dinsdag, november 30, 2010

vocal piano sextet



Onlangs hoorde ik Elvis Presley op de radio 'Wooden Heart' zingen, een prachtige opname met een kinderkoortje uit 1960.
De originele tekst 'Muss i denn zum Städtele hinaus' van Heinrich Wagner uit 1927 werd veel door de Duitse Kriegsmarine gespeeld tijdens militaire plechtigheden.
Zelf moest ik bij het horen van 'Muss i denn' aan een opname uit 1932 denken van de 'Comedian Harmonists', waarvan ik nog een LP in de kast heb staan. De bijna 30 jaar oude LP heb ik gelijk opgezocht en weer eens gedraaid, het is en blijft prachtig! Ik weet het nog precies, de LP heb ik begin jaren 80 direct na het weekend gekocht n.a.v. een indrukwekkend TV programma van de VPRO op zondagavond over de Comedian Harmonists. Daarvóór had ik tot mijn schande en verdriet nog nooit van de Comedian Harmonists gehoord.

De 'Comedian Harmonists' waren een beetje 'The Beatles' van hun tijd, vernieuwend en doorbrekend. De groep, eind 1927 opgericht door Harry Frommermann, bestond uit vijf zangers en een pianist. Ze waren tijdens hun bestaan (1928-1935) een sensatie en werden beroemd door de grote verscheidenheid aan vocale stijlen en het gevoel voor humor waarmee ze close harmony ten gehore brachten. Het repertoire bestond uit bewerkingen van klassieke muziek, volksliedjes en toenmalige hits. Maar drie zangers van de groep waren joods waardoor de groep in het Nazi Duitsland van de jaren 30 problemen kreeg. En toen de drie joodse leden moesten uitwijken naar het buitenland raakte de groep in de versukkeling. Uiteindelijk is de groep in 1941 in de Verenigde Staten ontbonden.




Kan je niet zien
Dat ik van je hou?
Alstublieft breek mijn hart niet in tweeën.
Dat is niet moeilijk om te doen,
Omdat ik geen houten hart heb.
En als je vaarwel zegt
Dan weet ik dat ik zou huilen.
Misschien zou ik sterven.
Omdat ik geen houten hart heb.
Er zijn geen verwikkelingen aan mijn liefde
Het was altijd jou sinds het begin.
Behandel me aardig.
Behandel me goed.
Behandel me zoals je echt zou moeten,
Want ik ben niet van hout gemaakt,
En ik heb geen houten hart.

Als ik moet, als ik moet
Moet ik dan de stad uit
De stad uit
En jij, mijn schat, blijf jij hier?

Er zijn geen verwikkelingen aan mijn liefde
Het was altijd jou sinds het begin.
Behandel me aardig.
Behandel me goed.
Behandel me zoals je echt zou moeten,
Want ik ben niet van hout gemaakt,
En ik heb geen houten hart.


Toen ik zo bezig was met het oprakelen van die oude geschiedenis van de Comedian Harmonists, bedacht ik me ineens dat er natuurlijk ook nu van die groepen zijn. Sextetten als bijvoorbeeld 'Ensemble Six' en 'Men's Voices' zijn beiden geïnspireerd door de Comedian Harmonists, maar ook door min of meer soortgelijke groepen uit de vijftiger jaren. Want arrangementen van The Mills Brothers, The Platters, The Hilo's en The Inkspots behoren ook tot het repertoire. Van het één komt het ander, een beetje rond googlen bracht me al gauw op het spoor van een optreden van 'Men's Voices' op vrijdag 11 februari 2011 in theater 'De Poorterij' in Zaltbommel. 'Tribute to the Golden Fifties' heet het programma. Ik heb gelijk kaartjes besteld, want dat wil ik meemaken!



Muss i denn, muss i denn
zum Städtele hinaus, Städtele hinaus,
Und du, mein Schatz, bleibst hier?
Wenn i komm’, wenn i komm’,
wenn i wiedrum komm’,
Kehr’ i ein, mein Schatz, bei dir.
Kann i glei net allweil bei dir sein,
Han i doch mein Freud’ an dir!
Wenn i komm’, wenn i komm’,
wenn i wiedrum komm’,
Kehr’ i ein, mein Schatz, bei dir.

Wie du weinst, wie du weinst,
Dass i wandere muss, wandere muss,
Wie wenn d’ Lieb’ jetzt wär’ vorbei!
Sind au drauss, sind au drauss
Der Mädele viel, Mädele viel,
Lieber Schatz, i bleib dir treu.
Denk du net, wenn i ’ne Andre seh’,
No sei mein’ Lieb’ vorbei;
Sind au drauss, sind au drauss
Der Mädele viel, Mädele viel,
Lieber Schatz, i bleib dir treu.

Über’s Jahr, über’s Jahr,
Wenn me Träubele schneid’t, Träubele schneid’t,
Stell’ i hier mi wiedrum ein;
Bin i dann, bin i dann
Dein Schätzele noch, Schätzele noch,
So soll die Hochzeit sein.
Über’s Jahr, do ist mein’ Zeit vorbei,
Da g’hör’ i mein und dein;
Bin i dann, bin i dann
Dein Schätzele noch, Schätzele noch,
So soll die Hochzeit sein.

zondag, november 28, 2010

verrassend, De Dialoog



Gisteren hoorde ik in 'De Strepen van Spits', het radioprogramma op zaterdagmiddag van Frits Spits, dat zanger en tekstschrijver Alex Roeka 's avonds om kwart over acht in Ermelo zou optreden met z'n band in theater 'De Dialoog'. Jesus, hoe kan dat nou, waarom wist ik dat niet, heeft het soms in de krant gestaan en heb ik niet goed opgelet? Een concert van Alex Roeka (1955) staat al een poosje op m'n lijstje, en nou is er een concert bij wijze van spreken vlak om de hoek, en weet ik dat niet! Stom, maar goed, hoe kom ik nou op zaterdagmiddag halfvier nog aan kaartjes, als ze tenminste al niet zijn uitverkocht? Bellen lukte niet, niemand aanwezig natuurlijk op dit uur. Maar op de site van De Dialoog las ik, dat de kassa een uur voor aanvang open zou gaan en daar mogelijk, indien voorradig, ook nog kaartjes konden worden gekocht.

Klokslag zeven uur stonden we al voor de kassa, maar het duurde nog een kwartiertje voor die open ging. Kaartjes zat, het theater was nog lang niet uitverkocht! Hoe is het mogelijk bij dergelijke topmuziek! Een landelijke trend aldus de kassière, volgens haar was het echt al crisis in theaterland! Of dat zo is kan ik nog niet beoordelen, ja in Ermelo misschien maar verder is het me nog niet zo opgevallen. Maar hoe dan ook, wij hadden kaartjes! We hebben daar nog even C en J gebeld, of ze misschien ook zin hadden in het concert, maar ze waren jammergenoeg niet thuis.



De première van 'Zachtaardig vergooid', het nieuwe theaterprogramma van ex-zeeman en psycholoog Alex Roeka, was j.l. 11 oktober in De Kleine Komedie in Amsterdam. Het is een verhaal van vriendschap, liefde en onrust, voortgestuwd door een aanstekelijke levenslust. Hij brengt zijn liedjes op een totaal onvergelijkbare wijze en ongekend beeldend, een groot poëet soms rauw, soms ingetogen en dan weer uitgelaten. Maar de begeleidende band, bestaande uit de musici Jacco Benckhuijsen (piano, orgel) Peter van Os (accordeon, trombone) Mischa Kool (contrabas) en Rowin Tettero (drums) was ook ontroerend goed. Het was een bijzonder verrassend en inspirerend avondje muziek daar in De Dialoog, mooi dat we het op de valreep nog hebben kunnen meemaken. En uiteraard hebben we daar in de foyer na afloop wel de door Alex Roeka persoonlijk gesigneerde CD 'Zachtaardig vergooid' van hem gekocht.

donderdag, november 25, 2010

schaatsen



Het gaat weer vriezen, dus wordt het weer tijd dat de Friese rayonhoofden de koppen bij elkaar gaan steken. En in De Wereld Draait Door eergisteren, hadden ze zowaar de smaakmakers van weleer, Henk Angenent (1967) en Erik Hulzebosch (1970) al opgetrommeld, resp. de nummers één en twee van de laatst verreden elfstedentocht op 4 januari 1997. Inmiddels wel veertien jaar ouder en ook geen wedstrijdrijders meer. Echter als toerrijders zouden ze wellicht nog heel goed mee kunnen komen in de eerst volgende elfstedentocht, vermits deze natuurlijk niet al te lang opzich zal laten wachten. Maar zoals het er nu naar uitziet, zullen ze ook als toerrijders niet van de partij zijn, want daarvoor zijn ze tot hun verbazing voor deelneming uitgeloot!



Ik moet altijd wel een beetje lachen om die euforische opwinding in schaatsland, zodra de vorst weer in ons land komt. Maar ik lach dan ook om mezelf, want hoewel de laatste jaren wat minder, krijg ik al sinds mijn kinderjaren de schaatskriebels zodra koning winter zich aandient. Als kleuter al ging ik met m'n moeder mee naar de ijsbaan, op kleine houtjes heb ik van haar mijn eerste slagen op het ijs geleerd!
Zodra er ook maar een dun laagje ijs op de sloten en plassen lag werd de draagkracht al getest, wat me overigens menig keer een natte broek heeft opgeleverd. Met mijn vriendjes later maakte ik stevige tochten over de bevroren sloten en weteringen, waarbij we af en toe hele weilanden klunend overstaken. En weer wat ouder maakte ik lange schaatstochten over de plassen bij Loosdrecht, Giethoorn, de Weerribben en de Randmeren. Een aantal keren schaatste ik van Elburg naar Nijkerk, maar de langste tocht die ik ooit heb geschaatst is 125 km. Van de 'tocht der tochten', de 200 km lange Elfstedentocht is het bij mij er nooit van gekomen. Maar de zware tocht van 18 januari 1963 heb ik destijds wel mooi op de TV gevolgd.

Met mijn kinderen ging ik vroeger vaak naar het ondiepe deel bij strand Nulde. De geschiedenis herhaalde zich, het ijs kon ons soms nog nauwelijks dragen, het kraakte en boog voor ons voeten uit soms vervaarlijk door. Maar al kwamen we dan af en toe met een nat pak thuis, we hadden wel even lekker geschaatst. En als de winter dan wat meer had doorgezet, schaatsten we samen ook weleens tochtjes op de plassen bij Loosdrecht, of naar Harderwijk, dronken daar wat warms en schaatsten weer terug naar Nulde.



Mijn schaatsen liggen nu op zolder. Eén schaats is krom, een keer in een scheur gezeten, er valt niet meer mee te schaatsen. Er moet dus een nieuw stel schaatsen komen, maar daar begin ik geloof ik maar niet aan. Op klapschaatsen rijden moet je weer helemaal leren, en daar heb ik geen zin in. En bovendien hoort zo te zien tegenwoordig bij dat soort snelle schaatsen ook een snel pak, en daar heb ik nog minder zin in!

maandag, november 22, 2010

Grosz & Krabbé



De tentoonstelling 'Schwarzer champagner und blutiger ernst' van George Grosz (1893-1959) en 'De ondergang van Abraham Reiss' van Jeroen Krabbé (1944) hebben de ellende die een oorlog met zich meebrengt met elkaar gemeen. De ene kunstenaar is geïnspireerd door de Eerste Wereldoorlog en de periode die ze het interbellum noemen (de periode tussen beide wereldoorlogen in), de andere kunstenaar door het in zijn nabije familiekring veroorzaakte leed tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Samen met twee schoonzussen en een zwager hebben we afgelopen zondag in Zwolle beide exposities eens goed bekeken in museum 'De Fundatie'. Indrukwekkend allemaal, de kritische kijk van Grosz op de Duitse samenleving in zijn tijd, overwegend weergegeven in grafisch werk. En de negen monumentale schilderijen over leven en dood van Krabbé's grootvader Abraham Reiss (Amsterdam 1873-Sobibor 1943).

Toen we het allemaal gezien hadden, zijn we de Zwolse binnenstad maar eens gaan verkennen. Het was prachtig weer, dus waarom ook niet? En al ken ik de stad op m'n duimpje, toch kom ik daar regelmatig verrassingen tegen. Maar voor de anderen die de Zwolse binnenstad niet of nauwelijks kenden, was de verrassing des te groter, zoveel schoonheid hadden ze niet verwacht!
Nadat we in brasserie 'De Harmonie' aan de Grote Markt koffie hadden gedronken, wilden we in 't Pannenkoekschip in de Thorbeckegracht een hapje gaan eten. Maar helaas, gesloten! Dan maar terug richting Melkmarkt, naar eetcafé 'De Vier Jaargetijden' maar daar was het volle bak. Even doorgelopen om het Maagjesbolwerk te bekijken, een project uit 2003 van m'n oude werkgever, de Amsterdamse architect Hans Ruijssenaars. Maar al doende begonnen onze maagjes natuurlijk wel steeds harder te knorren, gelukkig was de redding nabij. In eetcafé 'De Kleine' in de Luttekestraat konden we eindelijk neerstrijken voor een hapje en een drankje. Grappig als jongen van een jaar of zeventien, achttien gingen ik daar vaak biljarten met m'n vrienden. Het was toen hét biljartcafé van Zwolle, maar dat is voorbij, er was geen biljart meer te bekennen.

Na de maaltijd hebben we de auto op de Potgietersingel maar weer eens opgezocht. Het was mooi geweest in Zwolle, terug naar Harderwijk!

zondag, november 21, 2010

filmpje pikken II



Zelf had ik de film niet uitgekozen, maar dat hoeft ook niet altijd, het omgekeerde komt ook vaak zat voor. Maar nu ik hem gezien heb begrijp ik een beetje waarom 'Majesteit' onlangs op het 32ste Noordelijk Film Festival, de Leeuwarder Courant Publieksprijs heeft gewonnen. Enigszins tegen wil en dank vond ik het nog een aangrijpende film ook, geweldig zo als er werd geacteerd!

De door Peter de Baan (1964) geregisseerde film hebben we onlangs in de Schuttezaal van filmtheater Fraterhuis in Zwolle gezien. In deze film, die sinds eind oktober in de bioscoop te zien is, speelt Carine Crutzen (1961) koningin Beatrix en Jeroen Willems (1962) prins Claus. Andere grote rollen worden gespeeld door Gijs Naber (1980), Hadewych Minus (1977) en Marcel Hensema (1970) als resp. prins Willem-Alexander, prinses Máxima en premier Balkenende.

In 'Majesteit' geeft Carine Crutzen koningin Beatrix een menselijk gezicht. Ze laat zien hoe de vorstin een jaar na de dood van prins Claus in grote vertwijfeling worstelt met haar zware ambt. De film deed me denken aan 'The Queen' de film over de Britse koningin en de crisis na de dood van prinses Diana (zie m'n stukje The Queen van 24 januari 2007)

Maar hoe goed Carine Crutzen in het docudrama 'Majesteit' koningin Beatrix acteert, het blijft natuurlijk allemaal speculatie. Het verhaaltje heeft weinig of niets met de werkelijkheid te maken, of misschien toch wel? En dat is nou juist wat ik op de film tegen heb, je weet het niet! En met alleen mooi, en af en toe sentimenteel acteren geef je een film ook geen inhoud. Het moet wel ergens over gaan, maar het verhaaltje vond ik nog erg matig ook.

vrijdag, november 19, 2010

locatietheater



Een paar weken terug waren we sinds lange tijd weer eens in het Stedelijk Museum in Amsterdam. (Zie m'n stukje 'rondom een lunchconcert' van 2 november j.l.) De grote monumentale trap in het oude gedeelte roept bij mij altijd herinneringen op aan BEWTH, het bewegingstheater dat zich in 2005 heeft opgeheven, na 40 jaar te hebben bestaan. De mensen van BEWTH speelden altijd op locatie, architectuur en de menselijke beweging daarin was hun ding. Ze brachten de menselijke reacties op de ruimtelijke vormgeving in beeld. Als zodanig heb ik de groep begin jaren zeventig ook een keer zien stunten op en nabij de grote trap in het Stedelijk. Omdat het voormij ook een studieprojectje was, heb ik er destijds foto's van gemaakt, die ik kennelijk ben kwijtgeraakt. Maar wat ik tot m'n verrassing nog wel in de oude doos aantrof was mijn collegekaart uit die tijd. En ineens stond mij ook de metamorfose weer voor ogen die wij, architectuurstudenten, de hoge benedenzaal in de Academie van Bouwkunst hadden doen ondergaan.

Binnen het kader van de opleiding kreeg ons studiegroepje (zeven studenten) het verzoek om fysiek iets met de ruimte van de hoge zaal te doen en het te motiveren. Geïnspireerd door o.a. BEWTH gingen we voortvarend aan de slag. Vanuit alle hoeken en gaten in het gebouw, werd los meubilair en weet ik allemaal niet wat aangesleept. In no time was de hoge benedenzaal veranderd in een soort van pakhuis, waarin het meubilair her en der tot aan het plafond stond opgestapeld. Halsbrekende toeren moesten er worden uitgehaald om het allemaal zover te krijgen. Vervolgens werd de ruimte vanuit alle hoeken en niveau's bekeken en beredeneerd. Ik zie me daar nog zo mijn ruimtelijke beleving verwoorden, zittend bovenop gestapeld meubilair met m'n hoofd praktisch tegen het plafond. Enfin we hebben het allemaal overleefd, en het is, zoals blijkt nog blijven hangen ook in m'n bovenkamer. Dat je op vele manieren op een ruimte kan reageren, wisten we natuurlijk wel, dat hadden we o.a. bij BEWTH wel gezien. Maar dat het vervolgens ook nog mogelijk is, er een hele tijd behoorlijk slap over te ouwehoeren, hebben we toen in de hoge benedenzaal een beetje geleerd!

Eind jaren negentig hebben we in de destijds in aanbouw zijnde Passenger Terminal aan het IJ, de voorstelling 'Atom Tattoo' gezien van de Dogtroep. Het gezelschap dat zijn bestaansrecht in de periode van 1975 tot 2008 ook al zo succesvol ontleende aan locatietheater. Ook voor hun was de reactie op de architectuur van de speelplekken en het daar aanwezige publiek het belangrijkste uitgangspunt van de voorstelling. Maar ook nog bestaande gezelschappen als het in 1985 opgerichte Hollandia en het Vis-à-Vis, dat onlangs nog het 20 jarig jubileum vierde, worden beschouwd als fakkeldragers voor deze theatervorm. En theaterfestivals als 'De Boulevard' in 's-Hertogenbosch en het 'Oerol' op Terschelling, schijnen wat deze vorm betreft nog altijd belangrijke internationale ijkpunten te zijn.

dinsdag, november 16, 2010

familiedag



De 6e familiedag werd afgelopen zaterdag in Boerderijmuseum 'De Bovenstreek' in Oldebroek gehouden. Voormij was het echter de 3e keer dat ik van de partij was, de eerste 3 keren heb ik bewust laten afweten. Familiereünie, wat moet ik ermee dacht ik toen, niks voormij! Maar bij de 4e keer hebben ze me weten over te halen, en was ik van de partij. Aan de enerverende middag toen in gasterij 'De Blauwe Hand' nabij Giethoorn heb ik eigenlijk alleen maar goede herinneringen over gehouden. De 5e keer, in april 2007 in partyboerderij 't Hoge in Nunspeet (zie m'n stukje reünie van 22 april 2007) was ik daarom weer van de partij. En zoals gezegd, ook afgelopen zaterdag was ik er weer bij.

Het leuke is, dat je er al keuvelend zo links en rechts met ooms en tantes, neven en nichten, (waarvan de overgeblevene allemaal 53 jaar ouder zijn dan op onderstaande prent uit 1957 ter ere van 4,5 decennia samenzijn van O en O) achter komt dat je ambivalente gevoelens t.o.v. de familiereünie door de meesten wel wordt begrepen en zelfs gedeeld. De zinsvraag kan volgens mij niemand beantwoorden, maar die kan van zoveel dingen niet worden beantwoordt. Maar dat het weer leuk en bijzonder was om elkaar na zoveel jaar weer eens te zien en te spreken, werd praktisch door iedereen wel onderstreept. Mensen, rare wezens!


Dat ik inmiddels een wat genuanceerdere kijk op de familiereünie heb gekregen, zal denk ik nu wel duidelijk zijn. Gekker nog, deze keer heb ik me zelfs laten strikken om samen met m'n neef E.J. uit Muiden de volgende reünie te organiseren!

zondag, november 14, 2010

muziektheater



Gisteravond, samen met C en J door wie we waren uitgenodigd, naar The Beatles - Here, There and Everywhere geweest in theater Harderwijk. Kees Prins (1956) en Ruut Weissman (1955) las ik, hebben in deze muzikale theatershow resp. voor de teksten en de regie getekend. En dat hebben ze volgens mij goed gedaan, de vitaliteit en de dynamiek die van de eigentijdse interpretaties en arrangementen afspatte, was heel herkenbaar. Ze deden o.a. aan de originele songs van Revolver denken, het in 1966 uitgegeven album van The Beatles.

De voorstelling 'Here, There and Everyfhere' is een verhaal dat niet alleen gaat over de invloed van de muziek van The Beatles op hun generatiegenoten, maar ook op hun kinderen. In de show brengt de oude vijftigplus-rocker Frank (Han Römer, 1948) zijn Beatlesliefde met succes over aan de vijftienjarige Julia (Carolien Spoor, 1987). Frank vertelt, terwijl de muziek op de achtergrond klinkt, hoe hij in de jaren zeventig met drie vrienden in een Beatles-coverbandje speelde. En hij vertelt over zijn hedendaags contact met Julia, het meisje dat bij hem is komen aanlopen. Beiden zoeken ze genegenheid, hij met een blik naar wat was, zij met een blik naar de toekomst.

Ook de andere acteurs t.w. Niels Geusebroek, Peter van Rooijen, Nina June, Jim Deddes en Eva Laurenssen hebben een energie en overrompelingskracht waar je u tegen zegt. Onder begeleiding van de band bestaande uit Bas Odijk, David Middelhoff, Will Sophie en Vernon Chatlein, zingen en spelen ze de personages waar Frank over vertelt op een fascinerende en uitdagende manier. De hele theatershow komt eigenlijk over als een gepassioneerde liefdesverklaring aan The Beatles.

Ik heb me tijdens de hele voorstelling, die een uur en veertig minuten duurde, prima vermaakt. En na afloop kregen we in de foyer ook nog een gratis drankje toe. Bij ons thuis hebben we daarna nog een poosje zitten napraten.

donderdag, november 11, 2010

Herenleed



De Vogelweg (N706) nabij Almere is een eindeloze deining. Altijd een beetje het gevoel of ik op zee zit. Hoe harder je rijd, hoe hoger de golfslag bij wijze van spreken. Het hallucinogene effect werd gisteren in de namiddag nog versterkt door de lage zon recht in m'n gezicht en de fraaie donkere wolkenluchten, die elkaar regelmatig afwisselden. Prachtig maar gevaarlijk op die golvende roetsbaan, toch kon ik niet laten er al rijdend een paar foto's van te maken.

Samen met de heren V.B en A.B, die ik onderweg resp. in Almere Buiten en Weesp had opgepikt, kwamen we rond halfzeven aan in café Hegeraad, onze stamkroeg aan de Noordermarkt in Amsterdam, waar heer A.H ons reeds achter een glas bier zat op te wachten. Maar ja, die woont dan ook om de hoek op loopafstand. Even later werd ons illustere gezelschap gecompleteerd met de komst van de weledele heer E.M. die hier ook al om de hoek woont. Vijf mannetjes in een rustig cafeetje om een tafeltje met een klassiek Perzisch tafelkleedje, een biertje, stukje kaas en plakje osseworst met mostert, ouwehoerend over van alles en nog wat. Herenleed noemen we dat!



Op enig moment gaan we het dan ook over het eten hebben. Dat we gingen eten stond al vast, maar wat en waar nog niet. Daar komen we uiteraard altijd uit, keus in overvloed in de Jordaan, de één na de andere tent passeert dan de revue. Deze keer werd het Luna, een Argentijns specialiteiten restaurant aan de Lindengracht. Een tent op vijf minuten lopen waar we nog niet eerder hadden gegeten, maar wel goede berichten over hadden gehoord.

Restaurant Luna, altijd druk volgens de bediening maar deze keer niet, we zaten nog net niet alleen, maar veel scheelde het niet. Het was er echter niet minder gezellig om, en de wijn, een Flichman Malbec uit het Argentijnse wijngebied Mendoza was goed. En ook de calamares saltados, de gambas, de costillas de cordero, de T-bone, de provolone en de koffie was prima. En de kiem voor een architectuurexcursie volgend voorjaar naar Hamburg hebben we ook gelegd. Zo rond een uur of half twaalf namen we afscheid van elkaar, tot de volgende keer, het was weer een mooi herenleedje!

woensdag, november 10, 2010

filmpje pikken



Als we geen zin in koken hebben, eten we nog weleens bij 'Monopole'. De akoestiek in de eetzaal is belabberd, maar dat is dan ook het enige minpuntje wat ons betreft. Geen 'haute cuisine' maar het eten is prima, je wordt snel en vriendelijk geholpen en het is betaalbaar. En zo was dat ook gisteravond weer het geval!

Uitgegeten en opweg naar de auto, liepen we even langs bioscoop 'Atlantic', mogelijk draaide er iets aardigs, we hadden ineens wel zin in een filmpje pikken. 'Due Date', een roadmovie die sinds begin november in de Nederlandse bioscopen draait, begon om acht uur zagen we. Het was volgens ons het beste wat ze daar op dit moment te bieden hadden. Even nog was er enige twijfel of we die film nou echt wel wilden zien, maar dat was van korte duur.

De film 'Due Date' van de Amerikaanse scenarioschrijver en regisseur Todd Phillips was een regelrechte komedie. De twee hoofdrolspelers Peter (Robert Downey) en Ethan (Zach Galifianakis) resp. een architect en een acteur, stapten in Atlanta in het vliegtuig naar Los Angeles. De eerste om zijn hoogzwangere vrouw bij te staan, en de tweede hoopte een carrière in Hollywood te vinden. Door toedoen van de laatste, een ongeleid projectiel zoals al snel bleek, werden ze beiden nog voor vertrek uit het vliegtuig gezet. Maar dat niet alleen, ze kwamen ook nog op de no-fly lijst te staan. Omdat Peter tot overmaat van ramp ook nog zijn portefeuille kwijt was geraakt, zag hij zich vervolgens gedwongen om samen met die malle Ethan en zijn hond helemaal van Atlanta naar Los Angeles te rijden. Onderweg stapelden de ongelukken en genante situaties, vooral dankzij het kinderlijke gedrag van Ethan, zich al snel op. Die Ethan had ook nog eens de as van zijn gecremeerde vader bij zich in een koffieblik, waar natuurlijk ook van alles mee misging.

In het begin van de film kunnen beide acteurs elkaar niet uitstaan. Maar de reis per auto door Amerika van de oostkust naar de westkust is lang. Bij de talrijke malle en penibele belevenissen onderweg, groeien beide tegenpolen dan ook zowaar naar elkaar toe. Een vermakelijke eind goed al goed film, maar ik zal hem, ook na het schrijven van dit stukje, toch snel vergeten zijn!

zaterdag, november 06, 2010

Wieringer(rand)meer



Het Wieringerrandmeer is van de baan! De plannenmakerij heeft de provincie Noord-Holland tot nu toe ruim 35 miljoen euro gekost t.w. 29 miljoen voor het uitkopen van boeren in de Wieringermeer, en 6,5 miljoen aan voorbereidingskosten. En de verwachting is dat er her en der ook nog eens miljoenen euro's aan compensatie bovenop komt. Maar beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, zullen ze bij de provincie hebben gedacht. Overigens als het project wel was doorgegaan zouden de totale investeringskosten conform de raming op ca. 1 miljard euro zijn uitgekomen!

Ongeveer tien jaar lang hebben veel inwoners in de kop van Noord-Holland en daar buiten aan de gedachte moeten wennen, dat het eiland Wieringen weer in ere zou worden hersteld. Ik woon niet in de buurt, maar kom nog wel eens in Den Oever met de boot. In eerste oogopslag zou je het misschien niet zeggen maar het is er prachtig. Het voormalige waddeneiland heeft veel weg van het glooiende Texelse landschap nabij Den Burg (zie mijn stukje 'Den Oever' van 9 augustus 2006). Wieringen weer een eiland zou ik wel leuk gevonden hebben, maar de boeren daar die nog niet zijn uitgekocht las ik, zijn erg blij dat het project is afgeblazen, en dat kan ik me ook wel weer voorstellen.

Overigens denk ik dat de tegenvallers in Blauwestad, een gelijksoortig project naar mijn mening, (zie m'n stukje van 29 oktober j.l.) absoluut debet zijn geweest aan de beslissing van de provincie om het plan af te blazen.

dinsdag, november 02, 2010

rondom een lunchconcert



We zijn vandaag begonnen met een bezoek aan het Joods Historisch Museum aan de Nieuwe Amstelstraat, waar we de expositie van 'Mayer July' hebben gezien. Tussen de middag hebben we een gratis lunchconcert bijgewoond in de Boekmanzaal van het Muziektheater, waarna we in het aldaar tegenoverliggende eetcafé 'Blauwbrug' een hapje hebben gegeten. Vervolgens zijn we naar het Stedelijk Museum aan de Paulus Potterstraat gereden. 'The Temporary Stedelijk at the Stedelijk Museum' Sinds j.l. 28 augustus is het oude, reeds gerenoveerde gedeelte weer open voor publiek. Tijdelijk dat wel, want na 9 januari a.s. is het weer zo goed als zeker tot aan de oplevering van de nieuwbouw, ergens ver in de tweede helft van 2011 gesloten. Aanleiding voor ons om een kijkje te nemen na een sluiting die nu al zo'n zes jaar heeft geduurd!

Mayer July, Kleurrijke herinneringen aan een Poolse jeugd.

Mayer July was de bijnaam van Mayer Kirshenblatt (1916-2009). De bijzondere expositie betrof schilderijen van zijn jeugdherinneringen aan zijn geboorteplaats Opatów in Polen. Herinneringen van vóór de Tweede Wereldoorlog die hij pas eind jaren '80, toen hij dus al 73 jaar was heeft geschilderd. Verhalende schilderijen en kleurrijke tekeningen van levendige straten, pleinen en markten. Van de synagoge, de ambachten en de markante figuren die zijn wereld bevolkten. Het waren niet allemaal alleen maar mooie en vrolijke schilderijen, maar ook schilderijen die over de gruwelijkheden gingen van de opkomende jodenvervolging. Een totaalbeeld dus van het dagelijks leven in een Pools dorpje tijdens Mayer July's jeugdjaren.



Het lunchconcert in de Boekmanzaal.

De muziek van Marko Tajcevic (1900-1984) en Ludwig van Beethoven (1770-1827) werd gebracht door Léon Bosch (klarinet), Douw Fonda (cello) en Ian Gaukroger (piano).
Van Tajcevic kregen we 7 Balkandansen te horen, aardige muziek maar aan mij niet zo besteed. Maar Trio op.11, 'Gassenhauer' van Beethoven, bestaande uit drie delen t.w. Allegro con brio, Adagio en Tema con variazioni, 'Pria ch'io I'impegno' was prachtig. Vooral Adagio, het tweede deel, vond ik ontroerend mooi gespeeld. Zelf heb ik het jammer genoeg niet kunnen opnemen, er zat een dame met een grote hoed op voor m'n neus, maar op internet heb ik onderstaande opname gevonden. Het stuk wordt hier gebracht door andere musici, maar wel in dezelfde opstelling en bezetting!



the temporary stedelijk at the stedelijk museum amsterdam

Het Stedelijk Museum, dat reeds in 1895 is geopend in het door de Amsterdamse gemeentearchitect Adriaan Willem Weissman (1858-1923) in neorenaissancestijl ontworpen gebouw, is het grootste museum voor moderne en hedendaagse kunst en vormgeving in Nederland. Echter in 2004 was het gebouw zozeer aan renovatie en vernieuwing toe, dat het de deuren voor lange tijd moest sluiten.
De in 1954 aangebouwde Sandberg-vleugel (naar een ontwerp van de Dienst Publieke Werken Amsterdam), een transparante doos aan de kant van de van Baerlestraat werd in 2006 gesloopt, en de zalen in het oorspronkelijke gebouw van Weissman werden gerenoveerd. En terwijl de nieuwbouw aan de kant van het Museumplein, naar een ontwerp van Benthem Crouwel Architekten, nog in volle gang is, hebben ze de reeds gereedgekomen oudbouw nu dus tijdelijk open gesteld voor het publiek. The Temporary Stedelijk at the Stedelijk Museum is een soort van interim programma dat kunst, kunstenaars en bezoekers na zes jaar weer thuisbrengt in het museum. Een programma dat is geïnspireerd door het nog onvoltooide museumgebouw.



Om de prachtig gerenoveerde zalen in de oudbouw optimaal te kunnen ervaren, hadden ze er zelfs een aantal leeg gelaten. Sejant detail vond ik het ergens op de vloer gelijmde stukje baksteen in een verder volkomen lege zaal, dat wethouder Carolien Gehrels volgens mij op 9 oktober 2006 bij wijze van aftrap voor de sloop, door één van de ruiten van de Sandberg-vleugel heeft gegooid.