donderdag, augustus 30, 2007

Bali



Mijn kapper is een tijdje geleden naar Bali geemigreerd. Hij had hier in de stad een mooie en goed lopende zaak en stond bekend als één van de betere kappers, wat je trouwens ook aan de prijs wel kon merken. Toch had hij het op een gegeven moment wel gezien met zijn zaakje, verkopen die handel en weg wezen was zijn devies. De midden veertig net gepasseerd maar toch wilde hij nu al stil gaan genieten van zijn winst op een mooi tropisch eiland.
Maar onlangs zat ik hier bij zijn opvolger onder het mes en hoorde ik, dat hij op Bali in Denpasar toch maar weer een kapperszaak is begonnen. We weten er natuurlijk het fijne niet van, maar kennelijk is zijn fortuintje toch iets te snel verdampt op dat mooie tropische eiland. Ja, ja, bij de kapper moet je zijn voor de laatste nieuwtjes, daar hoor je nog eens wat.

Er zijn natuurlijk ergere dingen denkbaar dan te moeten werken op exotisch Bali, maar ik ben daar, zoals wij destijds gedaan hebben, toch liever alleen op vakantie. Wat een bijzonder eiland!
Ik heb de dagen op Bali zo ongeveer ervaren als één groot feest. De feeststemming begon voor mij eigenlijk al een beetje in het vliegtuig van Garuda Indonesia tijdens de vlucht van Surabaya naar Bali. De internationale luchthaven van Bali "Ngurah Rai" (vernoemd naar een Balinees verzetstrijder die in 1946 in de strijd tegen de Nederlanders is gesneuveld) ligt vrij dicht achter de kustlijn, met als gevolg dat je behoorlijk laag komt aanvliegen over een prachtige azuurblauwe zee, echt heel mooi, je kijkt je ogen uit. De entree kon al niet meer stuk, en dan is er ook nog de zalige manier van leven van de mensen daar op dat eiland. Bali is Hindoeïstisch, en dat zie je overal op het eiland op elk moment van de dag. De mensen lopen in de mooiste gewaden rond en overal maak je processies, offerandes en eeuwenoude feesten mee in schitterende decors van prachtige stranden, zeetempels en actieve vulkanen.

Vanuit ons hotel in de buurt van Kuta hebben we per auto het eiland verkend. We zijn naar de Tanah Lot geweest, één van de belangrijkste zeetempels van Bali gebouwd op een rots voor de kust, en hebben daar op zee één van de mooiste zonsondergangen gezien. We hebben het Baturmeer gezien, een kratermeer van ongeveer 7,5 bij 2,5 km op ca. 1450 meter boven de zeespiegel nabij het dorp Penelokan in het noorden van Bali. Overal op het eiland zie je lieflijke bloemenoffertjes, midden op straat, op muren en voor deuren, het hoort bij de cultuur daar. Onderweg genoten we van de prachtige uitzichten over bossen, dorpen en rijstterrassen in het bergachtige landschap. We hebben gewandeld door de schilderachtigste dorpjes die je je kan voorstellen, en armoedig maar gastvrij als de mensen daar waren, werden we soms uitgenodigd om bij ze binnen te komen kijken. Ook hebben we op veel plekken genoten van allerlei verschillende balinese dansen onder begeleiding van meeslepende gamelanmuziek.

Maar we hebben natuurlijk ook wel gewoon aan het strand gezeten, gezwommen en lekker gegeten in leuke restaurantjes. Ook heb ik me in menig leuk boetiekje in Denpasar te krappe batikhemden laten aansmeren, en waardeloze horloges en andere prullaria van legers straatventers, die de godganse dag met die handel achter je broek aan liepen te leuren. Dat schijnt er allemaal bij te horen, daar is weinig aan te doen. De gemiddelde toerist gaat bij die gasten, zeker in het begin van het verblijf daar, voor de bijl. Maar het mocht voor ons de pret niet drukken, we hebben genoten van alles. Het was een prachtige tijd daar op dat eiland.

zondag, augustus 26, 2007

visserijdag



Gisteren, de laatste zaterdag van augustus, was het voor de 25e keer visserijdag in Harderwijk. Het is een jaarlijks terugkerend fenomeen, maar voor ons was het de eerste keer dat we het meemaakten, terwijl we toch al bijna 23 jaar in Harderwijk wonen. Om de één of andere reden vonden we het nu kennelijk tijd, om toch ook eens een keer te gaan kijken naar het visserijspektakel.

In en rond de oude vissershaven van Harderwijk vonden allemaal aan visserij gerelateerde aktiviteiten plaats. Op de kades werden diverse oude visserijambachten gepresenteerd, er werd zelfs een wedstrijd gehouden in het roken van paling en andere lekkere vissoorten. Een club scheepsmodelbouwers liet radiografisch bestuurde modellen rondvaren in een grote bak water, en geheel in stijl leverden shantykoren en dweilorkesten een musicale bijdrage ter verhoging van de feestelijke stemming rond het geheel.
En de haven, heel schilderachtig, lag bijna helemaal vol met klassieke houten vissersschepen uit de verschillende steden en dorpen die vroeger aan de Zuiderzee lagen. Stuk voor stuk met liefde en vakmanschap goed onderhouden zeilschepen van rond een eeuw oud. Afhankelijk van het vaargebied en wat ze moesten aan kunnen, had elke streek rond de Zuiderzee destijds zijn eigen scheepstype ontwikkeld. De meest bekende types werden botters, bonzen, bollen, blazers, pluten, tjotters, schokkers, tjalken en punters genoemd. Maar er voer ongetwijfeld door de tijd genomen ook nog wel het één en ander aan hiervan afgeleide types rond op de voormalige Zuiderzee.

Heerlijk in het zonnetje onder het genot van een drankje en een hapje, hebben we de stedenbotterrace vanaf de "Stad Harderwijk", onze plaatselijke rondvaartboot, op het Wolderwijd kunnen volgen. We hadden vanaf het achterdek, de plek waar we met een handje vol mensen zaten alsof we officieel genodigden waren, prachtig zicht op het zeilgebeuren. Er stond niet teveel wind, maar genoeg om alles goed in beweging te krijgen, er kon echt worden gezeild. Een prachtig gezicht al die bruine zeilen op het Wolderwijd. Rond half vier lagen we weer afgemeerd in de vissershaven en konden we terug zien op een zeer geslaagde middag.

maandag, augustus 20, 2007

ruïne



Gisteren de z.g. Beeckestijnroute gefietst, net iets meer dan 20 km dus erg moe zijn we er niet van geworden. De Beeckestijnroute, genoemd naar het gelijknamige landgoed in de route nabij Velsen-Zuid, loopt langs de rand van de Noord-Hollandse duinen vanaf Bloemendaal in noordelijke richting door een mooi en soms golvend landschap. De streek is getuige de aaneenschakeling van landgoederen en villadorpen varierend van 17e tot 19e eeuws overduidelijk al heel lang in trek. De soms moeilijk te vermijden aanleg van eigentijdse infrastructuur in het gebied, doet daar gelukkig nog weinig aan af. Het is en het blijft ook in onze tijd een prachtige omgeving.

Het Kasteel van Brederode, of zoals het nu wordt genoemd de Ruïne van Brederode gelegen in Sandpoort-Zuid, dateerd zelfs uit de tweede helft van de 13e eeuw uit ca. 1282. Volgens de beheerder die we spraken is het de oudste te bezichtigen ruïne van Nederland. Het kasteel heeft tot aan 1679 toebehoord aan de Heren van Brederode, afstammelingen van de Heren van Teylingen die verwant waren aan de Graven van Holland.

Het kasteel heeft een bijzonder roerig verleden gekend. Toen Wolfert, de laatste Brederode in 1679 kinderloos stierf verviel de ruïne (want veel meer was er toen al niet van over door alle plunderingen en brandstichtingen door de eeuwen heen) aan de Graven van Holland en weer later aan de staat der Nederlanden. In de 19e eeuw is de ruïne gerestaureerd.

En nu is er voor ons allen in een nog min of meer overkapt gedeelte van de ruïne een bescheiden tentoonstelling ingericht, over het verleden van generaties Heren van Brederode op deze plek en wat ze hebben betekend of hebben uitgespookt. Maar ook wordt er op deze plek nu voor het publiek soms toneel of muziek ten gehore gebracht.

donderdag, augustus 16, 2007

Bromo



Onlangs zag ik op TV een documentaire over de uitbarsting in 1997 van de Soufrière, een z.g. Stratovulkaan op Montserrat. De uitbarsting, die werd gevolgd door een pyroclastische stroom of gloedwolk dat eigen is aan dit type vulkanen, heeft destijds het leven gekost aan twintig mensen.

Waarschijnlijk door het onderwerp dwaalden mijn gedachten onder het kijken tien jaar terug. Naar die ochtend in 1997 toen ik samen met echtgenote, zus, zwager alsmede een behoorlijk aantal onbekende toeristen heb genoten van een prachtige zonsopkomst boven het Bromo kraterkomplex op het oostelijk deel van het Indonesische eiland Java.
Ook de Bromo is een z.g. Stratovulkaan die bij tijd en wijle op onvoorspelbare wijze van zich laat horen. In de zomer van 2004, dus vrij recent nog, barstte hij plotseling uit met als gevolg twee doden en een aantal gewonden onder de toeristen op de kraterrand.

Rond twaalf uur s'nachts waren we met z'n vieren per auto met chauffeur vertrokken uit het prachtige Novotel aan de Jl. Ngagel in Surabaya. Surabaya, de stad met in het wapen een haai (sura) en een krokodil (baya) strijdend om de macht. Ongeveer 90 km hadden we voor de boeg. Middernacht, maar het stikte van de mensen en vooral brommertjes om ons heen, er was haast geen doorkomen aan. Maar toen we eindelijk Surabaya en al die mensen met hun brommertjes achter ons hadden gelaten ging het wat vlotter. We reden door een zwoele bij tijd en wijle stikdonkere nacht, helemaal toen we eenmaal van de hoofdweg waren afgeweken. Soms zagen we ver voor ons het donker oplichten door een merkwaardig schijnsel dat we geen van allen goed konden thuisbrengen. Pas toen we het in de auto begonnen te ruiken, drong het tot ons door wat het was en realiseerden we ons dat die grillig dansende lichtslangen, enorme bosbranden waren op de flanken van de bergen voor ons. Een fascinerend schouwspel!

Tegen een uur of drie waren we in de buurt van Cemoro Lawang, een plaatsje aan de rand van de immense zandzee rond de vulkaan. De zandzee (8 bij 11 km) is eigenlijk de kraterbodem van een oude vulkaan, waarin later de drie jongere vulkanen zijn ontstaan, waar de Bromo er één van is. Het Bromo-Tenggermassief zoals het complex wordt genoemd, schijnt tot het meest spectaculaire vulkaanlandschap van Indonesie te behoren. Dat wil ik best geloven want persoonlijk kreeg ik daar even het gevoel of ik op de maan was terecht gekomen.
Na ter plaatse een jeep te hebben geregeld voor de tocht door de zandzee, vertrokken we rond vier uur richting Bromo. Tijdens de wel heel stoffige rit passeerden we veel mensen te voet en te paard die allemaal dezelfde richting uitgingen. En tot aan de voet van de Bromo stonden op de route door de zandzee, mannetjes met paarden die ze te huur aanboden aan afhakende wandelaars die zich in het zware terrein hadden vergist. Maar het laatste steile stuk door het zand en de lange betonnen trap die je naar de kraterrand voert, moesten we uiteraard allemaal te voet afleggen. Eenmaal op de kraterrand aangekomen was het vanwege de drukte en de opstijgende zwaveldampen nog lastig om een lekker plekje te vinden. Maar goed uiteindelijk was dat redelijk gelukt, en daar stonden we toen te kijken met z'n allen, op ruim 2300 meter boven de zeespiegel koukleumend te wachten op de zon. Vreemd eigenlijk, diep in mijn hart vond ik het ineens genant dat ik daar stond, ineens vond ik het eigenlijk maar niks meer. Ik schaamde me voor het feit dat ik zelf een deel was van de massale vertoning daar op die kraterrand.

Echter toen de bergkam in het oosten ineens een gouden kroon kreeg, en kort daarna de onaards aandoende omgeving in een wel heel bijzonder daglicht werd gezet, was mijn negatieve oprisping snel verdwenen. Als sneeuw voor de zon zal ik maar zeggen. Het was een magisch moment, ik had het niet graag willen missen, prachtig!

dinsdag, augustus 14, 2007

CoBrA



Menigeen beschouwd het in 1995 door architect Wim Quist (1930) ontworpen Cobra Museum in Amstelveen als één van de mooiste musea van Nederland. In museumland is Quist als architect dan ook niet bepaald een onbekende. Om maar iets te noemen, de uitbreiding van het Kroller-Muller Museum in Otterlo (1977) komt van zijn hand, en ook het in de tachtiger jaren ontworpen Museon in Den Haag en het Maritiem Museum in Rotterdam zijn creaties van hem. Enige naam op het gebied van museaal ontwerpwerk kan Quist dan ook niet worden ontzegd.

Architectonisch gezien is het Cobra Museum inderdaad een aardig gebouw, maar of het behoord tot één van de mooiste musea in Nederland weet ik (nog) niet. Daar moet ik nog eens over nadenken, want er staat op dit gebied nogal wat aan moois in dit kleine landje. Ik vind het voor nu ook niet relevant verder, mogelijk dat ik hier later nog eens een keer op terug kom.

Guillaume Cornelis van Beverloo, beter bekend als Corneille werd j.l. 3 juli 85 jaar. Omdat Corneille tot op de dag van heden algemeen als één van de meest sprankelende kunstenaars van de in 1948 opgerichte CoBrA beweging wordt gezien (en hij werkt volgens eigen zeggen nog steeds volgens het principe van deze beweging) wordt dit deze zomer in het Cobra Museum gevierd met een bijzondere tentoonstelling van zijn zeer uitgebreide oeuvre.

De doelstelling van de Cobra kunstenaars was om direct en spontaan te werken, zoals kinderen dat eigenlijk ook doen. Met veel fantasie en kleur werd er met van allerlei materialen op los geexperimenteerd. Niet alleen schilders sloten zich bij de Cobra beweging aan, ook fotografen, filmers, beeldhouwers en dichters voelden zich ertoe aangetrokken. Ondanks dat in 1951 de beweging alweer werd opgeheven, heeft het toch een doorbraak betekend voor de moderne kunst in Nederland. Na de 2e wereldoorlog verlangden de oprichters naar een maatschappij, waarin mensen gelijk waren en kunst voor iedereen zou zijn. Als symbool voor hun idealen kozen zij de cobraslang. De naam is bovendien afgeleid van de beginletters van de steden waar de kunstenaars woonden: Copenhagen, Brussel en Amsterdam.
De oorspronkelijke Cobra-leden waren: Asger Jorn uit Denemarken; Jan Cobbaert, Christian Dotremont, Joseph Noiret (en in 1949 Pierre Alechinsky) uit Belgie; Karel Appel, Eugene Brands, Corneille, Constant, Jan Nieuwenhuys en Theo Wolvecamp uit Nederland.

Het Cobra Museum heeft een prominente CoBrA collectie en stelt daaruit permanent kunstwerken tentoon. Er worden ook regelmatig werken van aanverwante bewegingen geexposeerd zoals Vrij Beelden (1946) en Creatie (1950-1955). Verder worden er veelvuldig tentoonstellingen georganiseerd van internationale avant-garde kunst.

Daarom had ik in het museum buiten Corneille om, eigenlijk ook meer werk verwacht van andere (CoBrA) kunstenaars, maar dat viel tegen. Op de verdieping hadden ze nogwel een thema-tentoonstelling ingericht over de wereld van de reclame 'De kunst van het verleiden' geheten, maar dat hadden we snel gezien.
Buiten 'The Fountain' een prachtig bronzen fonteinsculptuur van Karel Appel voor de entree buiten op het plein, was er binnen maar weinig plek ingeruimd voor deze en andere kunstenaars van de CoBrA beweging. Het grootste deel van de beschikbare ruimten in het museum werd ingenomen door het kleurrijke werk van Corneille, simpel, oprecht en ook wel mooi natuurlijk, maar allemaal zo overbekend. Van hem hebben we in de loop der jaren al zo ontzettend veel gezien, dat ik zelfs zijn nieuwste werk niet als een verrassing ervaar. Je komt z'n werk ook overal tegen, op pakpapier, op pennen, op serviesgoed, op lampekappen en op luciferdoosjes. We zijn van Corneille door de commercie overvoerd, dat zal ongetwijfeld één van de reden zijn dat ik het museumbezoek vanmorgen een beetje vond tegenvallen.

donderdag, augustus 09, 2007

party



Alles zat mee, mooi weer, mooi huis, fraaie tuin, ongedwongen sfeer en in alle hoeken lekkere hapjes en drankjes. Kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen, ik geloof dat ik buiten de jarige om vierendertig vrolijke gasten heb geteld, op die mooie zondagmiddag afgelopen weekend in Kampen. En als het geen vakantietijd zou zijn geweest, waren er zeker nog tien gasten meer komen opdraven. Want als je door grandmama in hoogst eigen persoon wordt uitgenodigd om samen met haar in de prachtige tuin van haar jongste dochter, haar vierentachtigste geboortedag te vieren dan kom je normaal gesproken gewoon. Dan zorg je dat je van de partij bent, of je daarvoor nou uit Groningen moet komen of uit Amsterdam. En zo was het, iedereen die kon was er! Ik hoop dan ook dat we dit soort bijeenkomsten samen met de jarige nog vaak mogen beleven.

Zelf lagen we een dag eerder al afgemeerd in de Buitenhaven, in de directe nabijheid van de Koggewerf en de oude binnenstad. Er was voor de verandering in deze zomer voor het weekend weer eens mooi weer voorspeld, voor ons een reden om zeilend naar de prachtige oude Hanzestad aan de benedenloop van de IJssel te komen.

En altijd weer, zeker als ik Kampen over het water nader, raak ik onder de indruk van Kampens unieke rivierfront. Volgens mij beslist één van de mooiste in ons waterrijke landje. Kampen, van oudsher een karakteristieke en dynamische handelsstad aan de rivier de IJssel, aan stromend water!
Op onze fietsjes hebben we voor de zoveelste keer de binnenstad in alle richtingen doorkruist. Het is en het blijft een prachtig stadje waarin veel te zien is. Monumentale architectuur uit de tijd dat de stad nog een Hanzestad van betekenis was, maar ook prachtige poorten, pleinen, voormalige stadsboerderijen, steegjes, parken en musea.

Bij museum "De Koggewerf" ligt in de Oude Buitenhaven een prachtige twintig meter lange replica van een koggeschip uit ongeveer 1336, dat in 1983 in de Flevopolder bij Nijkerk is opgegraven. Voor de bouw van de replica, die ruim drieeneenhalf jaar heeft geduurd, heeft het Kampense scheepsbouwbedrijf Sars zoveel mogelijk oorspronkelijke materialen en technieken toegepast.
De Kogge is een redelijk zeewaardig en stoer middeleeuws vrachtschip van overwegend massief eikenhout. Het was daarmee dan ook het belangrijkste transportmiddel van de Hanze-economie. Er werd voornamelijk mee naar de Oostzeelanden gevaren, Ommelandvaarders heetten de schippers, maar ook waagden ze zich wel aan reizen naar Frankrijk, Portugal en zelfs landen rond de Middellandse Zee.

Maar behalve het Koggeschip valt er op het gebied van musealiteiten in Kampen nog wel wat meer te zien. Deze keer zijn we daar weliswaar niet aan toegekomen, maar ze hebben er bijvoorbeeld ook een Joods Historisch museum, een Ikonenmuseum, een Tabaksmuseum en natuurlijk een Stedelijk museum waar ze je naast het tonen van wisselende kunstprojecten, ook veel over de Kamper historie laten zien. Er valt dus in dat stadje aan de IJssel wel het één en ander te zien en te beleven, teveel eigenlijk om er in dit korte bestek verder op door te gaan.

Wel wil ik hier nog even kwijt dat we ons samen met mijn zus, als voorschot op de feestdag zal ik maar zeggen, zaterdagavond op het terras van Grand Café "De Majesteit" een eetcafé aan de Plantage, een paar uurtjes prima hebben weten te vermaken.

Kampen, A Way of Live!