dinsdag, oktober 13, 2009

Oldtimers



Kennelijk hebben ze één ding gemeen, de drie jongens die ik ken: Enwel de liefde voor Oldtimers! De ene heeft een Alfa Romeo GTV uit 1977, de andere een Lincoln Continental uit 1969 en de derde een Mercedes Benz SE500 uit 1981, met een vermogen als ik het goed heb van resp. 120, 365 en 250 pk.
Ik mag graag auto rijden 't liefst zover en lang mogelijk, natuurlijk wel zonder files. Maar veel verstand van auto's heb ik niet, dus aan Oldtimers zal ik zelf niet snel beginnen. Alhoewel, de door chip-tuning opgefokte Volvo V70 van mij is toch ook alweer ruim zes jaar oud. Maar goed, daarmee natuurlijk nog lang geen Oldtimer.

Bij een vriend van me is de Oldtimerhobby volgens mij al aardig uit de hand gelopen, al ontkent hij dat zelf in alle toonaarden. Maar als je hem in het weekend zoekt, kan je hem altijd al sleutelend en discussiërend met z'n hobbygenoten vinden in een hangar op oud Schiphol. Volgens zijn vrouw zou hij er het liefst nog slapen ook. Hij heeft daar een verzamelingetje Engelse Oldtimers staan, een Alvis Firefly uit 1933, een Alvis Speed 20 uit 1936, een Triumph TR4 uit 1963 en nog een Trimph waarvan me de typeaanduiding is ontschoten. En voor het dagelijkse gebruik in Amsterdam rijd hij doorgaans rond in een bejaarde Morris Minor.

Met die Alvis Firefly uit 1933, die hij zelf in Schotland op de kop heeft getikt en in twee jaar tijd volledig heeft gerestaureerd, zijn we een keer vanuit Amsterdam naar een feestje in Maastricht gereden. Een mooi en rustig ritje met onderweg veel bekijks. Halverwege moesten we wel een keer de radiator met water bijvullen, maar verder verliep de tocht perfect. Wel apart, in zo'n auto rondrijden die veel ouder is dan jezelf.


We zijn in Istanbul ook eens een keer met een oude taxi, een naar ons idee slecht onderhouden Desoto uit 1948 langs de Bosporus naar de Zwarte Zee gereden. Een gedenkwaardig tochtje, de man reed zenuwslopend hard door het drukke verkeer. En door het slechte wegdek en de gammele vering stuiterden we voortdurend met onze hoofden tegen het dak, terwijl je het toch geen lage wagen kon noemen. En bovendien keken we ook nogeens zo door de bodem op straat. Geradbraakt, maar blij dat we nog leefden kwamen we aan op de plaats van bestemming. Voor de terugtocht hebben we toen wel mooi een moderne taxi genomen.


Maar ja, hoe het straks allemaal moet met die oude auto's en motoren. Het nieuwe rijden komt eraan hoor ik steeds. Ook zal straks niet het hebben van een auto worden belast, maar de mate van gebruik ervan. Wat dat gaat betekenen voor de Oldtimers die nu helemaal geen belasting hoeven te betalen laat zich raden. We zullen zien.
Het is nu nog hybriden maar het wordt op termijn natuurlijk honderd procent elektra, waterstof of weet ik wat. Neem de Toyota Prius, die kan dan wel lekker schoon zijn in gebruik, maar ik vind hem verder niet om aan te zien. Wat een lelijk ding, daar moeten ze toch echt wat aan gaan doen, want het oog wil ook wat!

maandag, oktober 05, 2009

Museum 'De Pont'



Het middaguur was weliswaar gepasseerd, maar we liepen elkaar in 'De Pont' nog niet bepaald voor de voeten. Maar of dat in het in 1992 geopende museum met ca. 6000 m2 expositieruimte ooit het geval zal zijn lijkt mij sowieso de vraag. Het museum dat is genoemd naar de Tilburgse zakenman en jurist mr. Jan de Pont (1915-1987), is gevestigd in een deel van de voormalige wollenstoffenfabriek N.V. Thomas de Beer. In opdracht van de in 1988 opgerichte stichting De Pont, heeft het Amsterdamse architectenbureau Benthem Crouwel de voormalige wolspinnerij getransformeerd tot een ruim en licht museumcomplex. In het ontwerp zijn bestaande elementen als bijvoorbeeld de voormalige wolhokken heel slim geïntegreerd. Een interessante tegenhanger van de lichte en immens ruimtelijke expositieruimte elders onder de fraaie oude, maar transparante fabrieksoverkapping.

De tentoonstelling van Bill Viola (New York, 1951) één van de grondleggers van de videokunst, nam alle ruimten van de wolhokken in beslag. Over 'Descent into Limbo' één van de bijzonderste werken van Anish Kapoor en behorende tot de vaste collectie van 'De Pont', hadden ze gewoon een verhoogde vloer aangebracht die daar volgens een suppoost tot rond 10 januari a.s., het einde van Bill Viola's expositie 'Intimate Work' blijft zitten.
Onbegrijpelijk, als museum een zee van ruimte ter beschikking hebben, en dan doe je zoiets!

Een unieke museumruimte in alle opzichten. De immense ruimte en de verhoudingen daarvan, de perfecte lichtval en de rust. Zelden zo'n prachtige expositieruimte ervaren. Waarom dan toch dat geprak in die malle wolhokken, dat onnodige gewoeker met ruimte ten kostte van de kunst, dat toch het wezen is van dit museum. Bill Viola's belangrijke videoproject had volgens mij prominent in dit museum geëxposeerd kunnen worden, zonder een belangrijk werk als 'Descent into Limbo' voor het publiek aan het oog te onttrekken!

Ze zullen er een reden voor hebben gehad om het zo te doen. Het zal waarschijnlijk een beleidskwestie zijn, dat weten we natuurlijk niet. Maar hoe dan ook, voor mij blijft het onbegrijpelijk. Evengoed hebben we toch wel weer genoten van het bezoek aan museum 'De Pont' in Tilburg.

vrijdag, oktober 02, 2009

Anish Kapoor



'Shooting into the Corner' van de Britse sterbeeldhouwer Anish Kapoor (Bombay, 1954). Een werk van in een museum zelden gezien machtsvertoon. Kapoors nieuwere werk is immens en heeft pretparkkwaliteit, las ik vanmorgen in de Volkskrant. In de chique zalen van de Royal Academy in Londen, op loopafstand van Buckingham Palace, wordt in dezer dagen om de twintig minuten een kanon afgeschoten. Er komen geen metalen kogels uit, maar emmers rode was die met een snelheid van om en nabij de 80 km per uur tegen een muur aan worden geschoten. De smurrie zakt vervolgens langzaam op de vloer waar ze als een klonterig tapijt blijft liggen.



'Svayambh' een ander project van Kapoor uit 2007, is tot 11 december a.s. in hetzelfde museum te zien. Een groot blok van ongeveer 40 ton rode was en vaseline rijdt langzaam op rails door 5 zalen. Het blok is met opzet te groot gemaakt voor de deur- of poortopeningen, bij het passeren van deze openingen blijft er dus een hoop van de kleverige substantie achter. Het publiek staat stil te kijken naar een kunstwerk in wording, het komt langzaam voorbij glijden en wordt a.h.w. door het museum zelf in vorm geschraapt. Het publiek schijnt het als een ongekend hallucinerende beleving te ervaren.

In museum De Pont in Tilburg is ook werk van Kapoor te zien. Bijvoorbeeld 'Descent into Limbo', een intens zwarte cirkel midden op de vloer van één van de wolhokken. Je weet niet goed wat je ziet. Is het een plat vlak of is het een onpeilbare duistere diepte. Je benaderd het werk daardoor alleen al met enige schroom. Het is een donkere bolvormige holte onder de vloer, waarin je geen perspectief en ruimte kan waarnemen. Alleen een illusoire beeld van een platte zwarte cirkel rest. 'Descent into Limbo', een afdaling in het ongewisse!

Bij Anish Kapoor weet je soms niet goed wat je ziet. Grote en kleine spiegelende objecten, de grenzen tussen materies vervagen, is het werkelijkheid of illusie. 'To be or not to be', je moet intens kijken wil je het zien. De uitstulping of bolling op één van de witte wanden van 'De Pont' is ook zo iets. Subtiel, als je er recht voor staat zie je weinig, het ene wit verdwijnt in het andere wit. Maar bij een ander standpunt en lichtval worden de contouren verrassend prominent. Je blijft je alsmaar afvragen en verwonderen bij Kapoor.