donderdag, december 31, 2009

Carpe Diem II



Carpe Diem! Pluk de dag in 'levensfasen', was het motto in m'n eerste stukje van 2009, en daar wil ik het jaar maar mee afsluiten ook. Er zijn veel mooie dingen gebeurd het afgelopen jaar, gelukkig maar. Maar er waren jammergenoeg toch ook vaak minder mooie gebeurtenissen. Ingrijpende gebeurtenissen zelfs bij enkele familieleden, vrienden en bekenden. Ik zou daarom dan ook geen beter motto kunnen bedenken om het jaar mee af te sluiten en het nieuwe jaar mee te beginnen!



Allemaal een goede jaarwisseling gewenst en een gezond 2010, dus kijk uit met vuurwerk!

maandag, december 28, 2009

Kees de jongen



Gisteren hebben we samen met onze kleinkinderen 'Kees de jongen' gezien in de Rabobankzaal van theater Orpheus in Apeldoorn. De theatervoorstelling, een bewerking van Gerben Hellinga naar het gelijknamige boek van Theo Thijssen (1879-1943) uit 1923, werd onder regie van Liesbeth Coltof gespeeld door acteurs van De Toneelmakerij uit Amsterdam.

Het stuk is eigenlijk een ode aan de gewone jongen die zich inventief door het leven slaat. Hij zit nog op school, maar thuis moet hij met van alles en nogwat meehelpen. Er is weinig geld omdat zijn doodzieke vader de eigen schoenenzaak niet meer bij kan sloffen, zijn moeder is door alle sores bijkant chronisch overspannen en aan zijn krenterige en irritante opa en oma heeft hij ook totaal geen steun. Maar hoe uitzichtloos de situatie soms ook lijkt, steeds verzint de twaalfjarige Kees Bakels, want zo heet die gewone Amsterdamse jongen in het boek, weer nieuwe mogelijkheden. Dus zo gewoon is die Kees ook weer niet. In het stuk wordt Kees dan ook gespeeld door twee acteurs, de ene (Chiem Vreeken) speeld de uiterlijke Kees, de doener zal ik maar zeggen, en de andere (Steyn de Leeuwe) speeld de innerlijke Kees, meer de dromer, fantast en denker. Beide persoonlijkheden kunnen het goed vinden met elkaar, en vormen zo een ijzersterke Kees die nooit bij de pakken neer zit en zijn mannetje staat!



Het was een muzikale familievoorstelling met een lach en een traan, voor iedereen vanaf acht jaar. Het gaf hoe dan ook een positieve kijk op het geploeter van het dagelijkse bestaan. Een leuke, leerzame en waardevolle belevenis met onze kleinkinderen, maar of de jongsten van het gezelschap, m'n twee achtjarige kleinzonen het ook allemaal goed begrepen hebben, betwijfel ik eerlijk gezegd wel een beetje. Ze hebben het stuk dat ruim twee uur duurde probleemloos uitgezeten, dat wel, en na afloop zeiden ze ook nog dat ze het prachtig vonden. Maar toch weet ik het niet, het ging ze voor mijn gevoel toch wel een beetje boven de pet. Echter, ze zijn al zo eigenwijs dat ze dat niet zullen toegeven. Dat die gasten, hoe jong ze ook nog maar mogen zijn, af en toe toneel spelen als de beste had ik al eens eerder ontdekt.

Met z'n allen eten na afloop in het theaterrestaurant van Orpheus, en daarna terug rijden naar huis door de aardedonkere bossen van de Veluwe, hebben de twee boys volgens mij ook zeker zo leuk gevonden.

woensdag, december 23, 2009

Jongenskoor



De kerstuitvoering gisteravond van het Jongenskoor Rijnmond & Rivierenland in de Sint-Maartenskerk te Zaltbommel was prachtig. De unieke ruimte met het prachtige orgel uit 1783 en de bijzondere akoestiek, al is de nagalmtijd uiteraard wel aan de forse kant, in de eeuwenoude Sint-Maartenskerk (15e eeuw) lijkt wel voor dit soort gelegenheden gemaakt. Wel jammer dat ze die enorme ruimte niet warm kunnen stoken, het was er ijskoud. Dik ingepakt en met een dekentje over de knieën zat iedereen kleumend van de kou te luisteren. Maar goed, dat hoorde er een beetje bij zullen we maar zeggen, een beetje afzien in deze dagen is ook wel goed.



Maar aan de andere kant hadden we het even voor het kerstconcert, tijdens ons etentje een eindje verderop in de Boschstraat, met z'n achten al warm genoeg gehad. In Máxima, een Argentijns-Mexicaans restaurant was het juist weer smoorheet, het één na het andere kledingstuk ging daar uit. Ook geen wonder natuurlijk, want we hadden ons thuis allemaal al redelijk geprepareerd op een avondje kou lijden in de kille kerk. Trouwens wel een originele naam voor zo'n Argentijns restaurantje, hoe verzin je het! Maar het was heel gezellig daar, de sfeer en de wijn was goed en m'n lamsboutje smaakte uitstekend.

zondag, december 20, 2009

elBulli



Dit jaar kreeg ik van E jr. het boek 'Een dag bij elBulli', op m'n verjaardag cadeau. Een enorm boekwerk, 528 pagina's met foto's en creatieve ideeën en methodes van de beste chef-kok van de wereld Ferran Adrià. Het Catalaanse drie Michelinsterren restaurant 'elBulli' in de buurt van Roses, dat wordt gerund door Ferran Adrià en Juli Soler, is dit jaar voor de vierde opeenvolgende keer gekozen tot beste restaurant in de wereld, volgens The S. Pellegrino World's 50 Best Restaurants.

Een maaltijd genieten bij 'elBulli' is een zeldzame en magische ervaring, las ik in het boek. En dat kunnen we bevestigen, al is het al wel een tijdje geleden dat we daar gegeten hebben. Maar er gebeuren soms dingen in je leven die je nooit meer vergeet. Voorjaar 1984, de toen 22 jarige Ferran Adrià werkte er nog maar net. Maar in de keuken maakte hij daar met z'n avant-gardistische aanpak een bliksem carrière mee, want al in november van dat zelfde jaar werd hij daar chef-kok, samen met Christian Lutaud.

Hoe we in 'elBulli' terecht gekomen zijn is al een verhaal apart. Tegenwoordig krijgen ze daar van 'all over the world' maar liefst 2 miljoen reserveringen per jaar te verwerken. Maar in dat halfjaar dat ze open zijn is er maar plek voor totaal 8000 gasten, (160 avonden maal 50 gasten per avond). De kans dat je daar ooit kan eten, ook al heb je gereserveert, is dan ook echt minimaal. Wij hadden helemaal niet gereserveert maar konden toch zo aanschuiven. Echt een unicum, want ook destijds was het avant-gardistische sterren restaurant al zeer bekend. Alleen bij ons toen nog niet!

Wij hadden daar destijds voor een paar weken voorjaarsvakantie een mooi oud huis gehuurd in de heuvels nabij Roses. Een prachtige plek, vanaf ons terras zagen we in de verte enerzijds de besneeuwde bergtoppen van de Pyreneeën, en anderzijds het blauwe water van de Baai van Rosas.
Aan het eind van de vakantie gingen we ter afsluiting met z'n zessen, (broertje H van J en zijn toenmalige vriendin L, waren bij ons ook een paar dagen van de partij) lekker buiten de deur eten. Van m'n collega (de huiseigenaar) had ik een adres gekregen van een goed en betaalbaar restaurant in de buurt, maar dat was ik kwijt geraakt. Geen probleem, hij had me ook uitgelegd in welke richting ik ongeveer moest zoeken, dus ik zou het wel vinden!

Maar hoe we ook zochten, ik kon niet vinden wat ik in m'n hoofd had. Wel zagen we zo af en toe een grote hondenkop op een rotsblok of muurtje getekent, wat volgens mij te maken moest hebben met één of andere horeca-gelegenheid in de buurt. Meanderend koersten we bergopwaarts, maar op een gegeven moment waren we blijkbaar over het hoogtepunt heen en zakten we weer richting zeeniveau, naar 'Cala Montjoi', een mooie beschutte baai. En ja hoor, daar in het half donker al reeds, zagen we eindelijk onze horeca-gelegenheid liggen, prachtig gelegen aan de baai. Restaurant 'elBulli', goedkoop zag het er niet bepaald uit, maar ik had nu al zo lang gezocht dat me dat een rotzorg was. Bij de deur werden we keurig uit onze jassen geholpen, en even later zaten we er met z'n zessen gezellig met een welkomsdrankje om de tafel. J en ik verschoten even van kleur toen we de menukaart onder ogen kregen, maar toch waren we ook snel weer over de schrik heen. Dit maak je niet zo vaak mee, zeiden we tegen elkaar, laat het maar gebeuren. En een feest was het! Een heel mooi feest, met aardige mensen, heerlijke geuren en prachtige kunstwerkjes voor onze neus. We ervoeren het eten van al dat heerlijke moois bijkant als een daad van culinair vandalisme!
Maar ja wat wil je, die Ferran Adrià is ook niet voor niets wereldberoemd geworden om zijn innovatieve en creatieve culinaire technieken.

Dat ook mijn zoon het culinaire avontuur blijkbaar niet vergeten is, mag ik opmaken uit het feit, dat hij mij ruim 25 jaar na dato nog het prachtige boek over 'elBulli' en zijn beroemde chef-kok cadeau gedaan heeft.

woensdag, december 16, 2009

architectuur



Architectuur, wat is dat eigenlijk. Ja, de kunst van het bouwen, maar dat kan een aannemer ook. Architectuur is meer dan alleen bouwen, architectuur is feitelijk het vormen van ruimtes op een zodanige manier, dat de mens zich er prettig in voelt. Daarbij gaan we al zeker sinds de tijd van de Romeinen (Vitruvius) uit van drie basis principes t.w. schoonheid, stevigheid en bruikbaarheid. Een architect moet daarom kennis hebben op zowel technisch als artistiekniveau, om een goede balans tussen het één en het ander te vinden, en zo een meerwaarde te creëren voor een ruimte of gebouw. Verder levert een gebouw een culturele meerwaarde wanneer ze op uitzonderlijke wijze de cultuur en bouwkunde van een tijd belichaamd. Daarbij kent elke cultuur ook nog zijn eigen architectuur, sowieso bouwen we in de tropen nogal anders dan op 60º noorder- of zuiderbreedte. Externe factoren als haalbaarheid, klimaat en beschikbaarheid van middelen, spelen in alle opzichten in de architectuur een rol van betekenis. En ook zijn factoren als maatverhouding, materiaalkeuze, detaillering en uitvoering, lichtval, kleur, akoestiek en klimatisering van doorslaggevende betekenis, hoe een mens een ruimte beleeft.

Als student op de Akademie van Bouwkunst in Amsterdam begin jaren zeventig, konden we over al deze zaken eindeloos ouwehoeren, wat we trouwens nu ook nog wel eens doen in het HL clubje. Maar in die periode haalden we wel heel veel van stal, filosofie, economie, planologie, stedenbouw en geschiedenis. Moesten we een studieplannetje maken voor bijvoorbeeld de Leidse binnenstad (Waardgracht), dan werd niet alleen in alle facetten op de eerste plaats het belang van de stad Leiden voor de regio en de provincie belicht en onderzocht, maar ook het belang van die plek voor Nederland en de rest van de wereld. Niet te geloven, en de docenten deden er net zo hard aan mee. Zelden kwamen we aan een meer inhoudelijke en technische benadering toe van een probleem of studieproject, laat staan aan het ontwerpen. Het was desalniettemin een boeiende en fascinerende leerperiode. In al die jaren nadien ben ik genoeg aan het ontwerpen toegekomen, en heb ik mede door al die architectuurexcursies met die en gene, denk ik opdat gebied wel het één en ander bijgeleerd.



En last but not least, op ambachtelijk en artistiek niveau was het ontwerpen en bouwen van een eigen huis in die beginperiode voor mij ook een belangrijke leerschool, al kon je het natuurlijk geen groot project noemen. Tot op de dag van heden denk ik er nog met genoegen aan terug. Huisje bouwen samen met mijn geliefde, en in de weekenden vaak bijgestaan door vrienden en familie. In alle facetten moesten de problemen en probleempjes, die je in een ontwerp- en bouwproces op het gebied van architectuur, techniek, detaillering, uitvoering en organisatie altijd wel tegenkomt worden aangepakt en opgelost.

zondag, december 13, 2009

carpe diem



Het boek van de in 1964 in Tilburg geboren Raymond van der Klundert, voor intimi ook wel Kluun genoemd las ik ergens, had ik in de zomer van 2004 tijdens de vakantie aan boord van de 'Swing' al gelezen. Sindsdien behoor ik kennelijk, samen met al die anderen die het boek ook hebben gelezen, tot de intimi. Bij vlagen vond ik het semiautobiografische boek heel aangrijpend. Met name deel III van het boek, dat meer over Carmen ging, las ik met branderige ogen. Toch wist ik nog even niet goed, toen ik het boek uit had, wat ik van de snelle macho ik-figuur Stijn moest denken. Op de keper beschouwd ging het in het boek meer over hem en zijn notoir overspelige gedrag in dat snelle reclame wereldje van hem, dan over het uitdiepen van gevoelens, nadat zijn vrouw bij de dokter geweest was!

Het tweede boek van Kluun 'De weduwnaar' heb ik zelfs niet meer uit gelezen, ik kon het niet meer opbrengen. 'Carpe diem' was zijn lijfspreuk, pluk de dag! Ja, ja, ik was het geneuzel van die pedante egocentrische lulhannes spuugzat. En dan noemt hij zijn boekjes ook nog min of meer een poging tot zelfrehabilitatie. Terwijl hij, las ik, tegelijkertijd pretendeert de moraal van de mensen er mee aan het wankelen te brengen. Een beetje tweestrijdig lijkt mij. Ik vind het allemaal gezwets om zijn ware bedoelingen te verbloemen. De marktwaarde van zijn verhaal, daar gaat het hem als zakenmannetje om volgens mij. Hij is gewoon een goede moneymaker, en daar is opzich ook helemaal niets mis mee. Als hij nou gewoon zou zeggen dat dat zijn drive is, zou ik dat ook nog kunnen respecteren.

Desalniettemin heb ik me laten verleiden om mee naar de film te gaan. Het boek is volgens mij goed verfilmd. Dat heeft die Reinout Oerlemans goed gedaan. Ook zo'n slim mannetje, gewoon voor je filmdebuut een inhoudloze sentimentele (flut)bestseller verfilmen, publiek en media-aandacht gegarandeerd! Maar nou wordt ik misschien al te cynisch, dat is ook weer niet nodig. Want hij had er ook plat mee op z'n bek kunnen gaan. Dat dat niet is gebeurd, is voor het grootste deel te danken aan het prachtige acteerwerk in de film. De ondankbare rol van Stijn wordt door Barry Atsma volgens mij subliem gespeelt. En Carice van Houten doet het helemaal te gek in de rol van Carmen. Hoe ze al die stadia's in het ziektebeeld en haar sterven acteerde, vond ik heel ontroerend en indrukwekkend.

De film was mooi gemaakt, met mooie shots en mooie acteurs. Een film over glamour, seks, kanker en dood, maar net als het boek, wel zielloos! Weinig of geen empathie, en al helemaal geen uitdieping aangaande de gevoelens en de pijn, die de ziekte van Carmen met zich meebracht. Het ging eigenlijk alleen maar over Stijn, Stijn en nog eens een keer Stijn!
'Turks Fruit' die film uit 1973 naar het gelijknamige boek van Jan Wolkers, ging ook over glamour, seks, kanker en dood, maar die had voor zover ik het mij herinner toch meer diepgang. Weliswaar was de kunstenaar Erik (Rutger Hauer) ook een ongelooflijke macho, maar dat uitte zich in zowel het boek als in de film voor mijn gevoel niet ten koste van empathie voor de doodzieke Olga (Monique van de Ven).

woensdag, december 09, 2009

Bodhrán



Een accordeon, een trekzak, twee akoestische gitaren waarvan de bespelers ook zingen, een banjo, een paar Ierse fluiten, mondharmonica's, een bodhrán en een wasbord, en een viool zit er aan te komen. Zeven man telt ons pas opgerichte muziekgroepje nu nog, maar het worden er dus acht als de viool ook is gearriveerd. Irish Pub Music en Folk music of Ireland, het verschil is vaak subtiel. Net als bij het havenkoor doe ik ook hier de ritmesectie, alleen nu niet met het drumstel maar met een Ierse lijsttrommel, een z.g. Bodhrán (uitgesproken als bauwron) en zo af en toe een wasbord.

We zijn amper een maandje bezig, dus het moet allemaal nog wat worden. Een naam moeten we nog verzinnen, maar leuk is het zeker al. Een aantal nummers lopen al heel behoorlijk, aan nummers als l'll tell me ma, l will love you, The Butcher Boy, Steal away en l never will marry, beleven we al veel plezier. Het scheelt enorm dat iedereen de muziek en zijn instrument goed beheerst, alhoewel ik met de Bodhrán zo af en toe toch nog aardig wat moeite heb. Met name de juiste houding van de 'tipper' (een soort drumstickje i.p.v. de me zo bekende slaghouten van het drumstel) speelt me nog wel eens parten, maar we gaan vooruit!



Een John Joe Kelly, een Ivan Smyth, een Caroline Georgina, een Lucy Randall of een Abe Doron om er maar een aantal te noemen, zal ik in dit leven niet meer kunnen evenaren op de Bodhrán, dat staat wel vast. Maar goed, het gaat bij muziek maken natuurlijk om de lol 'play the music, not the instrument' zeggen ze wel, en zo is het natuurlijk ook. Maar het is toch wel verrekte plezierig als je je instrument goed beheerst!

zondag, december 06, 2009

Ghetto



Afgelopen vrijdagavond zijn we samen met W en A uit Hedel naar Ghetto in de Stadsschouwburg in Utrecht geweest. Een toneelstuk uit 1898 van Herman Heijermans, dat onder regie van Jaap Spijkers werd gebracht door theatergroep 'Het Toneel Speelt'. We hadden besproken elkaar vooraf op het Janskerkhof, een klein stukje lopen vanaf de Stadsschouwburg, te ontmoeten. In restaurant brasserie Luden, dat daar is gevestigd in een prachtig eeuwenoud monumentaal pand, hebben we natuurlijk wel eerst een tijdje genoeglijk zitten acclimatiseren. Het was gezellig en lekker allemaal, je zou er zo blijven zitten, maar op een gegeven moment moesten we toch de regen in, en ons richting Lucasbolwerk begeven om nog op tijd in de Stadsschouwburg te zijn.

Ghetto speelt zich af in het miserabele buurtje achter het Amsterdamse Waterlooplein van eind 19e eeuw. De actuele vraag van nu, assimileren als groep of niet, speelde ook toen al. Wil je een gevangene zijn van je eigen tradities, of wil je die juist ruimer interpreteren en je aanpassen, dat is de vraag. Toen, maar ook nu roept zowel de ene als de andere keuze bij alle partijen fricties op. Het thema etniciteit is actueler dan ooit lijkt het. We hebben zelfs een partij in de kamer, die de mensen aanpraat en wil doen geloven dat andersdenkenden onze samenleving naar de ratsmode helpen. De tolerantie is ver te zoeken, een ode aan de multiculturele samenleving heb ik al heel lang niet meer vernomen, van niemand niet trouwens!



Het verhaal Ghetto is simpel en sentimenteel, een klassiek vader - zoon drama. De vader, de hardvochtige joodse blinde voddenkoopman Sachel, was mordicus tegen de keuze van zijn zoon die het had aangepapt met een christelijk meisje. En hierdoor plaatste de zoon zich uiteraard ook buiten het isolement van het joodse ghetto. Je zag in het stuk ook maar weer eens de hoeveelheid ellende die godsdiensten elkaar en de mensen kunnen aandoen. Doordat de vader (Mark Rietman) niet alleen letterlijk blind was, maar ook de veranderingen om hem heen niet zag of weigerde te zien, liepen de emoties hoog op. Het conflict en het stuk dat zolangzamerhand de proporties van een Griekse tragedie had gekregen, vond ik met de zelfverkozen dood van het christenmeisje dan ook wel heel erg dramatisch eindigen!

zaterdag, december 05, 2009

-utrechtsemusea-



Utrecht, las ik in de folder, is de stad van de Domtoren, de eeuwenoude grachten met hun werfkelders, zonnige terrassen, hofjes met verborgen tuinen, historische kerken en natuurlijk de stad van de bruisende musea. Utrecht heeft zeven grote musea t.w. het Centraal Museum waaronder ook het Rietveld-Schröderhuis en het Dick Brunahuis valt; het Universiteitsmuseum waaronder ook bastion, weerkundig instituut en sterrenwacht Sonnenborgh valt; het Spoorwegmuseum; het Nationaal Museum van Speelklok tot Pierement; het Geldmuseum; het Aboriginal Art Museum en het Museum Catharijneconvent. Kortom, in Utrecht is voor iedereen dus altijd wel wat te beleven!

Gistermiddag zijn we naar Sonnenborgh geweest en naar de tentoonstelling 'Beyond the Dutch - Indonesië, Nederland en de beeldende kunsten van 1900 tot nu' in het Centraal Museum.

Bastion, weerkundig instituut en sterrenwacht Sonnenborgh.

'Sonnenborgh' is van de vier bastions die om en nabij 1550 rond de oude stad Utrecht zijn gebouwd het best bewaarde. De bastions die met de invoering van het kanon als verdedigingswapen waren gebouwd op de meest kwetsbare plekken in de stadsverdediging hadden alle vier namen van hemellichamen. Bastion de 'Morgenster' bij de noordelijke toegang tot de Oudegracht is in de eerste helft van de 19e eeuw helaas gesloopt. Aan de zuidzijde van de oude stad werden behalve bastion 'Sonnenborgh' ook nog de bastions 'Manenborgh' en 'Sterrenborgh' gebouwd. 'Manenborgh' is ook redelijk behouden gebleven en gerestaureerd, maar van 'Sterrenborgh' zijn er slechts nog maar enkele overblijfselen die resten.

Bovenop het oude bolwerk 'Sonnenborgh' stichtte de bekende meteoroloog Christophorus Buys Ballot in 1854 een sterrenwacht en een weerkundig instituut, het KNMI.
Wij liepen gistermiddag door een uitgestorven museum, we konden dus in alle rust het één en ander bekijken en bestuderen. De grote telescopen van de sterrenwacht, er worden hier ook kijkavonden, speciale lezingen en cursussen georganiseerd lazen we. Lijkt me interessant om een keer mee te maken. De Meridiaanzaal, waarin tot begin twintigste eeuw met een speciale kijker, gericht op de meridiaan van Utrecht op 5º07'46,67" oosterlengte, de tijd werd gemeten. De weer en zonzaal met wetenswaardigheden over het weer en het zonnespectrum, en waarin je zelf ook allerlei proeven kan doen. En dan was er ook nog het Hodzelmans Planetarium met een astronomisch uurwerk, dat de actuele stand van de planeten laat zien. En verder was er nog een collegezaaltje en een prachtige bibliotheek te zien.

'Beyond the Dutch - Indonesië, Nederland en de beeldende kunsten van 1900 tot nu'

Even later liepen we een eindje verderop aan het Nicolaaskerkhof, in het Centraal Museum rond te stappen. Het Centraal Museum dat in 1999 is verbouwd en uitgebreid, is in oorsprong gevestigd in een middeleeuws Agnietenklooster. Er zijn buiten de vaste collecties van het museum, momenteel meerdere tentoonstellingen te bezichtigen, maar we hebben ons beperkt tot het bekijken van 'Beyond the Dutch'

Een overzichtstentoonstelling gewijd aan de wisselwerking tussen Nederlandse en Indonesische beeldende kunst in drie fases t.w. de koloniale tijd rond 1900; de dekolonisatie en onafhankelijkheid rond 1950 en de huidige fase rond 2000 die ze postkolonialisme noemen. Hoe kijken we naar beeldende kunst? Dat heeft in ieder geval veel te maken met de cultuur waarin we zelf zijn opgegroeid. Hoe kunnen we dan de kunstuitingen van andere culturen op hun waarde schatten? Het zijn interessante vragen die gesteld kunnen worden en o.a. voortvloeien uit de turbulente Nederlands-Indonesische geschiedenis. In de tentoonstelling kun je zien hoe Indonesische en Nederlandse kunstenaars als Raden Saleh, Abdullah Suriosubroto, Jan Toorop en Isaac Israels en vele anderen in de loop der tijden zich hierin hebben geuit en nog uiten.

Een imposante tentoonstelling, die enerzijds om goed te worden beleefd meer tijd en verdieping vroeg dan wij er gistermiddag aan hebben besteed, maar die anderzijds toch ook weer niet zo boeide, dat we de behoefte voelen er nog een keer voor terug te komen.

woensdag, december 02, 2009

Tour du Mont Blanc



We hadden met onze lichtgewicht tentjes de 'Vlinder' en de 'Kikker' (Erdman Schmidt) en de overige bivak- en wandelspullen o.a. ervaring opgedaan in de Belgische Ardennen. Een meerdaagse wandeling door de 'Ourthevallei' ofwel de G.R. 57. Maar de G.R. T.M.B. ofwel de 'Tour du Mont Blanc' lopen met al die spullen op je rug was natuurlijk wel andere koek. Dat is een bergtrektocht van ongeveer twee weken rond het Mont Blanc massief, een gebied van om en nabij 50 bij 15 km dat door Frankrijk, Italië en Zwitserland loopt.

Behalve de Mont Blanc met 4807 meter de hoogste top in dit gebied, liggen er o.a. nog de Aiguille du Midi (3843 m), de Mont Maudit (4471 m), de Mont Blanc du Tacul (4248 m), de Grandes Jorasses (4205 m) en de Dôme du Goúter (4303 m). En dan zijn er ook nog heel wat gletsjers o.m. Glacier des Bossons, Glacier d'Argentière en Mer de Glace. Het hele massief wordt omringd door een aantal grote valleien o.a. de Vallèe d'Arve of Val de Chamonix aan de westzijde en aan de oostzijde het Val Veni met Courmayeur en het Val Ferret.

Jaren geleden waren we met de gondelbaan vanuit Chamonix al eens een keer naar de Aiguille du Midi (3843 m) geweest, glashelder weer, prachtig die Alpen! Verder was me thuis, door de boeken, foto's, gidsen en topografische kaarten goed te bestuderen, de overweldigende schoonheid van het gebied weer helemaal voor ogen komen staan. Ik zag het gedoe voor me, wij met z'n allen aan het eind van de middag, ergens op een mooi alpenweidje op minimaal 2000 meter boven de zeespiegel. Na een enerverende bergwandeling kokkerellend op onze benzinebrandertjes voor onze tentjes, intens genietend van de rust, en de eeuwige sneeuw op de majestueuze bergtoppen schitterend in de avondzon.



De realiteit pakte anders uit. Regen, regen en nog eens regen. We kwamen vanuit Bern, het plan was om in Chamonix de auto voor twee à drie weken te parkeren. Maar door de stromende regen besloten we naar de zuidkant van het Mont Blancmassief te rijden, in de stille hoop dat de regen daar wat minder zou zijn. Maar in Courmayeur aan de andere kant van de tunnel regende het net zo hard. Maar in het Val Ferret hebben we in Lavachey (1642 m) onze tentjes toch maar voor de nacht opgezet. Geslapen als een os allemaal, dat weer wel, maar evengoed werden we weer door de regen gewekt, pijpestelen zelfs. Twee dagen hebben we daar rond gehangen, beetje lezen, een spelletje en een boodschapje met de auto in Courmayeur. Maar de derde dag begon het er een beetje op te lijken, eindelijk een beetje droog al was het nog wel erg somber en donker. Maar dat kon ons niet meer weerhouden, we gingen. En de auto mochten we daar van de kampbeheerster rustig een week of twee, drie laten staan.

Toch begon het op een gegeven moment weer te miezeren en moesten de poncho´s weer voor de dag komen. En van de prachtige omgeving was door de laag hangende bewolking maar bitter weinig te zien. Het rotsachtige pad dat bij tijd en wijle meer op een bergbeekje leek, verdween langzaam maar zeker onder een pak sneeuw. Maar de poncho´s konden op een bepaald moment weer worden opgeborgen, het werd zowaar wat lichter. Nadat we bij Glacier de Pre de Bar, een prachtige gletsjer wat gegeten hadden, ging het weer verder. Het plan was om nog tot La Fouly te komen die dag. Alleen waar was ons pad eigenlijk, door het pak sneeuw waren de sporadisch aangegeven rood/witte GR tekens ook uit het zicht verdwenen. Maar op een gegeven moment zagen we zowaar een groepje mensen in de verte op de sneeuw lopen, wij blij, die deden vast ook de T.M.B.
Maar dat bleek ijdele hoop, het waren echte kletteraars, met touwen en pikhouwelen uitgerust gingen ze de Petit Col Ferret te lijf.

Dan toch maar weer op eigen kompas zoals het natuurlijk ook hoort, en dat ging goed. Ineens zagen we op een grote rots die door de sneeuw heen piepte het bekende rood/wit teken. Wij weer blij, we hadden ons zelfvertrouwen weer een beetje terug. Maar even later was het ook weer tanende, we waren het spoor weer bijster en het was al vijf uur in de middag. Het pad werd stijler en gladder, overal sneeuw en geen voetspoor of ander teken te bekennen. Alleen sombere grijsheid om ons heen en de stemming werd er ook al niet beter op. Waar waren we eigenlijk mee bezig? Af en toe moesten we ons met handen en voeten schrap zetten op de gladde hellingen, we zaten inmiddels op een hoogte van ongeveer 2500 m. Tot overmaat van ramp begon het ook nog eens weer te miezeren, en nergens was een plek te bekennen om onze tentjes op te kunnen zetten. Ineens waren we het zat, spuugzat! Een dikke week waren we nu al onderweg, en eigenlijk hadden we alleen nog maar regen en grauwheid gezien. We laten dit jaar de T.M.B. maar voor wat het is. Terug! We gaan terug naar ons uitgangspunt van die dag, terug naar de camping en de auto, en dan zien we daar wel hoe we het verder gaan aanpakken.

Er viel iets van ons af, toen we die beslissing genomen hadden. Bijkant jubelend van vreugde begonnen we aan de afdaling, veel te snel, de één na de andere kwam wel een keer op z'n gat terecht. Maar het deerde ons niet. Omstreeks een uur of negen waren we terug in Lavachey. Onze tentjes en carriematjes hebben we maar in de rugzak laten zitten, nat, modderig en verkleumd als we waren zijn we linea recta naar een hotel gereden. Een warm bad, een heerlijke maaltijd en koffie met een lekker Italiaans pikketanisje toe, en voor de kinderen een glaasje grenadine of zoiets. En toen allemaal lekker slapen in een heerlijk warm bed!

De andere morgen regende het wederom pijpestelen. Maar we wisten wat ons te doen stond, we hadden hier niks meer te zoeken. Weg van hier, naar het zuiden, richting zonneschijn en warmte! De auto was na het ontbijt in een mum van tijd ingepakt, en daar gingen we. Ik zag alleen maar blije en tevreden gezichten naast en achter me zitten. De kettingbotsing nabij Montelimar waarin we later op de dag in verzeild raakten, kreeg ons humeur zelfs niet echt meer stuk. Blikschade voor ons, jammer dat wel, maar nadat de auto naar een garage was gesleept, en weer een beetje uit elkaar was getrokken, draaiden de achterwielen weer vrij rond. De achterklep met een touwtje vastgebonden, rode papiertjes voor de achterlichten geplakt en verder maar weer, richting zon!


De 2-daagse wandeling door de 'Grand Canyon du Verdon' een paar dagen later, was een snikhete maar prachtige belevenis!

dinsdag, december 01, 2009

Palladio



De directe aanleiding voor onze architectuurexcursie naar Noord-Oost Italië was onze deelname aan de Biënnale in Venetië 1980. Het leek ons zinvol en leerzaam om onze ambitie en realiteitszin middels ons eigen ingezonden werk, eens te toetsen aan het ingezonden werk van 75 andere architecten van 'all over the world'. En als je dan toch in die regio bent, ga je natuurlijk verder kijken dan je neus lang is. Want er is geen gebied in de wereld, die door de oude bouwmeester Palladio (1508-1580) qua klassieke bouwkunst zo is begunstigt als deze regio.
Buiten dat, was er in deze regio natuurlijk ook genoeg meer eigentijdse architectuur te zien, zoals werk van Terragni, Scarpa, Botta, Rossi en nog diverse anderen. Maar we waren deze keer toch met name nieuwsgierig naar de 16e eeuwse bouwwerken van Palladio. De door graaf Giangirgio Trissino uit bewondering gegeven bijnaam voor de in Padua (bij Venetië) geboren molenaarszoon Andrea di Pietro dalla Gondola. De naam Palladio is afgeleid van Pallas Athene, die vereerd werd als zinnebeeld van evenwichtige alomvattende kennis.

Andrea Palladio heeft wereldwijd generaties architecten beïnvloed. En nog is hij bij wijze van spreken de Mozart van de classicistische bouwstijl. Toen hij als jongeman een opleiding als steenhouwer volgde ergens in een restauratieatelier in Vicenza, ging er een wereld voor hem open. Hij ontdekte de antieke beeldhouwkunst van de Romeinen en de Grieken. Hij besefte wat de oude beelden de moeite waard maakte om te bewaren en te herstellen. Perfecte verhoudingen, rust, evenwicht en harmonie. Een principe dat nog tot op de dag van heden opgaat in welke kunstvorm dan ook.
Palladio die zich in toenemende mate met de bouwkunst ging bezig houden, paste deze principes hier ook op toe. Essentieel in zijn ontwerpen waren uitgangspunten als de vrouwelijke rondingen en mannelijke strakheid. Verder handteerde hij drie stellingen waaraan een bouwwerk moest voldoen wilde het volgens hem 'goed' zijn t.w.
a) nuttig en geschikt voor het gewenste doel (programma van eisen)
b) duurzaam en sterk (bouwtechniek incl. uitvoering, calculatie en planning)
c) mooi (vorm en idee).
Vicenza, stad van de renaissance is met deze uitgangspunten als basis vorm gegeven. En in de omgevingen rond Vicenza ontwierp hij een dertigtal villa's, maar ook stadspaleizen en kerken in Venetië, o.a. de kerk van San Giogio Maggiore (1566). Maar dat niet alleen, gebouwen in steden als Washington (het Witte Huis en het Capitool) en vele gebouwen uit de tijd van het Britse imperium in Londen ontstonden volgens deze principes. En ook de vormgeving van de stad van Peter de Grote, Sint Petersburg ontstond met dit uitgangspunt als principe. Veel zuilen, timpanen en bordessen, het classicisme is een bouwstijl die in grote mate met macht, status en gezag verbonden is. Een bouwstijl waarvan Palladio de grondlegger is.



Vanaf Milaan Airport gingen we per touringcar richting Vicenza. Nabij Vicenza diverse villa's van Paladio gezien. Ze stonden er nog bij alsof ze enkele decennia geleden pas gebouwd waren i.p.v. ruim 450 jaar geleden. De door twee zijvleugels geflankeerde Villa's Emo en Barbaro hebben we bekeken. Maar ons eind doel die middag was natuurlijk Villa Almerico-Valmarana (ca. 1565) ofwel Villa La Rotonda het toppunt van de villabouw volgens Palladio. Boven op een heuvel gelegen vormt de villa een éénheid met de natuur, terwijl het zich aan de andere kant toch ook weer duidelijk onderscheidt van z'n omgeving. Dat is dan de kracht van de ratio, zullen we maar zeggen. Een zelfbewuste villa op een heuvel, naar alle windstreken uitzicht en bekroond met een koepel. Een villa waarvan het grondplan volstrekte symmetrie ademt. Met meetkundige precisie zijn de kamers om het hart van de villa, een ronde koepel gesitueerd. In de vier richtingen rondom de villa strekken zich trapportalen uit naar de wijde omgeving. De opdrachtgever destijds bezat grote stukken grond rondom de villa, en dat uit zich op deze manier. Zoiets als: alles wat je ziet is van mij. De vier trapportalen hebben een gezamelijk oppervlak dat gelijk is aan het vierkante oppervlak van de begane grond binnen. De villa heeft meer meetkundige staaltjes, en de gulden snede is op tal van plaatsen toegepast. Ook al straalt villa 'La Rotonda' de macht, status en gezag van destijds uit, het is en blijft ruim 4,5 eeuw na oplevering voor veel architecten in de wereld een voorbeeld en toppunt van harmonisch bouwen!

Bouwen voor (economische) macht, status en gezag vertalen we in onze tijd vaak door de hoogte in te gaan. Wat te denken van de bijna opgeleverde 'Burj Dubai' van 818 meter hoog, ontworpen door het Amerikaanse architectenbureau Skidmore, Owings & Merrill. En de tekeningen voor de 'Burj Mubarak al-Kabir', een mega wolkenkrabber van 1001 meter hoog die nabij Koeweit-stad moet worden gebouwd, naar een ontwerp van de in Londen gevestigde Amerikaanse architect Eric Kuhne, liggen al weer klaar. Ruim een kilometer de lucht in! The sky is the limit? Of we daar over ruim 450 jaar met dezelfde bewondering naar zullen kijken als naar villa 'La Rotonda' is maar de vraag, als ze er überhaupt nog staan. Het zijn letterlijk en figuurlijk toppunten van techniek, maar niet van harmonisch bouwen.