vrijdag, juli 31, 2009

Pracht & Praal


Hermitage Amsterdam

Vrijdag 19 juni j.l. is de Hermitage Amsterdam aan de Amstel, een dependance van het museum in Sint Petersburg officieel geopend met ballet en muziek op een platvorm in de Amstel. De Russische president Dmitri Medvedev en zijn vrouw Svetlana Medvedeva, koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en prinses Máxima waren daarbij aanwezig.

Ons hadden ze verdorie niet uitgenodigd, ze wisten zeker dat we op vakantie waren. Geen probleem, we doen het wel op onze eigen manier, we hebben daarom het museum eergisteren maar met z'n tweetjes bezocht. Weliswaar waren we toen met velen, we hebben op de binnenplaats minstens een half uur in de rij gestaan voor we bij de kassa waren, maar het was de moeite waard! We waren daar medio januari j.l. net voor de finale verbouwing ook nog geweest (zie mijn stukje Schilderkunst van 18 januari 2009) maar niets was nog herkenbaar. Uiteraard mede door het feit dat nu in vergelijking met een half jaar geleden het hele gebouw, met een totaal interieur oppervlak van maar liefst 15.000 m2 als museum is ingericht. Het door Hans van Heeswijk Architecten ontworpen plan dat 40 miljoen euro heeft gekost, heeft het monumentale 17e eeuwse gebouw Amstelhof, dat tot 2007 dienst deed als verzorgingstehuis, een metamorfose laten ondergaan die er zijn mag!

Veel van de ruim 1800 objecten van de openingstentoonstelling in dit prachtige museum, die daar nog tot eind januari a.s. te zien zijn, had ik in 1997 al eens gezien in het moedermuseum in Sint Petersburg. Aardig tijdje geleden alweer, dat wel, maar het kwam mij toch weer heel bekend voor allemaal. Geen probleem, persoonlijk ging het mij nu in de eerste plaats niet om het getoonde maar meer om het gebouw, en wat ze daarvan hadden gemaakt. De onmiskenbaar prachtige expositie 'Aan het Russische Hof' waarin paleis en protocol in de 19e eeuw centraal staat, nam ik voor een keer dan ook maar op de koop toe.


Paleis op de Dam

Koninging Beatrix had het er in juni maar druk mee in Amsterdam, want behalve de opening van de Hermitage, is na een jarenlange renovatie ook het Paleis op de Dam door haar officieel voor het publiek heropend. Aangezien we toch in de buurt waren hebben we ook dit bescheiden optrekje maar vereerd met een bezoekje onzerzijds. Leuke verrassing was dat we onze oudste dochter C en haar minnaar J tegen het lijf liepen toen we de parkeergarage achter de Bijenkorf uitliepen. Of beter gezegd, ze reden ons daar met die grote Amerikaan bijna tegen het lijf! En wat een toeval, ook zij waren van plan het Paleis te vereren met een bezoekje. En zo kon het gebeuren, dat we op een gegeven moment ook hier weer in een lange rij voor de kassa stonden te wachten, maar nu wel met z'n viertjes.

Het in de 17e eeuw als stadhuis gebouwde paleis is een knus woonpaleisje geworden las ik ergens. Wat ze hier onder knus verstaan weet ik niet, in ieder geval iets anders dan ik, denk ik. Maar het zag er wel goed uit allemaal, behalve een tentoonstelling over de geschiedenis van het paleis, was er ook nog een presentatie over de recente verbouwing te zien. Verder zie je feitelijk maar een klein stukje van het paleis, het meeste, waarschijnlijk het knusse deel, blijft voor het publiek aan het oog onttrokken. Zelfs het beroemde balkon is taboe voor het publiek. Toen ik een suppoost vroeg of ik even op het balkon mocht staan, adviseerde hij mij om dan eerst een lid van de koninklijke familie aan de haak te slaan. Maar hij zei er gelijk bij dat hij me weinig kans gaf, zelfs al was de spoeling daar minder dun als dat ze nu is. Dat heeft hij denk ik wel goed ingeschat, die suppoost! Ad rem baasje, maar wel lachen met die gast.

Weer buiten in het zonnetje hebben we een terrasje opgezocht. En daar hebben we, alvorens onze wegen zich weer gingen scheiden, kijkend naar de mensen en de levende standbeelden op de Dam, eerst maar eens onze dorst gelest.

dinsdag, juli 28, 2009

Walvis voor de boeg



In het blad 'Zeilen' heb ik eens het bizarre verhaal gelezen van een zeiljachtje dat in een donkere nacht op een dode, in ontbinding verkerende walvis was gevaren. Halverwege de Golf van Biscaje hadden ze zich muurvast in het kolossale kadaver gevaren. In een kakofonie van borrelende en knallende ontbindingsgassen werd een groot deel van het voorschip door de gruwelijk stinkende blubbermassa volledig ingekapseld. De angst dat ze met het zinkende kadaver met jacht en al zouden worden meegesleurd naar de diepte, gaf de tweekoppige bemanning reuzenkrachten. Met de in volle kracht achteruitslaande motor bij, hebben ze zich in een ware titanenstrijd hakkend met bijl, messen en alles wat ze voor handen hadden, met de grootste moeite weten te bevrijden uit de lugubere omstrengeling.
Ja ja, dat zijn nog eens zeemansverhalen!

Als ik 's nachts met m'n zeiljachtje op zee zit, starend in de donkerte voor mij uit, vraag ik me soms ook wel eens af wat er zou gebeuren als ik bijvoorbeeld op een groot, net onder het oppervlak drijvend voorwerp zou varen. De kans dat ik op de zuidelijke Noordzee, waar ik het meest zeil, een walvis voor de boeg krijg is wel heel erg klein. Alhoewel de gewone vinvis ook daar zo af en toe, tot zelfs dicht onder de kust bij IJmuiden, wel is gesignaleerd. Ook fatale botsingen met in zee drijvende voorwerpen komen gelukkig maar heel sporadisch voor. Maar desondanks moet ik toch wel eens aan zeecontainers of boomstammen denken, die in een storm overboord geslagen zijn. Godzijdank ben ik in al die nachten varen op zee, behoorlijk bekwaam geworden in het onderdrukken of wegdrukken van dit soort overpeinzingen. Door het plezier wat ik aan het varen in de nacht beleef, verban ik dit soort getob met het grootste gemak naar de verste uithoeken van mijn brein!

Toch schoot het bovenstaande mij weer even te binnen, toen ik onlangs op de radio hoorde dat in Vancouver een groot cruiseschip was komen binnenvaren met een dode vinvis van 21 meter op de boeg. De 18 dekken tellende 'Sapphire Princess' van 290 meter lang, 37 meter breed en een tonnage van 116.000 GRT (Gros Register Tonnage) is uiteraard wel even wat anders dan een zeiljachtje van iets meer dan 10 meter en een gewicht van amper 6000 kg. Daar kan de gewone vinvis van 21 meter en een maximaal gewicht van 80.000 kg natuurlijk bij lange na niet tegen op. De bemanning had niets gemerkt van de botsing! Dat wil ik best geloven, een botsing met een grote golf bij ruim 40 km per uur zal heel wat meer impact hebben op een dergelijk groot schip. En dat zullen ze daar in het vaargebied tussen Alaska en Canada vaak genoeg meemaken.



Als het dier al niet dood was, zal de vinvis bij de botsing met de torpedovormige bulbboeg naar alle waarschijnlijkheid de rug gebroken hebben, en was het ook op slag dood.

maandag, juli 27, 2009

Maasvlakte 2



Nieuwsgierig geworden door een bericht over Maasvlakte 2 in de Volkskrant begin juli j.l. onder de kop 'Woorden in de branding', zijn we gisteren maar eens de kant van het Rotterdamse havengebied opgereden. Tien voornamelijk Rotterdamse dichters hebben ter promotie van de Maasvlakte 2 en het bijbehorende bezoekerscentrum FutureLand, een gedicht geschreven over het nieuw te winnen land, de branding, de zee en de wind.
Zittend op het terras van FutureLand, en uitkijkend over zee en het nieuwe land in wording, konden we gisteren de gedichten, door de dichters zelf voorgedragen, middels een z.g. poëziepaal (één voor elke dichter) via onze eigen gsm beluisteren. Daarmee bevond je je a.h.w. 'live' in het gedicht van de dichter van jou keuze. Het gedicht van Jules Deelder, dat ik daar heb beluistert en thuis nog eens heb kunnen nalezen ging als volgt:

MAASVLAKTE

Waar zee was
heerst land
Water verdronken
in zand

Langs uiterste rand
serene rust van
tankopslag

Door draden kracht
centrale knetterend
boomloze verte
in knalt

brandt Eeuwige Vlam
boven buitenaards
landschap

Van God verlaten
helicopter-
plat


Als je over de A15 en de N15 naar FutureLand rijd, passeer je op een gegeven moment een bilboard waarop de Weense kunstenaar Hans Schabus staat afgebeeld, zeilend in de 'Forlom', een klein houten eigenhandig gebouwd zeilbootje ter grote van een Piraatje. Hij zeild daar op een plek waar dit soort bootjes absoluut niet thuishoren, namelijk op de grens van de Yangtzehaven en de Europahaven en is op weg naar de toekomstige entrée van de nieuwe Maasvlakte.
In FutureLand las ik dat Schabus hiermee het enorme contrast tussen de menselijke maat en de kwetsbaarheid van de binnenzeilende, kleine houten 'Forlom' versus de schaal en technologie van de haven wil uitdrukken!

Maasvlakte 2 is voorlopig nog niet klaar, volgens de planning zal het eerste bedrijf vanaf de ca. 2000 hectare grote vlakte in 2013 operatief kunnen zijn, en zal het pas in 2033 volledig in bedrijf kunnen zijn. In tussentijd kan en zal zich op het braak liggende nieuwe land nog een rijke flora ontwikkelen, maar die zal daar op termijn natuurlijk weer verloren gaan.
Wat niet verloren zal gaan is de wettelijk verplichte compensatie voor het verlies aan natuur en milieu door de aanleg van Maasvlakte 2. Dat gebeurt in zee en in de duinen. Ten zuiden van de Maasvlakte krijgen zeenatuur en vogels extra bescherming in een gebied dat ongeveer 25000 hectare groot is, en ten noorden van Hoek van Holland komt er een extra duingebied bij van ongeveer 35 hectare.

De contrasten in dit gebied zijn bizar merkten we al fietsend in dit gebied. Enkele nog braak liggende terreinen op de eerste Maasvlakte met de mooiste flora, tussen kilometers lange reeksen opslagtanks, containers, kranen, windmolens, industriële installaties en gebouwen. En dan ineens fiets je zomaar in het prachtige duingebied rond het Oostvoornse Meer, en is het industriële geweld rondom voor even aan het oog onttrokken.

woensdag, juli 22, 2009

DeWegKwijt



Onlangs gezien op journaal opgekalefaterde Karet- of Dikkopschildpad met 1¼ flipper!



Ze gingen het dier naar Zuid Portugal brengen om het daar weer in de warme oceaan uit te zetten. Ik heb geen verstand van schildpadden, en dat hoeft ook niet want die dieren hebben zelfs de dinosauriërs overleefd en redden zich zonder onze bemoeienis al meer dan 100 miljoen jaar op deze aardkloot! Dat is ruim 500 keer zo lang als de (moderne) mens, want die schijnt hier nog maar pas zo'n kleine 200.000 jaar mee te hobbelen. Dat die in deze relatief korte periode evengoed in staat gebleken is, hier het één en ander naar z'n hand te zetten en naar de ratsmode te helpen, staat buiten kijf. Daar zijn we zolangzamerhand wel achter gekomen. Daarom proberen we het nu, althans in dit deel van de wereld, zo af en toe maar eens wat beter te doen, en wat zorgvuldiger om te gaan met milieu en medebewoners op onze planeet.

Maar zonder cynisch te willen zijn, durf ik te betwijfelen of het terug zetten van een opgekalefaterde invalide schildpad in z'n natuurlijke habitat nou zo'n goede daad van dierenliefde is. Het komt mij voor dat we daarin de weg een beetje kwijt zijn, het beest is destijds niet voor niets afgedwaald lijkt mij zo. Als ik in m'n rubberbootje maar één goede peddel ter beschikking heb, moet ik deze om en om gebruiken om koers te kunnen houden. Dus bakboord-stuurboord enz. anders draai je alleen maar rondjes en kom je nooit op de plaats van bestemming aan, en al helemaal niet als de stroom ook nogeens vat op je krijgt!



Volgens mij was het beter geweest de Karet- of Dikkopschildpad na z'n gedeeltelijke renovatie maar in 'Burgers Zoo' te houden. Grote kans dat het dier nu, als het al niet snel te grazen wordt genomen door één van z'n natuurlijke vijanden, al rondjes draaiend de weg weer kwijt zal raken. En de schildpad dan vroeg of laat verzwakt en doodziek is overgeleverd aan de voor hem of haar te koude zeestromingen. Het zou dan ook zo maar weer kunnen gebeuren dat onze dobber voor de tweede keer met de sterke tijstroom mee het Nauw van Calais wordt ingesleurd!

donderdag, juli 16, 2009

Pin Mill



Een andere gedenkwaardige tocht met de 'Felis Onca IV' was het tripje naar River Orwell, begin juni 1992. Buiten mijn geliefde echtgenote en mijzelf om, bestond de bemanning uit dochter S, schoonzoon W, zoon E en (ex)schoondochter A. Een zes koppige bemanning op een zeiljachtje van 30 voet kan je voor zo'n vrij lange tocht bepaald niet onderbemand noemen, eerder het omgekeerde. Maar we hebben het vol gehouden. Dat moest ook wel want we zaten natuurlijk wel mooi in het schip met z'n allen!

Windkracht variërend van 1 tot 3 uit zuidoostelijke richting, matig tot slecht zicht en kans op onweer las ik in m'n oude logboek. Ideaal is het zelden of nooit is mijn ervaring. Tergend langzaam verdwenen de pieren van IJmuiden achter ons uit 't zicht, terwijl het zicht al zo matig was, kun je nagaan hoe hard we gingen! Het was eerder drijven te noemen wat we deden dan zeilen. Zo af en toe konden we het dan ook niet laten de motor maar eens een tijdje bij te zetten. En zo rommelden we de hele dag door, het ene moment alleen onder zeil, het andere moment de motor ermaar weerbij.

Tegen de avond hoorden we het in de verte donderen en zagen we het weerlichten. Ondanks dat het voor ons gevoel nog heel ver van ons verwijderd was, haalden we het grootzeil toch maar omlaag, en rolden we de fok een stukje in. Er stond trouwens nog steeds weinig wind, op onze voortgang had het dan ook niet of nauwelijks invloed. Alleen op de motor en nog een klein stukje voorzeil vervolgden we onze weg op een ondertussen aardedonker geworden Noordzee.
Inmiddels was het wel duidelijk dat de donderbui niet aan ons voorbij zou gaan. De ontladingen kwamen dichter bij, het begon te regenen en een paar flinke rukwinden waren de voorbode van wat op ons af kwam. En ineens was het zover en zaten we midden in de shit. Ook het kleine puntje voorzeil dat nog stond werd snel ingedraaid, maar zelfs alleen op romp en mast maakten we nog een respectabele slagzij. Voor zover we de ogen door de hevige regen en wind open konden houden, zagen we de zee fel oplichten door de vele blikseminslagen om ons heen, alsof het overdag was. De donderslagen waren boven het gebulder van de wind en het geraas van de regen nog oorverdovend. Wat een toestand!

Een polyester schip is geen 'Kooi van Faraday', het nut van een ankerketting of dikke koperdraad aan de verstaging of beter nog aan de mast, en dan overboord voor een eventuele ontlading betwijfel ik. Mogelijk dat het werkt bij een luttele 230 Volt, maar bij een blikseminslag kan de spanning wel 400.000 keer hoger zijn! Toch had ik op dat moment wel even spijt dat ik dat niet gedaan had. Zoiets van 'Baat het niet dan schaadt het niet'.

Op een gegeven werd het in de kuip zo gortig dat ik het werk maar even helemaal aan de stuurautomaat heb overgelaten, en ook maar bij de anderen in de kajuit ben gaan zitten. Bovendien wilde ik een beetje uit de buurt van de verstaging blijven. De automaat had het er maar moeilijk mee, gierend van bakboord naar stuurboord schoten we met de 'Felis Onca IV' als een dronkenman door het water.
Maar wonderlijk, zo snel als het gekomen was, zo snel was het weer over ook. Hooguit een uur heefd het hele feest geduurd. Opluchting alom, en buiten het monotone geronk van de motor een oorverdovende stilte ineens. De atmosfeer was helemaal opgeknapt, praktisch windstil en glashelder zicht, beter dan we de hele dag hadden gehad. In de verte zagen we de navigatieverlichting van enkele schepen in de shipping lane. Toch mooi dat we daar niet zaten toen we die donderbui over ons heen kregen!

Tegen het krieken van de dag, rond een uur of half zes, zaten we in de buurt van Inner Gabbard, nog ruim 20 mijl vanaf Felixstowe en Harwich. Goedemorgen, goed geslapen? De één na de andere slaapkop stak z'n hoofd door het luik om poolshoogte te nemen van omgeving en weer. Mooi weer, maar windstil! Er werd nog wat nagepraat over de bui van vannacht, er werd koffie gezet en er werden eitjes gebakken met spek. Rond een uur of half tien waren we bij Felixstowe, en voeren we met de stroom mee de River Orwell op richting Woolverstone Marina, waar we een uurtje later keurig lagen afgemeerd. We hadden ruim 123 mijl gevaren vanaf IJmuiden.

De omgeving van Woolverstone en Pin Mill is fantastisch. Vooral de wandeling vanaf Woolverstone Marina naar de 16e eeuwse pub 'Butt and Oyster' aan de Orwell in Pin Mill was prachtig. Je waande je in een ander tijdperk, de wandeling voerde ons door een eeuwenoud, volgens mij tot op de dag van heden praktisch onaangetast landschap. Het ene moment liep je langs de oever van de Orwell met prachtige uitzichten over deze getijderivier, het andere moment liep je over glooiende akkers en beboste landerijen met majestueuze eikenbomen van honderden jaren oud. Eenmaal in Pin Mill aangekomen, vielen ons de oude scheepswrakken op die daar lagen. Sleepboten, Thames Barges, Pieremegoggels of weet ik veel wat voor types het allemaal waren, lagen er kris kras door elkaar, en sommigen werden zelfs nog bewoond ook. Prachtig allemaal, en het ultieme rustmoment beleefden we daarna in 'Butt and Oyster', achter een heerlijk glas bier dromerig uitkijkend over de River Orwell.

Daags daarna begonnen we aan het eind van de middag aan de terugtocht naar IJmuiden. En wéér was het bijzonder heiig op zee en praktisch windstil. Dus werd de motor maar weer bijgezet! Tijdens het invallen van de nacht bemerkten we dat het zo mistig was geworden, dat we ons eigen toplicht niet meer konden zien. En dat in een vrij druk vaargebied, geef me dan maar liever een donderbui! We zagen dus echt helemaal niets om ons heen, en radar hadden we toen jammergenoeg ook nog niet aan boord. We konden alleen maar hopen dat die grote jongens ons reflectorbliepje op hun schermen zouden zien. Voor ons bleef er niets anders over dan de motor zo zacht mogelijk te zetten, en onze oren goed te luister leggen op de geluiden om ons heen! Bij tijd en wijle hoorden we dan weer aan stuurboord en dan weer aan bakboord een schip voorbij varen, maar zien deden we ze niet. Een zenuwslopende ervaring! Wind stil en dikke mist, de hele nacht en ook de andere morgen.
Toen we de grote NHR-N boei midden op de Noordzee dankzij ons oude en vertrouwde AP navigatortje gevonden hadden, zijn we daar even rond blijven hangen om ons te beraden. We moesten even wat moed verzamelen om aan de oversteek van de drukke zes mijl brede shipping lane te beginnen. Maar na een kwartiertje tobben hebben we de knoop maar doorgehakt, wat zou je ook anders moeten? Twee man voorop het schip om te luisteren, en de motor op z'n zachts. Tegenstrijdig eigenlijk, want je wilt de oversteek van de shipping lane zo snel mogelijk achter de rug hebben. Gelukkig is het allemaal prima verlopen.

Tegen het einde van de morgen trok de mist eindelijk op, en een poosje later stond er zowaar een vrij constante bries van ruim 3 Bft uit het zuidoosten. De laatste 40 mijl naar IJmuiden hebben we dan ook aan de wind zeilend in een stralend zonnetje overbrugd. En rond zeven uur 's avonds voeren we de pieren van IJmuiden binnen, we waren weer thuis!

maandag, juli 13, 2009

Great Yarmouth



Met onze vorige zeilboot de 'Felis Onca IV', een Jaguar 30, 1n 1979 op een werf in Oss gebouwd naar een ontwerp van Frank Butler, hebben we in de jaren negentig heel wat aardige en enerverende zeiltochtjes gemaakt. Bladerend in een oud logboek kwam ik bijvoorbeeld een zeiltochtje tegen naar Great Yarmouth in het voorjaar van 1994. Een tochtje vice versa vanaf IJmuiden, de vier koppige bemanning bestond uit dochter C, (ex)schoonzoon B, zoon E en ondergetekende.

De wind, kracht 3 à 4, kwam 's morgens bij vertrek uit IJmuiden uit de zuidwesthoek, en dat is natuurlijk niet verkeerd als je je roer op ongeveer 270º kan vastzetten. Maar later op de dag liet de wind het afweten, aanvankelijk nog een poosje variabel maar daarna niets meer. Een tijdje hebben we dat over ons laten komen, even lekker dobberen midden op zee. Maar ja, wil je nog ergens aankomen binnen afzienbare tijd, dan zal er toch enige voortgang moeten worden geboekt. Noodgedwongen hebben we bij het invallen van de nacht het onvolprezen ijzeren zeil dan ook maar bijgezet.

Maar weinig bezigheden ervaar ik intenser dan een nacht op zee. Niet dat het altijd even leuk is, in het pikke donker met kou, regen en veel wind verzeild raken in een druk scheepvaartgebied bijvoorbeeld. Dan wil ik me in stilte nog wel eens afvragen wat ik daar in godsnaam te zoeken heb, er zijn grenzen. Aan de andere kant waren ook dat toch weer ervaringen die ik absoluut niet had willen missen!
Maar deze keer viel er niets te tobben, integendeel een heerlijke rust daalde over ons neer, en geleidelijk aan werd het stiller in de kuip. Zwijgzaam, in gedachten verzonken zaten we te turen naar de langzaam in het donker verdwijnende horizon, en genoten we van het alsmaar prominenter aanwezige zwerk. Een majestueuze sterrenhemel zoals je dat op de wal zelden of nooit ziet! Er werd nog maar eens een kopje koffie gezet, en kanaal 16 gaf af en toe een teken van leven elders. Welterusten C en B, slaap lekker, E en ik namen de eerste wacht voor onze rekening. De verlichting in de kajuit ging uit, onze ogen moeten aan het donker wennen. Alleen het zachte groen en rood van led en apparatuur lichte nog op, en om het uur zette één van ons de positie in de kaart. We maakten elkaar attent op de navigatieverlichting van schepen in de verte die we af en toe zagen, en zochten uit of en waar we elkaar zouden kruizen, ofdat we mogelijk niet op ramkoers lagen met elkaar.

Evengoed zaten we op een gegeven moment toch vrij dicht in de buurt van een aantal min of meer lukraak varende vissersschepen. Door de vaak felle werkverlichting op sommige schepen lijken het wel varende kerstbomen, en dan is het lastig om te zien welke koers ze hebben voorliggen. Het ene moment denk je dat ze van je af gaan, het andere moment lijk je te worden overvaren. Het is echt uitkijken geblazen met die gasten!
Langzaam verbleekten de sterren aan het firmament en werd het in het oosten lichter aan de horizon, fascinerend. En ineens was het moment daar, de zon, een nieuwe dag was aangebroken! Een prachtig stralend roodkoperen segment kwam boven de horizon uitpiepen. En altijd weer sta ik er van te kijken hoe snel de rest dan komt, in no time hing de hele koperen bol vrij boven de horizon. Prachtig, een mooi moment voor de aflossing van de wacht en een paar uurtjes slaap!

Rond een uur of zeven 's morgens kregen we de eerste boeien van de zandbanken voor het kustgebied van Lowestoft en Great Yarmouth in zicht. Na S Corton, een belboei op stuurboord t.p.v. de invaart van het Holm Channel, een geul tussen de banken door, ging het snel. Kort daarna zagen we in de verte de ingang van River Yare, het vaarwater dat ons min of meer naar het centrum van Great Yarmouth zou voeren, al liggen. En een kleine twee uur later, bijna een etmaal na ons vertrek uit IJmuiden, lagen we met lange lijnen afgemeerd aan de hoge kademuur in een door het afgaand tij hevig stromende rivier. Tijd voor iets stevigs!
Het wapen van Great Yarmouth 'Rex et nostra jura' ofwel 'De koning en onze rechten' Een vissersplaats van oudsher, we hebben er gewandeld, heerlijk gegeten en een terrasje gepikt die dag. De andere dag hebben we een auto gehuurd en zijn we naar Ipswich gereden en naar Pin Mill, waar we aan de River Orwell een poosje hebben genoten van de sfeer in the good old pub 'The Butt and Oyster'. Wat is Engeland bij tijd en wijle toch een heerlijk land!

De terugtocht naar IJmuiden daags daarna verliep ongeveer als de heenweg. Aardig is nog wel te vermelden dat we op een zeker moment, de Engelse kust was net achter de horizon verdwenen, een tijdje feestelijk werden begeleid door een school dolfijnen. Als afscheidsgroet sprongen ze voor ons af en toe met z´n tweeën synchroon het water uit!

maandag, juli 06, 2009

Langs het Gein



Wonen aan de rand van Amsterdam Zuidoost heeft z'n voordelen. Met de metro zit je vanaf station Reigersbos met ruim een kwartier in het centrum van de stad, terwijl het maar een paar minuten fietsen is, en je bevind je al in het prachtige landschap van Amstelland of de Gein-en Gaasperpolder!

Het Gein, is een oorspronkelijk veenriviertje dat al in de prehistorie is ontstaan en ruim 12 km lang is. Het meandert van Driemond, als aftakking van de Gaasp, door het weidelandschap naar Abcoude, en voegt zich daar in het riviertje de Angstel. Het Gein maakt onderdeel uit van de boezem van Amstelland en is voor de waterafvoer van belang. Landschappelijk en natuur- en cultuurhistorisch gezien is het gebied om en nabij het riviertje van bijzondere waarde.

We begonnen en eindigden ons fietstochtje langs het Gein in Abcoude. Eerst over de zuidelijke dijk naar Driemond, en daarna over de noordelijke dijk weer terug naar Abcoude. Langs de smalle en kleinschalige polderdijken aan de ene kant rietkragen, plompen, waterlelies en veel watervogels zoals futen, meerkoeten, zwanen en eenden. En aan de andere kant kromgegroeide knotwilgen, oude boerderijen en buitenhuizen met namen als Geinvreugd, Gein en Stein, Vredelust, Landvermaak en ga zo maar door. Prachtig allemaal, als je hier niet af en toe de in de verte als een gletsjer het weidelandschap inschuivende bebouwing van Amsterdam Zuidoost zou zien, zou je je zomaar een eeuw terug in de tijd kunnen wanen.

Op internet las ik dat de dijken langs het Gein moeten worden opgehoogd. Ik hou m'n hart vast als ik zo iets lees, hoe gaan ze dat aanpakken? Ja, heel zorgvuldig las ik! Maar het schilderachtige gebiedje is van zo'n unieke kleinschaligheid, dat elke ingreep daar er volgens mij al één teveel is. Maar ja, aan de andere kant snap ik ook wel dat de overheid de veiligheid voor mens en dier in dit gebied moet kunnen blijven waarborgen.

Maar Nescio schreef destijds al in één van zijn natuurdagboeken over mensen die plannen hadden dit gebied op wat voor manier dan ook te verstoren:
"God zal ze eeuwig gloeiend nakend in de hel sansodemirakelen."
Dus dames en heren plannenmakers van het Hoogheemraadschap of wat dan ook, wees maar heel voorzichtig en behoedzaam met het Gein!

zaterdag, juli 04, 2009

Kampen



We lagen amper vijf minuten te wachten voor de Ketelbrug, toen we het verkeer op de A6 al tot stilstand zagen komen. Absurd eigenlijk, de geopende brug die een economisch gezien belangrijke verkeersstroom tot stilstand dwingt, omdat een stel recreanten in een zeilbootje daar puur voor de lol doorheen wil. Maar goed het zij zo, we waren er mooi mee geholpen, dan hadden ze die brug destijds maar hoger moeten maken!

Op het Ketelmeer zaten we weer eens even te twijfelen over onze bestemming die dag. Gaan we in één ruk door naar huis, zullen we toch nog een nachtje in Elburg blijven, of gaan we nog een keer de IJssel op en sluiten we deze zeiltrip af met een bezoekje aan Kampen? We kozen voor het laatste!

Via het Kattengat voeren we de IJssel op, en moesten we even verderop onder de brug in de N50 door. Ze gaven een doorvaarthoogte van 16 meter aan, met onze 15,75 meter hebben we bij een vlakke waterspiegel dan een marge van 25 cm en kunnen we er dus onder door. Desalniettemin sta ik vlak voor de brug aangekomen, altijd weer met gekrulde tenen in m'n schoenen. Heb ik wel goed gekeken, en zo ja, de cijfers zullen toch wel betrouwbaar zijn? Want met zo'n geringe marge, lijkt het vanuit de kuip gezien alsof je er met het topje van de mast volop tegenaan gaat knallen. Maar uiteraard liep het ook deze keer weer goed af.

Een half uurtje later lagen we weer afgemeerd in de ons zo bekende Buitenhaven naast de Koggewerf, en konden de fietsjes weer van boord. Veel van wat de oude Hanzestad te bieden heeft hebben we al eens gezien, maar in het Ikonenmuseum waren we nog nooit geweest. Het is daar in het centrum van de stad gevestigd in een voormalig middeleeuws klooster. Ze hebben er een gigantische verzameling houten en bronzen ikonen en kruizen hangen uit de 15e tot de 19e eeuw. De grootste verzameling daar komt uit Rusland, maar er hangen ook ikonen uit Griekenland, Bulgarije, Roemenië en Ethiopië.

Een bijzonder museum is het, en volgens de medewerkers daar uniek in Nederland. Eén van de opmerkelijkste ikonen vond ik, was de ikoon met een afbeelding van Nikolaas, patroonheilige van de stad Kampen, en redder van schepelingen!

Met 'Kampen' het zevende verhaal over ons genoeglijke zeiltripje dat met 'Hindeloopen' begon, sluit ik deze serie af. Van hieruit gaan we echt naar huis!

vrijdag, juli 03, 2009

Urk



Steeds dichter kwam het einde van de zeilvakantie nabij. Maar we wilden er eigenlijk niet aan, de tocht naar onze thuishaven schoven we dan ook steeds weer een dagje op. Zelfs een zondagse aankomst in Urk hadden we er voor over. Niet dat daar iets mis mee is, maar juist op zondag zijn er natuurlijk wel spannender plekken te bedenken dan Urk. Maar goed, die rust daar heeft ook weer voordelen, een mooi plekje aan de Havendam dicht bij de kom, waar we op zondag niet voor hoefden te betalen! Ook niet op maandagmorgen toen ik de havenmeester daar over belde. Wel consequent natuurlijk.

Een wandeling langs de vuurtoren en het monument is altijd vaste prik als we in Urk zijn. Het was helder weer, dus we hadden een prachtig uitzicht over het IJsselmeer en over de dijk van de Noordoostpolder met al die windmolens erop. Het was zo helder, dat we in de verte voorbij het Vrouwezand zelfs het Roode Klif bij Stavoren zagen liggen, en natuurlijk ook het Mirnser Klif en het Mirdumer Klif zagen we op Gaasterland duidelijk liggen.
's Avonds werden we door S en W, die vanaf de 'Poolster' uit Lemmer even langs kwamen met de kinderen, in restaurant 'De Kaap' getrakteerd op een lekker visje.
Dat kan dan weer wel op het zondagse Urk, het is daar zo gek nog niet!

donderdag, juli 02, 2009

Enkhuizen



Het is maar een fluteindje zeilen vanaf Medemblik, bij vuurtoren De Ven het hoekje om en je bent er praktisch. Maar aan Enkhuizen wilden we toch niet voorbij gaan deze keer. We vonden een mooi ligplaatsje aan de kop van de Buitenhaven, recht tegenover het 'Snouck van Loosenpark'. Dit park met vijftig arbeidershuisjes en een opzichterswoninkje dateert uit 1897, en was destijds één van de eerste sociale woningbouwprojecten in ons land. Een prachtige woonomgeving, praktisch in het centrum van de stad en toch volop in het groen, en dan ook nogeens een haven voor je neus, ik zou er denk ik best willen wonen!

Enkhuizen, de stad van het Zuiderzeemuseum, de Drommedaris, de Oude Haven, het Spuihuisje met daarin het huidige Flessenscheepjesmuseum, het Waaggebouw en natuurlijk de Zuider- of St. Pancraskerk met de bekende 75 meter hoge toren en het carillon. Vanaf het IJsselmeer altijd het eerste wat je van Enkhuizen ziet en soms hoort. Het is allemaal zo bekend als de broekzak zo langzamerhand, maar het is en blijft een prima plek om te komen.

's Avonds zijn we naar het 1e Zomeravondconcert geweest in de Zuiderkerk. Sietze de Vries op orgel en Alice Gort-Switynk met blokfluiten. Een combinatie die ik mij in die immense ruimte met dat grote kerkorgel niet goed kon voorstellen, maar dat viel me achteraf alleszins mee. Alleen bij een paar stukken die solo op het orgel werden gebracht bespeelde de Vries het grote en volumineuze kerkorgel. Maar voor de stukken die in samenspel werden gebracht werd een orgel van bescheidener afmetingen ingezet, zoals je op het filmfragment wel kan zien en horen. (De fotochip was jammer genoeg ineens vol, anders hadden we vast iets meer opgenomen) Er werden diverse stukken gebracht van Wolfgang Amadeus Mozart, Giovanni Battista Fontana, Johann Sebastian Bach, Georg Friedrich Händel, Georg Philipp Telemann en Jacob van Eyck.



Het was een bijzonder concert in een bijzonder kerkgebouw met plafondbeschilderingen die daar al in de 15e eeuw zijn aangebracht.

Medemblik



Na vertrek uit Oudeschild nog een klein stukje Texelstroom opstomen, en dan even voorbij de Bollen bakboord uit het Malzwin op. Met de stroom mee zit je dan voor je er erg in hebt zo in het Visjagersgaatje. En dan is het nog maar even, en moet je alweer aan het werk met de zeilen, fenders en landvasten. Eerst komt de brug in de Afsluitdijk, en als je daar eindelijk door bent direct daarop de Stevinsluis. Bij elkaar altijd wel een oponthoud van minimaal een uur. En dan ben je jammergenoeg van zout en stromingen af, en ligt het IJsselmeer weer voor je. We waren een beetje te lui om voor het laatste stukje naar Medemblik het grootzeil nog weer bij te zetten, dus hebben we dat maar alleen op de fok gedaan. In Medemblik vonden we een prima ligplaatsje aan de wal in het verbindingsstukje daar tussen de Oosterhaven en de Pekelharinghaven, direct naast Kasteel Radboud.

In het voormalige stoomgemaal 'Vier Noorder Koggen' in Medemblik is het 'Nederlands Stoommachine Museum' gevestigd. Behalve de originele stoommachine die nog in het gemaal staat, hebben ze daar ook een behoorlijk aantal andere stoommachines met toebehoren in en om het gebouw opgesteld. Allemaal krachtbronnen uit een nostalgisch verleden! En een aantal van die machines doet het ook nog, ze worden door een paar bejaarde stoomfanaten goed onderhouden en op gezette tijden onder stoom gebracht en gedemonstreerd. Jammer genoeg niet toen wij er waren, maar we vonden ons bezoek desalniettemin meer dan de moeite waard!



En dan die twee torens die je altijd vanaf het IJsselmeer ziet. Die ene, de scheve toren van de 'Bonifaciuskerk', een laatgotische hallenkerk met drie beuken, hebben we deze keer maar eens van nabij bekeken. De toren schijnt er al sinds 1450 te staan, maar de kerk is ongeveer een eeuw jonger omdat de oorspronkelijke kerk in 1517 bij een overval door Grote Pier in de hens gestoken is. Heel bijzonder vond ik de gebrandschilderde ramen in de kerk, prachtig!
Ook was er in één van de zijbeuken een bescheiden expositie van aardige schilderijen van een kunstenaar uit de streek, waarvan de naam me is ontschoten. Ze moeten daar, om het hoofd boven water te kunnen houden de kerk of in iedergeval een deel daarvan, vaker verhuren voor exposities e.d. vertelde een medewerkster ons.

Medemblik heeft zo ontdekten we, behalve havens, uitzicht op het IJsselmeer en een typisch gemeentehuis ook nog een mooi park, fraai gelegen tussen het oude centrum en een wat nieuwere woonwijk ten zuiden daarvan. Maar Medemblik is en blijft natuurlijk bij jong en oud vooral een nationaal en internationaal bekend zeiloord!