderwerpen een geïdealiseerde authenticiteit weerspiegelen, die als tegenhanger diende van de toenemende industrialisatie met alle stedelijke hectiek van dien. Kan zijn, maar zijn werk is er niet minder mooi om. Ik vond zijn impressies na zoveel decennia een feest der herkenning en een lust voor het oog!

woensdag, december 17, 2014

Nederlandse kunsten in Parijs


Of 'Museum de Fundatie' sinds de spectaculaire uitbreiding van vorig jaar in de volksmond nou ruimteschip, ufo, oog of wolk wordt genoemd is niet relevant. Van belang is dat ze met het tonen van mooie en interessante tentoonstellingen doorgaan, in dit in de basis neoclassicistische gebouw van rond 1840. En dat doen ze in dit prachtige optrekje tot op heden naar mijn smaak zeer succesvol!

Behalve de expositie 'Van Turner tot Appel' een keuze uit eigen collectie, hebben we gisteren in de tentoonstelling 'The hour of the wolf' fraaie bronzen mensbeelden gezien op praktisch ware grootte van de Nederlandse beeldhouwer Lotta Blokker (Amsterdam, 1980). Verder hebben we 'Sluijters Grote Ooorlog' gezien, een hele serie interessante politieke oorlogsprenten die Jan Sluijters in de periode van 1915-1919 heeft gemaakt voor de Nieuwe Amsterdammer. De expositie portretten van de familie Craeyvanger, geschilderd door Gerard ter Borch, Caspar Netscher en Paulus Lesire in de periode tussen 1651 en 1658 was aan mij niet besteed. Daarentegen hebben we de meeste tijd van ons bezoek besteed aan de tentoonstelling 'Van Gogh tot Cremer' Nederlandse kunstenaars in Parijs, tijdens de periode eind 19e eeuw tot en met de jaren '50 van de vorige eeuw. Een prachtige expositie van schilderijen van en over Parijs uit een periode die later de naam 'La Belle Époque' zou opleveren!

Centraal in deze expositie staat de artistieke pelgrimage van Nederlanders naar Parijs, die eind 19de eeuw op gang kwam en duurde tot en met de jaren ’50. Honderden schilders, beeldhouwers en tekenaars uit Nederland – Vincent van Gogh, Kees van Dongen, John Rädecker, Piet Mondriaan, Charlotte van Pallandt, Karel Appel, Jan Cremer en vele anderen – verbleven in die periode voor korte of langere tijd in Parijs. Waar de een zich door de stad zelf liet inspireren, richtte de ander zich op de kunst van de internationale avant-garde. Bij terugkeer naar Nederland nam iedereen in zijn werk een stukje Parijs met zich mee. Daarmee geeft de tentoonstelling in de Fundatie behalve een overzicht van het Nederlandse modernisme ook een veelzijdig portret van Parijs als kunsthoofdstad van de wereld.

Alvorens huiswaarts te keren, hebben we na ons bezoek eerst nog een lekker kopje thee gedronken in 'Grandcafé Public' tegenover 'Museum de Fundatie', onder het toeziend oog van een aantal prachtige portretten, geschilderd door Henk Nijenhuis (Hellendoorn, 1965).

zondag, december 14, 2014

Mineralen van zee


Een proefmonstertje van 10 gram 'Schylgerzout', ofwel gerookt zeezout van Terschelling voor €.1,90 in een plasticzakje! Vergeleken met ongeveer dezelfde prijs voor 100 gram Jozo Grof zeezout in een navulbare molen, moet het sowieso iets exclusiefs zijn lijkt me. Maar dat terzijde, wat me echt intrigeerde in dit bericht was de term 'gerookt zeezout'. Dat ik op culinair gebied nog het één en ander te leren heb is evident, dat zal zo blijven ook. Zo was ik me van het bestaan en gebruik van 'gerookt zeezout' tot voor kort niet bewust. Maar dat was dus, inmiddels weet ik meer van dit bewerkte mineraal. En kan ik gezien de bewerkelijkheid van het één en ander ook meer begrip opbrengen voor de gepeperde prijs.

Het Schylger Zout of gerookt zeezout van Terschelling.
Dat Hans Ditzel één van de beste visrokers op het eiland en verre omstreken is wisten de meeste mensen wel, maar zout roken, daar hadden zij nog nooit van gehoord. Het begon in 2006: Hans was op het internet aan het zoeken naar zalmrecepten en kwam zalmtartaar met gerookt zeezout tegen van de nu 3 sterren kok Jonnie Boer uit Zwolle. Het gerookte zeezout trok mijn aandacht en ben mij hierin verder gaan verdiepen. Na een zoektocht van een halfjaar ben ik met de ontwikkeling van het SchylgerZout begonnen en in 2009 kwam het op de markt. Het gerookte zout met zijn milde aroma was meteen een succes. Vele combinaties van verschillende eilander houtsoorten gingen hieraan vooraf in dagenlange rooksessies. Mijn dank aan de vele klanten die aan de rook en smaaktesten hebben deelgenomen. Zij zijn eigenlijk de smaakmakers van dit ambachtelijk gerookte zeezout.
Het mineraalrijke hand geoogste Sel Gris de Guérande is de basis, daarover meer op deze website, en wordt met het enige zeilvrachtschip ter wereld de 'Tres Hombres' (draagvermogen 126 ton, lengte 32 m1, breedte 6,35 m1, diepgang 3 m1, voortstuwing 315 m2 zeiloppervlak) vanaf Bretagne naar Terschelling vervoerd. Op de rede van Texel werd het zout overgeslagen op de klipper 'Avontuur', die het laatste stuk over het werelderfgoed Waddenzee verzorgde naar Terschelling en afmeerde in de unieke natuurlijke baai Dellewal. Op onze verpakking staat dan ook: dit zout komt uit zee en overzee zonder uitstoot van co2. Schylgerzout is heerlijk op vis, vissalade's, pasta's, vegetarische en gegrilde gerechten, vlees, wild en kruidenboters. Nooit meekoken. Vis en vlees bestrooien en laten intrekken voor het bakken en grillen. Zie meer op site www.hetoldeambaecht.nl


'Uit een torenflat'
Is 'Sel Gris', al of niet gerookt al een delicieuze topper, dan is 'Fleur de Sel' excellent. Deze zoutsoort is één van de meest exclusieve soorten en wordt evenals 'Sel Gris' ook met de hand geoogst. Wanneer de temperatuur van het water en zoutbalans perfect is, ontstaat er kort en éénmalig een dun vliesje van zout aan de oppervlakte van het zeewater in de zoutpannen. Zoutpannen zijn speciaal voor winning van zout afgebakende stukjes zee. Toen ik foto's zag van deze zilte lappendekens deden ze me sterk denken aan het schilderij 'Uit een torenflat' van A. Addicks (Zie mijn stukje 'Kunst' van 3 januari 2007) Het fragiele zoutvliesje lijkt een beetje op bevroren water en ijsbloemen, vandaar de naam 'Fleur de Sel'. Het zoutvliesje wordt nadat het door de zoutwinners van Guérande, de z.g. paludiers, handmatig met behulp van een 'lousse' van het water is geschept, in de zon te drogen gelegd. De hoge prijs wordt niet alleen bepaald omdat het een zware en tijdrovende klus is, maar ook omdat er slechts één kilo zout per 35 m2 water wordt geoogst. 'Fleur de Sel' is ziltig van smaak, fijn van structuur en heeft een lichte viooltjesgeur. Als na de winning van de 'Fleur de Sel' het resterende zeewater in de ondiepe zoutpannen is verdampt, wordt de z.g. 'Sel Gris' van de bodem geschept en voor verdere bewerking te drogen gelegd. Uiteraard kunnen daar wat kleideeltjes e.d. bij zitten, vandaar de naam 'Sel Gris'.

woensdag, december 10, 2014

rivier in Afsluitdijk


Het is evident dat de Afsluitdijk voor waterbouwend Nederland al ruim tachtig jaar een icoon is, maar in die kringen i.v.m. de stijging van de waterspiegel ook permanente aandacht vraagt. Helemaal om een goed alternatief te vinden op het waanzinnige plan uit 2008 van de Deltacommissie o.l.v. Cees Veerman, om toe te staan dat het waterpeil in het IJsselmeer met 1,5 meter mag stijgen. (Zie in dit verband mijn stukjes 'Afsluitdijk II' van 12 maart 2011 maar ook het eerdere stukje 'Afsluitdijk' van 5 oktober 2008)
Echter niet alleen waterbouwend Nederland houdt zich op de één of andere manier met de dijk bezig, er zijn veel meer groeperingen en organisaties die zich met het verleden, heden en toekomst van deze beroemde 'streep door de zee' bemoeien. Een willekeurige greep uit het arsenaal van bemoeienissen: de landelijke- en provinciale politiek, milieuorganisaties, energiebedrijven, Waddenvereniging, Stichting Verantwoord Beheer IJsselmeer, Vereniging Vaste Vistuigvissers Noord en Sportvisserij Nederland. En het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen besteed de laatste jaren ook regelmatig aandacht aan de Afsluitdijk. (Zie o.m. mijn stukjes 'Zuiderzeemuseum' van 18 februari 2007 en last but not least 'rond het land van Leeghwater' van 8 december j.l.)

de 'Resonator'
Plannen en nog eens plannen, zonder gaat het uiteraard ook niet. Maar nu gaat er binnen afzienbare termijn ook iets gebeuren. Bestuurders die verantwoordelijk zijn voor de Afsluitdijk hebben geld gereserveerd en opdracht gegeven voor de realisatie van de z.g. 'Vismigratierivier' nabij de sluizen van Kornwerderzand. Dat is mooi, kunnen de vissen straks middels een doorsteek en een kilometers lange rivier aan beide zijden van de dijk naar hun paai-, leef- en opgroeigebieden zwemmen. Ik vraag me overigens af of dit plan mogelijk niet te combineren is met de z.g. 'Resonator' (Zie hiervoor genoemd stukje 'Afsluitdijk II'). Maar daar was het naar alle waarschijnlijkheid nog te vroeg voor, dat soort plannen vergt doorgaans een echt lange onderzoeksperiode. Maar goed, hoe dan ook, met de Vismigratierivier wordt een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de 82 jarige Afsluitdijk, ons nationale icoon! Inderdaad een inspirerend voorbeeld van hoe natuur, economie en waterveiligheid hand in hand kunnen gaan. Niet langer vechten tegen, maar samenwerken met de natuur voor een betere visstand. Dát is, aldus de Waddenvereniging en diverse andere groeperingen en organisaties, met recht een doorbraak te noemen!

maandag, december 08, 2014

rond het land van Leeghwater


Met 'Het land van Leeghwater' (Jan Adrz. Leeghwater 1575-1650) in Noord-Holland worden 6 polders bedoeld t.w. de Beemster (1612), de Purmer (1622), de Heerhugowaard (1625), de Wormer (1626), de Schermer (1635) en de Starnmeer (1643). Het is zo'n beetje de middenmoot van Noord-Holland. Grofweg kan je stellen dat het grootste deel van 'Het land van Leeghwater' zich ongeveer binnen het rondje Enkhuizen, Alkmaar, Bergen, Bergen- en Egmond aan Zee, Schagen, Medemblik en Enkhuizen bevindt.
Vrijdag en zaterdag waren de enige dagen van afgelopen weekend dat we de zon een beetje hebben gezien. Dat we ons toen juist in 'Het land van Leeghwater' bevonden was puur mazzel. De verre horizonten, de rechte lijnen, de molens, de boezemwateren, alles gevat onder het mooist denkbare zwerk. De majestueuze wolkenluchten, we werden er stil van. Hoe kan je dit moois ook omschrijven, woorden schieten vaak tekort. Er schoot me een gedicht te binnen van Rudger Kopland (1934-2012) t.w. 'Wandeling' uit zijn bundel 'Aan het grensland' uit 2009.

Wandeling.

Onze gesprekken werden langzaam
onze vragen beantwoordden we met kijken
naar de langzame wereld om ons heen

de dorpen en landerijen in de diepte
de vogels bijna verdwijnend in de hemel

we gingen zitten kijken naar deze prachtige
onverschilligheid van de wereld
naar de overbodigheid van onze vragen.


Maar goed we hebben natuurlijk ook meer gedaan dan alleen kijken. Alhoewel, door 'Museum Kranenburgh' in Bergen liepen we bepaald ook niet met onze ogen dicht, evenmin als in het 'Zuiderzeemuseum' in Enkhuizen. Prachtige tentoonstellingen waren het, om te beginnen in Bergen met de expositie 'Lucebert. Thuis in Bergen'

Lucebert (1924-1994), pseudoniem van Lubertus Jacobus Swaanswijk, is bekend als één van de grootste Nederlandse kunstenaars van de 20e eeuw. Onsterfelijk is zijn uitspraak 'Alles van waarde is weerloos'. De tentoonstelling 'Lucebert. Thuis in Bergen' laat niet alleen een enorme hoeveelheid van zijn kunst zien, maar ook hoe dat tot stand kwam, hoe hij werkte. Wat ging er om in het hoofd van Lucebert? In 'Museum Kranenburgh' hebben ze bijvoorbeeld zijn atelier levensecht nagebouwd. Hoezo al twintig jaar dood, het is of Lucebert even een boodschap doet, en zo weer terug is om verder te gaan met zijn werk. Het is ook een beetje een interactief atelier. Je kan als bezoeker bijvoorbeeld gaan zitten en een boek uit de kast pakken, een plaatje draaien of in de geest van de kunstenaar zelfbedachte woorden en gedichten gaan schrijven. Een mooie impressie van de plek waar Lucebert zijn experimentele universum schiep en zijn lokale en (inter)nationale kunstenaarsvrienden en familie ontving!

De wandelingen door Bergen en over het strand bij Egmond aan Zee waren heerlijk, trouwens evenals onze cafébezoekjes her en der. En aan Hotel-Restaurant 'Marijke' aan de Dorpstraat in Bergen mankeerde ook niks, we hebben daar goed gegeten en er geslapen als een os.

In het 'Zuiderzeemuseum' in Enkhuizen hebben we de tentoonstelling 'Nederland in 7 overstromingen – De Zuiderzee' gezien. De tentoonstelling is het verhaal van Nederland en de strijd tegen het water, vroeger (ook de tijd van Leeghwater dus) nu en in de toekomst. De tentoonstelling gaat bijvoorbeeld in op de overstroming van 1916 die voor het Zuiderzeegebied grote gevolgen had. Vanwege het aantal slachtoffers en de materiële schade, maar bovenal doordat deze overstroming de directe aanleiding vormde voor het afsluiten van de Zuiderzee. De aanleg van de Afsluitdijk in 1932 herinnert aan de gevaren van het water en de gebeurtenissen in 1916. Aan de hand van filmbeelden, geluidsfragmenten en objecten waanden we ons in een gebied dat net overstroomd was. Middels foto’s en prentbriefkaarten werd de overweldigende omvang van de ramp in beeld gebracht. De indrukwekkende verhalen van de mensen versterkten de beleving van de gebeurtenissen en hadden veel impact op de sfeer. De vele prachtige schilderijen van J.H. van Mastenbroek (1875-1945) over de aanleg van de Afsluitdijk hadden we hier overigens al eens eerder gezien. (Zie o.a. mijn stukje 'Zuiderzeemuseum' van 18 februari 2007).

Het zal duidelijk zijn dat we de rit terug naar huis over de strakke lijn van de Houtribdijk of Markerwaarddijk (1976), qua plaatje helemaal binnen de sfeer van de afgelopen twee dagen vonden passen.

zaterdag, november 29, 2014

een 'parel' aan zee


Verscholen in de duinen van Scheveningen ligt museum 'Beelden aan Zee', als een parel in het zand staat in de folder. Een parel aan zee vind ik echter mooier klinken. Afgelopen week hebben we het weer eens bezocht. De laatste keer dat we in de buurt waren was j.l. januari (zie o.a. mijn stukje 'Boulevardbeelden' van 25 januari 2014) maar toen zijn we niet binnen geweest. Architectuur heeft altijd mijn interesse, ik ken dit in 1994 opgeleverde museum vrij goed, niet alleen van eerdere bezoeken, maar ook van publicaties in met name vaklbladen. Bij elk bezoek aan dit ingetogen museum, ontworpen door architect Wim Quist, wordt ik echter weer verrast door de bijzondere sfeer en de prachtige lichtval in dit sober vormgegeven kunsthuis.

Vanaf het begin is de entree in de kunstwereld van museum 'Beelden aan Zee' al met loftuitingen overladen. Rutger Kopland, geen kenner op architectuurgebied, noemde het ontwerp van Wim Quist 'poëzie in beton'. Architectuurcriticus Ole Bouman heeft het over een 'kazemat voor de kunst' en mijn oude werkgever architect prof. ir. Joost van der Grinten, altijd al sterk geweest in lange zinnen, pakt helemaal uit als hij het gebouw typeert. 'Het totaal ontbreken van opgeblazen monumentaliteit in dit museum rangschikt het onder het handjevol musea in de wereld die het tempelfront, de torens, de midden- en andere risalieten, de strakke symmetrie, het eclectisch gesol met alle mogelijke bouwstijlen niet van node hebben om hun kostbaarheden te behoeden en te tonen'.

We hebben weer van alles en nog wat gezien in dit museum. Aangrijpend waren de beelden en de film over Roemenië. In december a.s. is het alweer vijfentwintig jaar geleden dat de Roemeense Revolutie plaatsvond, die het communistische regime omver wierp. De val en (standrechtelijke?) executie van dictatuur Nicolae Ceaușescu en zijn vrouw staat nog op m'm netvlies. Maar het was voor Roemenië een cruciaal moment voor het herstel van de democratie. Nieuwe generaties Roemeense kunstenaars tonen in 'Beelden aan Zee' hun eigen visie op het politieke en culturele verleden van Roemenië.

Boeiend allemaal, maar eenvoudig genieten deed ik van het door Jeroen Henneman in 2004 gemaakte portret van Wim Duisenberg (1935-2005). Niet zozeer van Henneman's creatie op helder transparant materiaal, hoewel die ook prachtig was. Maar meer van de situatie, van de wijze van exposeren. Dwars door de transparante beelddrager van Duisenberg's portret en de enorme glaspui van de zeezaal, zag ik de duinen en de zee. Door het verleden zag ik het heden, alles is leven!

donderdag, november 27, 2014

de reuzendiamant


Vice premier Lodewijk Frans Asscher (Amsterdam 1974) ligt de laatste tijd als minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid enigszins onder vuur. Hij schijnt met name binnen de Turks-Nederlandse gemeenschap de gebeten hond te zijn, sinds twee kamerleden uit de PvdA fractie zijn gestapt of gezet t.w. Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk. Beide heren zouden zich nogal kritisch hebben uitgelaten over het integratiebeleid van Asscher. Of het één en ander terecht is kan en wil ik niet beoordelen, daar hou ik me nu niet mee bezig. Daarentegen gaan m'n gedachten wel vaak terug naar enkele belevenissen in het verleden, als ik de naam Asscher, die uit een Amsterdamse familie van diamantslijpers stamt, weer hoor.

Een tijd geleden heb ik namelijk voor een Amsterdams bedrijf eens een ontwerp gemaakt voor een studioplan in het gebouw van de voormalige diamantslijperij Asscher aan de Tolstraat in Amsterdam. Uiteindelijk is het op initiatief van 'Stichting Amsterdam Photo' een cultuurhuis geworden. 'Cultuurhuis Diamantslijperij' één van de jongste grootstedelijke creatieve hotspots van Amsterdam, maar dat terzijde. Toen ik in het gebouw rondliep en het één en ander t.g.v. mijn studioplan bestudeerde, las ik van alles over de geschiedenis van het gebouw en de succesvolle Asscher diamantslijpers dynastie. Dat ze bijvoorbeeld in 1908 zelfs wereldberoemd werden, doordat de Britse koning Edward VII de grootste diamant ter wereld, afkomstig uit een diamantmijn uit Cullinan in Zuid Afrika cadeau gekregen had en deze liet splijten en slijpen door de Asschers. Ze maakten uit de 621,35 gram zware ruwe 'Cullinan' diamant o.m. de 'Great Star of Africa' (geschatte waarde 300 miljoen euro) voor in de Britse scepter en de Cullinan II voor in de Britse kroon. Een intrigerend verhaal.

Min of meer bij toeval stond ik een aantal jaren later nabij de rand van de Cullinan diamantmijn in Zuid Afrika. Daar was de door Asscher zo succesvol gespleten en geslepen reuzendiamant dus gevonden. Een gat in de aarde dat in de meer dan honderd jaar van haar bestaan zulke reusachtige afmetingen heeft gekregen, dat ze volgens mij vanaf de maan nog zichtbaar moet zijn. We kregen daar uiteraard van de gids ook een stukje geschiedenis te horen. In 1898 werd de toenmalige 'Premier Diamantmijn', zo'n 30 km ten oosten van Pretoria, door ene Thomas Cullinan uit Johannesburg gekocht. Zeven jaar later, om precies te zijn op 25 januari 1905, maakte Cullinan's hoofdinspecteur Frederick Wells aan het eind van de dag nog een controleronde door de mijn. Op een gegeven moment zag Wells iets blinken in de Zuid-Afrikaanse avondzon. Glas, dacht hij in eerste instantie, mijn collega's proberen me weer eens een kunstje te flikken. Evengoed ging hij toch maar kijken wat het was. Tot zijn grote verbazing had hij even later een enorme brok diamant in z'n handen, 3.106 karaat bleek later! (één karaat is gelijk aan 1/5 van een gram, ofwel 200 milligram) De tot dan toe grootste diamant ooit gevonden. De ruwe diamant werd de volgende dag 'Cullinan' gedoopt, terwijl Frederick Wells, de vinder, van Thomas Cullinan een cheque van 10.000 USD kreeg. Thomas Cullinan vond vervolgens in de regering van Transvaal een koper voor de diamant, die er volgens bepaalde bronnen 2.500.000 USD voor betaald zou hebben. Op 9 november 1907 heeft premier Smuts van Transvaal de 'Cullinan' diamant aan de Britse koning Edward VII geschonken, voor diens 66ste verjaardag, en als dank voor de semi-onafhankelijkheid van de Republiek Transvaal. Sinds die tijd is de 'Cullinan' diamant, na in Amsterdam door Asscher gespleten en geslepen te zijn, tot op de dag van heden letterlijk en figuurlijk een Brits kroonjuweel!

Wonderlijk eigenlijk hoe een steen kan rollen. We hebben het nu vaak over de globalisering, de wereld is klein geworden. Maar dat was dus ruim honderd jaar geleden ook al het geval!

donderdag, november 20, 2014

een midzomernachtwandeling


Lang geleden maakte ik samen met twee bevriende vakbroeders tijdens een architectuurexcursie in Finland een avond/nachtwandeling langs een meer nabij Jyväskylä. Het was 17 juni, 4 dagen voor de langste dag op het noordelijk halfrond. Maar donker werd het op deze breedte sowieso al niet meer. Bovendien was het hier al dagen lang glashelder weer, en was er geen wolkje aan het zwerk te bekennen geweest. Het eindeloze berkenbos en de glinstering van het meer tussen de witte stammen was mystiek en sprookjesachtig. Het diffuse zonlicht in het lichtgroene lommer en de verstilde sfeer was haast onaards te noemen. De zon die hier om twaalf uur 's nachts, op iets meer dan 4º ten zuiden van de poolcirkel amper onder de horizon zakte, was alweer aan zijn of haar opmars begonnen. Een nachtelijke beleving daar, die ons drieën geleidelijk aan in een euforische staat van vervoering had gebracht!

Prachtig allemaal, maar onze midzomernachtwandeling nam een onverwachte wending toen we op een gegeven moment in de buurt van een hutje liepen. Met een klap van een openslaande deur of zoiets, direct gevolgd door een plons werd de serene rust plotseling verstoort. Een paar tellen later zagen we een poedelnaakte, enigszins corpulente man van middelbare leeftijd uit het water komen, en hoorden we hem iets naar ons roepen. Het klonk vriendelijk, maar Fins is een hele vreemde taal, dus begrijpen deden we hem niet. Tot onze verbazing kwam hij ons vervolgens tegemoet lopen en stelde hij zich met een stevige handdruk aan ons voor. Dat we zijn taal niet verstonden had hij inmiddels begrepen, moeiteloos was hij overgeschakeld op Engels, en bood hij ons voor zijn rokende sauna-hut in een inmiddels omgeslagen handdoek een heerlijk koud biertje aan.

Where are you from? From the Netherlands, we are here with a group of designers to view the Finnish architecture and industrial design. I see, and what you all have seen before? Well several projects in Helsinki, Turku, Tampere and of course here in Jyvaskyla, all too many to mention here. Interesting read, are you going next? Yes tomorrow we go to Lahti and then back to Helsinki and we fly back to Amsterdam. Okay, by the way, if you sometimes feel like a sauna, then you are welcome. I'll do one more lap, because he is still warm.

Een bizarre maar kostelijke situatie! Rond één uur 's nachts nog door een wild vreemde Fin worden uitgenodigd voor een sauna. We lieten onze kleren vallen evenals de latente gêne die we aanvankelijk nog hadden. En zo kon het gebeuren dat we ons even later samen met onze dikke gastheer te pletter zaten te zweten, terwijl we ons zelf op zijn aanwijzingen evengoed ook nog bewerkten met berkentwijgen. De duik daarna in het meer en de verkwikkende biertjes na de afkoeling staan me nog bij als de dag van gisteren. Evenals de wandeling terug naar ons hotel trouwens, toen de zon me een paar uur na middernacht de oogjes alweer deed dichtknijpen en de biertjes in m'n benen waren gezakt. Maar het is voor mij daar wel de ultieme sauna beleving geweest! (Zie ook mijn stukje 'badderen' van 14 januari 2011) Die malle Fin in dat primitieve hutje aan het meer, de midzomernachtelijkesfeer, helemaal te gek. Ik kan me niet heugen dat ik daarna ooit méér van een sauna heb genoten dan die keer daar in Jyväskylä.

zondag, november 16, 2014

Herfstwandelingen


Herfst, prachtige dwaaltochten door weer en wind. Ondanks latente gevoelens van melancholie, hou ik van de herfst geloof ik wel net zoveel als van het voorjaar. Ik raak niet uitgekeken op de fraaie herfststructuren en kleurenpracht in de natuur. Mijmerend over van alles en nogwat en de cyclus van het leven, loop ik met mijn geliefde in het bos door een alsmaar dikker wordend bladerdek. Een bijzondere sfeer, hoewel elk jaargetijde natuurlijk z'n bijzondere sfeer wel kent. Mogelijk dat gevoelens van melancholie voor de mens net even wat heftiger of bijzonderder zijn, dan bijvoorbeeld de verwachtingsvolle gevoelens van het voorjaar. Maar dat is wat mij betreft psychologie van de koude grond, pseudo psychologisch geneuzel. Als ik denk aan onze verre voorouders, die ook in de herfst in donkere grotten leefden zonder enige vorm van comfort, hebben we zeker in de culinaire toptijd die de herfst ook is, niets te klagen in onze warme huisjes.

Over warme huisjes gesproken, bij een wandeling in Hulshorst kwamen we aan de voet van een zware oude beuk aan het van Meurswegje (rijtuigenpad anno 1800) een bovengronds pied-à-terre tegen van boskabouters. In het boek 'leven en werken van de Kabouter' van Rien Poortvliet en Wil Huygen uit 1976, heb ik destijds gelezen dat boskabouters hun huisjes ondergronds bouwen. Maar kennelijk heeft de hedendaagse boskabouter ook behoefte aan een bovengronds pied-à-terre. Grappig, we hadden het plekje jaren geleden al eens eerder ontdekt, maar joost mag weten wie dat kleine boskaboutergezelschapje daar in 'the middle of nowhere' onderhoud.

vrijdag, november 14, 2014

aanstekelijk elan


'Wat er gebeurt als het vuur in je dooft' vond ik symbolisch bijzonder treffend weergegeven in bovenstaande afbeelding van schrijver, taalkundige en acteur Wim Daniëls (1954). 'Wat er gebeurt als het vuur in je dooft' wil ik niet weten. Mocht het ooit zover komen, dan is het vroeg genoeg om er achter te komen. Overmacht daar gelaten, blijf ik met een knipoog naar het spreekwoordelijke vuur zeggen:

Zolang het vuur me aan de schenen wordt gelegd,
loop ik mij het vuur uit de sloffen.
Mijn hoofd zal ik niet snel laten hangen,
daar steek ik m'n hand voor in het vuur.

dinsdag, november 11, 2014

9e zondag p.m.


Op verzoek van J en Y, de organisatoren voor deze zondag p.m., had de hele club zich zondagmiddag rond twee uur verzameld op de carpoolplaats bij de afrit Zuidwolde, Linde, Alteveer. Met J en Y voorop reed de hele stoet vervolgens gelijk de Oosterweg op richting Alteveer. Ergens halverwege Alteveer ging het daarna linksaf, een voor auto's doodlopende weg op. Aan het eind van die weg, daar waar deze over ging in een fietspad, hebben we de auto's geparkeerd. We waren aangekomen in natuurgebied 'Klein Zwitserland' ofwel het startpunt van onze wandeling. Maar alvorens de paden op te trekken, werden we daar in het zonnetje aan een mooi picknicktafeltje nog wel eerst even door J en Y op koffie met koek getrakteerd.

'Klein Zwitserland' dus! Het tot de verbeelding sprekend landschappelijke reliëf bezorgde het noordelijk deel van het z.g. Steenberger Oosterveld deze naam. Een gebied dat in het zuiden aansluit bij De Slagen en Het Zwarte Gat. Het gehele gebied wordt gekenmerkt door de afwisseling van bossen, heidevelden en cultuurgronden. Een afwisseling die het gebied als parklandschap zijn waarde geeft! Een prachtig wandelgebied hebben we zondagmiddag ervaren!

Maar dat we na al dit moois uiteindelijk ook nog bij 'Juniperus', een exclusief bierbrouwerijtje in het Drentse landschap, verzeild zouden raken had niemand verwacht. Wat een verrassing! Uiteraard kregen we ook tekst en uitleg van broer J. Als één van de directeuren van het illustere 'Juniperus' bierbrouwersgezelschap, wist hij natuurlijk als geen ander wat er allemaal bij een brouwproces komt kijken. Een verrassende happening, leuk! Alvorens de paden weer op te gaan, werden we uiteraard wel eerst nog getrakteerd op een klein glaasje 'Juniperus'. 'Juniperus', een mooi en lekker biertje van het Drentse platteland. Ik zeg maar zo, wie 'Juniperus' niet kent is niks gewend!

De wandeling terug naar de auto ging in omgekeerde volgorde. Waarom ook niet, een rondje lopen is ook niet altijd alles. Rond half vijf zaten we met z'n allen in Hoogeveen bij J en Y thuis aan de borrel en de hapjes, keuvelend over van alles en nog wat. Lekker allemaal, eigenlijk nam ik een beetje teveel van het goede. Maar evengoed liet ik me later tijdens het diner toch ook het stoofpotje rundvlees met alles wat erbij hoorde weer lekker smaken. Met nog een kopje koffie na, kwam rond negen uur toch ook aan deze zondagmiddag weer een eind, en namen we afscheid van elkaar. De 9e zondag p.m. met broers, zussen en geliefden zat erop. Bij leven en welzijn tot over drie à vier maanden maar weer, maar dan in Zwolle.

maandag, november 10, 2014

kek kasteelconcert


Het kasteelconcert van kleinkoor 'Vol-Luid' in de 'Oranjerie' van kasteel 'De Vanenburg' in Putten liep weer als vanouds. Niet omdat ze al zo vaak een kasteelconcert gegeven hebben, maar wel omdat er vanaf het openingsnummer 'Come in and stay a while' van R. Polay tot aan het slotnummer 'Je ne l'ose dire' van P. Certon weer een zeer gevarieerd repertoire aan ten grondslag lag. De nummers, een aantal waren nieuw voor mij, werden geroutineerd maar met gevoel gebracht. Bovendien werd het vocale repertoire van Vol-Luid met een drietal intermezzo's van het 'Tollius Trio' uit Amersfoort aangevuld met nummers van W.A. Mozart, A. Dvorák en O. Malling middels oorstrelend viool-, cello- en pianospel.

Maar het was ook een kort concert en zonder pauze, alles bij elkaar genomen was het na iets meer dan een uurtje voorbij. Op uitnodiging van 'Vol-Luid' hebben we daarna met z'n allen in de lounge van het kasteel nog van een drankje genoten. Kort en bondig allemaal, hoewel de nazit zeker zo lang heeft geduurd als het concert. Zo gaat dat soms, gezelligheid kent geen tijd, zal ik maar zeggen. Het was in alle opzichten een mooi avondje en van grote kwaliteit!

zaterdag, november 08, 2014

duurzame batterij!


Prachtig, Plant-e weet elektriciteit te winnen uit flora, las ik in de krant. De eerste LED-lichtjes branden her en der al op deze energiebron. De 31 jarige Marjolein Helder, milieutechnologe en baas van Plant-e is enthousiast, al staat de techniek nog in de kinderschoenen. Zonnepanelen, de grote concurrent, leveren voorlopig nog heel wat meer energie. Maar dat is een beetje appels met peren vergelijken, meent Helder. Zonnepanelen doen maar één ding: stroom leveren. Aan planten heb je veel meer, ze zien er mooi uit, zijn goed voor de biodiversiteit, vangen water op, isoleren je woning en leveren ook stroom als de zon niet schijnt!

Het lijkt Bernard Dam, hoogleraar technische natuurwetenschappen aan de TU Delft, echter sterk dat we voor elektra straks allemaal een plantentuin op het dak zullen hebben. Het gaat er volgens hem om hoeveel energie je per ingestraald zonlicht omzet. Bij zonnepanelen ligt die conversie op ca. 15 procent, bij planten een stuk lager. Als je bedenkt, zegt hij, hoeveel panelen je al nodig hebt om je huis te bedruipen, dan zie ik niet hoe planten dat kunnen overnemen.

Maar zoals gezegd, de techniek staat nog in de kinderschoenen, wat niet is kan nog komen!

Ik zie het voor me, in 'met het hoofd in de wolken' van 2 september 2012 (zie mijn blogarchief), heb ik het over de New Yorkse hangende tuinenfantasie van kunstenaar Jeroen Kooijmans. Een fantasie, zo bleek later toen hij met het Rotterdamse architectenbureau MVRDV in aanraking kwam, zo gek nog niet was. Als zo'n plan ergens ter wereld ooit een keer wordt uitgevoerd, hebben ze gelijk een duurzame elektriciteitscentrale op hoogniveau. En beneden op straatniveau, waar het zonlicht door die hoge wolkenkrabbers sowieso maar met mondjesmaat doordringt, wordt het verminderde daglicht aangevuld middels vele duizenden LED-lichtjes die in de onderzijde als een sterrenhemel zijn verwerkt!

We moeten er tegen die tijd alleen wel uit zijn, dat het blauwe lichtdeel in LED-licht ons geen stofwisselings- en hormoonstoornissen bezorgd! (Zie m'n item in het stukje 'Ledlicht' van 26 september 2012).

donderdag, november 06, 2014

een akelige rotkat!


Als ik een geweer had schoot ik d'r naar de eeuwige jachtvelden, rotkat, kan ze naar hartenlust haar gang gaan, maar niet meer in m'n tuin. 't Is best een mooi dier om te zien, maar daar houdt het wel mee op. Het totaal verwilderde dier terroriseert sinds begin dit jaar al het andere leven in de buurt. Waarbij onze wilde tuin, die veel vogels trekt, voor het beest kennelijk een waar eldorado is. Regelmatig zat ze afgelopen voorjaar boven in de coniferen vogelnesten te plunderen. Vlaamse Gaaien, Eksters, Houtduiven, Lijsters, Mussen en weet ik allemaal niet wat nog meer, vlogen dan al krijsend in paniek rond. Vaak staat ze aan de rand van de vijver een visje te hengelen of zie ik haar rondlopen met een kikker, muis of grote Libelle in d'r bek.

Gisteren weer zoiets, stond ik een tijdje uit het raam te staren, zag ik ineens die rotkat met een loodrechte sprong van zeker een meter hoog, boven het struweel uitkomen. Ik had ook wel iets zien fladderen maar niet zo gauw gezien wat het was. Even later kwam ze met een nog spartelende mus of vink in d'r bek te voorschijn. Knap, ze (het is een poes) plukt de vogels gewoon uit de lucht. Het is echt een totaal verwilderde kat die nooit (meer) ergens binnen komt, slapen doet ze in de tuin, haar territorium waar ze absoluut geen andere katten duld. Ze kan er natuurlijk niets aan doen dat ze zo is, het is nou eenmaal de aard van het beestje. Maar ik ga denk ik toch maar een jachtgeweer kopen, ik ben die rotkat spuugzat!

zondag, november 02, 2014

Bienvenido a casa!


Bienvenido a casa! ofwel Welkom thuis! Dát zeggende mensen van Stichting Esperanza Bolivia tegen de Boliviaanse (wees)kinderen in Uypaca, een klein indianendorpje hoog in het Andesgebergte. Voor hen bouwden ze samen met de gemeenschap van Uypaca het huis van hoop ofwel Casa Esperanza in de plaatselijke taal. Een naam voor een veilige plek voor vandaag en morgen, die de kinderen daar zelf hebben gekozen. Ze krijgen daar aandacht, worden er goed verzorgd en krijgen tijd en ruimte om huiswerk te maken en kind te kunnen zijn. Om het één en ander te kunnen financieren, organiseert Stichting Esperanza Bolivia regelmatig concerten in den lande, waarvan de opbrengst rechtstreeks ten goede komt aan de kinderen uit de Boliviaanse bergen! In het voorjaar hebben we in deze met onze band 'Hodgepodge' ook een steentje bijgedragen, zie mijn stukje 'Het Slenkenhorstconcert, 5 april 2014' in www.hodgepodge-harderwijk.blogspot.nl

Gisteren hebben we in de Ontmoetingskerk in Lelystad weer een concert voor Casa Esperanza bijgewoond. Deze keer trad o.l.v. dirigent Robert Bakker 'The Voice Company' op, waarin een goede vriendin van ons haar steentje bijdraagt in de alt-sectie. Het koor, dat voor deze gelegenheid bestond uit circa 70 zangers en zangeressen, bracht met veel elan een aantal liederen ten gehore, waaronder 'Locus iste' van Anton Bruckner (1824-1896) en enkele delen uit 'The Peacemakers' van Karl Jenkins (1944). Vervolgens kregen we Federico Lande en David Simonacci met piano en viool te horen met Andante Cantabile van Paganini en Un mot a Paganini en Two pieces for Piano van Rossini. Prachtig allemaal, maar daarna was het wel pauze en konden we met een drankje even bijkomen van al het moois.



Het programma na de pauze begon met de Boliviaanse dans Tinkus (ontmoeting) van 'Bolivia Unida Amsterdam', een sociaal-culturele non-profit organisatie uit Amsterdam. Een kleurrijke krachtmeting tussen twee mensen, qua outfit en expressie deed het me nog het meest aan een stel dansende papegaaien denken. Vervolgens kwamen er vier jonge musici op het podium t.w. Iris van Gogh, Roeland de Bruin, Christel Vinke en Renee Vroegop die elkaar al kenden vanaf hun jeugd. Ze speelden op viool en cello prachtige variaties van Mozart tot Jou. Als hekkensluiter kwam de groep 'Bolivia Unida Amsterdam' weer opdraven, nou ja van opdraven kon eigenlijk geen sprake zijn. Want nadat ze waren aangekondigd duurde het tot grote hilariteit in de zaal nog een tijdje voor ze opkwamen. Lachen natuurlijk, een miscommunicatie kan zich zomaar voordoen, maar buiten dat, als je ziet hoe die mensen zich allemaal moeten uitdossen kan je begrijpen dat dat tijd vergt. De dans 'Morenada' die ze uitvoerden is waarschijnlijk geïnspireerd op het lijden van Afrikaanse slaven in de zilvermijnen van Potosi in Bolivia. Er werden in de hal ook nog allerlei schilderijen, aquarellen en kaarten van resp. Ernsten, Nugteren en Lodder te koop aangeboden voor Casa Esperanza, maar daar ben ik persoonlijk eerlijk gezegd niet aan toe gekomen om dat allemaal te bekijken, laat staan op z'n waarde te schatten of te kopen.

Muziek maken en luisteren voor een goed doel, prachtig!

zaterdag, november 01, 2014

Waar is mijn tasje?


Ach was het zoogdier mens ook maar een buideldier, dat zou me denk ik een hoop schrikmomenten schelen. Want de uitroep: Oh, waar is mijn tasje, zou ik dan nimmer meer hoeven aanhoren. Mijn reactie op het schrikachtige timbre van haar uitroep is altijd weer recht evenredig. Sowieso een reactie die achteraf gezien als totaal overbodig kan worden beschouwd. Het tasje is vaak nog sneller terecht dan mijn goede humeur. Vaak is het ergens gedachteloos neergelegd of in de auto achter gelaten, soms is het onder een kussen in de bank terechtgekomen of zit het in een boodschappentas verstopt, tasjeintasje zal ik maar zeggen. Lachen, naderhand, was ook die keer in het hotel in Surabaya, waar zelfs een aantal mensen om ons heen bij de zoektocht betrokken werden, en er o.a. navraag gedaan werd bij het restaurant waar we de avond daarvoor zo lekker gegeten hadden. Het lag in de hotelkamer gewoon op bed onder een omgeslagen sprei!

Ironisch genoeg was ik er zelf debet aan toen het tasje een keer echt weg was. Toen ze in Faaborg, een stadje in Denemarken, even bij de plaatselijke VVV binnen ging voor een stadsplattegrondje, bleef ik buiten om op haar vouwfietsje en tasje te passen. Toen ze vijf minuten later weer naar buiten kwam, was haar fiets weg! Hoe is het mogelijk, ik had er gewoon naast gestaan en er niets van gemerkt. Ik had daar dus gewoon staan dromen! Het ergste was natuurlijk dat ze met haar tasje ook haar papieren kwijt was. Paspoort, rijbewijs, creditcard, pinpas noem maar op. Als de bliksem hebben we de boel laten blokkeren, en een politiebureau opgezocht om aangifte te doen. Maar daar kwam haar tasje uiteraard niet mee terug, dat hebben we nooit weergezien. Echter geen probleem, er zijn tasjes zat!

vrijdag, oktober 31, 2014

Herenleed & Aaltje


Behalve dat we zo af en toe met z'n vijven een architectuur excursie organiseren in binnen- of buitenland, komen we verder als mannetjes van het z.g. 'Herenleed' om de drie maanden op een achternamiddag bijeen voor een avondje stappen. Het stappen houdt tegenwoordig nog in, dat we elkaar doorgaans in café Hegeraad, ons stamcafé aan de Noordermarkt in Amsterdam ontmoeten, en vervolgens na een paar pikketanisjes een leuk restaurantje in de buurt opzoeken om de avond verder uit te vieren. Vroeger, we doen dit namelijk al 32 jaar, deden we dat anders, dan zochten we na het diner nog weer even een kroeg op voor een afzakkertje. In dat opzicht is de naam 'Herenleed' voor ons vriendenclubje wel enigszins toepasselijker geworden.

Toen ons Amsterdamse architectenteam in 1982 uit elkaar viel en ieder zijns weegs ging, hebben we de naam 'Herenleed' bedacht. Ontleend aan de gelijknamige serie met Armando en Cherry Duyns. Een programma van 'weemoed en verlangen' dat van 1971 tot 1997 regelmatig op TV te zien was. Het bevatte absurdistische humor in sketches gespeeld door twee heren, in het script simpelweg aangeduid als Man 1 (Armando als het bescheiden heertje met bril, hoge schoenen en te krap jasje) en Man 2 (Cherry Duyns als de verwaten heer met bolhoed, sik, opstaande snor, pandjesjas en horlogeketting).

Maar dit verder terzijde, afgelopen woensdag was het weer zover. Deze keer hebben we de avond bij één van ons thuis in Weesp ingeluid. Dat doen we tegenwoordig wel vaker nu niet iedereen meer in Amsterdam woont en/of werkt. Rond een uur of acht hebben we ons vervolgens bij het plaatselijke café restaurant 'Aaltje' naar binnen gewerkt, alwaar ze nog een mooi rond tafeltje voor ons klaar hadden staan. De naam 'Aaltje' is aan een Amsterdamse keukenmeid ontleend. Ze schijnt in 1803 de allereerste keukenmeid te zijn geweest die op het idee kwam om haar recepten te bundelen, waarmee in feite het eerste Nederlandse kookboek geboren was. Het boek is later talloze malen herdrukt en verbeterd, en is vaak als symbool gezien voor de nieuwe weg die de Nederlandse kookkunst langzaam maar zeker is ingeslagen. Café restaurant 'Aaltje' is gevestigd in een oud graanpakhuis uit de 19e eeuw aan de Herengracht in Weesp. Vroeger werden er in het pand diverse granen opgeslagen die van de boeren rondom Weesp waren opgekocht. Van hieruit werden de granen vervoert naar een van de molens in de buurt, het graanwinkeltje aan de kop van de Slijkstraat, of per schuit richting Amsterdam. Weesp was in die tijd rijk aan bierbrouwers en jeneverstokers die het graan omzetten in deze oer Hollandse dranken. Café restaurant heeft een receptenformule met een knipoog naar die tijd.

Prachtig die weet watjes over 'Aaltje', maar we waren natuurlijk benieuwd naar de hedendaagse kookkunsten daar. Nou dat zat wel snor, om te beginnen was de ambiance uitstekend, prima sfeertje. En de wijnen en gerechten deden daar niet voor onder, we hadden alle vijf iets anders, maar niemand had reden tot klagen. Bij zowel het voorgerecht, hoofdgerecht als dessert aten we onze vingers er bijna bij op. Daar komen we vast nog weleens een keer terug!

woensdag, oktober 29, 2014

Laurenskwartier


Na het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 en de grote brand die er op volgde, was er van de binnenstad weinig meer over. Van het Laurenskwartier, het gebied rond de Meent, Hoogstraat, Pannekoekstraat, Delftsevaart en het Grotekerkplein, restte slechts nog een rokende puinhoop. De Laurenskerk was zo zwaar beschadigd dat in eerste instantie werd besloten om de restanten ook maar op te ruimen. Toen in 1952 besloten werd om de uit 1525 daterende kerk alsnog te restaureren, heeft dat tot 1968 geduurd. De Rotterdamse architect Herman Kraayvanger (1903-1981) schreef in 1946 Hoe zal Rotterdam bouwen? Hij heeft tijdens de wederopbouw van de Rotterdamse binnenstad bij aardig wat bouwprojecten een forse vinger in de pap gehad. Maar goed dat is geschiedenis. Het huidige Rotterdam zou hij 33 jaar na zijn dood waarschijnlijk slechts met moeite herkennen, want er wordt behoorlijk spectaculair gebouwd!

Neem de nieuwe Markthal in het bruisende Laurenskwartier, het Soho van Rotterdam wordt het al genoemd. Een karaktervolle wijk, een echte hotspot met veel bijzondere winkels, boetieks, hippe cocktailbars, gezellige koffietentjes met in het hart de Laurenskerk en nu dus ook die prachtige Markthal. In het ontwerp van het Rotterdamse architectenbureau MVRDV komt alles samen: wonen, werken, winkelen, uit eten, flaneren en parkeren. Riante aaneen geschakelde appartementen met eigen buitenruimten en veel lichtinval, vormen samen een boog die de dagelijkse vers-markt overkoepelt.
Prachtig zijn de kleurrijke afbeeldingen van fruit, bloemen, vissen, brood en nog veel meer op de panelen, tegen de binnenkant van de enorme koepel. Deze aluminium panelen van ongeveer 1,5 bij 1,5 meter per stuk, zitten vol met nauwelijks zichtbare gaatjes, waarachter een isolatielaag is aangebracht. De perfecte geluidsabsorptie die zo wordt verkregen, staat borg voor een goede akoestiek in de hal. De gedrukte afbeeldingen op de panelen, naar een ontwerp van beeldend kunstenaar Arno Coenen (Deventer, 1972), gaan er niet zomaar af. Ze zijn geprint met een hoge-drukprocédé, waardoor je een harde en glansrijke coating krijgt. Het idee achter het ontwerp van Arno Coenen is, dat de zon de bron van alle leven is, en dat al die producten uit die bron van alle leven naar beneden komen dwarrelen, waar ze regelrecht in de kraampjes terecht komen en te koop worden aangeboden.

De Markthal in Rotterdam is qua typologie, vorm, volume en constructie spraakmakend. En dat geldt helemaal voor de twee glazen kopgevels van elk 43 m breed en 35 meter hoog. De glaspanelen in een raster van ongeveer 1,5 bij 1,5 meter zijn op een spectaculaire manier bevestigd aan een fragiel ogend netwerk van horizontale en verticale voorgespannen kabels in een dito raster. Prachtige transparante detaillering. Het lijkt in eerste instantie of er in de twee kopgevels geen constructieve delen zijn aangebracht, mooi en knap gedaan. Je moet je alleen al de enorme windbelasting die kan optreden maar eens proberen voor te stellen. Het is natuurlijk allemaal uitgerekend, maar toch. Beide 35 x 43 meter grote glasgevels hangen enkel aan het fragiel ogende netwerk van verticale en horizontale voorspankabels, die de windbelasting over moeten brengen naar stalen nestkasten, verankerd en ingestort in de betonnen randconstructie. De kabels zijn voorgespannen op 250 tot 300 kN per kabel. Ze zijn 50 kN hoger voorgespannen dan uiteindelijk nodig, om onder andere de kruip van het beton gedurende de eerste jaren te compenseren. Tenslotte kunnen de glaspanelen zich individueel ook nog aan de totale vervorming aanpassen, doordat de siliconenaden tussen de glaspanelen a.h.w. scharnieren en de glaspanelen zelf ook nog kunnen doorbuigen en/of torderen.

Maar laat ik ophouden met technisch gebabbel, het gaat uiteindelijk primair om wat een bouwwerk gevoelsmatig met je doet, hoe je het emotioneel beleeft zal ik maar zeggen. In dat opzicht kan ik alleen maar zeggen dat de nieuwe Markthal bij mij respect afdwingt, het heeft voor mij een wow-gehalte van niveau. Toen we alles goed bekeken hadden, zijn we door het Laurenskwartier naar Station Rotterdam Centraal gewandeld. Het verbouwde en uitgebreide station dat j.l. 13 maart geopend is, ligt even buiten de grenzen van het Laurenskwartier, maar niet ver. Het ontwerp van architectenbureau Benthem Crouwel mag er ook zijn. We zijn er door gelopen en hebben ook daar onze ogen weer goed de kost gegeven. Alvorens de parkeergarage onder de Markthal weer op te zoeken, hebben we bij 'Konak Döner Kebab', een Turks eettentje aan de andere kant van het station, eerst maar eens even een rustpauze ingelast.

zondag, oktober 26, 2014

de tijd terugzetten


Toen ik vanmorgen de tijd 1 uur terugzette veranderde er niks, de klok tikte gewoon door en begon gewoon opnieuw aan het uur dat ze even daarvoor had weggetikt. Ineens bedacht ik dat ze dat ook zou doen als ik de klok bijvoorbeeld 446760 uur zou terugzetten ofwel 51 jaar. Dat was me nog eens een tijd! Tijd, vreemd begrip eigenlijk. In de fysica bijvoorbeeld verloopt tijd niet, maar ís ze er gewoon. Daar telt het verleden, heden en toekomst slechts als een menselijke illusie. Voor natuurkundigen is daar de kous mee af, maar niet voor psychologen. Die beginnen dan pas, voor psychologen schijnt het begrip tijd voer te zijn. Ze kunnen eindeloos putten uit de omslachtige manier waarop de mens met deze doodgewone dimensie omgaat. Bijzonder allemaal, je staat er meestal niet bij stil, maar waarom bijvoorbeeld lijkt de tijd te kruipen als je ergens in de rij moet staan, en vliegt ze om bij aangename gebeurtenissen. Of iets anders, hoe komt het dat we ons hele leven geneigd zijn te overschatten hoeveel tijd we in de toekomst zullen hebben! Ik vraag het me maar niet langer af, ben gelukkig dan ook geen psycholoog.

donderdag, oktober 23, 2014

omgeving Zandfoort a/d Eem



Verfrissend overzicht van 100 jaar Belgische kunst las ik. Een expositie in het kader van activiteiten waarmee dit jaar in Amersfoort wordt herdacht dat honderd jaar geleden, toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, veel Belgen naar het noorden vluchtten om aan het oorlogsgeweld te ontkomen. Ze werden in verschillende steden opgevangen, waaronder Amersfoort. Vandaar de tentoonstelling over honderd jaar Belgische kunst in KAdE genaamd 'Vierkantigste Rechthoek'. Hoe de Belgische Tom Barman, samensteller van de expositie, aan die merkwaardige titel komt is mij een raadsel. Het zal ongetwijfeld iets zeggen over wat hij zelf van Belgische kunst vindt, dat werd van de voorman van de Vlaamse band dEUS namelijk wel verwacht. Want Barman is behalve musicus ook verzamelaar en volgt de hedendaagse kunst op de voet. Hij was uitgenodigd om zijn persoonlijke kijk op 100 jaar kunst (vanaf WOI) van onze zuiderburen te geven. Wat Barman hierbij karakteristiek achtte is de tegendraadsheid, de humor, het eclectische, het geniepige lef en de zin om keet te schoppen. Op de lijst van deelnemende kunstenaars staan namen als Victor Servranckx, Leon Spilleart, Roger Van Akelyen, Michael Borremans en Luc Tuymans.



Barman selecteerde de werken allemaal heel intuïtief, vertelde hij. Duidelijk is in ieder geval dat België op het gebied van kunst meer heeft voortgebracht dan alleen het surrealisme, dat overigens wel is vertegenwoordigd in de vorm van een mysterieus schilderij van de 22-jarige Lisa Vlaemminck. Uiteenlopende stijlen komen verder voorbij, van abstract geometrisch tot puur figuratief. Af en toe is er ook ruimte voor een humoristische verrassing. In Kunsthal KAdE is de herfst bijvoorbeeld aangebroken gezien de hoop bladeren ergens in een hoek. Maar goed interessant allemaal dat z.g. verfrissende overzicht, maar ons kon het, enkele objecten uitgezonderd, niet of nauwelijks boeien. Ik kan me niet heugen dat ik ooit eerder zo snel een museum heb gedaan, en Joke al evenmin. De expositie vonden we, alle jubel verhalen ten spijt, niet echt interessant. Overigens denk ik eerlijk gezegd ook dat de manier van exposeren daar debet aan is. Verder heb ik niet de behoefte er hier meer over te zeggen. We waarderen erg dat dit nieuwe museum in Amersfoort voor moderne kunst er sowieso is, volgende keer beter zal ik maar zeggen! Alhoewel, de vorige expositie hier vond ik ook al matig, zie mijn stukje 'Kunsthal in A'foort' van 28 mei 2014. Alvorens naar huis te gaan, hebben we bij het nabij gelegen 'Zandfoort aan de Eem' eerst nog een kopje koffie genomen.

woensdag, oktober 22, 2014

Leonard Bernstein


Wat me aan de Amerikaanse componist, dirigent, pianist en muziekpedagoog Leonard Bernstein (1918-1990), die ik in mijn vorige stukje 'Mozart Concert' d.d. 17 oktober j.l. tegenkwam toen hij Ave Verum Corpus dirigeerde erg opviel, was zijn vermoeid ogende uitstraling. Eén en zeventig jaar oud, tegenwoordig maar ook destijds niet echt oud. Zo kende ik hem niet, in mijn herinnering was het een man met veel spirit. Op een zaterdagmiddag in het voorjaar van 1985, amper 5 jaar eerder dan zijn verschijning in mijn stukje over Mozart, zag ik op TV 'The Making of West Side Story' een prachtige documentaire over hoe Leonard Bernstein in een studio aan het repeteren is en omgaat met de musici die een rol spelen in zijn compositie 'West Side Story'. De musici hadden het niet makkelijk bij hem, maar Bernstein wist desondanks de sfeer op een bewonderenswaardige wijze prettig en werkbaar te houden. In de documentaire speelden alle musici een rol van betekenis, uiteraard, maar de rollen van de Nieuw Zeelandse operazangeres Kiri Te Kanawa (1944) als Maria en de Spaanse tenor José Carreras (1946) als Tony staan me nog het meest in mijn geheugen gegrift.

Leonard Bernstein was na de Tweede Wereldoorlog de absolute coryfee van het Amerikaanse muziekleven en ook internationaal de meest geliefde musicus van zijn tijd. Hij heeft buiten de musical en wereldhit 'West Side Story', die nog steeds wordt opgevoerd, meer musicals geschreven maar ook enorm veel andere serieuze muziek, opera's, symfonieën, cantates, jazz noem maar op, waaronder veel joods georiënteerde composities. Bernstein was met zijn enorme uitstraling en bevlogenheid een gevierd dirigent bij de meest prestigieuze klassieke symfonieorkesten.

Hoe het komt dat de documentaire van Leonard Bernstein's 'The Making of West Side Story' me sinds die zaterdagmiddag in het voorjaar van 1985 zo is bijgebleven, vind ik na bijna dertig jaar nog lastig te verklaren. Het is zeker niet alleen aan het feit te danken, dat ik daarna wel eens een uitvoering van de 'West Side Story' heb bijgewoond. En evenmin aan het feit dat ik de LP in het verleden ongeveer heb grijs gedraaid. Het is sowieso wel het charisma van Bernstein, de body language van deze erudiete man die me nog zo voor de geest staat. Het zal ook het moment geweest kunnen zijn, ik woonde destijds net in de binnenstad en was lekker achter het huis in m'n tuintje aan het klussen. Toen ik tijdens een theepauze even de programma's op onze nieuwe TV aan het uittesten was, viel ik met m'n neus in het begin van 'The Making of West Side Story'. Het fascineerde me zo, dat ik de tuin die middag heb gelaten voor wat het was! Iets meer dan vijf jaar later, om precies te zijn op 14 oktober 1990 zat ik in Lies op Terschelling in een mooi huis vanwege het huwelijk daar van onze oudste dochter, toen ik op het journaal van het overlijden van Leonard Bernstein hoorde. Ik was flabbergasted, hoe kon dat nou, ja hij rookte veel, maar toch. Zo'n energieke, levenslustige man die ons op muzikaal gebied nog zoveel moois had kunnen vertellen. Ook dat moment staat me nog bij als de dag van gisteren, evenals de momenten toen ik weer een paar jaar later met m'n oudste dochter door gribus wijken in New York reed en de Jets en Sharks, de straatbendes uit de 'West Side Story' a.h.w. zo voor me zag. In principe wil ik op dit ondermaanse niemand adoreren, maar het heeft er veel van weg dat ik dat met Leonard Bernstein maar moeilijk kan laten.



De musical West Side Story van de Amerikaanse componist en dirigent Leonard Bernstein is een van de bekendste musicals van de afgelopen eeuw. Het is een moderne versie van het Romeo en Julia verhaal van Shakespeare. De musical is gesitueerd in de achterbuurt van New York in de jaren ’50. De liedjes als Maria, America, Somewhere en Tonight, met teksten van Stephen Sondheim en muziek van Leonard Bernstein zijn wereldberoemd geworden.
West Side Story is van origine een theaterproductie, die in 1957 op Broadway zeer succesvol in première ging. In 1961 hebben Jerome Robbins (ook verantwoordelijk voor de choreografie) en Robert Wise er een filmversie van gemaakt. Voor de film heeft Leonard Bernstein nog extra muziek toegevoegd. De film was 1961 de op een na succesvolste film in Amerika (na Disney’s 101 Dalmatiërs) en heeft 77 weken onafgebroken gedraaid.In 1984, 27 jaar na de Broadway première, vond de première plaats van een uitvoering onder leiding van de maestro Leonard Bernstein zelf. Alleen was dit geen live uitvoering, maar nam Bernstein het werk integraal op voor een plaatopname met het label Deutsche Grammophon. Als solisten trok Bernstein grote operasterren als Kiri Te Kanawa, José Carreras, Kurt Ollman en Tatiana Troyanos aan. De Broadway musical met swingende liedjes en een rauwe ondertoon kreeg van Bernstein een opera-achtige benadering. Dat de opname en het voorafgaande instuderen geen gemakkelijk proces was, toont de documentaire The Making of West Side Story ons.Leonard Bernstein was geen gemakkelijk man. Hij stelde als dirigent hoge eisen aan de mensen met wie hij werkte. Bernstein was een man met een sterke passie en emotie, die hij evenzo intens in zijn muziek tot uiting wil brengen. Zijn andere benadering van West Side Story, zoals hij die in 1984 ten gehore bracht, is een meesterwerk. Toch vindt niet iedereen dat, met name door de ietwat vreemde combinatie van grote operasterren en het werk dat van origine een musical is. Maar Bernstein weet als geen ander deze operasterren tot grote prestaties te brengen. Dat hij ver gaat in wat hij van de mensen eist, bewijst deze documentaire die het opname proces van dichtbij laat zien. Een zeer intens en boeiend verslag van het werk in de opnamestudio in New York. De documentaire toont de hindernissen die Bernstein, de solisten en de musici moesten nemen. In de wijze waarop Bernstein het uiterste van de sterren vergt, gaat hij ver. Soms zo ver, dat de emoties hoog oplopen. Zoals bijvoorbeeld bij José Carreras, die de rol van Tony zingt. Carreras wordt op een gegeven moment door Bernstein zo onder druk wordt gezet, dat hij er even de brui aan geeft. Ook operazangeres Kiri Te Kanawa, die de rol van Maria zingt, zou volgens critici te netjes en te gearticuleerd zingen.
De documentaire is in 1985 genomineerd voor een Emmy Award.

maandag, oktober 20, 2014

Muziek in H' wijk!


Het was zaterdagochtend weer een gezellig volle bak in de Catharinakapel met het Puttense kleinkoor 'Vol-Luid', dat overigens ook drie Harderwijkers binnen haar gelederen kent. Ik weet niet hoe vaak ze in hun 18 jarig bestaan al in de Catharinakapel in Harderwijk hebben opgetreden, maar heel wat keertjes dat weet ik wel. Al vaker heb ik over een optreden van ze in deze kapel geschreven, zie o.m. mijn stukjes 'Vol Luid' van 2 maart 2008, 'muzikaal weekend II' van 20 december 2010 en 'Kleinkoor Vol-luid' van 12 maart 2012. Het koor heeft in al die jaren van haar bestaan een eigen en zeer herkenbare klankkleur ontwikkeld, desalniettemin is elk optreden weer anders dan het vorige. Maar altijd weer mooi en verrassend!

  

Ook hun repertoire van afgelopen zaterdag bevatte weer een aantal nummers die ik nog niet kende. Bijvoorbeeld Weep, o mine eyes van John Bennet, Pater Noster van Albert de Klerk en de spirituals Swing low en I' ve got peace like a river. Ik hoorde dat dit z.g. koffieconcert, waar de mensen vrij in en uit kunnen lopen, door kleinkoor 'Vol-Luid' min of meer werd gezien als een try-out voor een optreden in 'Kasteel De Vanenburg' op zaterdag 8 november a.s. Ze hebben dus nog drie weken om de puntjes op de i te zetten, maar dat lijkt me nauwelijks nog nodig. Natuurlijk, het kan altijd en eeuwig beter, maar de kwaliteit van wat ze ten gehore brachten vond ik al wel zo goed, dat ze er voor mijn gevoel met een gerust hart ook morgen al mee zouden kunnen optreden!

Na afloop van het concert heb ik op een terras op de Markt samen met een aantal mensen van Vol-Luid een tijdje gezellig zitten napraten.

vrijdag, oktober 17, 2014

'Mozart Concert' COV Putten


Volgend jaar viert COV Putten haar 80-jarig jubileum las ik. Dat doen ze deo volente met een uitvoering van het 'Weihnachts Oratorium' van Johann Sebastian Bach op 28 november 2015. Gezien de prestaties van het COV tijdens het 'Mozart Concert' op j.l. 11 oktober in Putten met een uitvoering van het Requiem, Missa Brevis en Ave Verum, zal ik als luisteraar tijdens dit jubileumconcert bij leven en welzijn zeker weer van de partij zijn. Ik hou van muziek en zeker ook van klassieke muziek, maar ik moet er zelf niet aan denken, om in een groot koor als het COV (ca. 70 leden) actief te zijn. Moeilijk, een jaar of nog langer repeteren voor een zangpartij in de doorgaans vrij pittige composities van de oude meesters. Maar onze vriend Roel O, die in het koor de bas-sectie versterkt, doet dit juist al jaren met veel plezier. En het resultaat is er na, met bewondering luister ik regelmatig naar uitvoeringen van COV Putten. Zie onder meer in mijn blogarchief de stukjes 'Messiah' (van G.F. Händel) d.d. 15 mei 2006 de 'Johannes Passion' (van J.S. Bach) d.d. 19 maart 2012 en 'Paulus', een concert in Ermelo. (van Felix Mendelssohn-Bartholdy) d.d. 17 november 2013.

Alle delen van het 'Mozart Concert'.
Genoemd 'Mozart Concert' o.l.v. de jonge dirigent Gerben Budding (1987) werd bijgestaan door Martine Bunschoten-Lage op het kistorgel, alsmede het Dordts Kamer Orkest en de solisten Anne-Marieke Evers (mezzosopraan), Gusanne van den Brink (sopraan), Daniël Hermán Mostert (bariton) en Leon van Liere (tenor).


Ave Verum Corpus, KV 618, o.l.v. Leonard Bernstein (1918-1990) in april
1990, een halfjaar voor zijn dood in de kerk van Waldsassen in Duitsland.

Het was niet te doen om tijdens de uitvoering zelf een filmopname te maken, dat zou me zeer zeker niet in dank worden afgenomen. Maar om een beetje een idee te krijgen van het niveau zaterdagavond, heb ik bovenstaande opname van Ave Verum Corpus, dat direct na de pauze ook door COV Putten werd uitgevoerd, van het internet geplukt.

Ave verum corpus, natum------------Gegroet waarachtig lichaam----------------------Salve, cuerpo verdadero,
de Maria Virgine,----------------------geboren uit de Maagd Maria-----------------------nacido de Maria Virgen.
Vere passum, immolatum------------dat werkelijk heeft geleden-----------------------Padeció realmente, fue inmolado
In cruce pro homine,------------------en voor de mens geofferd is aan het kruis.------en la cruz por el hombre.
Cujus latus perforatum--------------Uit wiens doorboorde zijde-------------------------Fue perforado su costado,
Unda fluxit et sanguine,-------------water met bloed vloeide.--------------------------de donde brotó agua y sangre.
Esto nobis praegustatum------------wees voor ons een voorsmaak---------------------Que seas probado por nosotros
In mortis examine.--------------------tijdens de beproeving van de dood.--------------en el momento de la muerte.

Ave verum corpus is een korte eucharistische hymne uit de veertiende eeuw die door verschillende componisten op muziek is gezet. De tekst wordt wel toegeschreven aan paus Innocentius VI en is gebaseerd op een gedicht uit een veertiende-eeuws manuscript uit de abdij van het eiland Reichenau in het Bodenmeer. Wolfgang Amadeus Mozart schreef zijn Ave verum corpus (KV 618) voor zijn vriend Anton Stoll die muzikaal assistent was in de parochie van Baden in de buurt van Wenen. Het werd geschreven om het feest van Sacramentsdag te vieren. Het autograaf is gedateerd op 17 juni 1791. Het gehele stuk omvat slechts 46 maten en is geschreven voor koor, strijkers en orgel. Mozart schreef het werk tijdens het schrijven aan zijn opera Die Zauberflöte en bij een bezoek aan zijn vrouw Constance die zwanger was van hun zesde kind. Hij schreef het zes maanden voor zijn dood.
Aldus een passage uit het programmaboekje van 'Mozart Concert' COV Putten.

woensdag, oktober 15, 2014

Herfstbelevenissen


Even ten zuiden van Stavelot ligt het plaatsje Trois Ponts, een toeristische trekpleister nabij de samenvloeiing van de riviertjes Amblève en Salm. Een prachtig bergachtig gebied dat behoorlijk wat mogelijkheden te bieden heeft voor wandelaars, fietsers en kanoërs. Ongeveer 5 km ten zuiden van Trois Ponts ligt op 480 meter hoogte het dorpje Mont Saint Jacques en het nabij gelegen bungalowparkje Village les Gottales. Vanuit de vier huisjes (nummers 19, 20, 24 en 26) die we daar van 3 t/m 10 oktober j.l. hebben gehuurd, hadden we een mooi uitzicht op de omgeving. Najaar in de Belgische Ardennen is per slot van rekening herfstplezier op niveau!

Vrijdag 3 oktober j.l. was het zover, en konden we vanaf drie uur 's middags over ons huisje (nr. 19) beschikken. Maar voor het zover was moesten we eerst nog wel een eindje rijden. Rond 300 km hadden we voor de boeg. De scholen hadden nog geen herfstvakantie, veel extra verkeersdrukte verwachten we dan ook niet. Desalniettemin waren we toch even over tien 's morgens al op pad, konden we het rustig aan doen en onderweg mogelijk hier en daar nog iets bekijken. Amper 10 km van huis realiseerde ik me dat ik m'n wandelschoenen was vergeten. Stom, om deze belangrijke attributen voor de komende week te vergeten! Toch zijn we niet terug gereden, daar had ik absoluut geen zin in. Met de gedachte, ik koop daar eventueel wel een paar nieuwe stappers, reden we verder. Het ging allemaal nog vlotter dan gedacht. Behalve de lunch die we onderweg ergens op een bankje hebben genoten, hadden we geen oponthoud. De enige bottelnek in de route was Maastricht, waar ze met die nieuwe weg bezig zijn. Maar uiteindelijk viel ook dat nog mee en zaten we een kwartiertje later in België. Vervolgens via Visé, Luik, Vervier, Spa, Stavelot en Trois-Ponts naar ons vakantieadres, waar we een uur te vroeg aankwamen. Geen probleem, we kregen de sleutel gewoon mee!

We waren achteraf gezien wel blij dat we een beetje te vroeg waren. Uiteindelijk hadden wij het deze keer georganiseerd, als zodanig konden we de anderen dus mooi verwelkomen. Mis dus, tot onze verrassing werden we door Hans en Carla uit Amsterdam nabij de receptie opgewacht, maar ze vertelden ons dat ze hoogstens vijf minuten eerder dan wij waren gearriveerd. Na onze spullen te hebben uitgeladen en het huisje te hebben ingericht, hebben we lekker in het zonnetje voor ons huisje op de anderen zitten wachten. Maar echt lang duurde dat niet, uiteindelijk waren we (voorlopig) rond een uur of vier compleet en zaten we met z'n tienen voor ons huisje aan de koffie. 't Was gezellig en lekker weer, en we bleven maar kletsen. Dus kwam er al vrij snel iemand met een fles spraakwater aanzetten, en kwam een ander met hapjes voor de dag. En voor we er eigenlijk erg in hadden, was de toon gezet en hadden we onze vakantie passend ingewijd.

Nevenstaand stukje poëzie, of beter gezegd poëtisch proza of prozagedicht op de wand boven ons bed in nummer 19, ontstijgt mijns inziens zeker het poëziealbum gehalte niet. Maar het past wel een beetje bij dit gezellige smurfenparkje. Je zou het min of meer kunnen zien als een accent in de geest van de hier heersende romantische kneuterigheid. Dat echter terzijde, als gezegd bungalowpark Village Les Gottales, gebouwd in 1974 ligt in een prachtige omgeving, een omgeving die behalve rust voor jong en oud veel activiteiten te bieden heeft. De kneuterigheid en de nep vakwerk architectuur van de huisjes storen me dan ook nauwelijks, of eigenlijk helemaal niet. Hoe zou het anders kunnen, dat ik de week in een prima vakantiesfeer heb doorgebracht, een week die bovendien omgevlogen is! Voor we er goed en wel erg in hadden was het alweer vrijdag, en moesten we onze spullen inpakken en de sleutel inleveren. Maar laat ik daar nu nog niet op vooruit lopen, we hebben hier eerst met z'n allen gelukkig nog bijna een hele week te gaan!


Zaterdagmiddag, het mooiste weer van de wereld! Dat hadden we nodig ook, want om een aantal reden hadden Hans en Carla het familie (snel)schaak toernooi 2014 deze keer buiten georganiseerd. Vrijdagavond laat waren de Zeeuwen Ad jr., de familieschaakkampioen van 2012, met Astrid en hun beide kinderen Jens en Mart nog aangekomen, alle deelnemers waren nu binnen, het (snel)schaaktoernooi kon beginnen. Maar eigenlijk was het al een beetje begonnen, want praktisch alles was reeds door Hans en Carla al klaar gezet. Tafels, stoelen, schaakborden, schaakstukken en schaakklokken. Maar dat niet alleen, behalve dat bij de thee en koffie zelfs biscuitjes met chocolade schaakmotieven werden geserveerd, stonden voor de liefhebbers ook de gekoelde drankjes reeds klaar onder een parasol. Het wachten was alleen nog op het startsein van Hans, maar dan moest uiteraard iedereen zijn of haar plaats wel eerst hebben ingenomen!

Maar op een gegeven moment was het dan toch eindelijk zover, en zat iedereen in de startblokken. Op het seintje van Hans drukte zwart als eerste de schaakklok in, en kon wit de eerste zet doen. Beide spelers hadden een kwartier om de andere schaakmat te zetten, lukte dat niet binnen die tijd dan bepaalde het eerst gevallen vlaggetje van de schaakklok de uitslag. Een kwartier is natuurlijk erg kort, daarom noemen we het ook snelschaak! De één kan daar uiteraard beter mee omgaan dan de ander. Lachen, de één laat zich door de klok zo opjutten dat hij of zij de domste zetten doet, en niet of nauwelijks aan een goede stellingopbouw toekomt. De andere denkt daarentegen weer te lang na, en vergeet de klok ook nog eens in te drukken na te hebben gezet. Maar ondanks de lol die we met z'n allen daar een paar uurtjes aan beleven, wordt er evengoed toch ook bloedserieus geschaakt. En zo kwam er ook deze keer uiteindelijk weer een winnaar boven drijven, of beter gezegd een winnares, want volgens Hans, onze grote organisator, had Jeanette de meeste punten behaald. Ik had stellig de indruk dat de uitslag haar erg verraste. De cijfers liegen echter niet, we weten dus wat ons bij het eerst volgende familie (snel)schaaktoernooi te doen staat!

Daags na het schaaktoernooitje hebben we eigenlijk weinig gedaan. Het weer nodigde niet erg uit om buiten iets te ondernemen, al dacht niet iedereen er zo over. Hoe dan ook, wij hebben de dag overwegend naar muziek luisterend en lezend doorgebracht in ons smurfentorentje. Joke begon de draad in 'De Cirkel' van Dave Eggers te pakken te krijgen, en ik kreeg eindelijk vat op 'La Superba' van Ilja Leonard Pfeijffer, winnaar van de Libris literatuurprijs 2014. Typisch, thuis had ik de roman al sinds eind mei j.l. op het nachtkastje liggen, maar daar wilde het me maar niet pakken. Maar ja, van zo'n dag op je krent zitten lezen wordt je uiteindelijk toch ook behoorlijk gaar. In de namiddag zijn we dan ook alsnog een eindje gaan wandelen. Gewoon in de directe omgeving de deur uit, het parkje af, linksom de Parc de Saint-Jacques op tot aan de Saint-Jacques, vervolgens rechtsaf tot aan Eglise de St. Jacques. Een zeldzaam mooi kerkje, dat daar helemaal in het landschap opgaat. Het is een eigentijds stukje architectuur dat zeker van enige afstand een amorf geheel vormt met de omgeving. Knap gedaan, dat zie je vaak anders met godshuizen architectuur. Na dit moois zijn we rechtsaf via de Parc de Saint-Jacques weer naar ons gezellige smurfentorentje gewandeld.

De Hautes-Fagnes ofwel De Hoge Venen is een bijzonder weids natuurgebied tussen de plaatsen Monschau, Malmedy, Eupen en Spa. Het hoogveen gebied is met een top van 694 meter boven TAW (Tweede Algemene Waterpassing, de Belgische referentiehoogte ligt 2,33 meter lager dan het Nederlandse NAP) het hoogste punt van de Belgische Ardennen. Jaarlijks valt er 1500 tot 1700 mm neerslag waardoor het een enorm moerassig gebied is. Maar middels houten vlonderpaden is het gebied voor wandelaars goed toegankelijk gemaakt, reden dus voor een wandeling aldaar. Met z'n twaalven zijn we naar de parkeerplaats nabij herberg La Baraque Michel gereden, uitgangspunt voor een wandeling van een uur of twee, drie. We kwamen er trouwens al doende achter dat niet alle vlonders, die hier tijdens de grote veenbrand van drie jaar geleden zijn verbrand, al waren hersteld. Waarmee we de kortere wandelroute, waar enkelen van ons op gerekend hadden, konden vergeten. Het mocht de pret echter niet drukken, maar op een gegeven moment keerden de eersten, o.m. ik, toch maar rechtsomkeert. We zaten amper aan de soep in herberg La Baraque Michel, toen ook de rest van ons wandelclubje binnen kwam. Ze waren uiteindelijk toch ook maar omgekeerd!


Terug in ons smurfenstulpje hebben we de haard maar eens aangestoken. En wat voor een haard! Een overwegend stalen constructie met glazenpanelen en deurtjes in de vorm van een hexagon ofwel een zeshoek. Het gevaarte besloeg een oppervlak van om en nabij de 2,5 m2 en stond pontificaal midden in ons ronde knusse kamertje. Een zicht belemmerende sta in de weg van formaat, de verhoudingen waren totaal zoek. Dat had anders gekund, maar oké, het was niet anders, maar dan zal die branden ook! En dat deed ie tot volle tevredenheid. Ach ja, vuurtje stoken, altijd weer een leuke en gezellige bezigheid!

Woensdag, op de meest regenachtige dag zijn we met Ad en Will naar het Bastogne War Museum gereden. Het Bastogne War Museum dat op 22 maart 2014 is geopend, is ontstaan na een grondige verbouwing en uitbreiding van het voormalige Bastogne Historical Center. Het staat dicht naast het Mardasson monument op de Mardassonheuvel, destijds het middelpunt van de strijd. Het museum geeft niet enkel een overzicht van het Ardennenoffensief, maar van de gehele oorlog, dat is onderverdeeld in tien blokken. Waarvan drie met een mooi woord 'scénovisions' genoemd worden, ofwel belevingsruimtes. De tien blokken leiden je van de Eerste Wereldoorlog en het Interbellum naar de invasie van België. De eerste 'scénovision' is een film over de militaire operaties in de oorlog. Vervolgens ga je via de bezetting en het verzet in België door naar de landingen in Normandië en het Ardennenoffensief, waar de tweede beleving op aansluit. Je kunt je helemaal inleven in de slag, ze hebben de ruimte zelfs 10 graden kouder gemaakt. Daarna wordt ingegaan op het dagelijks leven in de oorlog, waar de laatste 'scénovision' bij aansluit. Je bevindt je in een café tijdens een bombardement en belandt vervolgens in de kelder om te ervaren wat de inwoners van Bastogne moesten doorstaan. Het museum sluit daarna af met de capitulatie.

Toen het tussen de buien door even droog was, ben ik het op 16 juli 1950 ingewijde Mardasson monument eens gaan bekijken. Het monument staat voor de duurzame vriendschap tussen het Belgische en Amerikaanse volk, die schouder aan schouder vochten tijdens de overwinningsstrijd die zij voerden tijdens de Slag om de Ardennen in december 44 en januari 45. Het monument heeft de vorm van een ster met vijf punten. De geschiedenis van deze bloedige slag is in gouden letters gegraveerd in de wand van de open galerij. En in de bovenste randen van het monument staan alle 50 staten van Amerika gegraveerd. Via een open wenteltrap kwam ik op het dak, waar ik ondanks het heiige mistroostige weer een magnifiek uitzicht had op de omgeving van Bastogne. Maar op een gegeven ogenblik begon het weer eens te regenen, en moest ik maken dat ik weer snel een dak boven m'n hoofd had. Terug in het Bastogne War Museum kwam ik Ad tegen in z'n eentje. De dames zaten nog in een z.g. 'scénovision' naar een film te kijken. Wachten dus, oké dan nemen we toch een lekker bakkie koffie in het restaurant!

Ik had 's avonds net de draad opgevat in 'La Superba', komt Hans binnen lopen. Of ik zin had in een partijtje simultaan schaak tegen hem, samen met Jeannette, Geert en Jan. Ja leuk, kan ik je mogelijk eindelijk eens een keer inmaken, hoewel ik die illusie niet echt had. Want ofschoon Hans zich (nog)niet officieel schaakmeester mag noemen, is hij dat voor een gelegenheidsschaker als ik zeker wel! De officiële titel schaakmeester verkrijg je in de schaakwereld als je aan bepaalde gepubliceerde ratings voldoet. Maar goed, hoe dan ook, even later zaten we met z'n vieren met vier borden en schaakklokken tegenover hem, het spel kon beginnen. De klokken waren ingesteld op 15 minuten speeltijd voor ieder, terwijl Hans als simultaangever volgens de regels op elk bord de openingszet mocht doen. Mijn latente illusie om eens een keer van hem te winnen, nu hij zijn aandacht zo moest verdelen, werd reeds na een paar zetten de grond ingeboord. Ik moest volop in de verdediging, en dat is de hele partij, die nog geen kwartier geduurd heeft zo gebleven. Ik troostte me enigszins met de gedachte, dat ik de één na laatste was die onderuit ging. Alleen Jan heeft het, voor hij door zijn jongere broer onderuit gehaald werd, nog drie minuten langer kunnen volhouden.

Daags na het vermakelijke simultaandebacle liepen we tijdens een wandeling in Stavelot tegen nevenstaand pandje op. Het staat op de hoek Avenue Ferdinand Nicolay - Basse Cour. Het staat zo goed als zeker op de nominatie om te worden gesloopt, gezien de staat waarin het verkeert, en de nieuwbouwplannen die we daar alvast op een billboard konden bekijken. Actievoerders zijn het kennelijk oneens met de plannen, en hebben op een ludieke manier de aandacht gevestigd op het oude pand. Ze willen volgens mij zeggen dat het slechts een paar breukjes zijn waarmee we hier te maken hebben. De ingewanden puilen er weliswaar uit, maar het is allemaal nog goed te restaureren! Aardige actie, maar ik denk eerlijk gezegd niet dat ze daarmee de sloophamer kunnen stoppen. Omdat het alweer de laatste dag was van onze gezamenlijke vakantie, zijn we 's avonds met z'n allen gaan eten in café restaurant Ferme Bodson in Mont Saint Jacques. Lokale lekkernijen voor een leuke prijs vlakbij ons parkje. Keus zat, biefstuk, kwartel, forel, ham, kip, wafels, pannenkoeken en ook de vegetariërs onder ons hadden genoeg keuze. De witlofsoep was zout, maar verder had niemand wat te klagen. De wandeling terug naar ons smurfenparkje was bij volle maan sprookjesachtig!


Vrijdagochtend rond halfelf hadden we onze sleutels weer bij de receptie ingeleverd. Waarna we ter afscheid in Stavelot bij 'Maréchal' aan de Avenue Ferdinand Nicolay nog een kopje koffie gedronken hebben met z'n allen. En voor we het goed en wel beseften, waren we na nog een laatste rondje zoenen, met z'n tweetjes op weg naar huis. Dat ging vlot, met een uurtje hadden we de bottelnek bij Maastricht al achter ons liggen. In het historische Thorn, het aardige witte stadje dat ooit een mini-vorstendom was, geleid door een abdis en een klooster met twintig adellijke dames, hebben we voor de lunch rond het middaguur een korte break ingelast. Even lekker in het zonnetje op het terras van 'De Pannekoekenbakker' aan de Hoogstraat. Vervolgens zijn we linea recta naar huis gereden. Daar aangekomen vonden we gevoelsmatig ineens alles behoorlijk groot. Begrijpelijk uiteraard als je een week lang in zo'n klein gezellig smurfenstulpje hebt rond gehangen!