woensdag, augustus 31, 2011

de keuzefilm van G.V.



Rond zeven uur gisteravond zijn J en ik er maar eens goed voor gaan zitten. 'Novecento' (of 1900) het magistrale epos van Bernardo Bertolucci uit 1976, waarin hij in vijf uur en een kwartier de geschiedenis van Noord-Italië vanaf het jaar 1900 ontvouwt, wilden we vanavond integraal gaan uitzien. Voor mij een opgave van formaat! Mezelf een beetje kennende dacht ik dit niet vol te kunnen houden, temeer ik van mening was dat we van de keuzefilm van Guy Verhofstadt, de laatste zomergast j.l. zondagavond, in ieder geval al eens een gedeelte gezien hadden. De film is namelijk ooit eerder uitgezonden op TV, echter toen in 2 delen.

Allemaal muizenissen om niets, mijn enige zorg die avond was af en toe de gedachte, of ik de film of een gedeelte daarvan nou wel of niet gezien had. Zo ja, waarom kan ik mij dan zo weinig van de inhoud herinneren, en zo nee, waarom denk ik dan toch steeds de film of een gedeelte daarvan wel gezien te hebben. Misschien moeten mijn geheugen en ik toch maar eens te rade gaan bij Dick Swaab, onze neurobioloog en 2e zomergast van het afgelopen seizoen. Hoe dan ook, bijkant ademloos heb ik de hele avond aan de buis gekluistert gezeten, en ik niet alleen, wat een geweldige film! Zo worden ze tegenwoordig volgens mij niet of zelden meer gemaakt, mogelijk ook omdat zoiets groots onbetaalbaar is geworden in deze tijd.



De film blijft boeien, ondanks de lengte. Het prachtige acteerwerk van de cast, bestaande uit Robert De Niro, Gérard Depardieu, Dominique Sanda, Francesca Bertini, Laura Betti, Donald Sutherland, Burt Lancaster en nog vele andere is daar debet aan. Maar dat niet alleen, ook de prachtige muziek van Ennio Morricone en het mooie camerawerk van Vittorio Storaro tilt de film naar hogere sferen. Nog nooit heb ik zulke sfeervolle beelden gezien van het Noord-Italiaanse landschap.

De geschiedenis van Noord-Italië in de eerste helft van de vorige eeuw, wordt in de film vertelt aan de hand van het levensverhaal van twee jongens (Robert De Niro, 1943 en Gérard Deparieu, 1948 resp. als zoon van hereboer en zoon van landarbeider) die aan het begin van die eeuw op dezelfde dag geboren worden. Ze delen aanvankelijk lief en leed met elkaar, maar geleidelijk aan groeien ze door het klasseverschil uit elkaar. Bovendien worden ze meegesleurd door de grote politieke bewegingen van die tijd t.w. het opkomend fascisme en het socialisme. Er moeten keuzes worden gemaakt, de één kan dat wel, de andere niet of te laat. En met een fanatiek fascistische bedrijfsleider (Donald Sutherland, 1935) op het bedrijf van de hereboer, die a.h.w. staat voor het kwaad van de beweging in eigen persoon, wordt het er allemaal ook niet beter op.

Een boeiende film die een intrigerend beeld geeft van een verscheurde samenleving, en van keuzes die mensen maken in tijden van angst en onderdrukking.

maandag, augustus 29, 2011

zomergast-kunst



Met politicus Guy Verhofstadt (1953) in Zomergasten gisteravond, hebben we de laatste van de zes uitzending dit seizoen achter de rug. Het begon met cabaretier Marc-Marie Huijbregts (1964) vervolgens kwamen neurobioloog Dick Swaab (1944), journaliste Step Vaessen (1965), jurist Lilian Gonçalvez-Ho Kang You (1946) en kunstenaar Erik van Lieshout (1968) aan de beurt. De één boeide me uiteraard wat meer dan de ander, maar ik heb ze alle zes wel gezien. Nou nog 'Novecento' bekijken, Guy Verhofstadt's keuzefilm van Bertolucci uit 1976. Alhoewel in het verleden al eens gezien, in ieder geval een gedeelte daarvan, hebben we de film toch maar integraal opgenomen. We moeten alleen nog een beetje moed verzamelen om dit epische product van 5 uur en een kwartier lang ook daadwerkelijk weer te gaan zien! Maar de avonden worden weer langer, dus zal dat vast wel een keer lukken.

Wat een spraakwaterval is die Guy Verhofstadt (1953) zeg, Jelle Brandt Corsius (1978) kwam er in het begin nauwelijks aan te pas, en dat vond ik aanvankelijk knap irritant. Je moet als gespreksleider tegenover een politicus, die nota bene vanaf 1999 tot 2008 Belgisch eerste minister geweest is natuurlijk ook wel van goede huize komen. Zo iemand is gepokt en gemazeld in de politieke arena.

Veel politiek gekleurde onderwerpen passeerden de revue met de ex-premier, die tegenwoordig voorzitter is van de liberale fractie in het Europese parlement. De democratisering in Europa, de macht, de eurocrisis, de eventuele uitgifte van euro-obligaties, de pensioenfondsen en de economie. Ook kwam de genocide in Rwanda aan de orde, het verdriet van België en de huidige kabinetscrisis daar. Gaande weg het gesprek, eigenlijk toen het over andere onderwerpen ging dan politiekgevoelige, kwam er een beetje rust in de dialoog tussen beide heren. Over wijn, eten, muziek en kunst. Over de Chinese kunstenaar Ai Weiwei (1957) en zijn bizarre zonnepittenproject, een conceptuele kunstuiting die hij associeerd met de Culturele Revolutie van Mao Zedong. Over het abstract expressionisme van de Amerikaanse kunstschilder Mark Rothko (1903-1970), en de z.g. colorfield painting. Over Rothko's Rooms, als voorbeeld kregen we een 'Rothko in Red' te zien, een groot vlak in schakeringen rood. Een grappige anekdote die werd aangehaald vond ik het verhaal over een museumbezoekster, die staande temidden van grote, bijkant wandvullende schilderijen van Rothko, aan een suppoost vroeg in welke zaal zijn schilderijen te zien waren.



'Grey and orange on maroon, no. 8' uit 1960 is het enige schilderij van Rothko dat ikzelf in werkelijkheid een keer gezien heb in museum Boijmans van Beuningen. Het schijnt trouwens ook het enige schilderij van Rothko te zijn wat in een Nederlands museum te zien is. Colourfield Painting, ofwel kleur en niets anders las ik, geen expressie van de penseelstreek, het z.g. handschrift van de schilder, maar alleen egale kleurvlakken. De gedachte er achter is belangrijk, als je in staat bent je daarin te verdiepen, kijk je met andere ogen naar deze schilderijen en komen ze voor je tot leven. De kleurvlakken zweven en lijken te gloeien, temeer door het achterwege laten van een scherpe afbakening. Bezoekers staan soms te huilen voor de schilderijen van Rothko las ik. Daar kan ik mij eerlijk gezegd weinig bij voorstellen, zover gaat m'n emotionele inlevingsvermogen m.b.t. deze kunstuiting kennelijk niet. Maar boeiend vind ik het wel, kijk en luister ook maar eens naar onderstaand filmpje dat ik tegenkwam. Daarin vertelt Ds. Hans Visser (1942, vooral bekend geworden van 'Perron Nul', zijn project voor daklozen en drugsverslaafden in Rotterdam) in museum Boijmans van Beuningen vanuit een theologische visie over het licht en de duisternis in het werk van Rothko, middels eerder genoemd schilderij.



Waar, hoe en wat er ook ter wereld gebeurd, met een avondje zomergasten op TV raak je er als kijker toch aardig bij betrokken!

zondag, augustus 28, 2011

rare smoelen



Na 'De Collectie Verrijkt' en 'Futuro, utopie in constructie' kwamen we in museum Boijmans van Beuningen bij George Condo's 'Mental States' terecht. Mentale toestanden, in mijn ogen een bijzonder vreemde maar boeiende rariteiten tentoonstelling.
De Amerikaanse kunstenaar (New Hampshire, 1957) onderzoekt in zijn werk het genre van het portret, de menselijke fysionomie en de verschillende 'states of mind'. Vooral karikaturen, historische portretten en mythologische figuren dienen als zijn inspiratiebron, las ik. Condo's werk heeft een surreële kwaliteit en kenmerkt zich door vreemde composities en ruig schilderwerk. Een beetje merkwaardige eend in de kunstwereld, lees onderstaand intervieuw van Lilian Bense maar uit het tijdschrift H'ART van 14 juli j.l.



Ruim 60 schilderijen hebben we van Condo gezien, in de door Boijmans van Beuningen in samenwerking met de Londense Hayward Gallery georganiseerde tentoonstelling.

zaterdag, augustus 27, 2011

expo in duikbootloods



Dat een bezoek aan de tentoonstelling 'The One & The Many' in de Onderzeebootloods van het Scandinavische kunstenaarsduo Michael Elmgreen (Kopenhagen, 1961) en Ingar Dragset (Trondheim, 1969) een zinsbegoochelende en surrealistische totaalervaring opleverd kan ik sinds gisteren beamen.

Bijzonder hoe de twee de immense maat en schaal van de voormalige Onderzeebootloods (gebouwd in 1937) hebben weten te veranderen in een grauwe, schimmige achterbuurt van een grote stad. Door een ca. 50 meter lange tunnel van stalen golfplaat kom je als bezoeker een donkere ruimte binnen. In de schemer van enkele straatlantaarns lichten een aantal sculpturale elementen op, zoals een ingericht appartementenblok van vier verdiepingen hoog, een gehavend, melancholisch kinderreuzenrad dat doelloos lijkt rond te draaien, een limousine op blokken, betonnen bankjes, een toiletblokje annex afwerkplek voor homo's en een vuilcontainer. Om de sfeer voor de argelose bezoeker nog ongemakkelijker te maken, heeft het kunstenaarsduo ook nog enkele acteurs ingehuurd van het Ro Theater, die improviserend als hangjongeren, jonge moeder met kind en schandknapen af en toe schreeuwerige monologen houden en/of je hinderlijk volgen onder het uiten van oneerbare voorstellen in de buurt van het toiletblokje.



Ik had me een beetje op het bezoek van deze tentoonstelling in de Onderzeebootloods voorbereid, dus wist ik wel min of meer wat ik daar in het Rotterdamse havengebied zou aantreffen. Maar toch dacht ik toen ik weer buiten stond, dat ik in mijn rol van publieke voyeur wat meer had mogen verwachten. Was dat nou alles? Echter al tijdens de autorit naar huis werd het me duidelijk, dat meer zal ik maar zeggen, daar geen meerwaarde zou hebben toegevoegd aan mijn contemplatieve ervaring. De essentie van de tentoonstelling t.w. de wereld is meer dan een wit museum vol kostbare kunst, was overduidelijk in beeld gebracht door de heren Elmgreen & Dragset.

dinsdag, augustus 23, 2011

zwaluwtrek



Wat een zootje, niet om aan te zien. Van boeg tot spiegel, aan zowel bakboord- als stuurboordzijde hadden de zwaluwen het dek van de 'Swing' ondergescheten, niet te zuinig. Een klein weekje was ik niet op de haven geweest, het moet dan ook haast wel het resultaat zijn van meerdere dagen gezelligheid van onze gevleugelde vriendjes. Ik zag ze nog vliegen ook over de haven, de kakkers, grote zwermen streken een eindje verderop neer op de zeereling van een ander scheepje. Natuurlijk, het is ook al weer bijna eind augustus, de vogeltjes zijn zich aan het verzamelen voor de grote reis naar het zuidelijk halfrond.

Uiteraard kan ik die beestjes wel vervloeken als ze me zo'n hoop werk bezorgen, maar dat doe ik niet. In tegendeel, het zijn leuke vogeltjes en de zwaluwtrek vind ik een boeiend natuurverschijnsel. Bovendien kan je er zelf veel aan doen om gespaard te blijven van de poepellende. Jaren geleden is me hetzelfde ook al eens overkomen met de 'Felis Onca IV'. Toen al attendeerde mij iemand op het gebruik van oude cd's aan de zeereling. Een afdoend middel bleek uit zijn ervaring, maar tot op de dag van heden heb ik het zelf nooit toegepast.
Zwaluwen associeer ik altijd met de zomer, het jaargetij waar ik samen met de lente toch wel het meest van hou. Met een gevoel van weemoed zie ik de beestjes dan ook vertrekken, en ik zal denk ik niet de enige zijn!

Een bijzondere ervaring met een zwaluw had ik een keer midden op zee, ergens tussen Schotland en de Shetlandeilanden. Ik stond in de regenachtige vooravond aan het roer van de 'Swing', matig windje maar nog een hoge deining door de storm die we die dag over ons heen hadden gehad, toen ik ineens iets op m'n haardos voelde terecht komen. Het bleek een oververmoeide zwaluw te zijn, die waarschijnlijk door de stormwinden helemaal uit koers geblazen was, en m'n hoofd als rustplaats had uitgekozen. Ik heb het beestje in de beschutting van de buiskap gezet, waar het de hele nacht heeft zitten bibberen en kakken. Toen ik het vogeltje in de vroege ochtend wilde oppakken, vloog het plotseling onder mijn handen vandaan, en werd het buiten boord vrijwel direct door een hoge golf gegrepen. Arm zwaluwtje, een droevig zeemansgraf was z'n lot, ik was er een beetje beduusd van! Hoeveel soortgenootjes zouden eigenlijk tijdens de lange trek naar het zuiden een dergelijk lot ondergaan?

vrijdag, augustus 19, 2011

de toren van N. van Walt van Praag



Kom ik gisteren tijdens een fietstochtje met Jo en Ja toevallig over de Laak in Putten, zie ik weer eens een keertje het huis met de toren in de tuin. In het verleden, toen we daar nog in de buurt woonden, fietste ik daar wel vaker langs. De selfmade toren boeide me destijds, fascinerend 'architecture without architects'. Maar nu had ik de toren toch wel heel lang niet meer gezien. Het bouwwerk zag er vanaf de Laak gezien nog prima uit na al die jaren, ik heb er gelijk maar een paar fotootjes van gemaakt. Thuis toch eens op internet kijken of er mogelijk iets over te vinden is. De Griekse zuilentoren, zoals ik het bouwwerk wel noemde, is voor mij min of meer een begrip geworden sinds die bewuste documentaire van Kees Hin (Amsterdam, 1936) op TV in het programma 'Beeldspraak' op zondagavond 8 februari 1976 t.w. N.V. Walt van Praag en de toren naar de hemel.

En tot mijn verrassing vond ik op internet inderdaad iets over de toren: een verkoop filmpje! De toren werd door een makelaar enthousiast aangeprezen als een historisch en typisch Veluws verschijnsel. Een verkooppraatje, maar over de maker van de toren hoorde ik weinig meer, dan dat hij een levenskunstenaar was met een gewone baan, en er bijzondere denkbeelden op na hield. Overigens, meer informatie lijkt mij voor verkoop ook niet erg relevant.



Maar ik moest denken aan die intrigerende documentaire op die bewuste zondagavond lang geleden. Waarin de torenbouwer Norman van Walt van Praag, een gepensioneerde oceanograaf van het KNMI, werd geïntervieuwd. Hij vertelde dat dit zijn tweede toren was, de eerste had het tijdens een storm begeven en was ingestort. Maar met een verbetert constructieplan was hij weer overnieuw begonnen, en deze keer met meer succes. Voor de bekisting van de ronde betonnen kolommen had hij o.a. golfplaat gebruikt, had hij gelijk een soort van Grieks reliëf te pakken in het oppervlak. Griekse zuilen zag hij als een toppunt van schoonheid!
Meter voor meter had hij de cirkelvormige toren zo tot net boven de boomgrens opgebouwd. Zijn doel was om op het hoogste platform, zo'n dikke twintig meter boven het maaiveld, een vleugel te plaatsen en te bespelen. Daar, op die hoogte, met niks anders boven hem dan het oneindige zwerk, zou hij al musicerend een kosmisch totaalgevoel ervaren, één zijn met het al!

Norman van Walt van Praag, behalve een mannetjesputter in zijn vrije tijd, was (daar ga ik tenminste maar vanuit, want hij was destijds al gepensioneerd) hij inderdaad een man met bijzondere denkbeelden!

by the way
Op 'Landgoed Schovenhorst' in Putten staat ook een door een architect ontworpen toren in het bos, die van vrij recente datum is. Maar dat is een toren die in alle opzichten van een totaal andere orde is! (Zie mijn stukje Bostoren van 8 april 2009)

woensdag, augustus 17, 2011

Paleis a/d Blijmarkt



Het Paleis a/d Blijmarkt in Zwolle is sinds 2004/2005 één van de locaties van Museum de Fundatie, (zie voor meer over dit gebouw ook mijn stukje museumdefundatie van 17 maart 2008). Buiten de vaste collectie om, vinden in dit museum ook regelmatig wisselende exposities plaats. Deze keer kwamen we m.n. voor het recente werk van Evert Thielen (Venlo, 1954), een bijzonder fenomeen in de kunstwereld las ik. Geïnspireerd door oude meesters als Jan van Eyck, Johannes Vermeer en Gabriël Metsu, is de ontwerpkeuze in zijn eigen werk veelal eigentijds. Thielen legt het moderne leven vast en maakt daarbij gebruik van eeuwenoude schildertechnieken.



De in Brugge wonende Evert Thielen, die wel de meester van het moderne meerluik wordt genoemd, was tot onze verrassing persoonlijk in museum de Fundatie aanwezig. De kunstenaar, onberispelijke haarscheiding en als altijd gekleed als een notaris in functie, gaf tekst en uitleg bij het veelluik 'Het Verlangen' en het nog onvoltooide veelluik 'Bellenhof', de twee daar tentoongestelde meerluiken van zijn hand.

'Het Verlangen'
Zijn in 2005 (niet in opdracht) voltooide veelluik 'Het Verlangen' is een verhaal over hunkering, verlangen en hartstocht dat door lijden wordt overheerst. Over het gemis en de onberijkbaarheid van de liefde. Voor Thielen staat het veelluik symbool voor zijn begeerte van de schilderkunst. Hij weet maar al te goed dat zijn passie voor de kunsten geen lijdensweg moet worden.

'Bellenhof'
Zijn nog onvoltooide veelluik 'Bellenhof' is een heel ander verhaal. Het verhaalt over de geschiedenis van het gelijknamige landgoed bij het Belgische Brasschaat. Hij combineert het geschiedenisverhaal met een overzicht van de geschiedenis van de schilderkunst van 1750 tot heden. Een rijkgeschakeerd mozaïek van de schilderkunst is het resultaat. Het onvoltooide deel betreft in hoofdzaak het nog te vervaardigen toekomstverhaal van 'Bellenhof'. Echter door een van kracht geworden bestemmingsplanwijziging heeft de gemeente Brasschaat te kennen gegeven 'Bellenhof' mogelijk te willen slopen t.g.v. de bouw van meerdere villa's op het terrein. Noodgedwongen heeft vervolgens de huidige eigenaar van 'Bellenhof', tevens Thielen's opdrachtgever, de verdere voortgang aan het veelluik afgeblazen. Wat een frustratie, Thielen had op dat moment al 4,5 jaar aan het veelluik gewerkt, alleen de toekomst van het nieuwe 'Bellenhof' moest hij nog schilderen. Maar de vraag is of dit er nog ooit van zal komen!

Naast beide veelluiken waren er nog een stuk of zestig schilderijen te zien die Thielen de afgelopen jaren heeft gemaakt. Prachtige genrestukken waarin vrouwen figureren, maar in het bijzonder veel vrouwelijk naakt. Voor Thielen is tot op heden de vrouw kennelijk het belangrijkste thema in zijn werk.



Uitbreiding Paleis a/d Blijmarkt.
Deze locatie van Museum De Fundatie gaat uitbreiden. Bierman Henket architecten, het gerenommeerde bureau uit Vught heeft daartoe een haalbaarheidsstudie c.q. voorlopig ontwerp gemaakt, dat voorziet in een ellipsvormige constructie op het huidige dak. Door de grote op een stel ogen lijkende glaspartij aan de noordkant, is er straks vanuit het museum een prachtig uitzicht over de Zwolse binnenstad. Het streven is las ik, dat de uitbreiding eind 2012 is gerealiseerd, dat zou prachtig zijn maar dat moet ik eerst nog zien.







dinsdag, augustus 16, 2011

Kasteel het Nijenhuis



Kasteel Het Nijenhuis in Heino/Wijhe is formeel sinds 2004 één van de locaties van Museum de Fundatie in Zwolle. Al sinds 1382 is er sprake van het huis, maar het huidige Nijenhuis stamt uit 1680, al zijn er in latere verbouwingen en restauraties wel hier en daar wat veranderingen aangebracht. Het huis heeft vele bewoners gekend, maar zoals gezegd is het nu een museum. Behalve dat er een deel van de imposante kunstverzameling van Dirk Hannema (1895-1984), laatste bewoner, voormalig directeur van Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam en oprichter van Museum de Fundatie in Zwolle te bezichtigen is, vinden er ook regelmatig wisselende exposities plaats. En daar is de tentoonstelling Silk cut van Rob Scholte, die we daar afgelopen zondag hebben gezien, er één van.

Kunstenaar Rob Scholte (Amsterdam, 1958) is een beeldenmaker las ik. Hij ordent en plaatst beelden uit de massamedia en zijn eigen omvangrijke archief in een nieuwe context, waarmee hij beelden van een nieuwe betekenis voorziet. Tegenstrijdigheden en tegenstellingen die nogal eens in zijn werken te vinden zijn, worden zo in hun nieuwe context overwonnen. Het lijkt mij toe, dat Rob Scholte na de bomaanslag in 1994, waarbij hij beide benen tot boven de knie verloor, zichzelf in een nieuwe context van rolstoel ook heeft moeten overwinnen.




De tentoonstelling Silk cut naar het gelijknamige in 2011 door Museum de Fundatie aangekochte 6-luik van Scholte, bevat een forse keuze uit zijn verdere recente werken. Zelf omschrijft hij de tentoonstelling als exposeren 'tussen de ouwe meuk'. Schilderijen, tapijten, straatnaamborden, borduurwerk, een fraai getatoeërd aarsgewei op de rug van een vrouw in New body-lanuage en spreuken en gezegden zijn te bezichtigen tussen de kunstwerken en huisraad van Dirk Hannema. Bizar, die postmoderne interventies van Rob Scholte in de klassieke context van Kasteel het Nijenhuis.


zaterdag, augustus 13, 2011

schoon water



De buienradar stemt niet vrolijk, regen, regen en nog eens regen wat de klok slaat. En zeker in onze vrije tijd willen we dat liever niet. Toch ben ik blij met al dat water hier, zeilers houden nou eenmaal van water, maar dat is in dit verband echter ironisch bedoeld. Nee, ik realiseer me, dat ze op een kleine acht uur vliegen in zuidelijke richting, heel andere problemen hebben met water dan bij ons hier. En dan vooral met het verkrijgen van schoon water. En niet alleen in gebieden waar amper of geen regen valt, maar ook in gebieden waar jaarlijks meer regen valt dan in onze contreien, maar waar alles gewoon weg stroomt en in de grond verdwijnt.

In de katern economie van de Volkskrant, las ik vanmorgen een artikel van Michael Persson over duurzaam ondernemen en de jacht naar schoon water voor iedereen. Over schoonwaterfilosoof en onconventioneel internationaal ondernemer Martijn Nitzsche, van origine mijnbouwkundig ingenieur. Die met zijn bedrijfje Aqua-Aero WaterSystems in grote delen van de tropen, met name in derde wereld landen waar water maar in het bijzonder schoon drinkwater schaars is, met inzet van minimale middelen vaak maximale resultaten bereikt.

De waterpiramide bijvoorbeeld, één van zijn eerste uitvindingen waarvoor hij in 2006 de jaarlijkse innovatieprijs van de Wereldbank heeft ontvangen. Een piramide vormige tent waarin de zon uit zout of brak en smerig water, per dag zo'n 1000 liter schoon drinkwater destilleert, genoeg voor een dorpje van ongeveer 300 inwoners. Het werkt als volgt: Smerig water wat de tent is ingepomt verdampt overdag als de zon op het tentdoek schijnt, zout en viezigheid blijft achter op de grond, het schone water condenseert en druppelt langs het tentdoek naar beneden, waar het wordt opgevangen. Simpel, een kind kan de was doen.



Schoon water komt hier gewoon uit de kraan, ik sta er dan ook niet altijd bij stil, dat het hebben van schoon water in grote delen van de wereld een fors probleem is. Een pobleem dat ook alsmaar groter schijnt te worden in de toekomst, ook bij ons. Beschikken over schoon water zal voor velen een onbetaalbare luxe worden, las ik ergens. Zonder te willen bagatelliseren, denk ik dat de problemen met simpele maar innovatieve oplossingen als o.a. de waterpiramide, in veel gebieden ook best nog eens een beetje mee zouden kunnen vallen.

dinsdag, augustus 09, 2011

Mosselen en Willemsoord



Zeilend met de 'Swing' op het Malzwin richting Den Helder zag ik ze weer, even voorbij boei M11, honderden blauwe tonnetjes, rijen dik keurig in het gelid op gepaste afstand van elkaar. Al eerder had ik elders op het wad iets dergelijks gezien, me afvragend waar al die lelijkheid toch voor diende, zo ook nu weer. Bij nadere bestudering van de kaart later, zag ik in de voetnoot staan dat het een Mosselkweekgebied betrof. De vele honderden tonnetjes die we deze keer aan bakboord hadden zien dobberen, behoorden tot het zichtbare deel van een z.g. mosselzaadinvanginstallatie. De tonnen zijn voorzien van touwen- of netwerken die vertikaal onder water hangen. Het piepkleine mosselzaad dat in het water van de Waddenzee zweeft, blijkt zich daaraan vast te zetten. Het schijnt een lucratieve vangstmethode te zijn voor de mosselvissers, en ze hoeven niet meer te zoeken naar jonge mosseltjes. Bovendien blijft de bodem van de Waddenzee zo onaangeroerd wat het milieu ten goede komt. Alhoewel, aan een Waddenzee vol met blauwe tonnetjes moet ik ook niet denken!

Typisch, maar ik las, dat als de mossellarfjes in de mosselzaadinvanginstallaties uitgegroeid zijn tot kleine mosseltjes, ze uit de Waddenzee worden opgevist. En dat ze de mosseltjes dan vervolgens weer uitzetten in de schone Zeeuwse wateren (Oosterschelde) waar ze verder kunnen groeien en kunnen verwateren. D.w.z. dat de mosselen zichzelf zuiveren en zich van het zand en het slik van de Waddenzee ontdoen. Daarna worden ze opnieuw opgevist en wordt de wad-zeeuwse mossel als een echte Zeeuwse mossel aan de man gebracht! Een beetje vreemde handel, maar goed wat maakt het ook uit, genoeg over de mossel.

De in 2009 voor de watersporter geopende jachthaven Willemsoord in Den Helder was ons doel. In Hindeloopen hadden we van een zeiler mooie verhalen gehoord over deze haven op de voormalige Rijkswerf van de Koninklijke Marine. In 2008 hadden we het terrein, dat toen al voor iedereen toegankelijk was, een keer bezocht (zie mijn stukje 'Intermezzo in Oudeschild' van 30 juni 2008) maar van een jachthaven in de oude werfhaven was toen nog niets te bekennen.
Stuurboord aanhoudend voeren we in de haven van Den Helder naar de Zeedoksluis, de directe toegang tot de jachthaven. Samen met de 'Poolster', de Lemsteraak van W en S moesten we een tijdje wachten voor we geschut werden, want de sluis kent bloktijden. Maar eenmaal aan de andere kant hadden we in de vrijwel lege jachthaven een zee van ruimte. Evengoed werden we aan de praktisch lege steiger door de havenmeester opgevangen en kregen we een plek aangewezen.

In eerste instantie oogt de haven behoorlijk industrieel, je denkt bij jezelf, ik ben hier nou eenmaal, één nachtje moet lukken, maar morgen ben ik weer weg. Echter bij nader inzien werden we toch (weer) geboeid door de grote verscheidenheid aan bezienswaardigheden op het Willemsoord-complex. Historische gebouwen, musea, diverse in onbruik geraakte havenfaciliteiten, kunstwerken, droogdokken, bijzondere schepen en andere nautische monumenten waren er te bezichtigen. En mede door de goede voorzieningen in de haven en de gunstige ligging t.o.v. het centrum van Den Helder, hebben we er met plezier een paar dagen gelegen.

zaterdag, augustus 06, 2011

een fietstocht boven de grote rivieren



Soms gaan m'n gedachten wel eens even een stukje terug in de tijd. Aanleiding daartoe is meestal, of eigenlijk altijd een gebeurtenis in het heden. Onlangs was dat een klein fietstochtje nabij Oudeschild op Texel. Met z'n zessen waren we, onze dochters met hun geliefden en wij. De kleinkinderen deden even niet mee, die bleven liever rondhangen op de haven, het strandje en de boot. Ik moest denken aan die fietstocht van jaren geleden, toen onze beide dochters ongeveer dezelfde leeftijd hadden, als hun eigen oudste dochters nu. Nog even dacht ik, en dan gaan die meiden ook al niet meer mee met de oudjes.

De leuke fiets/kampeervakantie van jaren geleden (1982) was de laatste zomervakantie met het complete gezin. Onze oudste dochter vond destijds het woord fietsvakantie al fout, fietsen was werken en geen vakantie! Toch ging ze mee, wat moest ze ook anders. Erg enthousiast ging het echter niet, vrij consequent peddelde ze op een afstand van zo'n kleine 100 meter achter ons aan. Maar gelukkig ging het gaandeweg beter, wat ze ook wel liet blijken in haar bijdrage aan het vakantiedagboek, dat we destijds gezamelijk bijhielden.

We noemden het dus 'een fietstocht boven de grote rivieren' Een traject vanuit Putten, waar we toen woonden, en weer terug in 2,5 week via camping 't Wilgerak' in Schoonhoven, camping 'Ockenburgh' in Den Haag, trekkerskamp 'De Branding' in Zandvoort, de 'Kennemerduincamping' in Castricum aan Zee en camping 'De Wierde' in Den Oever.
Vervolgens over de Afsluitdijk naar Harlingen, met de boot naar West-Terschelling en vandaar weer per fiets naar de camping van Staatsbosbeheer in Formerum.
De dag daarop gingen we voor een weekje fietsrust naar een vakantiehuisje in Midsland dat we thuis al geregeld hadden, t.w. 'De Drie Musketiers'.
Na dit weekje rust, fietsten we vanuit Harlingen via camping 'de Potten' in Sneek, camping 'Witterzomer' in Assen, het gemeentelijke campeerterrein in Emmen, camping 'De Koeksebelt' langs de Vecht in Ommen, en een korte pitstop bij opa en oma in Wezep, terug naar huis in Putten.

In Amersfoort hebben we 's avonds met een etentje in grill-bar 'In den Snuifmolen' de fiets/kampeervakantie feestelijk afgesloten.

vrijdag, augustus 05, 2011

verzonken stad



Harderwijk heeft z'n eigen Atlantis, de stad die naar men zegt vele duizenden jaren geleden in zee verdwenen is. Alleen in Harderwijk betreft het een sinds 1996 uit het Veluwemeer oprijzend kunstwerk van zeven forse brokstukken Portugees graniet net naast de Knardijk. Het controversiele plastiek van de Engelse beeldhouwer en tekenaar Adam Colton (1957), die het zelf geen titel heeft meegegeven, (al ben ik wel benieuwd wat de kunstenaar tijdens de plaatsing, hangend in een kraan, er destijds nog ingebeiteld heeft) werd in de volksmond binnen de kortste keren de 'verzonken stad' genoemd. En met een beetje fantasie doen de schots en scheef staande sculpturen inderdaad wel denken aan de archaïsche architectuurelementen van een verzonken stad.

De beeldengroep lag in het begin op ca. 120 meter ten oosten van de Knardijk gepositioneerd, maar doordat het tracé van de Knardijk (N302) door de aanleg van o.a. het aquaduct en de nieuwe brug een beetje naar het oosten is opgeschoven, ligt het plastiek nu voor mijn gevoel praktisch tegen de dijk aan. Het gevolg is dat je het van de dijk af nog nauwelijks te zien krijgt. Maar ook vanaf de waterkant merkte ik gisteren, vaar je er ongemerkt aan voorbij. De beeldengroep wordt praktisch één geheel met de achtergrond van struikgewas.

Ik kan mij niet voorstellen dat dit de bedoeling is geweest van de kunstenaar. Ook al zouden de zeven granieten sculpturen volgens Adam Colton zelf een sfeer van verlatenheid moeten oproepen, die op een grauwe regenachtige dag a.h.w. opgaan in het grijs van water en lucht. Maar dan moet de beeldengroep er niet zo verloren bij staan, je moet de sculpturen wel kunnen zien om deze gemoedstoestand te kunnen ervaren lijkt mij, evengoed als het spel van schaduw en licht dat het plastiek op zonnige dagen zal laten zien!

Maar het zal nog wel eens lang kunnen duren voordat de beeldengroep verplaatst gaat worden naar een meer zichtbare plek, als dat er al ooit van zal komem. Want wat dit soort zaken betreft, ben ik bang dat de tijd voorlopig nog wel een poosje niet mee zal zitten.